Boeginesche spraakkunst

Table of contents :
Front Cover
EERSTE DEEL
OVER SCHRIFT EN UITSPRAAK
Over de klinkers of klankteekens ,
Van de overige schrijfteekens ,
OVER DE WOORD VORMING
leide woorden, onverschillig tot welke woordsoort zij behooren Blz
DERDE HOOFDSTUK
u) door zamenvoeging van woorden, die een onderscheiden' beteekenis
pj door vóórvoeging van pâda
werkwoord bedient, of over de zoogenaamde vervoeging der werk-
d) met behulp van de achtervoegsels ag (la), e ag (le), ag (ang)
vallen, alsmede de bepalende en onbepalende lidwoorden der zelfstan-
1) door verdubbeling van het geheele woord of een gedeelte „ 115
d) door werkwoorden als deelwoorden, en vervolgens als bijvoegelijke
d) Rangschikkende telwoorden (ordinalia)
ZEVENDE HOOFDSTUK
B Persoonlijke voornaamwoorden
6) Persoonlijke voornaamwoorden van den tweeden persoon ,
c) Persoonlijke voornaamwoorden van den eersten persoon
onze bijwoorden en voegwoorden weer te geven zijn, of tot
2º Bijwoorden van plaats ,
DERDE DEEL
Over de complementen ,
,

Citation preview

ÖSTERREICHISCHE NATIONALBIBLIOTHEK

95 . 300 - B Neu

BOEGINESCHE

SSPRA A KKUNST , DOOR

B . F . MATTHES, PIL. TH . MAG. LITT, HUM . DOCT., AFGEVAARDIGDE VAN HET

NEDERLANDSCH BIJBELGENOOTSCHAP OP CELEBES.

UITGEGEVEN VOOR REKENING VAN

HET NEDERLANDSCH GOUVERNEMENT, EN

TE BEKOMEN

TE 'S GRAVENHAGE, BIJ MARTINUS. NIJHOFF. GEDRUKT TE AMSTERDAM BIJ C . A . SPIN & ZOON .

1875 .

239.O. gl.

Österreichische Nationalbibliothek

+Z227614404

95300 - B .

BO EGINESCHE

SPRA A K KUNST, DOOR

B . F . MATTHES, PH . TH . MAG . LITT. HCM . DOCT., AFGEVAARDIGDE VAN HET NEDERLANDSCH BIJBELGENOOTSCHAP OP CELEBES,

UITGEGEVEN VOOR REKENING VAN

HET NEDERLANDSCH GOUVERNEMENT, EN TE BEKOMEX

TE 'S GRAVENHAGE , BIJ MARTINUS NIJHOFF.

GEDRUKT TE AMSTERDAM BIJ C . A . SPIN & Zoon.

1875 .

VOORBERIGT.

Nadat ik in vroeger' tijd voor het Makassaarsch Spraakkunst , Woorden

boek met ethnographischen atlas, en Chrestomathie, en nu ook in de laatste jaren voor het Boegineesch beide laatstgenoemde hulpmiddelen tot aanleering dezer

taal in het licht mogt geven ; bied ik het publiek thans ook ten slotte eene Boegi nesche Spraakkunst aan.

Gaarne had ik de uitgave van dit werk nog eenigen tijd verschoven ; want waarlijk, ik ondervond het ook nu maar al te zeer, het was geen' gemakkelijke taak , om voor een ' taal, die , evenals het Makassaarsch , nog nooit te voren door eenig' Europeaan wetenschappelijk bearbeid was, eene eenigzins bruikbare spraak

kunst te vervaardigen. Niemand beseft derhalve beter dan ik , dat er nog veel, ja zeer veel , aan mijn werk ontbreekt. Doch ik had me eenmaal verbonden , om

het Gouvernement de behulpzame hand te bieden tot het oprigten eener school, die 200 moeten dienen , om Makassaren en Boeginezen , welke helaas maar al te lang

200 goed als van alle onderwijs verstoken bleven , tot nuttige leden der maat

schappij, inzonderheid tot hoofden en onderwijzers, en tegelijkertijd Europeanen tot bruikbare tolken en translateurs voor de Hollandsche, Maleische, Makas saarsche en Boeginesche talen op te leiden . En vooral tot bereiking van laatst

gemeld doel was deze Boeginesche Spraakkunst ten eenenmale onmisbaar.

Men versta mij echter wel. Niemand dichte mij 200 groote dwaasheid loe ,

als rcilde ik hiermede eenigzins een toekomstige kritiek truchten te ontwapenen , Neen , een ' kritiek , voortoloeijende uit waarachtige zucht, om mede te werken tot ontginning van een akker, die tot dusverre braak bleef liggen , zal steeds van harte door mij toegejuicht worden . En juist daarom is het , dat ik op

merkzaam maak op het gebrekkige , dat mijn ' arbeid uit den aard der zaak moet aankleden .

Moge deze bedoeling niet miskend , en alzoo de thans aangeboden maar

nog geenszins rijpe vrucht, eenmaal in later' tijd door geurig ooft vervangen worden !

's GRAVENHAGE, 1875 . B . F . MATTHES .

INLEIDING .

De taal, waarover in deze Spraakkunst gehandeld wordt, is die van een

volk , dat onder ons Europeanen den naam draagt van Boeginezen , zeker naar het Maleische õrang-Boegis. Dit Boegis echter is eene verbastering van het met de verwante lipletter w geschrevene Woogi ; want de menschen welke deze taal gewoonlijk spreken , noemen zichzelven to -Woegi, letterlijk : menschen van Woegi. Wóegi nu is

de naam van een ' kampong aan de rivier van Tjenrâpa. De bewoners van dezen kampong hadden in oude dagen , en wel ten tijde yan Sawéri-gading, die met eene dochter van den koning van Tjina (het tegenwoordige Lagoesi), met name We- Tjoedáï , gehuwd was, bij de talrijke bezoeken , die deze vorst

uit onderscheiden ' landen ontving, de rol van tolken te vervullen . Van daar,

dat die vreemde volkeren , wanneer zij den van Loewoe afkomstigen monarch bezochten , gedurig van Woogi spraken, en de taal, die niet alleen aan het

Hof van Sawêri-gâding , maar door geheel Pamâná (waarvan Lagoesi de hoofdstad is) , Loewoe, Wâdjó , Sôppeng met deszelfs vassalen , teweten : de stranddistrikten Lampôko , Labôso , Kiroe-kîroe en Bâtoe-poète , alsmede

door Bône, de Adja-tappârång, bestaande in : Sidênreng met deszelfs vassal Nêpo , Soeppa , Sawitto, Alitta en Râppång , voorts door Tanêtte , Bårróe, ja ook aan de kosten van Mandar en een gedeelte der Gouvernements Noor der- en Oosterdistrikten , gelijk mede nagenoeg geheel Boeloekompa , ge

sproken wordt, met den naam van bása to-Wórgi , of bása -Wórgi, bestem pelden.

17

Hoe groot nu het getal zij dergenen , welke zich van deze bâsa-Woegi bedienen , durf ik niet te bepalen; dewijl men onder de Boeginezen nog van geen' naauwkeurige volkstelling weten wil. Mijn vriend , de reizende As sistent-resident J. Bensbach ,berekent, dat op Zuid -Celebes het Makassaarsch door + 320,000 , het Boegineesch door _ 680,000 zielen gesproken wordt. Hij verlangt echter deze opgave voor niets meer dan eene gissing gehouden te hebben. Zooveel is intusschen zeker , dat het Boegineesch veel meer in

zwang is dan het Makassaarsch . Dit kan men trouwens reeds uit het aantal boven opgegeven ' landen nagaan ; en dan dient nog bedacht te worden, hoe veel Wadjorezen en andere Boeginezen zich buiten Celebes in verschillende oorden van den Oost-Indischen Archipel gevestigd hebben . Zoo vindtmen bij voorbeeld volgens De Hollander in Koetei circa 5500, en in Pasir onge

veer 1000 Boeginezen , terwijl Crawfurd beweert, dat het getal Boeginezen in 1849 te Singapõēra 2269 bedroeg .

Het Boegineesch behoort, evenals het Makassaarsch , tot den zoogewaam den Polynesischen taalstam , met andere woorden , tot dien taalstam , welke zich over de eilanden in de Indische zee, van Madagascar in het westen af, en in de Stille Oceaan oostwaarts tot het Paascheiland toe , in allerlei vertak kingen uitbreidt, en wel bepaaldelijk tot de voornaamste hoofdvertakking van dezen taalstam , teweten : die , welke zich over den Indischen Archipel

uitbreidt. (Vergel. Taco Roorda’s Jav. Grammatica , 1ste Deel, bl. 1.) Geen wonder alzoo , dat het Boegineesch groote overeenkomst heeft met het Javaansch en Maleisch , doch inzonderheid met het Makassaarsch , eene overeenkomst niet zoozeer in klanken en woorden , als wel in wijze van

woordvorming en syntaxe ; aangezien genoemde talen insgelijks tot deze hoofdvertakking van den Polynesischen taalstam behooren.

Wat ik vroeger omtrent het Makassaarsch opmerkte , dat het, evenals zulks trouwens bij alle onbeschaafde volken voorkomt, bijzonder arm is in woorden , die het algemeene moeten uitdrukken , en daarentegen zeer rijk in

zoodanige , welke 't meer bijzondere te kennen geven ; dit geldt in niet min . der mate van het Boegineesch. Ook in deze taal heeft men geen algemeen

woord voor dragen , maar bijzondere bewoordingen voor : over den schouder dragen , op den rug dragen , op het hoofd dragen , op de armen dragen , aan de

hand dragen , met zijn' vclen dragen , en nog andere meer. Zoo ook zijn in het Boegineesch , evenals in het Makassaarsch , soms de algemeene woorden van bijzondere afgeleid , als bij voorbeeld van het Boeginesche manoe , = het Makassaarsche djáñgang, kip : het Boeg. mânóe-manoe, = het Makass.

djáñgang-djánjang , vogel, enz. De taal is dus in zeker opzigt rijk , in zeker opzigt arm . – Om aan deze armoede te hulp te komen , en ook soms, zonder dat er de minste noodzake

lijkheid voor bestond, heeft de Boeginees, evenals de Makassaar, uit an dere talen woorden overgenomen . Dat de stamverwante Polynesische talen hierbij de grootste rol gespeeld hebben , is in den aard der zaak gelegen .

Doch ook andere talen hebben blijkbaar haren invloed uitgeoefend. Zoo treft men ook in het Boegineesch nu en dan eenige Sanskrit woorden aan ; doch hun getal is slechts gering , zoodat het niet onwaarschijnlijk is ,dat zij door middel van het Javaansch of Maleisch in de taal zijn opgenomen . – Duide

lijker zijn de sporen van het Arabisch , dat sedert de omhelzing van het Mo

hammedaansche geloof door de Boeginezen en Makassaren , in het begin der

17de eeuw , beider talen met eene menigte woorden verrijkt heeft. – Nu eens werd zulks vereischt, om uitdrukkingen voor godsdienstige denkbeel den te vinden ; dan eens geschiedde het enkel uit ingenomenheid met de in

hun oogen eenigermate heilige taal.

Ook van het Portugeesch , en vooral van het Hollandsch , zou men ver wachten , dat de Boeginees vele woorden had ontleend , dewijl hij zoowel

vroeger met de Portugezen , als inzonderheid later , tijdens Speelman en den 200 alom bekenden koning van Bône Âroe-Palâkka Påtta Málâmpéė-gåmmå.

na , met de Hollanders in de allernaauwste betrekking gestaan heeft. Doch de Boeginees gevoelt over het algemeen weinig sympathie voor de Europesche natiën en staat bovendien , al zij het ook niet in die mate als de Makassaar, bekend van wege zijn ' hoofdigheid en vasthoudendheid aan het oude, zoodat hij noch in taal, noch in andere opzigten , ligtelijk iets van ons overneemt.

VITI

Van onderscheidene taalsoorten , zooals men die in het Javaansch aantreft,

teweten : het Ngoko, het Kråmå, het Madyå en meer andere , heeft de Boeginees evenmin als de Makassaar eenig denkbeeld . Echter is het Boegineesch insgelijks rijk genoeg , om het onderscheid in rang en stand bij het spreken duidelijk te doen uitkomen .

Ook van dialectsverschil valt in het Boegineesch eigenlijk niet te spreken , want wanneer de eenigzins verwijfde Bonier zich gaarne van stopwoordjes als

toedoe en rodó achter aan de woorden bedient, als demeer practische en han deldrijvende Wadjorees daarentegen van zoo iets geenszins houdt, en zich daardoor meestal korter uitdrukt, indien de ruwe en onbeschaafde Si denrenger nog kariger in zijn ' woorden is, en de oe soms uitspreekt als o, zoodat hij póāji in plaats van poedji zegt, zoo de bergbewoner meestal nog

platter en onaangenamer zich uitdrukt; heeft zoodanig verschil meestal slechts betrekking op de spreek - en geenszins op de schrijftaal.

Iets geheel anders is het onderscheid tusschen Oud - Boegineesch en dat Boegineesch hetwelk nog heden ten dage algemeen in gebruik is. -

Die oude taalvindtmen vooral in een onder de Boeginezen algemeen be kend heldendicht, dat zijn' naam draagt naar zekeren La-Galigo, wiens per soon daarin een voorname rol speelt , men vergelijke mijne. Boeginesche Chrestomathie , Deel III , bl. 250. In Loewoe, dat oord waar eenmaal volgens het La-Galigo -gedicht een Batâra-goeroe , de zoon van den God des Hemels , zijnen schepter zwaaide ,

en waar ook , overeenkomstig diezelfde bron , de vader van La-Galigo, met name Sawêri-gâding , het eerste levenslicht mogt aanschouwen , vindt men in de tegenwoordige taal natuurlijk nog vele overblijfselen van het Oud-Boe

gineesch. Doch verspreid als het op Zuid -Celebes zoo geliefkoosd La-Galigo gedicht onder alle Boeginesche volkstammen is , vindt men ook buiten Loe woe in later' gedichten , als bij voorbeeld de menroerâna's,de tólo's (of Ma kassaarsche sinrilí's en Maleische aja‘ir's), de sénoe-senoérång's of soerå-asi sēngárrång': (gedichten die een sterk hartsverlangen uitdrukken ), alsmede

allerlei kinderzangen , gelijk ook sommige uit het Arabisch ontleende gods

.

IX

dienstige zangen , en eindelijk de élonys (ofMakassaarsche kéloni's en Ma leische panton 's) van verschillende soort , verscheidene woorden en uitdruk kingen daaruit ontleend.

Dit geldt inzonderheid van zoodanige elong's , welke in de geheimzinnige bása to -Bâkkå geschreven zijn , eene taal aldus genoemd naar zekeren to

Bâkki, d. i.man van Bâkki (in Sôppeĩg), of Dátoe-Bâkkå , d. 1.: prins van Bákká, die zich in oude tijden vooral door scherpzinnigheid een grooten roen verwierf. (Vergelijk mijne Boeg . Chrest., Deel III, bl. 145, reg . 10 volgg.)

Dat de bissoe's, die heidensche priesters en priesteressen der Boeginezen , zich bij hunne plegtigheden en zangen gewoonlijk van de oude taal bedienen , laat zich zeer goed uit hunne afkomst uit het land van Loewoe verklaren .

Vergel. mijne door de Akademie van wetenschappen te Amsterdam uitgege vene verhandeling over de bissoe's, bl. 1 vlgg .

Vindt men alzoo in de Boeginesche poëzij nog vele overblijfselen van de oude thaus in onbruik geraakte taal; in proza is dit geenszinshet geval,en toch is de literatuur der Boeginezen ook in dit opzigt geenszins arm te noemen , vooral wanneer men haar met die der Makassaren vergelijkt. Ook vindt men

daaronder verscheidene ongetwijfeld zeer oude en hoogst belangrijke stukken , als : de oudste geschiedenis van Loewóé, Bóne, Wádjó , sóppeng , Pamáná , Si dénreng en Tanétte, voorts oude contracten tusschen vorst en volk , de La

tóra of Makassaarsche Rápang, zijnde eene verzameling van uitspraken en mededeelingen der oude vorsten en geleerden , allerlei onderwerpen betref fende, doch meestal van dien aard , dat zij voor regenten en hoofden tot rigtsnoer van hun gedrag, vooral ten opzigte van de regtspleging , dienen kunnen .

Behalve deze oude stukken vindt men in het Boegineesch een' grooten

voorraad van vertellingen en romantische verhalen , die echter dikwerf uit het Maleisch of Arabisch ontleend zijn , voorts verzamelingen van inlandsche wetten , brieven van allerlei aard , geschriften over gelukkige en ongelukkige tijden , over droom uitlegging , over voorteekenen en middelen tot afwering

van dreigend onheil, uit het Arabisch overgebragte godsdienstige werken , enz. enz. Doch hierover genoeg. Wie naauwkeuriger kennis wenscht te ma

ken met de literatuur der Boeginezen , raadplege slechts mijne Chrestomathie, waarin ik stukken van allerlei aard heb opgenomen , vooral Deel III, in het

welk ik bij ieder geschrift eene soort van inleiding gevoegd heb . Voorts verwijs ik daarvoor ook naar mijn onlangs voor rekening van het Neder landsch Bijbelgenootschap uitgegeven “ Kort verslag aangaande alle mij in

---

- -

-

-

-

" Europa bekende Makassaarsche en Boeginesche landschriften ."

INHOUD.

I. EERSTE DEEL . OVER SCHRIFT EN UITSPRAAK .

EERSTE HOOFDSTUK . Over de gedaante der letters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz . 1 . TWEEDE HOOFDSTUK .

Over klank en uitspraak der letters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

4.

Over de klinkers of klankteekens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 10 . DERDE HOOFDSTUK .

Van de overige schrijfteekens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 16. VIERDE HOOFDSTUK .

Leesoefening . . . . . II. TWEEDE DEEL. OVER DE WOORD VORMING .

EERSTE HOOFDSTUK . Over de oorspronkelijke en afgeleide woorden , gelijk ook

woordsoorten, in het algemeen . . .

ΧΤΠ

TWEEDE HOOFDSTUK. Over klankverwisseling zoowel in de stamwoorden als de afge.

leide woorden, onverschillig tot welke woordsoort zij behooren . . . Blz. 29.

gelijk ook over inschuiving van letters. . . . . . . . .. . . . . . . . .

49.

alsmede verkorting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

en verlenging van woorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DERDE HOOFDSTUK . Over de werkwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

58.

De afgeleide werkwoorden worden gevormd: a ) Door róórvoeging van een neusletter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

6) door vóórvoeging van mi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c) door vóórvoeging van me . . . . . . . . . d) door achtervoeging ran i . . . . . .. . . . e) door achtervoeging van ang of ång . . .. . . . . . . f ) door vóórvoeging van po . . . . . . . . . . . . . . . . . . g ) door vóórvoeging van pa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

h) door vóórvoeging van pe . . . . . . . . i) j) k) 1) m)

. . .. . . . . . . . ., ,

door róórvoeging van a . . . . . . door vóórvoeging van ka . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 102. door vóórvoeging van ki of ké . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 105. door vóórvoeging van páka . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . door vóórvoeging van si. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

n ) door vóórvoeging van sing of sång. . . .. . . . . . . . . . . . .. . . . . 0 ) door vóórvoeging van sama. . . .. . . ......

pj door vóórvoeging van pâda . . . . .. .. . .

,

109 .

109.

) door vóórvoeging van ági of mági . . . . . . . . . . . . .

109.

) door vóórvoeging van i of ri . ..

110.

$ ) door vóórvoeging vun tá of tšá . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 112.

1) door verdubbeling van het geheelewoord of een gedeelte . . . . .. .. „ 115.

XII

u ) door zamenvoeging van woorden , die een onderscheiden' beteekenis hebben . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz . 116 .

Over de wijze, waarop men zich in het Boegineesch van het werkwoord bedient, of over de zoogenaamde vervoeging der werk 1000rden . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,,

117 .

VIERDE HOOFDSTUK . Over de zelfstandige naamwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,

119.

De afgeleide zelfstandige naamwoorden worden gevormd : a ) door zamenvoeging van twee woorden , die een onderscheiden be teekenis hebben . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 120.

6 ) door verdubbeling van het geheele grondwoord , of een gedeelte van hetzelde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 120. c ) met behulp van de vóórroegsels ng (i), i na (we), (da);

ag (la ), as aa (lapông), aa (to), e as (le), a (a), w (pa ) en na (po) .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . » 122.

d ) met behulp van de achtervoegsels ag (la ), e ag (le), ag (ang ) en da (ång) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127.

e) met behulp van het achtervoegsel ng (any) of ng (ång), te gelijk

met één der vóórvoegsels w (pa) of as (a) . . .. .. . .. .. .. . „ 129. Over de wijze waarop in het Boegineesch geslacht,getal en naam

vallen , alsmede de bepalende en onbepalende lidwoorden der zelfstan dige naamwoorden , uitgedrukt worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 133.

VIJFDE HOOFDSTUK . Over de bijvoegelijke naamwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133.

De afgeleide bijvoegelijke naamwoorden worden gevormd :

a) door verdubbeling van het geheele woord of een gedeelte daarvan . . . » 134. I b ) door zamenvoeging van woorden ,die onderscheiden beteekenis hebben .. „ 135. c ) door onbepaalde telwoorden , gelijk ook rangschikkende telwoorden , als bijvoegelijke naamwoorden te beschouwen . . . . . . . . . . . . . . . . 135.

XIV

d) door werkwoorden als deelwoorden , en vervolgens als bijvoegelijke naamwoorden te doen optreden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 135.

De bijvoegelijke naamwoorden zijn evenmin als de zelfstandige naamwoorden aan verandering of verbuiging onderhevig. . . . . . . . . . ... 138 . Over den vergelijkenden trap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 138.

Over den overtreffenden trap.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139. ZESDE HOOFDSTUK .

Over de telwoorden . . . . . . . . Over de bepaalde telwoorden . . . .. .. .. .. .. .. .. .. . . . . . . . . . De bepaalde telwoorden zijn te onderscheiden in :

.. . . . ,

141. 141.

a) Telwoorden voor hoofdgetallen , of cardinalia . . . . . . . . . . . . . . . . 141.

) c) d) .)

Telwoorden voor gebroken ' getallen . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .. , Telwoorden die ons maal of voud te kennen geven . . . . . . . . . .. . » Rangschikkende telwoorden (ordinalia). . . . . . . . . . . . . . . .. . . , Telrcoorden die eene verdeeling aanduiden (distributiva).. . . .. . . .

166.

f) De zoogenaamde verzamelende of collectieve telwoorden . . . . . . . . . , 167. Over de onbepaalde telwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167.

ZEVENDE HOOFDSTUK . Over de voornaamwoorden . . . . . A . Aanwijzende voornaamwoorden . .

. . . . . . . . . . . . . . . .. 171.

B . Persoonlijke voornaamwoorden. . . . . . a) Persoonlijke voornaamwoorden van den derden persoon . . . . . . . . . , 178. · 6 ) Persoonlijke voornaamwoorden van den tweeden persoon . . . . . . . . . , 185 .

c) Persoonlijke voornaamwoorden van den eersten persoon . . . . . .. . . , C . Vragende voornaamwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

D . Onbepaalde voornaamwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E. Betrekkelijke voornaamwoorden . . .. . . .. . . . . . . .. . .. . .

F . Wederkeerige voornaamicoorden .. . . . . . . . . G . Bezittelijke voornaamwoorden . . . . . . . .

200 . 203. 204 .

XV

ACHTSTE HOOFDSTUK . Over de voorzetsels . . .

. . . . . . . . Blz . 207.

NEGENDE HOOFDSTUK. Over eenige vóór- en achtervoegsels die in het Hollandsch met onze bijwoorden en voegwoorden weer te geven zijn , of tot het vormen van zoodanige woorden gebezigd worden. . . .. . . .. . . . . . , 209.

TIENDE HOOFDSTUK. 222 . Over de bijwoorden . . . . . . 1°. Bijwoorden van tijd . . . . . . . . . . 222. 2º. Bijwoorden van plaats. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 230.

3º. Bijwoorden van verschillenden aard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 232 .

ELFDE HOOFDSTUK . Over de voegwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . ,

248 .

TWAALFDE HOOFDSTUK . Over de tusschenwerpsels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... . . ,

258.

III. DERDE DEEL. OVER DE WOORDVOEGING .

EERSTE HOOFDSTUK . Over de bepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 264 .

TWEEDE HOOFDSTUK . Over de complementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , 276 .

.

XVI

DERDE HOOFDSTUK .

Over de wijze, waarop in het Boegineesch onze complemen

taire prædicaten , alsmede complementaire en relatieve zinsneden , worden uitgedrukt. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . Bladz. 284.

VIERDE HOOFDSTUK . Over de zamenstelling der zinnen . . m

n en . .

. .

.

.

. .. , 289.

BOEGINESCHE SPRAAKKUNST. . EERSTE DEEL. OVER

SCHRIFT EN

UITSPRAAK .

EERSTE HOOFDSTUK . OVER DE GEDAANTE DER

LETTERS.

§ 1. De Boeginees bedient zich van dezelfde 19 letters als de Makas saar , doch heeft er nog 4 zamengestelde bijgevoegd, zoodat zijn alphabeth uit 23 letters bestaat. Van een oud alphabeth als waarvan in de Makassaar sche spraakkunst gesproken werd , vond ik nergens een spoor.

Het alphabeth wordt met een van het Arabische

jo letter) ontleend woord genoemd

ges (meervoud van

. (hơèroe),of c .aq (hot

roepoe), of conanna (hôropó). Een andere niet minder voorko

mende benaming is die van a vaga (îndó-sočrå), of an mga (ina-soerå ), d . i.: moeders van het geschrift, in tegenstelling van de tot aan

duiding der klinkers gebezigde en aan die letters toegevoegde teekens, welke gewoonlijkn o ga (aná-serå), d . i.:kinderen van het geschrift, heeten . Deze voor medeklinkers en klinkers gebruikelijke benamingen zijn geheel in overeenstemming met de zucht tot beeldspraak , die men niet alleen onder Boeginezen , maar ook onder Makassaren en andere volken van denzelfden stam aantreft, en waarop men vooral bij de beoefening hunner talen te let ten heeft. Zoo wordt bij voorbeeld , om bij dit indó, of ina , en áná te blijven ,

de post van een’deur indó-(îna-) tấnği, lett.:moeder van een’ deur, genoemd. De staande raamstijlen heeten : indó- (îna-) tållõngång, lett.:moeders van een venster , of : tãoe-táoe tållõngång, de met menschen te vergelijken raamstijlen ; de raamroeden : áná -lállõnyåny, lett.: kinderen van een venster. De opstaande

houten van een trup of ladder zijn bekend onder den naam van indó- (ina-)

udíne, lett.: moeders van een ' trap of ladder ; de sporten of treden onder dien

van ânákadéne, lett.: kinderen van een ’ trap of ladder. Bij het bespelen van gånrang en andere muziekinstrumenten duidtmen de hardelangzame slagen of toonen met het woord indó of ina (moeders),de zachte,vlugge, elkander spoe dig opvolgende, slagen of toonen met het woord aná (kinderen )aan .Meer voor beelden van dezen aard vindt men in mijn Boegineesch Woordenboek op indó

en ina , gelijk ook op aná en elders. Men schrijft het Boegineesch , evenals het Makassaarsch , van de linker

naar de regterhand , en de letters elk op zich zelf. § 2 . De Boeginesche letters zijn de volgende:

ka

ga

tja

ēja

nga ngka pa nja

njtja

ba ma ma ya

ra

la

ta wa

da sa

na na a

ha

§ 3. Gelijk ik vroeger in mijne Makassaarsche spraakkunst erkennen . moest, uiet te weten , waaraan dit alphabeth zijn' oorsprong te danken heeft;

200 moet ik ook thans nog mijne volslagen ' onkunde belijden . Trouwens het is mij zelfs onbekend , welke oorden door de Boeginezen en Makassareu be

woond werden , vóórdat zij de To-râāja's of Toe-raya's, de tegenwoordige bergbexoners van Zuid-Celebes, die welligt de oorspronkelijke bewoners dier gewesten geweest zijn , zoo geheel naar de binnenlanden verdrongen . Ook thans kan ik nog niet de minste overeenkomst in vorm herkennen

met het Dewanāgari of Sanskritsche letterschrift, ofschoon het steeds opmer kelijk blijve : a ) dat alle letters , op zichzelf staande, insgelijksmet eene a worden uit

gesproken . (Verg . F . Bopp in zijne Sanskr. Grammatik § 4 .)

6)dat de volgorde, waarin de letters gewoonlijk voorkomen , nagenoeg de zelfde is. (Verg. Bopp, ter aangeh. plaats § 1.) c) dat bij die volgorde evenzeer hoofdzakelijk tot grondslag ligt de indee ling der letters , naar de organen , waarmede zij worden uitgesproken. 200

zijn de

a

a

a gutturale ofkeel-letters , de a á v

of lip-letters , dea a n dentale of tand-letlers, de a ) a Voorts zou men de

w labiale

, hetzij linguale of tong -letters, hetzij ng n palatale of verhemelte-letters.

y en aa , zoo als beneden nog duidelijker blijken zal,

zeer gevoegelijk semivocales of halfklinkers kunnen noemen , en de . . onder de palatale en de na onder de labiule letters kunnen rangschikken . Of men de ca en ag met Bopp semivocales, dan wel met Roorda, de

Hollander en Pijnappel liquidae (smeltletters, vloeibare letters), of met V . d. Tuuk trillers blieve te noemen , is voor het Boegineesch van geen belang; men houde slechts op het oog , dat de a onder de linguales, de ag onder

de dentales te rangschikken is. Wat eindelijk de litera sibilans of sis-letter , alsmede de ao enco betreft; 200 zou men de eerste, hetzij bij de palatale , hetzij bij de linguale of dentale , de beide laatsten bij de gutturale letters kunnen indeelen . Tot verduidelijking diene volgend tabelletje :

Gutturales re ad ng s Labialesw

a

Dentales a w Linguales aw

Palatales aj o

à

na va a

a ka, ga, a, ha ,nja , ngka. pa , ba, wa,ma,mpa.

ag

ta , da, nu , la , sa . q ota, da , na , ra ,nra , sa .

ng ra

tja, dja,nja,njtja,ya, sa .

a

(Verg. Bopp in zijne Sanskr. Gramm . § 1 en 29.) Van dit tabelletje kan men de letters , welke in de eerste rij aan de lin kerhand staan (k, p , t en ) scherpe, die van de tweede rij (g, b , d en dí) stompe medeklinkers noemen . ,

§ 4 . Sommigen , vooral de priesters, bedienen zich gaarne van het Ara

bisch alphabeth , en wel zóó , als het door de Maleijers gewijzigd is. Dit ge schiedt echter onder de Boeginezen zeldzamer dan bij de Makassaren . Wan

neer het echter plaats vindt, doet de Boeginees het stellig , evenals de Ma kassaar, om een zeker vertoon van geleerdheid te maken , alsmede omdat de Koran en andere godsdienstige geschriften in het Arabisch en dus insgelijks met deze letter geschreven zijn .

§ 5 . Kapitale- of hoofdletters heeft men in het Boeginesche letterschrift evenmin als in het Makassaarsche. Alleenlijk vindt men soms de eigennamen ,

of ook wel het eerste woord van een nieuw hoofdstuk of paragraaf, of van welke andere nieuwe afdeeling het nok wezen moge , met roode inkt ge schreven.

TWEEDE HOOFDSTUK . OVER

KLANK

EN

UITSPRAAK

DER LETTERS .

§ 6 . Bij het opnoemen van de letters ($ 2 ) is de uitspraak te gelijker tijd

reeds aangegeven , vermits naam en uitspraak hier volstrekt niet van elkander verschillen. Thans echter willen wij de letters meer ieder afzonderlijk be

schouwen , en ons daarbij houden aan de volgorde,waarin wij ze op het einde van $ 3 gerangschikt hebben . $ 7. (ka) wordt uitgesproken als onze k in kat, koopen , laken ; bijv.:

sana (kódjó), mager , asiasa (kåperé), een ongeloovige. $ 8. a

(ga) komt niet overeen met onze g in gaan, graagte, hoogte ,

maar meer met de g in het Fransche gagner, gouverner , of met de g in het Engelsche go, begin , of met de g in het Duitsche Geist, grosz , enz.; bijv.:

wa (gâttoeng ), hangen , a . (goetoe),donder. NB. Men wachte zich bijhet schrijven , om het puntje van deze letter te laag en te veel naar de regterzijde te plaatsen, dewijl het anders eene pa ( w )

met den klinker oe er onder ( 1 ) zou worden .

$ 9. mg (a). Men denke bij deze letter vooral niet aan onzen klinker a , maar aan een werkelijken medeklinker , bijv. aan de Arabische i, de He breeuwsche , de Syrische 1, de Javaansche an , aan den Griekschen spiritus lenis, enz. Deze letter geeft alzoo slechts eene zeer zachte aanblazing te ken

nen , is als 't ware de drager van een ' klinker, of een teeken , dat hier een let

tergreep met een’ klinker begint, zoodat wij bij het uitspreken slechts zeer

weinig kracht hebben aan te wenden; bijv.: ngas (åla), nemen , dass (Åkké), wurgen, is

(ina), moeder, ngas . (oeloe), hoofd , sagsag

(élé) ,morgen , aga aga oranga (ôlókôló), beest. NB. Men plaatse het puntje van deze letter vooral niet te laag , dewijl men anders zou kunnen denken, dat het eene wa (ar ) met den klinker oe er onder (aa ) was. $ 10 . !ha). Deze letter werd , gelijk ik vroeger elders aanmerkte , in

het oude Makassaarsche alphabeth niet aangetroffen , en schijnt uit het Ara bisch letterschrift te zijn overgenomen . Men denke slechts aan de Arab.

.

Deze letter komt dan ook in het Boegineesch bijna alleen voor in woorden ,

die uit het Maleisch of Arabisch ontleend , in het oorspronkelijk , hetzij met eene so, hetzij met een 7 , hetzij ook soms met eene ; geschreven zijn . De uitspraak komt geheel overeen met die van den spiritus usper in het

Grieksche" Elnv; van de h in ons huis, heer , in het Engelsche house, in het

Duitsche Huhn, enz ; bijv.: corrás (Håbelá), = het Arab. Smo, Abel; sag ag (hållalá), = het Arab. Ibo , geoorloofd; ag scoa (âherá), = het Arab. 852 YT,het toekomende leven .

$ 11. a (mga). De klank dezer gutturale neusletter wordt zeer goed weêrgegeven door onze ſj, mits men de n en de g niet verkeerdelijk in de uitspraak van elkander scheide, maar ze als 't ware tot één letter vereenige;

weshalve wij ook bier en elders steeds een vereenigingsteeken daarboven zul len plaatsen . Men denke aan ouze ng in ding, rang , verlangen (niet: ver lan-gen), hanen (niet han-gen ), aan de Engelsche ng in king, belong; bijv.: Vaasas (máñgangâle), Geeuwen ; agla (tôngång), waar; enz. Wan neer in een woord , onmiddellijk vóór één van de gutturale letters eene neus letter vereischt wordt, bedientmen zich uitsluitend van de gutturale neuslet

ter, die dan in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch geschreven wordt; behalve vóór de , ka, gelijk men in de volgende $ zien kan ; bijv.: agodaaa (ânggoro), wijn ; aguas (anggârisi), Engelsch .

Wanneer een woord op eene neusletter eindigt , en in de uitspraak niet onmiddellijk met het volgende verbonden wordt, bedientmen zich altoos van deze nasaal, onverschillig met welke letter het volgende woord beginne, doch

ook in dit geval wordtde neusletter nooit geschreven ; bijv.:

a (ājâroeng).

$ 12. a (ngka). Deze aan het Boegineesch uitsluitend eigene letter is

dezelfde , als waarop in de vorige ġ gedoeld werd , en geeft alzoo te kennen ; dat men onmiddellijk vóór de ka eene gutturale neusletter moet laten hooren ,

bijv.: agama (lôngkó), smaad ; ag aa (lângkará), bidkapel.

$ 13.

(pa) is gelijk aan onze p in paus, loopen ; bijv : was as

(pôle), komen .

§ 14 . « (ba) is gelijk aan onze b in bouwen ; bijv.: da as (bôla), huis. $ 15. no (wa). Deze lipletter, die, gelijk ik boven (ị 3) reeds te kennen

gaf, ook eene semivocalis of halfklinker te noemen is , staatniet volkomen

gelijk met onze w in weder, maarmeer met de w in het Engelsche will, was , were, of met het Fransche ou in oui, ouate. Wegens deze verwantschap met den oe-klank , zal men achter een zachte oe of o, wanneer daarop weder een

klinker volgt, als van zelf deze letter an. (wa) laten hooren ; weshalve men alsdan ook best doet van die te schrijven ; bijv.: vna (doewa), twee, beter

dan was (dơea); sanna (bôwong), het hoofd omsluijeren, beter dan Saaga (bôöng).

$ 16.

(ma). De uitspraak dezer labiale neusletter is dezelfde alsdie

van de m in mijn , opsommen ; bijv.: voo (mâoe), ofschoon, v . (moe), gij .

Wanneer in een woord , onmiddellijk vóór één van de labiale letters eene neusletter vereischt wordt, bedient men zich uitsluitend van deze labiale neusletter, die dan in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch ge schreven wordt, behalve vóór de apa, gelijk men in de volgende § zien kan ;

bijo.:'s & (bimbang), onrustig; a a d (bômbang), golf; a door malkander wemelen ; ag usadia

(råmmåñg),

(adêtjengåmmoe), uv welzijn.

$ 17 . (mpa ). Deze insgelijks aan het Boegineesch uitsluitend eigene letter is dezelfde als waarop in de vorige s gedoeld werd , en geeft alzoo te kennen , dat men oumiddellijk vóór de pa eene labiale neusletter moet laten hooren ; bijv.: ag a (lâmpá), stoeterij, ngadal (Aroempône), de koning van Bóne, agian (Aroempotgi), de prins van Woegi.

$ 18 . ~ (ta ). Deze letter, die zoowel tot de dentale, als tot de linguale

letters behoort, wordt uitgesproken als de t in ons tent,tante; bijv.:mana (toewo), levend; aga ' a (tållôngång), venster . $ 19. (da ), insgelijks zoowel tot de dentale als tot de linguale letters behoorende, heeft den klank van d in ons deur, donder; bijv.: (dé), niet, vala (dôngi), rijstdiefje. Men plaatse het puntje van deze letter vooral niet te hoog ; anders zou men soms kunnen meenen , dat het eene ma ( (

) met den klinker i er boven

) was.

§ 20 . (na), insgelijks zoowel onder de dentale als onder de linguale neusletters gerangschikt, wordt uitgesproken als de n in ons en , nemen ;bijv.: N

4 (âná), kind; a M ( nawa), deeken.

Wanneer in een woord onmiddellijk vóór één van de dentale of linguale

letters'eene neusletter vereischtwordt, bedientmen zich uitsluitend van deze met haar verwante dentale of linguale neusletter, die dan in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch geschreven wordt; behalve vóór de linguale

a (ra), gelijk men in § 24 zien kan ; bijv.: casa (bênteng), lorstwering ;

á

(Bândang), Banda ; (wånnang), garen , do (bânsa ), geslacht. NB. Men plaatse het pantje van deze letter niet te laag, anders zou het eene ta ( a ) met den klinker oe er onder ( ) zijn oee

$ 21. mg (la ) is gelijk aan onze l in leven , al ; bijv.: asias (loeppå), springen ; pag asaw) (lêpa-lêpa ), soort van vaartuig .

Deze tandletter heeft dit eigenaardige, dat de Boeginees evenmin als de Makassaar gaarne in één en hetzelfde woord een nasaal-klank vóór dezelve hoort.

Daarom , wanneer men , bij voorbeeld , vóór een woord , dat met eene l be gint, een onafscheidbaar vóórvoegsel plaatst , hetwelk op een' neusletter ein

digt, valt deze weg , en wordt de onmiddellijk voorafgaande klinker, 200 die kort is , lang gemaakt, of anders de eerstvolgende letter , te weten de l, 200

uitgesproken , dat zijde voorafgaande lettergreep sluit, en de volgende opent, hetgeen bij de transcriptie het eenvoudigst door verdubbeling der letter aan

geduid wordt; bijv.: ' agen (sållâmpé), even lang, zamengesteld uit o (sång) + ng sa (lâmpé), lang. Verg. Bopp's Sanskr. Gramm ., 2de uitg .,

$ 66, V . d . Tuuk’s Tob. spr.$ 15 .

$ 22. o (sa). Deze sisletter, die men insgelijks zoowel onder de lin guale, als onder de dentale en palatale letters rangschikken kan , heeft den klank van onze s in sissen ; bijv.: 0 (sêdi), één ; ngro (âse ), padie. De klank van z is in het Boegineesch evenmin bekend als in het Ma kassaarsch .

Ook vóór deze letter

treft men in het Boegineesch niet dan hoogst

zeldzaam eene neusletter aan , welligt dewijl de klank der nasalen te zacht is voor het harde dier teregt genoemde sis-letter. Wanneer men alzoo een onaf

scheidbaar vóórvoegsel, dat op eene nasaal eindigt , wil plaatsen vóór een woord , dat met een' sa begint, geschiedt dit soms op dezelfde wijze als in de

vorige$ bijwoorden diemet eene a beginnen ,aangegeven is, bijv.: DOU (såssâkká), even breed , zamengest. uit

(sång ) + One (såkká) breed .

Gebruikelijker is echter, dat de sa achter de neusletter, hetzij een ’deutale of

linguale , hetzij een ' palatale, wegvalt. Verg . beneden $ 57.

$ 23. a (ra) is gelijk aan onze r in regel, eere; bijv.: 'an (råppá), breken , a (roe ), grus.

$ 24. a (nra ). Deze aan het Boegineesch uitsluitend eigene en daarin zeer dikwijls voorkomende letter, is dezelfde als waarop in $ 20 gedoeld werd , en geeft alzoo te kennen , dat men onmiddellijk vóórde ra eene linguale neusletter moet laten hooren; bijv. : vana (môñro), wonen ; igid inrång), schuld , D

ia (nrêwå), terugkeeren .

$ 25. ^) (tja). Deze palatale letter wordt uitgesproken als onze tj in tjalk , en dus zoo dat deze twee letters steeds als één beschouwd worden , wes. halve ik ook bij transcriptie van het Boegineesch altoos een vereenigings teeken daarboven plaats, alzoo ' a ) rj (tjåmpa), tamarinde. Voorts is hier

geheel van toepassing, wat Taco Roorda (Jav . Gramm . $ 30) omtrent de uit spraak van de Javaansche tjå aanmerkt, teweten : “ dat daarbij niet dat sissen door de tanden plaats heeft, waarmede de Engelsche ch uitgesproken wordt, maar toch een zacht gesis , dat veroorzaakt wordt door de beweging ran de

tong tegen het gehemelte ; en dat de tjå door dit zacht gesis natuurlijk ver want is met de sá ; terwijl omgekeerd de så weêr daarom zeer na aan de ver hemelte -letters verwant is , doordien de sissing, waarmede deze letter uitge

sproken wordt, door den Javaan niet zoo door de tanden , als door ons ge schiedt, maar meer vóór in den mond tegen het verhemelte, gevormd wordt.” $ 26 . (āja). Deze palatale letter wordt uitgesproken als onze dă, in

mandje, Obadja, en als de j in het Engelsche joke , maar , evenals de ch in church , met minder sissing . Men drage alzoo zorg , dat de d en j van de transcriptie als één letter uitgesproken en vooral niet van elkander gescheiden

worden. Bijv.: vo (mádjá), slecht, vo

mâdjang), bloemkolf van

klapper-, lontar- en pinangboom .

$ 27. ng (nja). Deze palatale neusletter wordt uitgesproken als onze nj, tot één letter vereenigd ; bijv.: angng (tánjoenjoe), voorover hellen ; in no

ana 'a (ina-njoempâråñg), zoogmoeder. Wanneer in een woord, onmiddellijk vóór één van de palatale letters, eene neusletter vereischt wordt , bedient men zich van deze daarmede verwante

pulatale neusletter , die dan in het Boegineesch evenmin als in het Makas saarsch geschreven wordt ; behalve vóór de palatale aj (tja), gelijk men in de

volgende zien kan ; bijv.: aga (lånjdjong), soort van mand ; aga Da (lônjdjó), laag. De Heeren Niemann en Veth hebben er in der tijd aanmerking op ge maakt, toen ik ook in mijne Makassaarsche spraakkunst beweerd had , dat men zich in die taal vóór de palatalen van de palatale neusletter nj bediende.

Laatstgenoemde meende, dat ik dit maar " om de consequentie” zou geschre ven hebben. Ook achtte hij het onmogelijk , dat men vóór de tj of dj iets van

cen j zou kunnen laten hooren . Ik moet zeggen , dat het bij mij nog alles behalve uitgemaakt is, dat zulks zelfs niet dikwijls, al zij bet ook nog zoo weinig , onder ons, wanneer wij Hollandsch spreken , geschiedt. Doch dit daargelaten , 200veel is zeker , datde Boeginees en Makassaar wel degelijk vóór de palatale letters tja en dja , de palatale neusletter nja uit spreken . Opmerkelijk is het dan ook wel , dat de Boeginees de letter se (njtja) juist achter de a (nja) van het Makassaarsch alphabeth ingelascht

heeft. Maar wat me zeer bevreemdt, is, dat de Heer Veth er blijkbaar niet aan gedacht heeft, dat de Javaan aan het einde van een ’ lettergreep, wanneer deze vóór een ' mo (tjä ) of as (djá ) door een neusklank gesloten wordt, altoos

eene cm (njá) schrijft, bijv.: vuxna (wanjtji), tijd , en arm (panjdjang), lang . Men zie T . Roorda's Jav. Gramm . § 32.

$ 28. n (njtja). Deze aan het Boegineesch uitsluitend eigene letter is dezelfde als waarop in de vorige s gedoeld werd , en geeft alzoo te kennen ,

dat men onmiddellijk vóór de tja eene palatale neusletter moet laten hooren ;

bijv.: m

is ſąjậnjtji), overeenkomen; ass x (lânjtjeng ), aap.

$ 29. ,

(ya). Deze palatale letter, die , gelijk ik boven ($ 3) reeds te

kennen gaf, ook eene semivocalis of halſklinker te noemen is , staat niet vol.

komen gelijk met onze j in jaar, dewijl men , om haar goed uit te spreken , eventjes een ' 3-klank vóór de j moet laten hooren . Haar klank staat alzoo

gelijk met dien van het Fransche y in il y a . Wegens deze verwantschap met de i, zal men achter een zachte i of e, wanneer daarop wederom een klinker

volgt, als van zelf deze letter - (ya) laten hooren, weshalve men ook best doct van die in zulkeen geval te schrijven ; bijv.: '099 (siya) of '

s ad

10

(siyâga),hoeveel, beterdan ons (sia) of ' n

) (siâga), af te leiden van

gad (âga); mson (tásêyá), verstrooid zijn , beter dan asong (tásêá ).

Men plaatse de puntjes van deze letter niet te laag, en vooral het eene niet lager dan het andere ; anders zou men soms kunnen meenen , dat er een

ng (a), met den klinker oe er onder (ag ), geschreven stond.

ng met het boventeeken van voren of aan de linkerhand, wordt soms

bij verkorting geschreven voor is 09 (îya). Wanneerdit boventeeken zich van achteren of aan de regterhand bevindt ( m ) , heeftmen uit te spreken

yi, zooals later bij het bespreken van den klinker i blijken zal.

OVER DE KLINKERS OF KLANKTEEKENS.

$ 30. Alle letters , waaruit een Boegineesch woord bestaat, zijn van een '

klinker voorzien , en vormen dus ieder op zichzelve eene lettergreep; bijv.: agasa (aliri), bestaat uit drie letters , en ook tegelijkertijd uit drie letter .

grepen , te weten : a + litri. In de uitspraak is dit evenwel niet altoos te te hooren , aangezien men dan van tijd tot tijd achter den klinker een nasaal of neusletter hooren laat ($ 11, 12 , 16, 17, 24 , 27 en 28); bijv. : as ad (lângga) bestaat uit lang + ga , sós

(bênteng ) uit ben + teng . Dikwerf

ook wordt een medeklinker zóó uitgesproken , dat hij zoowel de eene letter

greep sluit,als de andere opent, waardoor het in onze ooren klinkt,alsof de voorafgaande lettergreep door een’medeklinker gesloten ware. Men zoudedus eigenlijk zoo'n medeklinker een weinig boven den regel moeten laten uitste

ken , ten teeken, dat hij zoowel tot de voorafgaande als tot de volgendeletter

greep behoorde, doch dit zoude natuurlijk zeer misstaan en in een 'drukkerij niet weinig moeijelijkheid veroorzaken . Ik heb daarom begrepen , dat het bij

het schrijven van Boeginesche woorden met Hollandsche letters maar beter

was,zulkemedeklinkers eenvoudig te verdubbelen of van het Arabische onder den naam van težjdied bekende verdubbelings-teeken te voorzien ; bij voor

beeld : vooraj = mádjáppa-djáppa , of:mádjápa-djäpa. $ 31. De klinkers van het Boegineesch alphabeth dragen , voor zooverre

,

11

zij met eenig teeken worden aangeduid , gelijk reeds boven ($ 1) vermeld werd,

den naam van s

o

'a (âná-soerå), d. i.: kinderen , of teekentjes van het

geschrift, in tegenstelling van de medeklinkers die ina-serå of moeders van het geschrift genoemd worden . Zij zijn zes in getal, teweten : a , i, o , e , o en å . Gelijk reeds uit de vorige $ gebleken is, zijn zij meestal open , doch ook dikwijls gesloten , hetzij door eene nasaal, of ook wel ten gevolge van de

eigenaardige uitspraak der onmiddellijk volgende medeklinkers. Zulke gesloten' vocalen zijn in het Boegineesch altoos zacht, de open ' daar

entegen zijn nu eens zacht, dan eens scherp . De uitspraak dezer scherpe klinkers, door de Boeginezen aangeduid met het woord vo (másâd doe), is voor den Europeaan allermoeijelijkst, en misschien het best weder te geven , door, bij het uitspreken, den adem maar half uit te blazen , en dan weêr eenigzins op te halen . Er heeft dus ook hier eene soort van sluiting der lettergreep plaats, doch geheel verschillend van die , welke door eene nasaal

of eigenaardige uitspraak van den volgenden medeklinker plaats vindt. Als teeken van zoodanigen scherpen klinker wordt door mij steeds een schuins staand van de regter- naar de linkerhand loopend streepje gebezigd , bij voorbeeld : á , í, be , é , ó. NB. Bij de å is dit teeken overbodig , daar deze klinker , niet gesloten zijnde door een' medeklinker , altoos scherp is.

De Heer N . van der Tuuk acht het in de “ Voorrede voor zijn Bataksch woordenboek , bl. VII ” doelmatiger , om het eigenaardige van dezen klinker

door middel van een ' q aan te duiden, en alzoo te schrijven aq, iq,enz., omdat hij het er voor houdt, dat die klinkers door een ook uit 't Javaansch en

't Měnangkårbausch Maleisch bekenden opgeslokten k worden gesloten. En om de juistheid zijner opvatting te staven , beroept hij zich op mijne Makas saarsche spraakkunst § 49 en 50 , waaruit o . a . blijkt, dat men in het Ma

kassaarsch , zoo dikwijls als any , of eenig ander met een' klinker beginnend achtervoegsel aan een woord , dat op zulk een scherpen klinker eindigt, ge hecht wordt, ter vermijding van den hiatus een' k inlascht. Doch hiermede

is in strijd , wanneer hij, en mijns inziens teregt , (Tob. spraakk ., bl. 77) bij het Makassaarsche (ki),wij,denkt aan het Mal. en Jav,kita,wij. Overigens geef ik gaarne toe,dat zijne beweriug veel grond vanwaarschijnlijkheid heeft, wanneer men enkel op het Makassaarsch acht geeft, doch het Boegineesch

12

pleit alles behalve daarvoor, want als bij voorbeeld het achtervoegsel e, dat even als het Makassaarsche a dient om ons bepalend lidwoord uit te druk

ken , bij woorden welke op zoo'n scherpen klinker eindigen, gevoegd wordt, is er geen kwestie van , om eene k in te lasschen . En zoo men in het Boegi neesch van dergelijke woorden andere afleidt door achtervoeging van iof ång, bedient men zich ter vermijding van hiatus slechts hoogst zeldzaam van een ' k , meestal daarentegen van eens of r. Zoo wordt bijv. van láppå, los, be vrijd , ontslagen , enz , niet låppåkkång, maar låppåssång , los doen zijn , losma ken , loslaten , enz., niet låppákki, maar låppárri, losmaken , bevrijden , lossen ,

enz.,niet alåppåkkång, maar alåppárråñg, verlossing, afgeleid. Zoo wordt ook van lámpoe, regt, v. d.: regtschapen, opregt,regtvaardig, enz., alåmpoeri, regtvaardig zijn jegens, enz., alåmpoering, regtheid , opregtheid , regtschapenheid , enz., siyalåmpoeri, låmpoeriyang, enz. enz. afgeleid . Evenmin als het onderscheid tusschen scherpe en zachte klinkers, wordt dat tusschen lange en korte in het Boegineesch schrift aangeduid . Lang wordt de vocaal van een ' open ' lettergreep, wanneer daarop de

klemtoon valt, en men alzoo in het uitspreken eenigzins langer bij die letter greep vertoeft. (Verg . Taco Roorda’s Jav . Gramm . $ 43.) Dit lange wordt

hier dus in de transcriptie genoegzaam aangeduid met het kleine kapje,waar van ik mij gewoonlijk bedien , om den lezer te waarschuwen ,dat de klemtoon op de eene of andere lettergreep valt, bijv.: Latowa. Zoo echter dit teeken aar .

van den klemtoon boven eene gesloten ' lettergreep wordt aangetroffen , zal de klinker van die lettergreep nog niet altoos lang uit te spreken zijn . Daarom bezig ik , wanneer de vocaal van een gesloten ' lettergreep wegens zamentrek

king of welke andere reden ook , lang uit te spreken is, zelfs dan wanneer daarop de klemtoon valt, bij de transcriptie steeds een liggend streepje, bijv.: ā , i , õe , ē , ē. $ 32 . 'De klinker a wordt in het Boegineesch nooit geschreven. Afwe.

zigheid van klankteeken geeft te kennen , datmen aan dezen klinker te den ken heeft. De uitspraak der a iv een ' open' lettergreep staat gelijk met onze a in Paradijs ; bijv.: ag (sâla ), verkeerd. De a in een ' gesloten ' lettergreep heeft den klank van onze a in lam , lat, pad, bijv. naa (wâmpang),

dwarsch , of dien van onze a iu paard , bijv.: de laatste lettergreep van ons

13

(kampâng) steenpuist, of vanagas (aradjâng), grootheid. De Boeginesche scherpe a wordt, voor zooverre mij bekend is , evenmin als deandere scherpe

klinkers, in eenige Europesche taal aangetroffen ; dezelve is op bovengemelde

wijze uit te spreken , bijvoorb.: rov (ājímá), talisman , ov ( joemấ), vrijdag. $ 33. De klinker i wordt aangeduid doormiddel van een puntje boven de letter te plaatsen , en van daar bestempeld met den naam van mga anana (âná riwâwo), zooveel als : kind of teekentje boven de letter. De

uitspraak der i in een open ' lettergreep staat gelijk met onze i in citadel ,

spiegel, enz., bijv. agu ' n (oedâni), verlangen , va (mita), zien . De i in een gesloten' lettergreep heeft den klank van onze i in slim , bijvoorb.: 'Onana (simpanoëwa),uit één en dezelfde plaats afkomstig, of dien van onze ie in tien , bijv. : qa (tinro), slapen . De Boeginesche scherpe i wordt uitgesproken , gelijk boven ($ 31) is aan

gegeven ; bijv.: n ' a (pípí), soort van gewas , as's (låbbí), prachtig. NB. Men zorge , om dezen klinker niet te digt boven de letter te schrij ven , dewijl men hem anders ligtelijk met het punt van een letter zou verwarren .

$ 34 . De klinker oe wordt aangeduid door middel van een puntje onder de letter , en daarom genoemd gaanam (âná riyâwa), d . i.: kind of teekentje beneden de letter . De uitspraak der oe in een ' open lettergreep staat gelijk met onze oe in boeken , roepen , toegecen , bijv. : q man (toewo),

leven , wanna (doewâï), in tweeën deelen . Deze oe heeft in een gesloten lettergreep denzelfden klank als in een ' open', bijv. iw

an (panoentoeng), eene soort van dokter.

DeBoeginesche scherpe oewordtuitgesproken, gelijk boven ($ 31) is aangege

ven, bijv.: as as (loeloe), wrijden, schuren,d ampoeboe),opwellen (water). Ook deze klinker moet niet te digt bij de letter gevoegd worden ,dewijl men hem anders evenzeer met de bij de letters zelve behoorende punten zou kunnen verwarren .

§ 35 . De klinker e wordt aangeduid door een streepje met een haak (e ) vóór de letter te plaatsen . De Inlander noemt dit aga a via (âná ri-moenri), lett.: kind of teekentje, dat de letter achter haar rug heeft, den

14

medeklinker als 't ware vergelijkende met iemand , die zich van de linker naar de regterzijde voortbeweegt.

De uitspraak der e in een open ' lettergreep staat gelijk met onze e in de eerste lettergreep van leven of leenen ; bijv.: sman (yêno), halsketen , as as (bâle), visch . De e in een gesloten lettergreep heeft den klank van onze e in eng, bijv.:

sasa (bênteng), borstwering, of dien van onze ee in een of eensgezind, bijv.: n 'as as (angilâng), keuze, sasa (rênrēng), bijde hand leiden. De Boeginesche scherpe e wordt uitgesproken , gelijk boven ($ 31) is aan

gegeven ; bijv.:

(dé), niet, maaga (wélo ), teeken .

$ 36 . De klinker o wordt aangeduid door een streepje met een haak ach ter de letter te plaatsen . De Inlander bestempelt dit met den naam van ag a asa câná riyôlo),kind of teekentje,dat de letter van voren heeft, den medeklinker als 't ware vergelijkende met iemand , die zich van de linker- naar de regterzijde voortbeweegt. De uitspraak der o in een open ' lettergreep staat gelijk met onze o in

loven , kolonel, enz., bijv.: vana (dôko), ziek , aga vasa

ageas aa (âroe-málolowe), de kroonprins. De o in een gesloten' lettergreep klinkt als onze o in gom , long, boom , zoom , bijv.: a ă (bômbang), golf, anda (tômbong), helpen met werk volk of hulptroepen , aq (pong), het onderste van den stam van een' boom ,

nam

a (atoewông ), een leven.

De Boeginesche scherpe o wordt uitgesproken , zooals boven ($ 31) is aangegeven , bijv.: vacca (môkó), bijten. $ 37 . De onder den naam naam vvan haa) (åtjå) bekende en het Boegineesch an

uitsluitend eigen klinker wordt op dezelfde wijze boven de letter geschre ven als de Makassaarsche ánjtja (» ), waarvan men zich in die taal ten be hoeve van eerstbeginnenden bedient, om namelijk te kennen te geven , dat.

eene lettergreep op eene nasaaleindigt. Verg .Mak. Spraakk. $ 36 .

De uitspraak van dezen klinker is wel eenigermate te vergelijken met die van onze è in geloof en dergelijken . Echter bestaat er ook groot verschil. Vooreerst toch moet men tegelijkertijd iets van een a -klauk laten hooren,

waaraan het ook toe te schrijven is , dat de Maleijers te Makassar, wanneer

15

zij Boegineesch schrijven of spreken , dit teeken en den daardoor aangedui den klank dikwijls geheel weglaten , alzoo slechts eenvoudig een a-klank la ten hooren . Ik bezig daarom bij de transcriptie gewoonlijk eene a met een e-tje er boven , aldus å. Welligt ware dit teeken dus eenigermate met de He breeuwsche chatef-pathach te vergelijken . Een ander punt van verschil is , dat deze klinker niet enkel in een'open '

maar ook zeer dikwijls in een gesloten’ lettergreep voorkomt, bijv. as a (låmpoe), regtschapen , w

o

(påtta) onze dorst ,

sâmming), geluid .

De Boeginees bedient zich vooral ook van dezen klinker , wanneer hij na men en andere woorden uit vreemde talen overneemt, waarvan de lettergre

pen op medeklinkers eindigen . Zoo werd mijn naam door de Boeginezen steeds geschreven en uitgesproken vino (Mâtteså), terwijl de Makas saar mij altoos noemde vimco (Mâttesé), aan den medeklinker , die de laatste lettergreep van mijn naam sluit , den klinker van de voorafgaande lettergreep gevende. Zoo ook wordt het Skr. kastoeri in het Boegineesch ge

schreven : orona (kasåtotri), en het Arab. öjčió (qodrat): -ra a (kodåra ).

De Maleische ă (of zooals anderen schrijven ě) in ww (kăna), was (kă rat), me(tăboe ), wwe (băras), enz. wordt in het Boegineesch met dezen

klinker å weergegeven , als:

(kånna),

a (kårrå),

& (t bboe),

aa (bårrå), enz. $ 38. Eigenlijk gezegde tweeklanken worden in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch gevonden ; het ligt dan ook in den aard van beider letterschrift, dat men onmogelijk twee klinkers bij elkander kan voegen , zonder ze door een ng van elkander te scheiden . Van daar dat onze twee klank au of aau door den Boeginees en Makassaar geschreven wordt met

nang (aoe of ãoe), en onze tweeklank ai of aai met gra (ai of ār). Men wachte zich echter , om in de uitspraak de afscheiding der lettergrepen alte sterk te laten hooren . Met andere woorden , men houde den middenweg tusschen geheele afscheiding en geheele inéénsmelting. Bijv.: ang is noch uit te spreken als bá-oe, noch als bau . Welligt zou men het naast bij den

waren klank komen , door uit te spreken alsof er bau stond, doch zoo dat men insgelijks eenigermate een ’ oe-klank liet hooren . Zoo ook ng dam

in

16

noch uit te spreken als angová-i, noch als ons añgowaai,maar zoo , dat bij ons angowaai, de e-klank eenigzins meer vernomen worde. Om de overige tweeklanken, die in vreemde woorden voorkomen , te schrijven , splitst men

ze op gelijke wijze, en voegt er ook een ag , ofanders hetzij een an , hetzij een tusschen . Dit laatste hangt natuurlijk geheel af van den eersten klinker; is dit bijv. een o, u of oe , zoo bedient men zich van de aas is dit eene e of i, 200 bezigt men meestal de (verg . § 15 en 29); bijv. het Holl. duit wordt in het Boegineesch geschreven win (doewi).

DERDE HOOFDSTUK . VAN

DE OVERIGE

SCHRIJFTEEK ENS .

§ 39. De Maleische slal (ângka) (®), zijnde niets anders dan het Ara bische cijfer 2 , dat men achter de woorden schrijft ten teeken , dat zij bij het uitspreken moeten verdubbeld worden , wordt ook soms in het Boegineesch evenals in het Makassaarsch overgenomen; bijv.: ang P. Voorts bedient de Boeginees zich ook van het onder de Makassaren gebruikelijke middel om de verdubbeling eener enkele lettergreep aan te duiden , te weten : door den klinker tweemaal te schrijven ; bijv.: agian , in stede van ag gaga (1ôlo ), jong ; spag , in stede van sasis ag (lêle), rondgaan . Met andere klinkers geschiedt zulks zelden,als ligtelijk aanleiding tot verwarring gevende.

$ 40. Het eenige leesteeken , dat men in het Boegineesch heeft, bestaat evenals de Makassaarsche wea (pasimbang) of Noaa (pasimbângi)

in drie van de linker- naar de regterzijde schuins onder elkauder geplaatste

puntjes ( . ), die bij vlug schrijven wel eens in een streep overgaan . Dit

teeken heet in het Boegineesch wajan (patjâwang),was 'a ) (palâtja), was aa (palâwa), of nona (pasâwang), van a ) na (tjâwang), as a) (lâtja), as an (lâwa) en ona (sâwang), scheiden, scheiding maken, uf scheiden , bijv. door een ’ streep, of wat het zij. Het wordt zoo dikwijls gebe zigd, als men maar eventjes wenscht uit te rusten van het spreken. In het schrift kent men alzoo in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch cenig onderscheid tusschen korter of langer pauze. Om in dit gebrek ecni

17

germate te voorzien , zal men soms, gelijk reeds boven is aangemerkt ($ 5), hij den aanvang van een nieuwe afdeeling één ofmeer woorden met roode ipkt schrijven .

§ 41. Aan het einde van een geschrift bedient men zich gewoonlijk van

het Arabische sfül, of ook wel van wys (misschien verbastering van , einde), in stede van pö, het is geeindigd, of ook wel met bijvoeging van poWi , de rede is geeindigd . In het midden van een brief vindt men , na groete en heilbede, door gaans het Arab . odesy, echter meestal achtervolgd van de Boeginesche ver taling : ons vina (naiya ri-moenrina), en daarna.

In het begin van den brief en op het adres schrijft men doorgaans :

äolle o

n

as

of pang

('alāmat soeråna Lânoe of We

yậnoe), letterlijk : het teeken van den brief van NN , enz. Aan het hoofd van een’ brief plaatstmen gewoonlijk de Arabische woor

den : cödl Jys, het woord der waarheid , hetzij alleen , of ook welmet bij voeging van udhallp

g , en de rede der waarheid . Soms maakt men

ook gebruik van het Arabische owl pals icio (lett.: ditis de rededer duidelijkheid , of der klaarblijkelijkheid ), dit is'het woord ,dat klaar en duidelijk is. Uit de wijze , waarop de letters dezer woorden bij elkander gevoegd wor den , kan men soms opmaken , in welke stemming de schrijver verkeert, of hij goed dan wel kwalijk gezind is. Nog duidelijker is het doorgaans, of hij aan meerderen , dan wel aan minderen , of hij aan ouders , dan wel aan leer meesters schrijft, enz. Ten bewijze hiervan dienen de figuren , die gas da Coeloe-soerå) (lett.: hoofd van een brief) genoemd worden , en in wier

trekken en krallen men gemakkelijk de bovengenoemde Arabische woorden zal berkennen. Voorbeelden hiervan vindtmen op de plaat bij bladz. 1 van mijne Makassaarsche spraakkunst afgebeeld , terwijl ik op bl. 13 van dit

zelfde werk een' korte verklaring daarvan gegeven heb .

VIERDE HOOFDSTUK .

$ 42. Tot oefening in het lezen volgt hier het begin van een verhaal , ge titeld : Páoe-pãoe rikadong , voorkomende op bl. 1 en vlgg. van mijne Boegi

.

18

nesche Chrestomathie, in Boegipeesch schrift en daartegenover met romein sche letters, op zulk eene wijze overgeschreven , dat de uitspraak zoo naauw keurig , als mogelijk is, wordt aangewezen . Men houde slechts op het oog , wat in de vorige hoofdstukken , over de uitspraak van medeklinkers en klin kers, gelijk ook over eenige door mij aangenomene teekens, gezegd is. LEESOEFENING .

tomo

.

0. 0.

00

.

なつかしい . watom. mmm なぬいへなへなへなかなかのへる のいいかないかいなかったのなら ... いくのみくいといいなあ

iゃないのかわかる



めいめいめ なめろうなっていないの

tweiba . or ないな なないかなか

reaえない わ

いいwww . oh

なのでいいのいくつになれる

aman

いいね

あへのくつかのみならいいのかな … ..

いないのかってるの

)

いかなくなるなるべくならなくない。 いへいへいへいへいへ. ami かな いいの . 0へのいし 0. 01 . 00 )

.

19

TRANSCRIPTIE DER LEESOEFENING . Ångka ångka-gâre , ångka seodwa wåttoe , ångka sebewa aroeng makoenrâï

ri- Loèwoe másâla -celí. Îya -ro aročng-másâla-oèlië , âná seotwa-oewa riyin

dốna riyambốna , na-ânápatôla , ri-tanâë ri-Loewóé. Másâra-ni indốna am bốna , sâbá málâsa-mákoewânna anána. Toeroeng-mânån -tôni saſrôwe sibâwa

tâbíë máboera. Mábêla-ni mákådâë :Ångka piñrâna ri-lasâna iya-ro aroeng másâla -odlië. Mảoe bađena tå-pagelle -ni taoewe memâoeiwi, sâbá makinjena

na-mákåbbong-kalâï-laînna .

Rirakkâï adâë , risittâki paoewe. Sipoeloen-ni Adåna Loewoe , koewâë

tôpa to-pabaroewâë ri-tâna -Loewoe , sâbá metaoena taoewe ri-Loewoe, koe wâë-tôpa nalelêïwi lasa-mákoewâë-ro ;máêlóï riwoeno , na-tåmpåddingi, sâbá widja to -riyaboesoengång na-mádâra-takkoe. Ri-mákoewânna-narô , másâra tôngån -ni taoewe ri-Loewoe.

Ångka-na seoèwa wåttoe, na-sipoeloeng taodwe ri-Loewoé, gangkânna

mâi-ro ri-Palớpo , patakasånna mâi ri-Baëboềnta, nalåttodri-tôni biríta ri Boeloe-pôlo ; naîya-na nasîmaiyôwi, nasâmatoeroèsi, mpâwai alêna îya-ma năng mếnre ri-Mápaljoeige, powadaidai nasamatueroesỉye, nasamaiyowiye, miákådâë: kêgi nalábbîrång Mápâdjoenge, itảlló-sedîye, na-it& lló-máëgâë ? 2 *

いつからなくてはならないので なるのか

なかなかいない

なかなかっannem

みゅういうのもなかなかっ

なつみ ・ いらないぶっna .. スペックヘッヘッヘ いろいろわからなくなった 。

… ..Naviないからないため なおのおのなななななないの 。 「な momoななうみなさんかくのハ ないのかなくてはならないの ふつくねっと Apr . 入www nn なの . " で

なわないかwww ..

)

*なおいしい

ea's vagedevie weams anada Vande are. m. .. amron )

ショ .. のへいいのか

..

ハッシャーなし

. … . .. いいな

miiのいろいしているからないの

.

しなのがいい( 1 ) monoragoへいくいくら Pav. war ) .. . xxxx own . os



awaita マックスなうのく いろいろなくていいの .. min .. おねいないか ・・ やっnes . ara amamothなう

omo . Iなっへへへへ いくみ かなへなにない. . ないね のみ ならないからいいなよくなるの

21

Risittâki padewe. Râmbá-päoe, bêlo -pâoe . Bålle ripâoe ; ônjtjo- pisâ bål lêna to-riyapanewage, apa máẵppoe bẪlle ripÔoe, nakadowi- mănang- moewi.

Málîntá djònga , málássi pakanjârang. Lâri-ko, djônga! Sâppañg-ko , tâdó !

Nadâpí dênewåttoena sipoeloenna taoeweri-Loewoe , gangkânna mâi ri Palopo, patakasånna mâi ri-Baëboènta , nalåttoeriwi biríta ri-Boeloe-pôlo , nawawa-mânår -ni mênré alêna ri-Mápâdjoenge, powâda-âdai ri-tå-paoelêna , koewâë-tôpa ri-metaoena, rilelèï ri-lâsa -mádjá-odlíë. Låttoena dênre riyolôna Mápâdjoenge, pâda-loedang-mânån-nimátjôkkong riyolôna Mápadjoenge.

Rirakkâi adâë , risittâki paoewe. Måtté-ni Mápâdjoenge,mákådâë: Aga

toe moewakattâï? månnang ! Adåna Loewoel koewâë-tôpa to-máëgâë !

Pâda-måtté-ni Adåna Loewóe: dé lâïng , Poèwang ! kíakattâï,mêñré riyo

lôna Poewâm mång. Îya-mikíatánraladjáki,mákådàë :metaốena atânna Má påājoenge, koewâë-tôpa nalelêï lasâna âná -to-ripapoewåmmång. Îya-na kiu

sâmatoergesi, kíasâmażyówi, mákådâë: kêga-âre-ga-nâ naëlôri Mápåājoenge , it&lló-seoewâë? iyâre-ga itålló-máëgâö? Rirakkâï adâë , risittâkipaoewe. Na rêkoewa naëlôriwi-sa Mápâdjoenge itålló-seoewâë, máêlói atânna Mápâdjoe

nge málêkå-dapoering , taoèwe ri-Lodwóé, gangkânna mâi ri-Palôpo , pâta kasånna mâi ri-Baëboenta,nalåttoeriwibiríta mâi ri-Boeloe-pôlo. Na-rêkoewa naëlôri-moewi-sa Mápâdjoenge itålló -máëgâë,mádêtjengi-sa , rêkoewa ripabe

lâïwiâná-to-ripopoewâm mång , ſya málâsa-koempinge.

mくならないのっくあうへい

いいかも

..r

o

ta !

「おい

みののろのろいのいいと..

inawsom ao.

こない

ない! .. my novo .. なん て ヘタないなん 、 いいなww

のみの出ないからない 」 vwv Ravwvwvw.

ver ) on

えいみ

av.way.ma

on or

mamas

a

みののろのないきなりおな

かのん

のへのもへのいない

Nois van ..

osowy Sw . w .wr,

ver ) くく 、

いつものなの.

. osmovideo ..

いなみなみのり

Vocat

をなめなの

いうていみんなでていないの

23

Måtte-ni Mápâājoenge : oepatôngångi-satoe adâmmoe , iko-mânâng taoewe

ri-Loewợe! oelåbbîråmmodwi-sa tâoe-máëgåë na-tâoe-sedîye. Oewâsångi poera-adâkkoe, âda kíasâmatoeroèsi, nasábiwi To-pabârå-bâråë , mákadâë : mâoe-na anấkoe na-wawinekoe , na-rêkoewa moetjâtjai , oetjâtja-tôwi.

Rirakkâï adâë, risittâki paoewe. Mákåda-si Mápâājoenge: Âga-na pâle

nadâpí nâwa-nawâmmoe ? îko Adåna Loewoe! Pâda-måtté-ni Adåna Loewoe : soekoeroe alahậndoe lillâhi-laåla , sabảna

toeroe-moewânnēmmoèwa Mápâājoeñğe asâmatoeroesånna to-máëgâë. Re koewa mákoèwa-nitoè adânna Mápâājoenge , iya-na nadâpí nâwa-nawâtta , ripâlíï, sabảna máêlókåñg pasoei darâna, tånapowâdåï tanâë ri-Loewoe má koewâë-ro.

Rirakkâi adâë, risittåki paoewe. Måtté-ni Mápåājoenge ri-Loewóe: îya toe riyasâmatoeroes&mmoe , oewassårri-nitoe. Rirakkâi adâë, risittåki paoewe. Sipoeloe-si Adåna Loewoe, sibâwa to máëgâë. Nappânna nawimrotsångi âná -poewânna iya másâla-odlíë râí-batôwa.

Rirakkâï adâë, risitlâki paoewe. Têpoe-ni dénre râſe , pâda-mênré-ni ri

Mápâājoenge, powâda-âdai. Rirakkâi adâë , risittậki paoewe. Låttoena dênre riyolôna pocwânna ,má

kada-ni Mápâdjoenge riyanấna: poepoeng-mânånni, indő ! sinînna wârampa

24

ってなかなかいいおおおおおお mana . ..

なかまわないの

ぐぐ... xvxvx, vvvvwvw... ver, vvv ) ... xvKG > < w KYOK Y , なくしてくのみみ かなわないので tumunoのついていなくなる。

のののかななしのへんなのかなあ ・ あの おのののかのかたくないのか

meンがなんのための なかなかの



たいへ

してみるのものへの なったなくないのならいいのかな きれいなおしてなかなかいない A o. .. mr . awt . への . amのいならいいのか 1 。 のいみんなのへなへ おなかのなかでいいかない . 入ンなのかもわかるのって ・ あの いてみっかかってみるのもなかおる み るのっている)のへべれな . * なくなっていくのものなのへの ヘへへへへへへへえなくないのにwww VAのおいしな

25

râmmoe , poerâë oepapoennâi-ko. Âla-mânån-tôni sinînna atâmmoe mátjån

niñge ,matjowêriyo , na-moelâo-tôna ri-ráſe, na-moetveņroe-toeñoésiwiwêre werêmoe . Máệló-wêgangá mêwa-ko siwôlompolong. Na-tanâë ri-Loewoe ma simângi, sâbá wåttoe ri-lâsa -mákoewâmmoe.

Foerai koewa ripowadângi riyambốna âda mákoewa, natanīpāï-mânån-tôni

îna-njoenīpårsånna, pataranâna, sinînna atânna, koewâë-tôpa napoepoeng

mânån-tôwi sinînna wârampârang ripapoennaiyêngi riyambốna. Põdrai koèwa,madåppočngång-mânån-ni sinînna îna-njơempärränna,pata

ranâna, atânna, koewâë-tôpa waramparânna, máñgodājoe-ni sipowadjowâ råñg nó ri-räſe, riwinroeë ri-tó-máëgâë, ritiñðsi-ni riyindó-riyâmbó-poewân na , Mápadjoenge ri-Loewóe, Âdåë, ânákâroenge , âná-patolâë , koewâë-tôpa ri-to-máëgâë.

Rirakkäi adâế. LỄttoena denre ri-rie, nó- mônẵn-tôni sipowajowarằng,

nawâtá-ni råñånna, napada-mátôkon-ni lâo ri-málâmoenge, na-riyalîsån-ni ri-saliñrînna sôlóë. Patappoklowåsso, patappoêlowinni-na, toèli riyal sångi ri-sólóë. Tå-mánåssa lipoe napotaſraë. Îya-manînatâñralaājāki wêre-werêna ri-To-parâmpoe-rampoewe. T & -nasoeroebång matânna, nâwa-nâwai totốna ri- To -pabârå-båråe; naê napapada-moewi ri-lîno ri-pamasârång.

26

TWEEDE DE EL. OVER DE WOORDVORMING .

EERSTE

HOOFDSTUK.

OVER OORSPRONKELIJKE EN AFGELEIDE WOORDEN, GELIJK OOK

WOORDSOORTEN , IN HET ALGEMEEN.

$ 43. De woorden der Boeginesche taal kunnen onderscheiden worden in stamwoorden of oorspronkelijke woorden , en afgeleide woorden . Onder oorspron kelijke woorden versta men alle woorden in hun oorspronkelijken en onver anderden staat beschouwd , om het even of zij aan de landtaal eigen , dan wel van vreemde talen overgenomen zijn . § 44. De oorspronkelijke woorden van één lettergreep maken in het Boe · gineesch evenals in het Makassaarsch slechts een zeer klein gedeelte uit. De meeste oorspronkelijke woorden zijn in het Boegineesch nog meer dan in het Makassaarsch van twee lettergrepen en hebben ook in deze taal doorgaans den klemtoon op de vóórlaatste ; bijv.: 89 ag (bôla ),huis, as (âda), woord ,

or

(sådde), zijde,kant, weas (pâle),dan,

sa (tiwi), brengen .

Van de oorspronkelijke woorden , die uit drie lettergrepen bestaan , zijn er die den klemtoon op de eerste lettergreep hebben , als wanneer in echt

Boeginesche woorden de laatste lettergreep , zoo die ten minste niet op een ’

nasaal eindigt, eenen scherpen klinker beeft. Bijv.: waa (pañgâra), dringend bevelen , casas (balili), geweer , ona as (soewållá), begeerig,

AJva gåmmará), bang maken,wina (pâkkirí),bedelmonnik, - og a (âlará ), soort van watergras,naas (pâssalång), afdeeling, agus (âkkalång), derstand. Voorbeelden als vana (mântari), dat uit het Sans

krit (mantri) overgenomen is, soos

Chêkậma), het Arab. ääła, en

wa i poètiri), het Sanskritsche poetri, pleiten volstrekt niet tegen dezen regel , als aan vreemde talen ontleend. Bovendien is het niet onwaarschijn

27

lijk , dat de klemtoon in deze woorden eigenlijk meer op de laatste letter

greep valt, als mantari, hekima , poetiri. Oorspronkelijke woorden van meer dan drie lettergrepen zijn zeker in het Boegineesch minder zeldzaam dan in het Makassaarsch ; echter komen zij

ook in deze taal niet dikwijls voor , en welligt zal het later nog van vele blij ken , dat het of vreemde of zamengestelde woorden zijn. Zij hebben den klemtoon na eens op de voorlaatste , dan eens op de voor-voorlaatste letter greep ; bijv.: wavings (paramaësoeri), het Mal. părmeisoerie , vorstin , verg . het Sanskr. parama , beste , voornaamste , en içwari, meesteresse ,

roinn (kassoewiyañg), hulde, ondannara (worowâne), man , sada (sarapoepoe ), iets haastig doen ,wannas (paratoe kalá), soort van djamboe-vrucht. § 45 . Van de stamwoorden leidtmen weder andere woorden af, hetzijdoor verdubbeling van het geheele woord , of een gedeelte van hetzelve; hetzij

door zamenstelling van woorden , die eene verschillende beteekenis hebben ; hetzij door middel van vóórvoegsels, invoegsels en aanhechtsels, die niet op zichzelve kunnen staan , of althans als woorden op zichzelve niet in gebruik zijn , maar den zin van het oorspronkelijke woord veranderen , wijzigen of nader bepalen.

De voornaamste vóórvoegsels zijn : - (ka), i (ki), a (koe), < > (ké), a ) (ga), a (pa), sa (pe), aa (po), wor (pâka), v (má), i (me), vor (maka), v ) (mâgi), a (tá), (doe), ~ ) (tjá), a (ri), as (la), < as (le), pan (we), (sa), o (si), o (sing), (sång), ov (sâma), ag (a), ag (i), sag (e).

De voornaamste invoegsels zijn : ar, al en in . De voornaamste aanhechtsels zijn : pas (le), aq (ang), na ång ),

(i).

Over de kracht of beteekenis dezer vóórvoegsels , invoegsels en aanhecht sels , gelijk ook over de wijze , waarop zij aan de oorspronkelijke woorden

gehecht worden , zal later in 51', doch vooral bij behandeling van de onder

scheidene woordsoorten gesproken worden. Vooreerst zij het genoeg , om op het oog te houden , dat de klemtoon in de afgeleide woorden altoos valt op de lettergreep , die het achtervoegsel onmiddellijk vooraf gaat ; bijv. a asia (toeloengång), hulp , van a

as (toeloeng), helpen . In die afgeleide woorden ,

28

welke slechts één van de genoemde vóórvoegsels bij zich hebben , valt de

klemtoon op dezelfde lettergreep als in het oorspronkelijke woord . § 46. In het Boegineesch kan men , evenmin als in het Makassaarsch en andere Polynesische talen , aan een stamwoord altoos uiterlijk zien, tot welke

woordsoort het te brengen is. Men kan bijv. aan g (ita) niet zien , dat het een werkwoord , of aan v a (mânoe), dat het een zelfstandig naamwoord is. Trouwens in het Hollandsch en andere Westersche talen , vooral het Engelsch , welks verbuiging en vervoeging zoo bijzonder eenvou dig zijn , mist men ook zeer dikwijls alle onderscheid in grondvorm tusschen

werkwoord en naamwoord . Men denke bijv. aan het Hollandsche ik werk

een goed werk en het Engelsche to work a good work . En toch zal men in iedere spraakkunst van een 'Westersche taal de sedert zoovele jaren gebrui kelijke indeeling in woordsoorten behouden . Ik zie er alzoo geen bezwaar in ,

om

voor Westerlingen schrijvende, evenals Taco Roorda, de Hollander ,

N . van der Tuuk en anderen , deze indeeling ook hier zooveel mogelijk te behouden , ofschoon het zeker ternaauwernood behoeve herinnerd te worden , dat een Boeginees of Makassaar zich evenmin als het kind een onderscheid

tusschen verschillendewoordsoorten bewust is. Zelfs een abstract werkwoord als ons zijn, dat wij bezigen om een substantief of adjectief als praedicaat te doen optreden , is den Boeginees geheel onbekend. Zoo zegt de Boeginees, om ons groot (zwaargezet) is die man uit te drukken, eenvoudig : ana mang saan naganmas (batôwai iya -ro worowanê), lett.: groot (zwaargezet) hij, die man. Zoo ook bedient de Boeginees zich van :

disa

aso (baîtjoe-toe Lânoe), lett.: klein die, NN , voor ons :

klein is die NN .

De woordsoorten , waarover later achteréénvolgens gesproken zalworden, zijn : werkwoorden , zelfstandige naamwoorden , bijvoegelijke naamwoorden , telwoorden , voornaamwoorden , voorzetsels, vóór- en achtervoegsels gebezigd tot het uitdrukken van onze bij- en voegwoorden , bijwoorden, voegwoor den en tusschenwerpsels .

.. 29

TWEEDE HOOFDSTUK . OVER KLANKVERWISSELING ZOOWEL IN DE STAMWOORDEN ALS DE AFGELEIDE WOORDEN , ONVERSCHILLIG

TOT WELKE

WOORDSOORT ZIJ BEHOOREN , GELIJK OOK OVER INSCHUIVING VAN LETTERS, ALSMEDE VERKORTING EN VERLENGING

VAN WOORDEN .

§ 47. Bij vergelijking van Boeginesche woorden onderling ,gelijk ook van Boeginesche woorden met woorden uit andere talen, en daaronder vooral

het Makassaarsch , ontleend, bespeurt men belangrijke klankverwisseling, en ik acht het van groot gewigt voor hem die zich reeds vroeger met de beoe

fening van het Makassaarsch onledig hield , dat hij hierop lette. $ 48. De klinkers. a met i.

I. Sommige Boeginesche woorden hebben een ' i, waar men in het Ma kassaarsch een’a vindt, en omgekeerd ; bijv.: 't Boeg. bite, pikken , = 't Mak.

bátte; 't Boeg.haloesoe , soort van schelp , = 't Mak . biloesoe;'t Boeg .manása,

wenschen , = 't Mak. minása ; 't Boeg. tjítjá , hagedis, = 't Mak. tjáljá ; 't Boeg. Tjilá , soort van oogzalf = 't Mak.tjállá ; 't Boeg. låppi, vour , = 't Mak. láppá ; 't Boeg. warálle , Turksche tarwe, = 't Mak . birälle. a met e.

II. Sommige Boeginesche woorden worden nu eens met een’ a , dan eens

met een’e uitgesproken , bijv.Tjátja , = fjetje,laken; tjawâkång, = tjevákåný, kuiltjes in dewangen of elders; ráppå, = répé, nabij. Diezelfde verwisseling van a en e vindt ook soms plaats tusschen Boegi

nesche en Makassaarsche woorden , bijv.: 't Boeg. rénggēng , wijd uit elkan der , = 't Mak. ránggang; 't Boeg. ápoe, sluiten , = . 't Mak. kébóé ; 't Boeg . dla , nemen , = 't Mak. álle. Q met oe.

III. In sommige Boeginesche woorden worden de a en oe met elkander

30

verwisseld ; bijv.: fjárí, = tjórrí, streep ; djámátáñgång , = djórmátángång, iemands hand betasten ; djoeléka , = địaléka , treden ; sáro-lállany, = sorro lállany, een bezoek afleggen.

.

Diezelfde verwisseling van a en oe vindt ook soms plaats tusschen Boegi nesche en Makassaarsche woorden ; bijv.: 't Boeg . Tjiyá, sjilpen , = 't Mak. tjiyoe; 't Boeg . róénoe , afvallen , = 't Mak. róenang ; 't Boeg. lóéka , los sijn , = 't Mak. lákkasá ; 't Boey. oetáma , binnengaan, = 't Mak . antáma ;'t Boeg .

arawéný, namiddag, = 't Mak .karoerénī . a met o .

IV. In sommige Boeginesche woorden worden de a en o met elkander

verwisseld; bijv.: tjári = tjóri, streep; tjomolóti = tjamalóti, soort van fijne wollen stof. Diezelfde verwisseling van a en o vindt ook soms plaats tusschen Boegi nesche en Makassaarsche woorden , bijv.: 't Boeg. tjápádé-pádé, er lief uilzien

(een kind ), = 't Mak. tjápódé-pódé ; 't Boeg. djóppa , gaan , = 't Mak.djúppa . a met á .

V . Deze klinker å komt ontelbare keeren in Boeginesche woorden voor,en

wordt alsdan in dedaarmede overeenkomende Makassaarsche woorden steeds

met a weêrgegeven ; bijv.: 't Boeg . kawảrrang,bos (padie), = 'tMak . kavár rang; 't Boeg . kássí, zand , = 't Mak. kássé; 't Boeg. balésse, soort van zak,

= 'tMak. balásse ; ’t Boeg.mémång, vroeger , = 't Mak. mémang ; 't Boeg. tirång, oester, = 't Mak. tirang; 't Boeg . djalling, lonken , = 't Mak. djalling. Gelijk ik boven ($ 37) reeds aanmerkte , bedient men zich in het Boegi

neesch bij het overnemen van woorden uit andere talen , die eene lettergreep hebben , welke op een’ medeklinker eindigt, gewoonlijk van de å , om dezen medeklinker van een klinker te voorzien ; en die i wordt dan in het Makas saarsch door een

vervangen , wanneer ten minste de voorafgaande letter

greep op een ’ a eindigt, aangezien de Makassaar anders meestal den klinker der voorafgaande lettergreep bezigt.

Bijv. van het Mal.kartas, papier,maakt de Boeginees : karáttasá, de Ma kassaar daarentegen : karáttasi. Van het Maleische körpei, leéren patroontasch,

31

maakt de Boeginees : karáppe , de Makassaar: karáppe. Van het Maleische djoemlat , som , maakt de Boeginees : djoemålla , de Makassaar: djoemälla . Zooals ik § 37 insgelijks vermeldde, wordt de Maleische ă in het Boegi neesch ook weergegeven met å . In het Makassaarsch nu bezigt men dan ge

woonlijk de scherpe a (á ), zoo de volgende lettergreep met één van de stompe medeklinkers g, b, d of īj begint, anders de zachte a gesloten door den vol genden medeklinker. Zoo vindt men voor het Maleische tágoq , slok , in het

Boeg.: tággó, in het Mak.: tágó; voor het Mal. băbat, ergens om -winden , in het

Boeg.:bábbá , in het Mak .bábá ; voor het Mal. tăboe, suikerriet, in het Boeg.: tábboe , in het Mak.: táboe ; voor het Mal. pådang, zwaard , in het Boeg.: pád dang, in het Mak .: padang; voor het Mal. Tjákoer, inkrimpen , in het Boeg.: tjákkoe, in het Mak.: tjákkoeróe ; voor het Mal. kăpoeq, deuk, in het Boeg.: káppó , in het Mak.:káppó; voor het Mal. gămi, soort van visch , in het Boeg.: gemmi, in het Mak.: gấmmi; voor het Mal. pătī,kist, in het Boeg .: pátti, in het Mak : pátti;voor hetMal. gănap,vol, in het Boeg.: gánná, in hetMak .: gánná ; voor het Mal, sănang, gerust, in het Boeg .: sånnang, in het Mak.: sánnang;

voor het Mal. lănnjap, verdwijnen , in het Boeg.:läñja, in het Mak.:láñjá ; voor het Mal. păroet, buik , in het Boeg .: párróé, darmen , in het Mak.: párróe ; uerung ; voor het Mal. kălam , duister , in het Boeg.: kállång, in het Mak.: kállang;

voor het Mal.: băsi , ijzer, in het Boeg.: bássi, in het Mak.: bássi. i met oe.

VI. I en oe vindt men soms bij vergelijking van Boeginesche woorden en onderling , gelijk ook van Boeginesche met Makassaarsche woorden , tezamen verwisseld , als het Boeg. siwállá, begeerig, = het Boeg . soewállá , = het Mak. 80evállá ; het Boeg . Titjoeroe , soort van gebak, = het Mak. Tjoeljoeroe ; het

Boeg . soelámmang, soort van visch , = het Mak. silámmañg ; het Boeg. oesó , zuiveren de katoen , = het Mak . bissoró . į met e .

VII. I en e vindtmen ook soms bij vergelijking van Boeginesche woor den onderling , gelijk ook van Boeginesche met Makassaarsche wooideu , te

zamen verwisseld ; bijv.: het Boeg . káppé , slinken , = het Boeg. káppé; het

32

Boeg. tjipi, smal, = 't Boeg. ijépe; het Boeg. djina,walgen , = het Boeg. djéne;het Boeg . sái,ergens op rijden , = het Boeg. sáë; het Boeg. liyang, hol, = het Boeg . léyang; het Boeg. isáng, dragen , = het Boeg . esany; het Boeg .

kéde, met de oogen knippen , = het Mak. kida ; het Boeg . sikå, soort van tangetje, = het Mak. séngkang ; het Boeg. sóéké, uitpeuteren , = het Mak.

soeki; het Boeg . sápí, vervangen , = het Mak. sámbe ; het Boeg . salípi , soort van sjerp , = het Mak. soelépe; het Boeg. empoeroe , jaloersch , = het Mak.

kimbóéroe ; het Boeg. éså , soort van landbouwwerktuig , = het Mak. isará ; het Boeg . líking, opschieten (touw ), = het Mak. léngkeré. i met o .

VIII. I en o worden soms, doch hoogst zelden , verwisseld . Bijv. het

Boeg . en Mak . líbó, plek, = het Boeg. en Mak. 16bá; het Boeg. simpoeng, aan elkander lasschen , = het Boeg. sómpoeng; het Boeg . didoro, soort van lek

kernij, = het Mak.dódoró. i met å.

IX. I en å worden soms verwisseld . Bijv.: het Boeg . Tjipe, geschonden , = het Boeg . tjáppi ; het Boeg . láppi, vouwen , = het Boeg . lippå ; het Boeg. sine, scheuren , = het Boeg . sånne; het Boeg . sinēng, Maandag , = het Boeg . sánnēng ; het Boeg. ili, druppelen , = het Boeg . átti; het Boeg . djangkárré ,

krekel, = het Mak. djingkiri;het Boeg. såssé, schub, = het Mak. sissí; het

Boeg. alábbống, gat, = het Mak. kalibong. oe met e. .

X . Soms, doch hoogst zeldzaam , worden oe en e verwisseld. Bijv.: het Boeg . 8oelle, vervangen , = het Boeg. sélle; het Boeg. sårroe, soort van vogel, = het Mak . séré-séré. oe met o.

XI. Verwisseling van oe en o wordt dikwerf aangetroffen , zoowel bij ver gelijking van Boeginesche woorden onderling , als van Boeginesche met Ma kassaarsche woorden. Bijv.: het Boeg. Tjoe pa , = het Boeg . Tjómpá , = ómpó , te voorschijn komen ; het Boeg. Tjóeri, streep , = het Boeg. tjóri ; het Boeg . đjóengge , soort van hoofdtooisel , = het Boeg. djongge ; het Boeg . djóeling,

33

scheel , = het Boeg. djóliny ; het Boeg wjewoemy, lasschen , = het Boeg . 406

woeng ; het Boeg . sokkóé , volkomen , = het Boeg. sókkóe ; het Boeg .soelisa ,

scherpzinnig, = het Boeg. solisa; het Boeg. oedjângång, gek, = het Boeg. odjáñgång;het Boeg. Genji, yeel, = het Boeg . óní; het Boeg. pārée, rasp, = het Mak. páró ; het Boeg . tónrong, slaan , = het Mak , toenroeng ; het Boeg. djarópi, soort van verschansing op een vaartuig , = het Mak . djarớepí; het

Boeg. rábbnent, jong bamboes, = het Mak . lébong; het Boeg . rampoe,het over schietend garen van een weefsel, = het Mak . râmbo; het Boeg. létjorny, geheel op-zijn , = het Mak. létjong; het Boeg . sáñggóe , ergens voor instaan , = het Mak . sänggó ; het Boeg. sāppo , neef, = het Mak . sámpoe; het Boeg. soesce, wrijven , = het Mak. 86ssoró; het Boeg . oekå, geheel ontworteld , = het Mak. ókká; het Boeg. óimpó, te voorschijn komen , = het Mak . demba ; het Boeg. otá , hersenen , = het Mak. ótó ; het Boeg. isó , zuigen , = het Mak . isoe . oe met å.

XII. Oe en å worden somsverwisseld . Bijv.: het Boeg. mádvenoé, vallen, = het Boeg . mádánnå ; het Boeg . Tjoeljoebánna , ongekookte rijst van allerlei kleuren door elkander , = het Boeg . tjótjoebánna ; het Boeg. soepádjang, bid den , = het Boeg. såipadjång; het Boeg . kárróé, geluid , waarmee men de kippen roept , = het Mak. kóerroe; het Boeg . bábbóé, stof (goud ), = het Mak.

bóébóe;het Boeg . djamårroé, knorrig van voorkomen , = het Mak.djamóerroe; het Boeg . såssoeng , soort van belasting , = het Mak . sérsoeng. e met o .

XIII. Soms, doch hoogst zeldzaam , worden e en o verwisseld . Bijv.: het

Boeg . kéke-kéke , kakelon , = het Mak. ákókó-kókó; het Boeg . en Mak . djómbe djómbe, franje, = het Boeg. en Mak . djámbo-djámbo . e met á .

XIV. Minder zeldzaam is de verwisseling van e en å. Bijv.: het Boeg. Tjänrára,maan , = het Boeg. Tjenrára ; het Boeg.ráppå, aanlanden , = het Boeg . ráppe ; het Boeg . málábbi,meer, = het Boeg . máléba ; het Boeg . sipå, soort van kinderspel, = het Boeg . djipe ; het Boeg . kéljå, soort van kinderspel, = hetMak .

34

kétjé ; het Boeg. kårrå , kerven , = het Mak. kéré; het Boeg. pánja, plat, =

het Mak. penjá;het Boeg.bấttoe, barsten , = het Mak. béttesé; het Boeg. dja batángång , de hand drukken , = het Mak . djabatangeng; het Boeg . ráppá, bre ken , = het Mak. répé; het Boeg. rábboeng, jong bamboes, = het Mak. lébong;

het Boeg. láppang, plat, = het Mak. lépá; het Boeg . låppóé, uitglijden, = het Mak . léppoesoe; het Boeg . séků , naauw , = het Mak . séké; het Boeg . sákkanj,

streng, = het Mak. séké; het Boeg. sårroe, soort van vogel, = het Mak . séré séré; het Boeg. såssé, opensnijden , = het Mak. séssé'; het Boeg . åttå, tot grens stellen , = het Mak. átté. 0 met å .

XV. De verwisseling van o en å heeft ook niet bijzonder dikwijls plaats.

Bijv.: het Boeg. sánné, scheur, = het Boeg . sốnné; het Boeg . Ósång, soort van krijgsgezang , = het Boeg. 6song ; het Boeg. kábbé, eventjes aanstooten , = het Mak. kóbí; het Boeg . påssoe, uitschieten , = het Mak. póssóe; het Boeg. bårro , opgeblazen , = het Mak. bórró; njanjó, slobberen , = het Mak . njonjó; 'het

Boeg . tásálló , glijden , = het Mak. tásốloró; het Boeg . 16ājång, soort van schenkblad , = het Mak. lódjong . § 49. De medeklinkers.

Uit het bovenstaande zal den lezer gebleken zijn , dat men van de klin kers , met uitzondering alleen van de å , die in het Makassaarsch nooit voor

komt, niet beweren kan , dat de eene klinkermeer aan het Boegineesch , de andere meer aan het Makassaarsch eigen is. Geheel anders is het met de me.

deklinkers gesteld , waarvan sommige vooral in het Boegineesch , andere vooral in het Makassaarsch voorkomen , gelijk hieronder aangetoond zal worden .

k met g.

I. Sommige Boeginesche woorden vindt men nu eens met een k, dan eens met een ' g geschreven; bijv.: kábará en gábará, sprei; kamāra en gamára, omvatten ; koelſling en goelíling, rondom ; kalóesóe en galócsoé, wrijven ; káli en gáli , graven ; sâkko en ságo, hard roepen . Vele Boeginesche woorden hebber eene g, waar men in het Makassaarsch

cen ' k aantreft; bijv.: het in het Boegineesch bij vragen gebruikelijke ga staat

3 .7

gelijk met het Makassaarsche ka , en de woorden -ga,----ga, nf.--, of vervangen

de Mak . -ka, ---ka; het Boeg . géré, snijden , = het Mak . kéré; het Boeg . gångkång ,met een'nijptang aanvutten , = het Mak. gängkany; het Boeg . tágára róé, geschaafd zijn , = het Mak . tákáróe; het Boeg .mágárróé, knarsen , = het Mak . kárró-kárró; het Boeg.mágaráimpang, verward in de hoogte staan (hoofd . , haar), = het Mak. ákarámpang; het Boeg. galingkang, zilver - of goudmoor , = het Mak . kalingkang ; galangkári, gebloemd katoen , = het Mak . kalangkári ; het Boeg . gesó, schuren , = het Mak . késó; het Boeg . lággá , scheiden , = het Mak . lákká.

Achter de gutturale nasaal of keel-neusletter ng bezigt de Boeginees in stede van g altoos een’ k , en bedient zich dan van de letter a (ngk); bijv.:

Jana (giringkiriñg ), schelletjes die tot sieraad dienen , = het Mak. giring -giring, van giring ; a (toengká), enkel, eenig , = het Mak. tóenggalá ; va (dângkang), handeldrijven , = het Mak. dáñggang; as (djângko),

baard , = het Mak . djáñgó; ag na (lângkará), bedehuis, = het Mak . láng. gará; oa (sângka), komen tot, = het Mak. sängga ; o as a (salângka), schouder, = het Mak. salángga ; gia (ângkå),waarde , = het Mak , anggá ;

het Boeg . sanwa (wegângka) = wégang + ga, is het bijzonder? is het zeer ?

:

k met p .

II. Soms, doch hoogst zeldzaam , worden k en p verwisseld ; bijv .: het

Boeg . pe = het Boeg .ke, waar?; het Boeg. djókka = het Boeg . djóppa , het Mak. djáppa , gaan; het Boeg . mádékké , = het Boeg.mádjáppé , kleven ; het

Boeg. pánni, vleugel, = het Mak. kúnjí. k met d .

III. Ook deze letters worden soms, doch hoogst zeldzaam , verwisseld ; bijv.: het Boeg. mákóemba -koembá, soort van geluid , = het Mak. ádóembá doembá; het Boeg. mádółže-dółje, los in den mond zijn , = het Mak, kóljé-kótſé. k met tj en r .

IV. Nog zeldzamer is de verwisseling der letters k , l, en r; bijv.: het Borg . mákékoe-kékoe , kraken, piepen , = het Mak . Tjékoe, of rékór .

36 k met y .

V . Soms worden ook k en y verwisseld , bijv .: het Boeg. siyo, binden , =

het Mak . sikó; het Boeg . siyâpa, soort van wortel, = het Mak. sikápa . k met w .

VI. Zoo ook worden soms k en w verwisseld ; bijv.: het Boeg . si-karék kảng, = het Boeg. si-waråkkảng, één handvol ; het Boeg.wakkásång, uit elkan der halen , = het Mak. kukkásang; het Boeg. aðjóva, juk, = het Mak. ayóka. k met M .

VII. Zeer vele Makassaarsche woorden, die met eene k beginnen,worden in het Boegineesch zonder die letter geschreven . Zoo bezigt bijv. de Boegi nees in stede van het vóórvoegsel ka tot vorming van naamwoorden , met

weglating van de k: a , als: aradſáng , grootheid , van ráđĩa , groot, = het Mak . kalompowany, van lompo, groot. Zoo bedientde Boeginees zich dikwerf van de pronominale achtervoegsels oe, o , é , waarvoor de Makassaar enkel be

zigt koe , ko, kí. Van de vele andere voorbeelden , die tot staving hiervan konden aangehaald worden , slechts deze weinige: ókó, bijten , = het Mak . kókó ; ápoe , sluiten , = het Mak , kébóe ; âpå , katoen , = het Mak . kápasá ; apópang, een gevouwen en digtgenaaide pinangschaal, = het Mak . kapópang; iti, eend , = het Mak . kiti; oetána , vragen , = het Mak. koetänanj; oeraga , list , = het Mak . koeraga ; aréta , soort van plant, = het Mak. karéta ; ara wêng, namiddag, = het Mak , karoewéng; âle, ligchaam , = het Mak . kâle;

oelí, huid , = het Mak . koelé ; oelle , kunnen , = het Mak. kórlle; élong, soort van kort gedicht, = het Mak , kélong ; éllong, hals , = het Mak. kállong.

g met dj.

VIII. Gelijk de Arabische

soms in andere talen met de g wordt

weêrgegeven , als bijv. in ons algebra vand , in Gabriël van deze in het Mak. en Boeg.masigi, een Mohammedaansche tempel, van asió, zoo worden ook in Boeginesche woorden onderling , alsmede in Boeginesche met Makassaarsche woorden, meermalen de g en dj verwisseld , als : 't Boey .

37

gårrí, ergens genoeg van hebben, = het Boeg. djárrí; het Boeg. galángkang ,

doorsnuffelen , = het Boeg. djaloengkang ; het Boeg. galoémá, planken dek op een vaartuig, = het Boeg. Tjaloemú; het Boeg.oeāji (Mal. oedjie), toetsen ,

= het Mak. orgi; het Boeg. sớedji (Mal. soedjie), borduren, = het Mak. 80egi ; het Boeg . en Mak . djenerála , = ons generaal. g met ag .

IX . Soms, doch hoogst zeldzaam , wordt de g , evenals boven (VII) van de k beweerd is , aan het begin van een woord weggelaten ; bijv.: het Boeg . állóe, soort van geluid , = het Mak. galloeroe ; het Boeg . aloempang, soort

van geluid , = het Boeg. galoempang.

ný met m , n en nj. X . De keelneusletter ng van Makassaarsche woorden wordt soms in het

Boegineesch door de tand- of tongneusletter n vervangen , en omgekeerd ; bijv. het Boeg . Tjamängi , soort van welriekend kruid , = het Mak . tjamani ; het Boeg . wánni, nacht, = het Mak . báñgi. Voorts gaat de keelneusletter ny in het Boegineesch , evenals in het Makassaarsch , vóór eene lipletter over in

m ,als: anjarángmoe in anjarámmoe, uw paard, van anjárang, paard , vóór eene tand- of tongletter in n , als : benténgna in benténna, zijne borstwering , van bénteng, borstwering , vóór een verhemelteletter in nj, als : Tjóronjtjorónyång, behangsels, draperiën , van tjórong . p met b .

XI. Sommige Boeginesche woorden worden zoowel met eene p als eene b geschreven , doch dit is hoogst zeldzaam ; over het algemeen geeft de Boe gineesch aan de p de voorkeur. Van daar dat men dikwijls in het Boegineesch de p aantreft, waar de Makassaar zich van de 6 bedient. Altoos is dit het geval achter de labiale neusletter m . Bijv.: het Boeg . tjáppa en tjábban , betittelen , besprikkelen ; het Boeg . palloeng, op en neérgaan (vlieger), = het Mak. balloent ; het Boeg , pållöring , bevreesd zijn , = het Mak.ballórany; het Boeg. ápoé , sluiten , = het Mak . kébóé ; het Boeg. kampilo, soort van doos, == het Mak. kambilo ; het Boeg . Tjaimpoe , soort van vrucht, = het Mak.

::8

djámboe ; het Boeg. sópa , aanbidden , = het Mak. sómba ; het Boey. simpó long, haardlecht, = het Mak . simbóleng; het Boeg . oeliimpoe , gordijn, = het Mak, koelâmboe ; het Boeg. roempiya, soort van boom , = hetMak . roembiya , enz .

p met m . XII. Soms, doch hooyst zeldzaam , worden p en m met elkander verwis

seld; bijv.: het Boeg. époeng , = het Boeg. émoený, rich sluiten , = het Mak, kémoeng. p met d .

XIII. Zoo worden ook soms p en d met elkander verwisseld ; bijv.: het

Wadjoresche tjápóvá-póvá, = het Bonische tjádówá-dówá, = hetMak.ádówá, galopperen (paard). p met u .

XIV . Zoo ook soms p met w ; bijv . het Boeg . lámpá , = het Mak. láwará , een woord gebezigd bij het optellen van platte voorwerpen. p met n

XV. Sommige woorden , die in het Makassaarsch met eene p beginnen , ko

men in het Boeg . zonder die letter voor; bijv.: het Mak. poerina , = het Boeg . oere, woord gebezigd om ons oom en tante, alsmede het Fransche neveu en nièce uit te drukken ; het Mak. pisáng, = het Boeg. isáng ; het Mak . péso , = het Boeg . málso , glad, zuiver ; het Mak . pile, = het Boeg . ile, mile, kiezen . 6 met m .

XVI. Soms, maar toch ook hoogst zeldzaam , wordt de 6 , evenals de

p (verg . boven), met de m verwisseld ; als : het Boeg. minânga , = het Mak .

binânga, rivier. Van daar , dat ook het Mal. vóórvoegsel băr weêrgegeven wordt met het Boeg .mara , bijv.: het Boeg.maranjala , = het Mal. bărnjāla , olammen , blinken . Men vergelijke ook het Boeg .maramóle, instorten (een zieke ). 6 met d . XVII, Zoo wordt ook soms nu en dan de b, evenals de p (verg. boven )

39

verwisseld met de d ; bijv.: het Boeg. doevádjang, = het Boeg. boevádjáng, soort van boom .

6 met tj en dį. XVIII. Soms wordt de b met de tj en àj verwisseld ; bijv.: het Boeg. tjá roeboe, gruis , = het Mak. baroébóe; het Boeg. máājonga-djönga , = het Boeg .

mábónga-bónga, los, onnadenkend, zijn; het Boeg.djiró, scheel, = het Mak. bíró. 6 met y . XIX . Soms, doch ook hoogst zeldzaam , wordt de b met de y verwisseld ;

als:het Boeg. libbekång, = het Mak. liyớekang, eiland . b met w .

XX . De 6 en w worden dikwijls met eikander verwisseld . Vooral vindt

men vele voorbeelden van Makassaarsche woorden , wier 6 in het Boeg. door een' w vervangen wordt; bijv. : het Mak . bánnang, = het Boeg . wánnang, ga

ren; het Mak. bánji, = het Boeg.wánni, nacht ;het Mak. biralle, = hetBoeg . warấlle, Turksche tarwe; het Mak. bálasá , = het Boeg . walå , vergelden ; het

Mak.bálloeroe , = het Boeg. willóe, helder, zuiver ; het Mak .bássoró , = het Boeg . wåssó, verzadigd zijn ; het Mak. báni, = het Boeg . aváni, oewâni of

ovấni, bij. Soms heeft het omgekeerde plaats. Zoo is het Mak.bére, = het

Boeg. bébe, spuw ; het Mak. wädje, = het Boeg. bádje, soort van lekkernij; het Mak . oévang, = het Boeg .nebång, grijs. Ook vindt men nu en dan in het Boegineesch een woord zoowelmet de b als de w geschreven , bijv.: bádjo bádjo en wädjo-wádjo , schaduw ; báðſó en wáðjó , soort van boom ; woenga , = boenya, = poenga , = benga , bloem .

In de afgeleide woorden is de w zeer dikwijls achter de vóórvoegsels pa, a, tjá, má enz. door 6 vervangen; bijv.: tjábállóe-vállóe, zich in allerlei rigtingen buigen , van :nállóe, buigen ; aboetårrång, soort van garenklos, van :wetå , má boétå , opwinden ; abåttény, jouge padie die geschikt is , om våtte (gebakken

jonge padie) van te maken ; abiſtróesång, maaksel, van : winroe, mábínroe, maken ; aberéyany, bezigen tot geschenk , en pabére, geschenk, van : vére, mábére, geven

40 6 met A .

XXI. Makassaarsche woorden die met eene 6 beginnen , missen in het Boegineesch dikwerf die b. Boeginesche woorden die nu eens met, dan eens

zonder 6 geschreven worden , zijn zeldzaam . Niet minder zeldzaam zijn de voorbeelden van Boeginesche woorden , waarvan eene lettergreep met eene 6

aanvangt, terwijl men aan het begin dier lettergreep in het Makassaarsche woord eenvoudig een ' klinker aantreft. Voorbeelden : het Mak. bóryan ), pa

pier, = het Boeg . ordịang; het Mak . bóenre, soort van schepnet, = het Boeg . genre; het Mak. bóelé, dragen , = het Boeg. oelé; het Mak. balli, koopen , = het Boeg. álli; het Mak. bórleré, de halm met de aar, = het Boeg . Gelé ; het

Mak. bissoró, zuiveren (katoen ), = het Boeg. oesó; het Boeg. bílá , bliksem , = het Boeg . ílá ; het Boeg. boelálle , eene soort van feestelijk bosschaadje der bissoe's , = het Boeg . oelälle; het Boeg . balipanj, = het Mak . alipanj, dui zendpoot; het Boeg. sábóe, = het Mak. sábe, bolster. w met m .

XXII. Soms gaat de w (evenals de 6, verg. boven XVI) in Boeg . woor

den , bij de afleiding over in m . Bijv. pamádſá , doen betalen , en amadjárán bezigen , om mee te betalen , van wádjá , betalen . w met y.

XXIII. Soms hebben Boeginesche woorden de w , waar gelijkluidende Makassaarsche woorden met de y worden uitgesproken ; bijv.: het Boeg. sali woe , = het Mak . saliyoé , soort van vischnet ; het Boeg . salíwoe , = het Mak .

salíyoe, mist, nevel; het Boeg. salewóri, = het Mak. saleyőri, troosten ; het Boeg. síwo, = het Mak. siyo, valsche vlecht. w met ng .

XXIV. Gelijk ik boven aantoonde, worden w en b, alsmede b en ag , dikwerf met elkander verwisseld. Hetzelfde nu vindt ook plaats met de w en ns , bijv.: het Boeg. ordjoe, regt uitgestrekt liggen , of leggen , = het Boeg . woedjoe; het Boeg . o-lé , dragen , = het Boeg, woelé; het Boeg. oelé , halm met

41

de aar, = het Boeg . woelé; het Boeg . oelång, maan, = het Boeg . wočlánı; het Boeg. oeså , inproppen , instoppen , = het Boeg . woeså ; het Boeg .óso, met medicijn en water besmeren , = het Boeg.wóso.

Uit deze verwisseling der ro, met de lipletter w is het te verklaren , dat , zooals later blijken zal , woorden die met een ' klinker aanvangen , te beschou

wen zijn , als hadden zij een ' lipletter w in het begin . w met h .

XXV. De letters w en h worden ook soms, evenals de w en

met

elkander verwisseld , bijv.: dehála , = dewáta , God , beschermengel. Echter is dit gebruik van de k voor de w in het Boegineesch hoogst zeldzaam . Meer is dit het geval in het Makassaarsch van Saleijer,waar men bijv. zegt: pinahang, voor pinávang, volgen ; pihali, voor piváli, antwoorden ; Djáha, voor Djawa ,

eiland Java ; lóhe, voor lówe,veel , enz. 6 met w .

XXVI. De b en w gaan achter een ’neusletter, die vóór deze letters altoos de lipneusletter m is, over in eene p; en men bedient zich dan van de

w (mp). Dat deze regel ook soms op de ag van toepassing is , ofschoon niet tot de lipletters behoorende, is eenvoudig aan de boven (verg . XXIV) besproken ' verwisseling der letter ag met de lipletter w toe te schrijven .

Voorbeelden : agamapa (ậroempône), aroeng of rorst van Bóne ; arvagna (kamảnjampårrå),wilte , letterlijk rijst-, benzoin , van ka manjang, benzoin , en bårrå , ontbolsterde rijst ; a aswas (bîlampilang), rozenkrans, = het Mak . bílang-bilang, van bílang, tellen ; & (balåmpåñg),

warm houden , = het Mak. balámbant; and

(Âroempoègi), aroeng of

vorst van Wógi; in awe (wåttampîtí, de buik (wåttang), d.i.: het dikke, van de kuit (wití); voda (dâoempôdi), blad (dâoeng) van den vốdi-boom ; man (wâājampâājang), schaduw , van wádjang; o 'n

sa (såmpånne), van gelijke afkomst, zamengesteld uit sång en vấnne, af komst; o 'w 'a (simpårrå), even zwaar, zamengesteld uit sing en várrá , zwaar; ia ad aria (wånnampoelâwâng), gouddraad, zamengesteld uit wännany, draad, en oeláváng, goud; asw

e as(lepampoelêng), gedurig

42

aanleggen, zamengest. uit lépañg, aanleggen , en oeléng, gedurig;a

s

asa (oelåmpoelåūgång ), maanziek, van oelány, maan . m met n .

XXVII. Soms worden de twee neusletters m en n met elkander verwis

seld , bijv.: het Boeg . tjánnotvá, = het Boeg . tjåmmówá, vol ; het Boeg.má

nókó-nókó, knorren , = het Mak. mókó-mókó; het Boeg. na, gebezigd in zin

nen , waar een zachte nadruk op een woord of gezegde gelegd wordt, = het Mak . ma; als : het Boeg. máõtta -ná, = hetMak . sällo-má, reeds lang doe ik dat; het Boeg. sábará -no riyólo, = het Mak. sábará -maká riyólo, heb toch wat

geduld vooreerst; het Boeg .memâná -ni, = het Mak, ámáná -mi, zij heeft ge baard ; het Boeg. iya-natoë, lett.:dat en niets anders is het stellig, = het Mak . iya móntoe; het Boeginesche vnwoord van de 2 pers. moe = het Mak .noe. t met d .

XXVIII. De scherpe tong- of tandletter t wordt soms, doch hoogst zeld

zaam , met de daarmee verwante stompe d verwisseld ; bijv.: het Boeg. sila doé, = het Mak, silátóe , tegen malkander aanslaan.

t met tj. XXIX. Zeer dikwijls worden de t en tj met elkander verwisseld ; bijv.: het Boeg . tjóppó, = het Boeg . tóppó, het bovenste; het Boeg . tjátjé, = het Boeg . túlté, tikken ; het Boeg. Tžéling , = het Boeg . téling, schudden ; het Boeg .

tjóle, = het Boeg .tôle, cigaar; het Boeg . róljá , verward , = het Mak. rólasá ; het Boeg. tarilá, soort van boom , = het Mak . Tjarílá; het Boeg. ótí,uitpeute ren , = het Mak. kólji.

t met dj. XXX . Zooals ik boven (XXVIII) beweerde, worden de t en d soms met elkander verwisseld ; van daar ook de verwisseling der tmet dį,gelijk die van

d metdj(men zie beneden XXXIII); bijv.:het Boeg. djempo, gieten , = het Boeg . témpo; het Boeg. djampiling, een klap om de ooren geven , = het Mak . tampiling.

t met

:

XXXI. Soms, doch hoogst zeldzaam , wordt de t aan het begin eener lettergreep weggelaten ; bijv.: het Boeg . anjdjá , = het Mak. tanjdjá ,houding, manieren ; het Boeg. iloe, = het Mak . tiloe, pijn ondervinden , zeer -doen . d met tj. XXXII. Gelijk de d soms met t (XXVIII) en t met tj verwisseld wordt

(XXIX ), zoo treft men ook nu en dan verwisseling van d met tj aan ; bijv.: 't Boeg. délim , = 't Boeg. téling , = 't Boeg . Tjeling , schudden ; 't Boeg .

oclánjtjů , = het Mak. koelânderé , eene soort van knubbeltje. d met dj.

XXXIII. Evenals de 1 en de tš (XXIX ), 200 worden ook de d en de d; met elkander verwisseld , bijv.: 't Boeg . dátta en djattu , gewoon zijn ; 't Boeg . djingará en dinarå, eene soort van gouden munt; 't Boeg . mádjáppé en má dékké, kleven . d met r .

XXXIV . De verwiseeling van d en r komt in het Boegineesch zeer dik wijls voor, vooral wanneer men Makassaarsche en Boeginesche woorden te

zamen vergelijkt, doch dan hebben de Boeginesche woorden meestal eene d , waar de Makassaarsche eene r hebben. Voorts gaat in Boeginesche woorden

gewoonlijk de r over in een d bij aanhechting van de onafscheidbare vóór voegsels má , pa , a , tá, tjá , ka. Voorbeelden : het Boeg . ráoeng, = het Boeg. dãoeng , blad ; het Boeg. pâda , gelijk , zamen , = het Mak . pára ; het Boeg . pádan , deld , = het Mak. párang ; het Boeg . pôdo, woord dat een wenschen te kennen geeft , = het

Mak. pôro ; het Boeg .dorppa, ontmoeten , = het Mak .roeppu ; het Boeg .dóewa, twee , = het Mak . róewa; het Boeg. dewáta , God , = het Mak . reváta ; het Boeg . sáda, stem , = het Mak . sára ; het Boeg . sådding , voelen , = het Mak .

sáriñ ; het Boeg. sådde, zijde , = het Mak. sári;het Boeg .idång , belust, = het Mak. iramy; het Boeg.mádódja ,waken , van rodja ; het Boeg .mádakála , ploegen , van: rakála , ploeg ; het Boeg.mádoetoe-roetoe, gebezigd van een aan

44

houdend geluid , van : rotoe ; het Boeg. padángång, hiertenjager, van : rángány,

mrångång, op de hertenjagt zijn ; het Boeg. padáimping, doen heengaan, van : rámpáñj, heengaan; het Boeg. padimpa, iemand die opdrijft, van : rimpa , opdrij ven ; het Boeg . adempárráng, bezigen om mee te gooijen , van : rémpå , gooijen ; het

Boeg . adánnoeványi, iemand maken tot het object, waarop men vertrouwt, van: růnnorwang, vertrouwen ; het Boeg . adóempoe-roeſpoeng, een ' kleine soort van rookpot voor zieken, van : roempoe, rook ;het Boeg. tádéwang-réwang, zwaaijen ,

waggelen , van: réwang; het Boeg. tádóngka -róngka, met de beenen geheel uitge strekt, van rộngka ; het Boeg. tádówe-rówe, afhangen , van : róve; het Boeg .

tjádíyo-riyo, zich verblijden, van: riyo; het Boeg. tjádóró-róró, als 't ware ·voorover hellen , van : róró ; het Boeg . kadão, omhelzen , van: rão. d met l.

XXXV. Soms worden de d en 1met elkander verwisseld ; bijv.: het Boeg . mádéwå-dévů , gedurig zijn , = het Boeg . málévá-lévá ; het Boeg . sikódo , een

timmermanstoestelletje om te meten , = het Mak. singkólo ; het Boeg. sanga

dina, behalve, = het Mak. pasangalinna; het Boeg. légo-ligo, bamboezen zit bank of tafel , = het Mak . dégo -dégo. Die klankverwisseling heeft ook plaats, wanneer men het Mak. en Boeg. vergelijkt met andere polynesische talen ; bijv.: het Mak, kélong en het Boeg . élony, soort van kort gedicht, = het Jav. kidoeng; het Mak . en Boeg . lila , tong, = het Mal. liedah, het Jav. lidah , het Bat. dila . n met mj. XXXVI. De tong- of tandneusletter n en de verhemelte-neusletter ni

worden soms met elkander verwisseld ; bijv. : het Boeg . benjoe, gekneusd zijn , = het Mak. bénoesoe; het Boeg . bónjó , walgelijk van smaak, = het Mak . bónó ; het Boeg . Ånning, wenkbraauw , = het Mak . kánjing; het Boeg . ré nany, los, = het Mak . renjanj. n met dſ.

XXXVII. Gelijk men beneden (XLII) zien zal, worden ni en dſ soms met elkander verwisseld ; en zooals boven (XXXVI) gebleken is, is dit ook wel het gevalmet de n en nj. Geen wonder alzoo , dat er insgelijks , ofschoon

45

slechts zeldzaam , verwisseling van n en ī, plaats vindt; bijv. : het Boeg. sidjany, = het Boeg . sinany, natuurlijk . n met i.

XXXVIII. De letters » en 1 worden van tijd tot tijd met elkander ver

wisseld ; bijv.: het Boeg. nápoe , stampen (padie), = lámpoe ; het Boeg . nån nång, zich verwonderen , = het Boeg . lånnå ; het Boeg . anámmi, soort van goudgeel gras , = het Boeg. alámmi; het Boeg. tédong -mápanása, een buffel met knubbel of kwab op den nek , = het Boeg . tédong-mápalása ; het Boeg. ka

nốeroený, met een aalstreep (paard ), = 't Mak , kaloeroeng ; het Boeg.námó, het Bat. namoek , = het Mak . lámoe, het Jav. lamoek ; het Boeg. Nánomy , =

het Mak . Lânong, = het Mal. Lānoen, zeeroover van de Lānoen -distrikten ; het Boeg. nini, uit den weg gaan , = het Mak . lîli; het Boeg . Toelasá , kiel, = het Mak. lóenasá ; het Boeg . Tjangkoeling, soort van inlandsche lek

kernij, = het Mak tjanykorning. tj met dſ. XXXIX . De letters tj en dj worden dikwijls met elkander verwisseld . Achter de verhemelte-neusletter bedient de Boeginees zich bij uitstek van eerstgenoemde letter , en slechts hoogst zeldzaam bezigt hij dan de dj , gelijk de Makassaar gewoonlijk doet.

Voorbeelden : het Boeg . tjákká , = het Boeg. djákká ; het Boeg . tjóeri of

tjórí = het Boeg. djớerí of ējóri, streep ; het Boeg. Tjékony, onopregt, = het Mak. djékonš ; het Boeg.pinjtjåñg, porselein, = hetMak. pinjdjent; het Boeg. cônjtjent, naakt, = het Mak . bönjdjenj ; het Boeg . balãnjtja , onkosten , = het

Mak. balánjdja; het Boeg. Tjánjtji, overeenkomen, = het Mak.djánjdji; het Boeg.djónſtjo,soort van waterketel, = het Mak.Õjónjdjo;het Boeg.panjtjáðji,

doen worden, van: djäčši,worden ;het Boeg.njtjórējoeng,op het hoofd nemen ofdragen ,van:djórājoeng; het Boeg.manjtjálóc,spelen,van:djálóe. emen

t met s.

XL. Ook de letters tj en s worden dikwijls met elkander verwisseld ; bijv.: het Boeg . bitji , = het Mak . bisi, fluisteren ; het Boeg . bớelja , = het

46

Boeg. bóeså , vol ; het Boeg . bálji, = het Mak. bássi, meetsnoer ; het Boeg . bátjé, = het Boeg. bảssé, = het Mak . básse, klein meisje ; het Boeg. tjinám på,

= het Mak . sinampéré, aanstonds, eventjes; het Boeg. tjapátoe, = het Mak . sapátoe, schoen ; het Boeg . Tjitjång , = het Boeg . sisång , één keer ; het Boeg . tjiya , = het Boeg . siya, siyága, hoeveel?; het Boeg . mátžaléyo , = het Boeg . másaléyo , verzuimen ; het Boeg . Tjeơewa , tjóéwa, = het Boeg . seórwa , sewa , één ; bet Boeg . tjédi, = het Boeg sédi, één ; het Boeg . lólång, = het Boeg. ló . sång, te voorschijn komen .

į met ng XLI. De tj aan het begin eener lettergreep , wordt soms, evenals boven

van de k , g, p, b , u en t bleek , weggelaten ; bijv.: het Boeg . tjile, = het Boeg . ile , lekken ; het Boeg. Tjóri , = het Boeg . óré, streep ; het Boeg. Tjómpá , = het Boeg. 6mpó, te voorschijn komen .

djmet ñj. XLII. De twee verhemeltc-letters dj en nj worden soms met elkander

verwisseld ; bijv.: het Boeg,añjárang, = het Mak. djárañj, paard; het Boeg . njánjang, = het Mak. djanjdjanj, ergens op of naar staren ; het Boeg.wāđjó, = het Mak. bánjoró, soort van boom ; het Boeg. widjá, = het Mak. binjará, ort

V

iemand verwijtingen doen . Ti met y.

XLIII. De letters dj en y worden dikwijls met elkander verwisseld ,

vooral wordt de y der Makassaarsche woorden in het Boegineesch meestal met eene dj weergegeven ; bijv.: het Mak , kayoe, = het Boeg . âdjoe, hout; het

Mak. kováyang, = het Boeg . kowádjang, soort van roofvogel; het Mak. áko

wayang, = het Boeg .mákováājang, steigeren; het Mak. tábinaya, = het Boeg . tábinádja , rondfladderen ; het Mak . samaya , = het Boeg. samádja, gelofte ; het Mak . sayang, = het Boeg . sádjang, zweven ; het Mak . bóryany, = het Boeg .

oedjainy , papier ; het Mak. ó yoen ), = het Boeg.odjoeng, bos; het Mak . ayóka, = het Boeg. adjówa, juk ; het Mak. bayará , = het Boeg . wídjá.

dj met r. XLIV . De letters dj en r worden soms, doch hoogst zeldzaam , met elkan

47

der verwisseld ; bijv.: het Mak. ánjdjo, = het Boeg . ro, die ; het Boeg. djám ma-djámma, = het Mak. rámma-rámma, vastklemmen met de hand ;het Boeg.

djáāji, = het Mak. őjári,worden . dī met l. XLV. Soms, doch nog zeldzamer , worden ook de dj en 1met elkander verwisseld ; bijv.: het Boeg. djampå , = het Boeg . lápå, digt-maken; het Boeg . djaloe, = het Mak. låloe, spelen (mannetje en wijfje).

độ met 8. XLVI. Evenals de tj en 8 met elkander verwisseld worden (verg XL); 200 is dit ook soms het geval met dj en 8 ; bijv.: het Wâdj. djárróe = het Bon.

sárroe-sårróe, = het Mak . séré-séré, soort van vogel. Omtrent de Boeginesche en Makassaarsche woorden , die uit het Arabisch overgenomen zijn en in die taal met eene 3 , ‫ ش و‬of ‫ ص‬geschreven worden , valt aan te merken , dat alsdan dikwerf de dj, maar toch ook wel

de & gebezigd wordt.

Bijv.: het Boeg. djákká, of såkkå en het Mak. Õžákká, = 't Arab. 8b; , zuivering, aalmoes; het Boeg. en Mak. djina , = 't Arab. Lij, hoererij; het Boeg . en Mak. djikirí of sikiri, = het Arab . So, vermelding van Allah's

of Mohammed's lof; het Boeg. en Mak.djámmañg, = het Arab. W hoj, tijd; het Boeg. en Mak. djímá of simá, = het Arab. äidis , talisman ; het

Boeg. en Mak.djárá , = het Arab. 555, atoom ; het Boeg.djamấrró, = het Mal,zamroed, = hetArab. 0%0%; het Boeg.en Mak. sa, = het Arab. woli , wezen , eigenschap ; het Boeg sákará , = het Perz. Kü, suiker ; het Boeg. en Mak . soekoeróé, = het Arab . natü , dankzeggen ; het Boeg. en Mak . sípá ,

= het Arab. äés, hoedanigheid ; het Boeg. sáparåñg en het Mak. sápará , = het Arab. páó, tweede maand; het Boeg. en Mak. sábañg, = het Arab. wher , achtste maand ; het Boeg . en Mak. soeboe , = het Arab.S

o ,

de tijd des gebeds 's morgens te half vijf ure; het Boeg . en Mak. sábará ,

= het Arab. mó, verdragen ; het Boeg. en Mak. sáboeróé, = het Arab. Nij, de Psalmen; het Boeg. en Mak. sábelé, = het Arab. duw , wey.

48 dj met aan. XLVII. Evenals de tõ,k, 9, p, b,c en t (verg. XLI), valt de dj somsweg aan het begin eener lettergreep ; bijv.: het Sidenrengsche djé , = het overal elders in de Boeginesche landen gebruikelijke e, = het Mak. ánne, deze; het

Boeg. seadjing, bloedverwant, = sidjadjiný, zamengest. uit si, tezamen , en djadji, worden , geboren worden . go met l.

XLVIII. De letters r en 1 worden na en dan met elkander verwisseld ;

bijv.: het Boeg. pagárroesoe , = 't Mak. gáloesoe, roeikransen op eene praauw ; het Boeg. galóempany, = het Mak . garóembang, soort van geluid ; het Boeg. galimpóewá, = het Mak. limbóewá of rimborwá , opwellen ; het Boeg.mádjoeloe

máta , = het Mak . áðjóeroemáta, zijn gezigt wasschen ; het Boeg . sárról, = het Boeg. sállóe, inschuiven ; het Boeg . salónde , = hetMak. saróndený, soort van

geregt; het Boeg.råtboeng, = het Mak. lebong ; het Boeg.ráđjoe, = het Mak . ládjoe, drijnen ; het Boeg . rorroá , = het Mak. lóewang , overkoken ; het Boey. aráng, = het Mak. alléyang, totdat, van ára, = het Boeg . ala , = het Mak . aile , nemen . je met

a

XLIX. Evenals de dj, tj, k , 9 , p, b , w en t (XLVII), valt de r soms weg aan het begin eener lettergreep ; bijv.: het Boeg. rimme, = het Mak. ámme, in water weeken ; het Boeg. råmmå , = kámmå , = tåmmå, = het Mak. ámasá , intrekken , doortrekken . 8 met ng

L . Evenals de r , dj, tj, k , q, p , b, c en t (XLIX ), valt de s soms, doch

hoogst zeldzaam , weg aan het begin eener lettergreep ; bijv.: het Boeg. oem beny, = het Mak. sóimbeny,wroeten in de aarde.

h met i . LI. De Arab.

wordt bij het overnemen van Arabische woorden in het

Boegineesch mcestal met h doch ook wel met de k weergegeven , als : mahalló

49

ofmahålőeků, = het Arab. ügisió, geschapen, v. d.: schepselen,menschen ; hasiya , = het Arab.wolá , eigenschap, hoedanigheid . $ 50. Ingeschoven' medeklinkers.

I. Zeer dikwijls wordt de letter k ingeschoven ter vermijding van hiatus,

vooral tusschen het vóórvoegsel mú, a, pa of pe en een woord datmet een ’

klinker begint, bijv.:mákánje, een' visch mákita , zien , van ita ; mákélong, zingen , van élong, soort van gedichtjes ; má kólá , meten , van ólá , maat; akánjtjoeroekång, smeltkroes, van anjtjoeroe, smel ten ; akuroengång, koningrijk , en pakaroeng, tot koning aanstellen , van aróeny, koning; pakisång , een weten , van isång, weten ; pekali-áli, iemand hinderen , van

áli ; pekoelle-oelléi, iets zooveel mogelijk doen , van oelle, kunnen . Voorts wordt de k ook ingeschoven tusschen een werkwoord dat op een

scherpen klinker eindigt en één van de achter aan het woord aan te hechten onafscheidelijke voornaamwoorden á , o en í , bijv.: másiríká , ik schaam mij,

van másiri, zich schamen ; málveppóéká, ik heb honger, van máloeppoe , honger , hebben ; sóró-ko, wijk gij, van sóró, wijken ; salámá-ki, wees u gegroet. Hierbij houde men echter op het oog , dat, gelijk later bij behandeling van de voor naamwoorden blijken zal , ko en kí ook gevoegd worden achter werkwoorden ,

die op een zachten klinker eindigen , hetgeen met ká niet het geval is. Verder wordt ook soms bij aanhechting van de achtervoegsels ång en 2,

waarover later gesproken zal worden , achter woorden die op een ’ scherpen klinker eindigen , eene k ingeschoven ; doch in dit geval bedient men zich meestal van eene r of s. Voorbeelden : asabákány, reden , oorzaak , van sábá ; tanákki, bezwaren , van tánå , zwaar ; leđjāki, vertreden , van lédjá , treden .

Eindelijk heeft dit inschuiven eener k ook nog plaats bij verdubbeling van een woord of zamenstelling van twee woorden , wanneer het eerste woord op een scherpen klinker of op een ' nasaal eindigt, en het iweede woord met

een ' klinker aanvangt. Wat echter die nasaal betreft , die valt in dit geval soms geheel weg, gelijk later aangetoond zalworden .

50

Voorbeelden : âlå -kâlå , bosschaadje , van álå , bosch ; áré-káré , gering ach

ten , van áré;ánú -karoeng, lett.: een vorstenzoon , zamengest. uit áná , zoon , en aroeng, vorst; mảnjtjing-kảnjtjing, gebezigd van zeker zich herhalend geluid, van ảnjtjing ; médjeny-kédjenj, er gedurig uitspringen (water), van édjenj; má kinang-kóſro, terugkeeren naar zijn plaats, zamengesteld uit makinang, terug keeren , en onro , blijven ; ompórång-kásso , opgang der Zon , zamengesteld uit : ompórång,opgang , en åsso, Zon ; aleppoérång-kininawáë, het ontslippen van de ziel, d . i.: het uitblazen vun den laatsten ademtogt, zamengesteld uit: alåppoe rång, ontslipping, en ininawa, ziel.

II. Soms wordt ter vermijding van hiatus eene ñý ingeschoven. Zoo bij voorbeeld : pékoe-ngáre-ga, in stede van : pékoe-are-ga , ik weet niet,hoe ?, zamen gesteld uit : pekoega + áre. Men kan ook zeggen : pékoeváre-ga , en dit is ze ker meer in overeenstemming met den aard der letter w . ($ 15 .) Zoo zegt men ook : ningáre-ga , wie ook , zamengesteld uit: niga + áre ; aga-ngáre, wat ook , zamengesteld uit: ága + áre; koe-lå -nği, zamengesteld uit koe + lå , = la , = ála, + i. Zoo ook: pangangkå, = parangkå , waardij, van angkả ; to-tiwiëngi, zij die hem brengen : zamengesteld uit : to-tiwiē, zij die brengen, t i pers. voornv . 3 pers.; to-sáppáëngá , zij die mij zoeken , zamengesteld uit: to-sáppáë, zij die zoeken , + á , pers. voornw . 1 pers. enkelv . b.

III. Tusschen het vóórvoegsel má , a of pa en een woord dat met een' klinker begint, wordt dikwerf eene 6 ingeschoven, tenzij men liever denke

aan de verwisseling van ag met 20 ($ 49, XXIV) en vervolgens van w met 6 ($ 49 , XX) ; bijv . van oera komt: mábóera , geneesmiddelen gebruiken , pa bóera , geneesmiddel , aboerány, als geneesmiddel gebruiken . -

d.

IV . Soms wordt ook ter vermijding van hiatus tusschen het vóórvoeg sel má, a of pa en een woord , dat met een' klinker begint, eene d ingescho

ven . Zoo bij voorbeeld : padisång, = het boven ($ 50 , I) aangehaalde paki sång, een weten , madisångång, te weten , adisányi , ergens van weten , padi

sáñgång, wetenschap, papadisány, kennisgave, apadisůnyány,bekend maken , van isiny, weten. Bij het op zich zelfstaand voornw . 2 pers. enkel- en meerv. of voornw . 1 pers. meerv. idi heeft men welligt ook aan het inschuiven van de d tus

schen het vóórvoegsel i en het achter aan de woorden te hechten voornaam woord van dezelfde beteekenis , te weten í, te denken , n.

V. V. d . Tuuk maakte reeds in zijne Tobasche Spraakkunst , bl. 50 , Aant. 2 , de opmerking, dat het Boegineesch en Makassaarsch gaarne n als sluiter vóór een r hebben . Hij had er zeer goed bij kunnen voegen ,dat dit in het Boegineesch nog meer dan in het Makassaarsch het geval is. In eerst genoemde taal vindt men dan ook , gelijk wij bij het bespreken van het al phabeth gezien hebben , een teeken dat beide letters tezamen vereenigt, te

weten de qd (m ). Van daar, dat men dikwijls tusschen het telwoord en rópa, voorkomen , soort, de n ingeschoven vindt, als :v a n (doe

wañoềpa),twee soorten,

som

(tâlloefroềpa),drie soorten,w enn

(pâtañrołpa), vier soorten , ' ajama 'a (pituenroepângång), met zeven derlei soorten. Zoo zegtmen ook:ww (nroepa),herkennen , van rơepa ; a 'a

(mrångång), op de hertenjagt zijn, van rángång; wsa (kegâre), lett.: waar ook, v, d .; wat door ook , welk ook.

Van

(iya), die, dat, hij, zij, het: a n

agla (iya-âre),

igassa (iyâre), die,wie ook ; hij, zij,wie ook, enz.; as (iya-iyânna), hij, wie ook van hen , zij,wie ook van haar, enz., v. d.: al wie,

wie ook, al wat, wat ook, bijv.: na ang savna orsan (iya iyânna-moewa karêta), een rijtuig van sien ook , dat komt er niet op aan ;

igas nga

ang nanas. Naso

a - na (iya-iyânna-na

tâne pogâge gâbe-mádjá), al wie eene slechte daad doet. Soms wordt dit iya -iyanna ook verbonden met het insgelijks in het Ma kassaarsch gebruikelijke sála , het Jav . salah , het Mal. sāleh , ondeelig , ondeel

baar, bijzonder ; bijv.: ons namn

asawa

ava naaina

arus (sâla-iya-iyânna-manî parewảna lopiye

ridjâma), welk scheepstuig er ook behandeld , d. i.: gebruikt, worde. ~

ngmas na nunuaragi

(sâla-iya-iyânna pâda-pa

204

dannâë), en alle dergelijke meer. - Qo ason ano '.

g

(ri-sala-sa -iya -iyânna soekarảkoe) , in alle mogelijke moeijelijke om

standigheden , waarin ik maar kom . - Oasong

a

(sâla-se-iya-iyânna), = sála -sa-iya-iyánna.

Wanneer men ons onbepaald voornaamwoord men in het Boegineesch wil

uitdrukken , bedient men zich , evenals in het Makassaarsch , van een woord dat menschen beteekent, evenals de Maleijers hun õrang, de Engelschen

hun man , men, people, enz. bezigen , bijv.: aaaa aavi (ångka-ni tâoe-makåda ) lett.: er zijn menschen die zeggen , v. d .: men zegt. Dit tãoe wordt ook gebezigd , om ons onbepaalde iemand weer te geven,

bijv. :. via

via

inneala ang ina nan .

(Mâgi moetêya werêngi taoewe anána ?), waarom wilt gij iemand zijn kind niet afstaan ?

E.

BETREKKELIJKE VOORNAAMWOORDEN.

$ 201, Gelijk boven (§ 169) reeds is aangemerkt, kent de Boeginees evenmin als de Makassaar in zijne taal een betrekkelijk voornaamwoord. Ook hij brengt in zijn ' kinderlijke manier van spreken eenvoudig de zinnen , dic wij gewoonlijk van een betrekkelijk voornaamwoord laten voorafgaan , geheel

of gedeeltelijk onmiddellijk met het woord , waartoe zij behooren, in ver band , 200 zelfs dat die beide als 't ware tot één woord worden zamenge smeed ; van daar dan ook, dat het als bepalend lidwoord gebezigde voor

naamwoord e nimmer aan het woord , waartoe die volzin behoort, maar eerst achter aan dien volzin , of een gedeelte daarvan , aangehecht zal worden ;

bijv.:casamningaan . (bîlí oewatiñrôwi), eene kamer, ik slaap er, van asialain (atiñrowi), ergens slapen , van aa (tinro), slapen , v. d . : eene kamer in welke ik slaap . Wil men nu vertalen : de kamer , in welke ik slaap, zoo wordt het onafscheidbaar aanhechtsel e niet achter bili ,

maar achter oewatiññówi aangehecht. Men zegt alzoo: más again Warnss . (bîli-oewatiñrowiye). Zoo zegtmen : gaasanga wana . (bôla naonīrówi), lett. : een huis hij bewoont het, v.d.: een huis dat hij bewoont. En met het onafscheidbaar aanbechtsel e wordt het : 24mga

205

aga gainen . (bôla-naôhrowiye), het huis dat hij bewoont. Zoo zegt (wanoèwakílokkâi mâtoe),let

men : an ana iragasig va

terlijk : een land wij zullen er heengaan , v. d.: een land naar hetwelk wij zullen heengaan . En met het onafscheidbaar aanhechtsel e wordt het : anana

vagao

g

var (wanoềwakílókkaîye mâtoe),het land naar

hetwelkwij zullen heengaan. Zoo zegtmen : oa wa n a

' , (soerå poera oedjanjtjiyakko , lett. een geschrift, ik heb het u beloofd,

v.d.: een geschriftdat ik u beloofd heb. Enmet het onafscheidbaar aanhechtsel sana (sofrå-podra-oedjanj ' qangi wordt het: a

tjiyangê-ko), of

aquapag a

v

namna

(soèrå-poerâë

oedjanjtjiyakko), het geschrift dat ik u beloofd heb.

WEDERKEERIGE VOORNAAMWOORDEN .

$ 202. Ook de wederkeerige voornaamwoorden bestaan in het Boegi neesch evenmin als in het Makassaarsch. Men drukt ze echter uit doormid

del van een woord , datde beteekenis van ligchaam heeft; teweten age as (âle) en man os as (watakkâle), waar men het persoonlijk voornaam woord achter aanhecht, bijv.: agsas. (alêna ), of aanvragen

(watakkalêna), lett.: het ligchaam van kem , v. d .: zijn ligchaam , v. d.: eelf , zich zelf.

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN .

$ 203. Ook deze soort van woorden bestaat , 200als boven aangemerkt is , sa en in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch . Gewoonlijk drukt men

onze bezittelijke voornaamwoorden uit, door achter het woord van de bezit ting het voornaamwoord , dat den persoon des bezitters te kennen geeft, als het ware in den Genitivus of tweeden naamval te laten volgen . Aangezien nu zulk een persoonlijk voornaamwoord met het zelfstandig naamwoord

letterlijk tot één woord moet zamensmelten , zoo bedientmen zich natuurlijk in dit geval van die vormen , welke daartoe het meest geschikt, en als zooda nig reeds boven bij de behandeling der onderscheidene persoonlijke voor

206

naamwoorden achtereenvolgens zijn opgegeven . Men bezigt alzoo voor het Hollandsche zijn of haar, of hun , het Boeginesche na ($ 181, lett. 6); voor uw het Boeginesche moe ($ 186 , lett. b) of ta ($ 188); voor mijn het Boeg. koe

($ 193, lett. 6 ); voor ons het Boeg. ta ($ 194), ki (f 194), king of mảnh ($ 196). Over de wijze , waarop deze aanhechting geschiedt, is in de aangehaalde paragraphen reeds uitvoerig gesproken . Ik kan dus volstaan met derwaarts te verwijzen. $ 204. Om onze zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden in het Boe

gineesch uit te drukken , bedient men zich , evenals in hetMakasaaarsch, van het woordje ag

(ậnoe ), dat in beide talen , gelijk ook in het Maleisch

en Javaansch , een ’ persoon of zaak te kennen geeft , waarvan men den naam onbepaald laat. Het kan derhalve op onderscheidene wijzen vertaald worden, nu eens met: deze of die , dit of dat , dan eens met: een zeker iemand , dan

weder met : een zeker iets. Achter dit woordje nu plaatst men dikwijls de zooeven aangehaalde voornaamwoorden na van $ 181 , lett. b,moe van § 186,

lett. 6 ; of ta van 6, 188, koe van $ 193, lett. 6 ,en ta of ki van 194, als mede kåñg of mång van $ 196 , en krijgt hierdoor: ngan (anoềna), iets van hem , haar of hen , d. i.: de of het zijne, hare of hunne; ag a

v

(anoemoe) of as an (anoeta), iets van u, d. i.: de of hetuwe; nga (anoekoe), iets van mij, d. i.: de of het mijne ; agan (anoeta), aga

(anočkí), as

(anoeking ) of as a

(anoèmång), iets van

ons, d . i.: de of het onze. $ 205. Behalve deze manier , heeft men ook nog eene andere , om onze

zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden in het Borgineesch weer te geven , en wel door middel van wa (poenna), dat overeenkomt met het Mal.

ămpoenja (van ămpoe , welligt Heer), en waarschijnlijk eene verbastering is van opoena, zoodat het letterlijk beteekent de heer van hem , enz., als zamen

gesteld uit őpoe, titel van vorsten in Lóéwoe en op Saleijer, het Bat. opoe, ompoe , het Menahassiesch -Alfoersche ěmpoent , opo, het Boeroesche, Ceram sche en Djilolosche opoe en oepoe , het Soembawasche oppoe of ompoe , groolda

der, grootmoeder, en van daar gebezigd, om goden of hoogere wezens aan te duideu , + het pers. vnw . 8 pers. na. Dit poenna nu wordt altoos geplaatst

207

achter het woord dat den bezitter aanduidt, en dus hier achter het persoonlijk voornaamwoord , waarvoor men dan steeds één van de op zich zelf staande

vormen bezigt : g (iya), g

(îya), agora (iko) of is

(idí) of is

(ikång). Van daar in

idí), nga ga liya

poenna), lett.: hij, zij of het (is) er de heer of vrouw , de bezitter of bezitster van, of zij (zijn ) er de heeren of vrouwen , de bezitters of bezitsters van, d . i.: het is

de of het, zijne of hare, of: het is de of het, hunne of hare ;

na

(iko poenna), gij (zijt) er de heer of vrouw ,de bezitter of bezitster, de bezittersof

bezitsters van , d. i.: het isde of het,ute; ag na lidí poenna), idem ; 4 . Na (iyå poenna), ik (ben ) er de heer of droul ,de bezitter of be

zitster, van , d. i.: het is deof het mijne; ag

(idí) of an is (ikång) ~

(poènna ), wij zijn ) er de heeren of vrouwen , de bezitters of bezitsters van , d . i.: het is de of het onze.

ACHTSTE HOOFDSTUK . OVER DE VOORZETSELS.

$ 206 . Het meest gebruikelijk voorzetsel is het woordje as (i) of met

voorvoeging van de in het Boegineesch zoo gebruikelijke r ($ 50, VI) a (ri). Reedsmeermalen werd dit woordje door mij besproken . Zoo zagen wij $ 62, dat het achtervoegsel der transitieve en causatieve werkwoorden (*), en $ 83 ,

dat het vóórvoegsel der passieve werkwoorden (i of ri) oorspronkelijk niets anders was, dan het thans te behandelen voorzetsel. Ook § 172 en $ 180 bleek het ons, dat het aanwijzend thans slechts als persoonlijk voornaam

woord van den 3 pers. voorkomend voornaamwoord , evenals gemeld vóór

en achtervoegsel, hierin met het voorzetsel i ofri overeenkwam , dat het pri mitief slechts een demonstratief woordje , gelijk ons zie! of dergelijken , was.

Het voorzetsel i of ri geeft alzoo slechts een verband of betrekking te kennen , zoveel als : wat betreft, ten opzigte van , of iets dergelijks , en is, al naar gelang van den zamenbang, in het Hollandsch te vertalen. Zoo bijv. bij de werkwoorden , die een ergens zijn of verblijven te kennen geven , met te ,

208

in , bij, op, met, enz. Z00 , wanneer het werkwoord cen ' rigting of beweging

naar of tot persoon , zaak of plaats aanduidt, met naar, tot, enz. Zoo einde lijk als er sprake is van een komen of afkomstig zijn van persoon , zaak of plaats, met van, uit, enz.

Voorbeelden :ang n

i s

(naîya ri-iyả), en wat mij betreft; a

a okaa (naîya ri-soeråta), en wat dezen uro' brief betreft; va Wacaa n (môñrowi ri-Djoempândañg), hij woont te Makas sar, met andere woorden : zijn wonen heeft betrekking op, betreft, Makassar ;

aga angaga (tônany riyanjârang), zitten op een paard, aga

n

adnase ag (ångka-ni ri-bolâë), hij is in het huis; vonia ag agaaradag u (másômpi lâo ri-tâna-Balânda), lett.: zeilen ,

guande met betrekking tot Holland , v. d .: zeilen naar Holland ; waragin

aanva (pôle-ni ri-tâna-Mâróe), hij kwam van het land van Maros , met andere woorden : zijn van daan komen had betrekking op , betrof, het land

van Maros ; vasaragan 'a (mâla ri-ewângång), nemen met het

zwaard:a

v

(ri-tîmoe), mondeling; a man (riyâwa), beneden, van

áva,benedenzijde; ansas (ri-lålång), binnen , van lálång, binnenzijde ; ag

as ha (i-liwång), aan de overzijde, van ag na (lîwang), oversteken; vn

n

a (mápâoe ri), spreken tot of over; ama ang asa. (riwočno ri lânoe ), gedood worden door NN ; anawa anga (ritônrong ri

lânoe), geslagen worden door NN ;

Niss

a

n

(tápalábbi

yangi riyânoe), het is meer dan dit of dat, lett :het is meer, in betrekking tot dit of dat. Wanneer men het voorzetsel i of ri met een persoonlijk voornaamwoord verbinden wil , bedient men zich nooit van de pronominale affixen , maar slechts van de op zich zelf staande persoonlijke voornaamwoorden. Men zegt alzoo nooit: rina, maar riſya, of zamengetr. riya, aan hem ; nooit rímoe,maar

riſko, of zamengetr.: riko , aan u ;nooit rita , maar riidí, of zamengetrokken : ridí, aan u , enz.

$ 207. Behalve dit voorzetsel heeft men nog eenige andere, waaronder

de voornaamste zijn : 9m (karâna), o & (sâbá) en vor (moeka), reden , oorzaak, v. d.: wegens; wa (gângka), om (sângka) en as a

(angka), of waa (gangkânna), ona (sangkânna) en aan

209

(angkânna), tot, of wanneer men met zijne gedachten tot een verleden tijd stip terugkeert : sedert, men houde echter op het oog , dat dit gângka, sángka . .

en angka eigenlijk slechts werkwoorden zijn , ons reiken, komen tot, beteeke nende; odma (sibâwa), met, lett.: tezamen , van si, één , naauw tezamen verbonden , zamen , wederkeerig, elkander ($ 123, lett.b , en § 222), en wära ,

brengen ,bijv.: aso san sam (Lânoe sibâwa anána), NN met zijn' zoon , –m a no. (oesibawâng),met mij , gasosan

sa (tảoe-oesibawâë) of ang mga sanga (tâoe-oesibâwange), de man die met mij is;'s ag ng a (silkong), tezamen , met, van si ($ 123,

lett. 6) en lấo, gaan ($ 51 , III), bijv,: asmoasagananna

(Lânoe silâong åppóna), NN met zijn kleinkind , - ao agasa'a (na silaộngåñg), met hem ; on ng (sốla), mel, welligt zamengetrokken uit si ($ 123, lett. 6), + bla , gaan , volgen (§ 51º, II); on 8 (sôba), Oud-Boegi neesch = sóla .

Ons met wordt ook soms, wanneer er twee personen of zaken zijn , met behulp van het telwoord dóewa, twee, ($ 124) uitgedrukt, door daarachter het transitieve achtervoegsel ang ($ 63), en daarvoor een pronominaal præfix, als

oe, moe ,na , enz. te plaatsen; bij voorbeeld : aguna (oedoewâng), lett.:

in betrekking tot mij, twee, v. d .:met mij.Zoo ook :v

met u ;

a n (moedoewâng),

vas. (nadoewâng),met hem . NEGENDE

HOOFDSTUK.

OVER EENIGE VOOR - EN ACHTERVOEGSELS DIE IN HET (JWOORDEN EN HOLLANDSCH MET MET ONZE BIJWOORDEN EN VOEGWOORDEN VOEGWOORDEN WEÊRR TE TE HOLLANDSCH

N45

B

GEVEN ZIJN, OF TOT HET VORMEN VAN ZOODANIGE WOORDEN GEBEZIGD WORDEN .

$ 208. Dat ng (a) dikwerf oorspronkelijk als een demonstratief woordje voorkomt, is reeds meermalen door mij aangetoond. Zoo bij voorbeeld bij

het bespreken van de achtervoegsels der werkwoorden en naamwoorden ang en ång ($ 63 en $ 108). Zoo bij behandeling van het vóórvoegsel der werk woorden en naamwoorden a ($ 70 en $ 104). Zoo in § 171 over het aanwij- . zend voornaamwoord a . Zoo eindelijk in § 199 over het vragend voornaam 14

210

woord a of aga , wat? Geen wonder alzoo , datditzelfde demonstratieve woordje a ook vóór aan een woord gehecht wordt, waar wij bij de keuse of het on

derscheid maken tusschen twee personen of zaken , vóór het in de tweede plaats genoemde woord ons van of bedienen , en alzoo daarop bijzonder de

aandacht vestigen ; bij voorbeeld :annan avarur . (âta -gi-rô a-maradêka ?), is hij een slaaf, of een vrije ?

$ 209 . Het Boeginesche achtervoegsel w (ga ) komt overeen met het Ma kassaarscher (ka); en , evenals dit oorspronkelijk een demonstratief woordje zijnde , wordt het ook dikwerf, gelijk wij $ 199 gezien hebben , ge bezigd als teeken van een ' vraag ($ 49, I). Hoe de onafscheidbare persoon lijke voornaamwoorden van den ! pers. enkelv. ú , van den 1 pers. meerv.

í en king, van den 2 pers. enkel- en meerv. o en í, en van den 3 pers. enkel en meerv. i, daarmee verbonden worden , kan blijken uit § 180, 187, 189 , 192, 194 en 196. Bij voorbeeld : naan arvioi. (ångka-ga

tâoe-makåda ?), zijn er menschen,die zeggen ?;was as madani

(pôle-k @goto? ?)waar komt gij van daan ?; asnorsoona

(lôkka

kêgi-toe ?), waar gaat gij heen ? Behalve als vraagwoordje komt het Boeginesche ga ook gelijk het Ma kassaarsche ka voor, waar wij ons van of-- - of bedienen ; bij voorbeeld :

tásán van

(bếmbe-ga, mânoe-ga), of geiten of hoenders.

$ 210 . Van het demonstratieve woordje a , waarvan in de vorige g door vóórvoeging eener g het achtervoegsel ga (= het Mak. ka) gevormd werd , leidt men met behulp der neusletter n het vóór- en achtervoegsel na af. Als pronominaal vóór- en achtervoegsel komt het, gelijk wij $ 181 gezien hebben , volkomen overéén met het Makassaarsche voornaamwoord van den

gden persoon na. Deze overeenkomst met het Makassaarsch vindt ook plaats , wanneer na

als vóórvoegsel en wel als voegwoord , optreedt. Alsdan springt de oorspron kelijke beteekenis van zie ! of dergelijken in beide talen nog duidelijker in het oog; en alleen uit het verband van den zin is in dat geval op te maken , hoe

het woordje na in het Hollandsch te vertalen zij. Dit geschiedt vooral op driederlei wijze : 1º. evenals het Maleische slo , nu eens met wijders , voorts en dergel.,

211

dan eens met en en dergelijke meer; bijv :vaarana v a

s

an

(márånnoe-wêgan -ni, na-nâkåda-na), letterlijk : hij verblijdde

zick seer ; zie ! hij zeide, d . i.: hij verblijdde zich zeer , en zeide.

2º. met opdat; bijv.: as anna vasawanan agaan nagsag . (lôkkawá mâtoe, na-koewita-tôwi iya-ro bolâë), letterlijk : ik zal gaan , zie! dan zie ik het ook , dat huis, d. i.: ik

zal gaan , opdat ik het ook zie dat huis. 3º. met dan , om den vergelijkenden trap te helpen uitdrukken ; bijv.:

varannaga

(máradjângi-toe na-lânoe),lettert.: die-hij is

grooter , sie'NN ), d . i.:hij is grooter , wanneer men let op , kem vergelijkt met, NN , d . i.: hij is grooter dan NN. Verg . $ 118 . - a n asiaa

(riyôlo na), eerder dan . Verg . $ 217 over : blo. Wanneer na als aehtervoegsel derol van bijwoord vervult, komt hetmet Makassaarsche ma overeen . Het demonstratieve a geeft dan bij beiden den

nadruk te kennen , die op een woord of gezegde gelegd wordt, terwijl de nasaal, in het Makassaarsch de m , in het Boogineesch de-n , aanduidt, dat die nadruk zacht en vriendelijk is. Van daar wordt dit achtervoegsel nu eens gebezigd , als men vriendelijk maar ten sterkste ergens toe aanspoort of uitnoodigt , dan eens, wanneer men op stelligen en zekeren , maar toch ook

zachten vriendelijken , toon spreekt. Geen wonder alzoo ,dat men zich vooral dikwerf van dit achtervoegsel bedient, waar wij den verleden tijd zou den bezigen .

Intusschen komt het ook voor in den tegenwoordigen tijd , en is menig . maal met behulp van ons reede, al en dergelijke woordjes te vertalen . Zoo wordt het insgelijks in den tookomenden tijd aangewend , indien men stellig overtuigd is , dat iets zijn , of gebeuren zal. Bij vragen gebezigd, zon het kunnen aanduiden , dat men een stellig en zeker antwoord verlangt, of ook ,

dat men aanneemt,dat het een ofander immers"stellig sób is. Hoe dit na met de onafscheidbare persoonlijke voornaamwoorden van den 1sten persoon enkelv . á , van den 1sten persoon meerv . é en kåñg , van den

2den persoon enkel- en meerv. 0 en é, van den 3den persoon enkel- en meerv. i en a verbonden wordt, kan men zien in § 180, 187, 189, 192, 194 en 196 , 14 *

212

Voorbeelden : vinos . (månre-no), eet gij toch. (NB.máñreo of máñre-ko beteekent insgelijks eet gö, maar kort af en meer gebiedend.) – odaanangnaga

(s&bará-no riyôlo ), heb toch maar wat geduld

vooreerst . (Sábará-ko riyốlo insgelijks niet zoo vriendelijk ;wij zouden zeggen : as ngang (Máscèro-no heb toch geduld, jij). - voanan

målli âwo?),gij hebt immers toch bamboes laten koopen ? - War (połra ná),wel stellig heb ik dat. - vi n nana . (Máitta-no tâdjå nga?), wacht gij mij reeds lang ? – vinna . (Máſtta-ná), reeds lang doe ik dat. — 1990

vas (lôkka-ná mâtoe), ik zal gaan , het is

stellig mijn voornemen om te gaan . - evronson

a

gan

sa . . (memâná-ni sêdiworowâne),zijheeft één zoon gebaard. - u

w o win : (mádjâppa-ājâppa-ni), hij is alweêr gezond ,hij is hersteld. vania . (mávånni-ni), het is al nacht. - asan as (tåtté-Annån -ni),het is reeds zes uur. - Ondinin ngassa

(si

yamp&nni-ni oblåſage?),de hoeveelste van demaand is het al? - asinin vaag (åga-na a (tậlloempånni-ni), hetis reeds dederde. - aga Avans (soenakån

moepäoe?),wat washet,dat gij daar zeidet ? -

na-ni), lett.: zijn besnijden (d. i. : de tijd waarop hij behoort besneden te worden ) is er al, is daar. (NB. dit geeft den leeftijd van twaalf, dertien , jaar te

kennen.) - sonnaga aia v : (kêga-ni oñrômoe?),geef mij be paald op, waar uwe verblijfplaats is. –

va m

agás co vás as

A

ninamvu

now avouras

amawviomag asang againvia

(iya-na

na-kípowadâda-mânåñg soekoeroe alåhamdoe lillå ,âpa tå-mâka-makâï radjân na pamasêna Âlla-taâla rikång -mânång), lett.: dit is bepaald 200 , dit is stellig, of zonder bedenken , namelijk : dat wij Gode dank zeggen , daar bijzonder groot is de ontferming des Allerhoogsten over ons allen ; v. d.: deswegens zeggen wij Gode dank,dewijl 200 bijzonder groot is, enz. — Zoo ook : iga ning '. .

(iya-naë), lett. dit en niet anders is het stellig, of: dit juist is het , gelijk mede:

inn

a n

. (iya-natoe), lett.: dat en niets anders is het stellig, of: dat

juist is het, en van daar wegens het verband insgelijks dikwijls met daarom ,

deswegens,te vertolken ;bijv.: i

Asa amana

sma

asane vinsmanai , an assas nosas que non

213

vages . (iya-naê na-warâni taoewe løkka mâi, âpa naſtawá âle alêkoe komaiye), lett.: dit juist is het,waardoor men 200 vermetel is om her waarts te komen , dewijl, enz., v. d . : hierom is men zoo vermetel van herwaarts te komen ,dewijl men gezien heeft,dat ik alleen was. - Annaansa

sana .

Na man ' . (nâkko ri-Bône ânákarâëng, to

Bône-ni; nâkko ri-Gôwa anakaroeng , to -Gôwa-ni), 200 Gowaresche vorsten zonen zich in Bóne ophouden , zijn zij zonder bedenken Bonieren , d . i. : worden

zij geheel als Bonieren beschourod ; en 200 Bonische vorstenzonen zich in Gówa bevinden , worden zij geheel als Gowarezen beschouwd. $ 211. Geeft het demonstratieve a met de zachte nasaal er vóór, gelijk wij in de vorige gezien hebben , zoowel in het Boegineesch als Makassaarsch een ' zachten nadruk te kennen ; datzelfde demonstratieve a duidt bij vóór voeging der scherpe letter p in beide talen wel insgelijks een ' nadruk maar nu geen ' zachten , integendeel een ' zeer scherpen , aan. Het wordt alzoo gehecht achter aan het woord , dat iemand of iets voorstelt , waarop het bijzonder aan

komt. Zoo wordt er bij voorbeeld mee gedoeld op de eenige voorwaarde waarop, en de enkele reden waarom , iets geschieden zal. Zoo ook staat dit pa zeer dikwerf achter het bijwoord van tijd , wanneer dat op de toekomst

'betrekking heeft. Het is in het Hollandsch meestal zeer goed weêr te geven , wanneer men het woord waaraan het gehecht is geheel vóórop plaatst, of den nadruk hetzij door onderschrapping of door middel van cursieve letters te

kennen geeft. Anders moet men de toevlugt nemen tot omschrijving, en dan bedient men zich nu eens van woordjes als: ook, zelfs, vooral, nog ; dan eens , en dit is geenszins zeldzaam , van woordjes als: 200, indien , wanneer, enz, met

het werkwoord in den toekomenden of voorwaardelijken tijd . Men vergelijke vooral het Maleische poen in De Hollander's Handl., 3de dr., bl. 214 tot en met bl. 216 , $ 8 , en het Bataksche pe in V . d . Tuuk's Tob . Spr., bl. 370 , vlgg . IV . Over de verbinding van pa met de persoonlijke voornaamwoorden van den

eersten persoon enkelvoudig á of meervoudig i en kång, van den 2den persoon enkel- en meervoudig o en í, en van den derden persoon enkel-en meervoud.

a en i, vergel.men boven § 180, 187 , 189, 192, 194 en 196 .

214

Voorbeelden : hoan (ångka-pá), ben ik er, v. d.: zoo ik er ben. – vaqua ada (môño-po) of vagain . (môño-pí),blijft gij, v.d.: 800 gij blijft. - son va acasa ro '. (bâdja-pi mâtoe a man 's (sañgâdi pelôkka), morgen zal ik gaan . - od a pi oetatâkka), overmorgen ga ik heen. – Sasnia yin and (tåtté-éppá-pi, koewinâppa pesådding), lett.: toen het vier sao ure was, toen pas ontwaakte ik , d . i.: ik ben pas te 4 ure ontwaakt. -

. (riyâssôna-pi salasảë,

Sonra Oasoras não

na-risoenná), wanneer het Dingsdag zal zijn , wordt er besneden , d . 1.: Dinge

. dag heeft er een besnijdenisfeest plaats. — vainan masa angan ' . Avevind . (mákoe-pi-ro gaoena soerowe, na mádêtjený), 200 sijnde het gedrag van den gezant, d . i.: wanneer het gedrag van den gezant 800 zal zijn , is het goed. - asawa diamag a

asiasa .. aa rin an

n

SC

na

. (na-rêkoewa tåñritai

riyalêta , bâra koe-pi ri-yanáta), zou het niet blijkt aan ons zelven , dan wel

ligt aan onze kinderen , letterlijk : daar aan onze kinderen. - visiting Varniagaangenas voana Assal.. vaansagang pasa . (málåbbii mákoetanâë ri-taoewe ;

másårro-pa labbína, mákoetanâë riyalêna), het is zeer goed, te vragen aan

de menschen , maar wat nog beter is, is om het aan zichzelven te vragen. gond Nagº . (sisä-pa paimång), eens er nog bij,nog eens, nog

maals. - D 'Onorama . (siså-pa sikodwa), een& zooveel.. - on)

aand wasu s . (si-fjângkirí-pa paimáig), één kopje nog er bij, d .i.: nog één kopje.

na m

as aga .. saya

a

gaming gra . (iya-pa na-kílâo , rêkoewa nasoero-kí Âroenge), lett.: dat gebeurende, namelijk 200 de vorst ons beveelt; gaan wij, d . i.: dan

eerst gaan wij, 300 of wanneer de vorst ons beveelt. - in

n

ej

Wage . (iya-tôpa paimång), lett.: dat er nog bijgenomen , v. d .: ins (âga-pa gelijks, verder, al naar het verband. – ag na wag paimåñg), letterlijk : wat nog meer?, zooveel als: en wat zalmen zeggen , 200 er dat nog bijkomt? Van daar dikwijls te vertalen met ons: des te meer,

des te minder, al naar het verband ; bijv.: ag aavaggina od

ons as a

varias mas marami

215

ag aja was aso

n e

saya ivaga oma rolas a (oewamanasâï-wêgakko , âná !moetâma lêājái tâna

kotakoe. Âga-pa paîmåñg rêkoewa mêló-ko sêlleyá riyakâroengåkkoe), ik verlang zeer, dat gij, mijn zoon ! betreedt den grond van mijn kasteel. Des te

meer,zoo gijbereid zijt,mij in de regering op te volgen. Wanns aga Nasi

ora na

on4 .. (t&-sitinâājawá

mápakoewa; âga-pa païmång iko), het is niet gepast dat ik zoo iets doe. Hoe

veel minder dat gij het doet. – aswa

ng

(âga-pa iya), lett.: en wat at

is dat?, zooveel als : en wat zal men dan daarvan zeggen ? zou dat niet gebeuren ? Van daar insgelijks, al naar gelang van het verband , met : des te meer of des

teminder in het Hollandsch te vertalen, bijv.: A swevivanga agara .. aga ignavias nas (na-pêde metâbe-na Aroenge. Âga-pa iya to-máëgâna), de koning werd hoe langer des te bevreesder ; hoeveel te meer zijne onderdanen . – a n no (âga-pa-si), 200

veel als : en wat zal men dan wel zeggen , 200 men nog bovendien daarop het oog destigt ? (verg. $ 213 op : si) gewoonlijk evenals ága-pa paimány en ága-pa iya ,

in het Hollandsch te vertalen met des temeer of des te minder ; bijv.: o

vainnama na anana vanno quas nga Nonavainis tas . (nâkåda-na ininawânna : iyakinnēñg to-ripanjtjaājina, makotwa kåssinna roepânna. Âga-pa-si to-mápanjtjadjiye ), en hij dacht bij zichzelven : zelfs het schepsel is 200 schoon van aangezigt. Hoeveel te meer dan de Maker zelf! – againv a (åga -pi mâtoe), lett.: wat zal het dan niet zijn ?, v. d . ook: nog veel meer, des te meer, nog veel minder, des te minder, al naar

gelang van het verband; bijv.: asan

as

' n vraag

roa (ri-lîno , âga-pi mâtoe ri-Âherá), op Aarde en nog veel meer in den

Hemel. - no wind (âpagi), = ági-pa , = ága-pi, des te meer, des te min der. Verg.§ 199 over ága. - ndaNO (na-îya-pasî), lett.:en wanneer er datnu bijkomt, v. d.: hoeveel te meer, of te minder, al naar het verband .

ng as a (åla-pa), = as na Câga-pa); ng aswo (âla-pa-sî) =

as a N 'O (âga-pa-sî); ag agás N 'O (âlaîya-pa-si), = ago ig aan 'O (âgaiya-pa-si). Vergel. beneden § 223 op: ála. Over mórpa,ámpa, verg .men $ 215 overma,moe,mórwa.

216

$ 212. Het achtervoegsel sa ,dat de Boeginees insgelijks met den Makas saar gemeen heeft , ontleent stellig zijn ' oorsprong aan het telwoord ' (så),

hetzelfde als o (si) of < (se) één , vergel. § 123; van daar, dat wij het best met ons woordje eens wedergeven . Over de wijze , waarop sa met de persoonlijke voornaamwoorden van den eersten persoon enkelv. (á) en meer voudig (ki of king), van den 2den persoon enkel- en meerv. (ko of ki), en van den 3den persoon enkel- en meerv. (i) verbonden wordt, vergelijke men

$ 180, 187, 189, 192, 194 en 196 ; bijv.: sagano

(eboeråssa) of

{ agora om . (eboềråssâwá), doe eens voor mij; s as aga on ( élósâkâng) of cas ag aon (élósâkí) via (mákîta),wij willen eens zien ; aga nronra (lôk ka-sâko), of as arron (lôkka-sâkí), ga gij eens;

minong awa

( naoewîta-sâï tappâna),

opdat ik het eens zie, zijn gelaat; d . i.: opdat ik zijn gelaat eens zie. Tusschen dit o (sa) en het persoonlijk voornaamwoord vindt men ook dikwijls het in § 210 besproken achtervoegsel na ingelascht; zoodat men dan

krijgt : sáná , sánakång en sáni, sáno en sání, sâna en såni, verg . ook de $$ 180,

187, 189, 192, 194 en 196. Bijv.: vama o An

n

aga .

(mônro-sâno riyôlo ), blijf gij vooreerst eens hier; ag awonana aga

(lôkka-sâni riyôlo), ga gij vooreerst eens; manona

ga

aga viwa . (târo-sâni riyôlo mônro), laat dat nu vooreerst eens zoo blijven .

Soms verbindt men dit sa ook met het bijwoord ' (si), wederom ,en vormt alzoo het op zich zelf staand bijwoord oo (sâsi), eens weder .

Het vóórvoegsel o (sa), hetwelk in het Boegineesch ook , evenals in het Makassaarsch , geheel overéénkomt met het vóórvoegsel (si), werd reeds, als oorspronkelijk een telwoord zijnde, $ 123, letter d , door mij behandeld .

$ 213 . Het vóórvoegsel o (si) komt in het Boegineesch , evenals in het Makassaarsch , overéén met het vóórvoegsel sa en is dan eigenlijk als telwoord te beschouwen . Men vergelijke het slot der vorige .

Wanneer

(si) als achtervoegsel gebezigd wordt, is het hetzelfde als

het Makassaarsche met eene nasaal geslotene seng , en alzoo ons bijwoord we derom . Hoe dit somsmet het achtervoegsel sa verbonden wordt tot sási, eens weder, zie men ook in de vorige ç.

217

Over moesi verg . men $ 215 op het einde.

$ 214. Het Boeginesche achtervoegsel aa (to) geeft, evenals het Ma kassaarsche tong, tódong en tôngang, te kennen , dat er ergens nog iets bij komt:meer,nog, daurbij, bovendien , ook , insgelijks. To verbonden met het voornaamwoord van den eersten persoon mann .en vrouw . enkelv. (á), wordt: tóvá ; verbonden met het vnw . 1 pers. mann. en vrouw . meerv. (ki of kåñg), wordt: tókí of tókång ; verbonden met het vnw . 2 pers. mann. en vrouw . enkel- en meerv . (ko of ki), wordt: toko of tóki;

verbonden met het vnw . 3 pers. mann. en vrouw . enkel-en meerv. (1),wordt: tówi. Verg. $ $ 180, 187, 189, 192, 194 en 196 .

Voorbeelden : aga mananes (lôkka-tówá), ik ga ook; va mana . (mâtja-toko), gij zijt ook knap; gaan uraav

pupa anias, (ångka-to karêba-mádêtjeng natíwí),hij brengt bo vendien goedetijding meé; vuosani of vvana (mámanâsa- tôki of mámanâsa -tôkång), wij verlangen daarbij, bovendien, ook . Dikwerf wordt tusschen dit achtervoegsel to en het pers. vnw . het achter voegsel na ingelascht, verg. $ 210 ; alsdan zegt men :tóná , tóní oftónakang,

tóno of tóní,en tóni; bijv.: na angin

(ångka-tôni), kij was er ook ;

vånannn .. (málå ppå-tónakång ),wij zijn ook vrij gekomen . Wanneer men achter to het $ 211 besprokene achtervoegsel pa plaatst ,

krijgt men : tópa ; bijv.: agora ana (iko-tôpa), als gij er ook zijt. —

varmasin

sag ag av

vevinding : (má

koewatôpi elốmoe , mádêtjen -nitoe), lett.: is 200 ook uw wil ,dan is dat goed . Soms vindt men insgelijks bij to bet 213 besprokene achtervoegsel si, wederom ,gevoegd, alzoo : túsi; bijv.: naango vingad ang (ångka-tôsi máềga tâoe), er zijn ook weder veel menschen . Over de plaatsing van het achtervoegsel moe vóór to vergelijke men beneden $ 215.

$ 215 . Het achtervoegsel v (ma), v . (moe) of van (moewa), staat gelijk met het Makassaarsche (dja ), en doet ons onwillekeurig aan het Maleische djõega denken . Het is in het Hollandsch best weêr te geven met ons slechts, maar, immers. Over de wijze , waarop deze drie achtervoegsels met de persoonlijke voornaamwoorden verbonden worden , vergelijke men de $ $ 180, 187, 189, 192, 194 en 196. Men zegt alzoo met het voornaamw .

218 van den eersten persoon enkelv. (á) :má, morvá of moewawá; met het vnw .

van den eersten persoon meerv. (kång, í of kí):makány en mi,moking (bij verbastering :måkkång),móéwéen moekí (hij verbastering :måkkí), moewakáng en moewaki ; met het vnw , van den 2den persoon enkel- en meerv . (o, ko, í of

kí): mo en mi, móéro, móéko (bij verb.:måkko),móévé en moekí (bij verb.: måkké ),móewakó en moewaki; met het vnw. van den 3den persoon enkel- en meerv . (i of a ): mi en ma , moewi en moera.

Bijv.: agn asaanvu (iya-mi oepowadâda), dat slechts zeg ik. - wigaciva v vo volan : (pañrita hâkingêmmi mâka misångi-toe), de wijze slechts is er, om dat te weten ,

d. i.: kan dat weten. - Varwinia as aga vii. (moewa dampångång-lâlo-making), vergeef gij ons maar. inns van va avainnon ag'a . (tåniya-moèwa mâtoe Tanêtte nasolângi), niet slechts Tanétte zal hij verderven . - haav

in

ng

saadag . (ångka-moewi oewēñgåla), er is slechts om te oogsten , d . i.: ket is maar 200 200 , het is redelijk met den oogst, doch meer niet. — igns

van (iya-moèwa), letterlijk dat slechts (is het), en van daar, evenals het Makassaarsche iyadjiya , naiyadji, of naiyadjiya , gebezigd , om ecne uit ed

zondering te kennen te geven , en alzoo daarop de aandacht te vestigen ,

gelijk wij met het voegwoord maar en dergelijke doen . – Soms is ook wel dit iya -moeva van wege het verband met daarom , deswegens , te vertolken ;

bijv.:

vann

a

an . (iyamoεwa na-oepakoewa),

dat slechts is het, waarom ik u 200 behandel, v. d .: deswegens slechts behandel

ik u 200. – in a vansag (iya-moewa-e), zamengest. uit iya ($ 173), + e, deze , dit ($ 174), t. moewa, dit slechts en niets anders , d. i.: dit juist, of ditzelfde. – vaan (iya-moewa-ro), zamengest. uit iya ($ 173), + ro , die, dat( 176 ), + mócra, dat slechts en niets anders, d. i.: dat juist , of : datzelfde.

Dikwijls vindt men tusschen ma of moe en het persoonlijk voornaamwoord

het in $ 210 besprokene na ingelascht, en krijgt alzoo :maná ,mânakếng, maní, manó , mani, maná en mani; mórná (bij verbastering :månná), moena káng,móní,mớeno,móení,moena en moeni. Dit mâna wordt evenals het Makassaarsch máma, vooral gebezigd in de

219 beteekenis van slechts, maar, bijv. :

v

iya-manî

oesâppá), dat slechts en niets anders zoek ik .

Evenals na, wordt ook dikwijls het in $ 211 besprokene pa achter moe gevoegd , zoodat men dan met het persoonlijk voornaamwoord er bij , zegt:

mõepá , móepaking ofmoepé,moepo of moepi ,mõepa of moepi. In plaats van dit moepa krijgt men met omkeering van de lettergreep moe het woordje oempa , dat dan gewoonlijk verbasterd wordt tot ámpa, terwijl ook dit oe of

å dikwijls gebeel wegvalt, zooals men dikwijls zegt ångkampa in stede van

ángka-áñmpa of angka-dempa of Angka-moepa. Dit moepa , oempa of ámpa komt in het gebruik volkomen overeen met het Makassaarsche idja , dat de beteekenis van nog heeft, in den zin van nog overig zijn. Dit Makassaarsche idja is zamengesteld uit het demonstratieve

i, dat ons aan het Boeginesche van eene scherpe letter p voorziene demon stratieve a doet denken , + dja , dat , gelijk ik reeds boven aanmerkte , in beteekenis geheel met het Boeginesche ma, moe , moewa , overéénkomt.

Voorbeelden : na na nangags(ångkampi oewâë), er is nog water. - qaghan (toewoảmpi) of manan

(toewompi),

hij leeft nog . Verg . het Bat. dope in V . d. Tuuk's'Tob. Spr. bl. 375.

Achter dit moe plaatst men somsook het § 213 besprokene achtervoeg sel si, wederom , en krijgt alzoo : móési, bij verbastering mássi, bijv.: V & mino

(máboewang-måssi), hij viel maar alweder.

Voorts wordt ook moe met het $ 214 behandelde to verbonden tot moetó ,

en achter dit moetó , ook slechts, komt dan soms weder het achtervoegsel si

van $ 213 , waardoor ontstaat: moetősi, ook alweder slechts; bijv.: non vagina .

(nasâppá-moetôwi-toe), hij zoekt ook dat slechts. -

ang aga vanoord

(nalâo-moetôsi sốmpå), hij gaat ook

alweder zeilen . $ 216 . Het achter aan de woorden te hechten woordje as a (âre) geeft in het Boegineesch , even als in het Makassaarsch, eene onzekerheid te

kennen , soms in het Hollandsch te vertalen met: welligt, misschien of an dere dergelijke woordjes , soms door omschrijving over te brengen . Zoo wordt

het, gelijk wij boven ($ 167) zagen , gebezigd tot vorming van onbepaalde

220

telwoorden , als : 'onsa (siyâre) of '

s wea (siyagâre) of on

Taa (siyâre-ga), hoeveel ook , v. d .: eenige ; mononangra (wekasiyâga-âre), hoeveel keeren ook , dikwerf, telkens, onbepaald hoeveel kee ren . Zoo ook, gelijk ons § 200 bleek , tot het vormen van onbepaalde voor

naamwoorden, als ag nagsa (åga-âre), agnea (agâre) of ag

was a (agangâre), wat het ook zij; n nag sa (niga-åre), nad sa (nigâre) of indsam (niñgârega), wie het ook zij; s nas

sa (kêga-âre) of soonsa (kegåre),wat voor ook;welk ook ; non assa (iya-âre) of agnosa (iyâre), die, wie ook ; hij, zij,wie ook. Voorts komt dit are ook later voor onder de bijwoorden ($ 222), als: P a

rasan (pekoewâre-gi) of warasan (pekoengâre-gi), = Wage a (pekoègi-åre), op welke wijze ook, de Hemel weet hoe !;

vaassa (mâga-âre), vasa (magâre) of via (mâre), hoe of waarom ook . Somswordt dit are ook zamengetrokken met

(sa ), = a , = iya ($ 171),

tot or a (sâre), bijv.: orahaa (sâre ångkâmmång , zamengetr. uit ångka, zijn, + åmmång,zullen) angvi (tâoe-makåda),welligt zal het gebeuren , dat er menschen zijn , die zeggen . De phrases sáre-kóewa en sáre-koewámmång vergel. men beneden bij de bijwoorden ($ 222 ) onder koe of koera.

Zeer dikwerf komt are twee of meer keeren achter elkander aan het einde van een woord of volzin voor , om ons of- - - of uit te drukken; bij voorbeeld :

Tong isasaivaadásasa

(se-odlåñg-âre,doewaſpoe

lång -âre), letterlijk : één maand welligt , twee maanden welligt , v. d. : één maand , of twee maanden .

En wanneer are aldus gebruikt wordt, verbindt men het dikwerf met het reeds in $ 209 besproken achtervoegsel ga , dat ook menigmaal alleen in de beteekenis van of voorkomt, en krijgt alzoo age and (årega); bij voor

beeld : on

e

and

waangaan ..

(si-kâdjoewå

rega,doèwa-ârega), lett.: zie ! één sluk welligt,zie ! twee stukswelligt, d. i.: één

stuk of twee sluk. – Funginosaaraa

asam

(dé ocwisång , wådding-ârega, tämpådding-ârega, lett.: ik

weet niet, welligt kan het, welligt kan het niet , d . i.: ik weet niet, of het kan ,

221

al dan niet. – arraiga vins, aga

saman

(nâkko ångka mâte , lâri-âregai, zamengest. uit árega + i persoonl. voor

naamwoord 3 pers.) of assain (âregi , verg. $ 180), indien hij sterft, of wegloopt, lett.: hij loopt welligt weg .

Vóór dit ärega plaatst men soms het aanwijzend voornaamwoord iya ($ 173), en dan worden niet zelden beide woorden zamengetrokken tot iyárega. Iyárega nu verschilt in het gebruik slechts in zooverre van árega , dat het laatste steeds achter., en het eerste vóóraan in den volzin komt. Zoo zalmen

bij voorbeeld met árega achteraan zeggen : Maganda n ga ag aaraag aagean . (tạoe-ârega, ôlókoló-ârega ), of menschen,

of beesten. – En met iyârega vóóraan : agan qanv insa

a

arav

n igav. .. (ångka-pi poewâmmoe ko

maiye , iyârega inråmmoe ), 200 gij hier een 'meester hebt , of schulden .

Soms zou men zeggen , dat äre en árega geheel pleonastice gebezigd wer den , bij vader overweging is dit echter slechts schijn ; bijv.: anana savan igang . (tảoe-âre-moewá iya ?), ik ben immers toch een

mensch ?, letterlijk zooveel als : ishet eene zaak ,waaraan te twijfelen valt,dat ara

m

ik een mensch zou zijn ? - n

g

sa ang mga gagala

.

vo o aa (tåniya-âre tâoe oesilaôngång, måka oesoero), er is geen kwestie van , dat ik iemand zou gehad hebben om te zenden . - apag

assa v

aas (bâle-êre moewålli ?), lett.: gij hebt welligt visch ge

kocht?, v. d.: helt gij visch gekocht ? – ng nasan ngm

aaság asas

ag

(âga-ngâre-ga iyâëʻrilâlång?), of: ag nagsasana (âga-ârewê rilâlång?),wat zou daar binnen zijn ? -

V.

nasa ivang '. (iya-moewâre melâoe ), (geef het maar op mijn der zoek , daar) hei immers 200 goed is alsof hij het zelf vraagt. NB. misschien

wordt ook hier are gebezigd , dewijl men niet geheel stellig spreekt. Men overlegt, vraagt als 't ware de opinie van hem , tegen wien men het woord voert, zooals ook reeds het Hollandsche inimers te kennen geeft.

222

TIENDE HOOFDSTUK . OVER DE BIJWOORDEN .

1º. Bijvoorden van tijd:

$ 217. Van

(koe), 10 a (ko),aaa (kodwa), v

(mákół),

vora (mákô), vuna (mákoewa), dat een 200- of dus-zijn , van een '

toestand of handeling van een persoon of zaak, gelijk ook van een tijd waarop, of een plaats waar, iets geschiedt, te kennen geeft, worden de volgende bij woorden van tijd afgeleid :

wannasag (koèwa-koewâë), of :vransag (kvekoewâë), of : vuosaa (mákoekoewe), in deze, of de tegenrooordige, wijze van bestaan, of geschieden , d. i.: op den tegenwoordigen tijd , d . i.: tegenwoordig,

thans. Men vergel.& 174. - omaa paania (sakodwa-koewânna), of on

an

n

(sikoewa-koewânna), letterlijk : met een voortdurend

200-zijn daarvan , v. d .: voortdurend , of altoos, zoo , bijv.: orm

waan anna sinnvág

ar

(sakoèwa-koewanna-ro nák

ko wånni-ājoemái), dat is altijd 200 op Prijdag . Men verg, $ 123, letter da en $ 213. andeng (ri-pâppáë), in het vroege morgenuur, van pappá , = het

Mak . páppasá , 's morgens vroeg was a (poelâna), gedurig, bij herhaling.

&

(bâdja), morgen , en v. d. : asma (ri-badjâna),den daarop

volgenden dag.

Van ag (a), a w (âga), as w câgi), wat ($ 199), leidt men af het werkwoord v (ma) of va (mara) , vou (mâga), v w (magi), wat doen ?,wat hebben ?, wat ondervinden ? ($ 60, 6º.); van daar: hoe sich bevinden ?,

hoe zijn ?,hoe ?,waarom ?; van daar : vinna og sna Viasa nr . (mâgi åssôwe moelôkka?), lett.: hoe is hij, de dag , dat , v . d .: hoe laat op den

dag, zijt gij gegaan ? - viwia aa .

do pasad vissa man

(magi-pi åssôwe moelåttóe koewa-ro ?), hoe zal de dag zijn , enz.,

d. i.: hoe laat op den dag zult gij daar komen ? – vade aw (magâre pa) of vean (mâre-pa), ang aso

sanno

223 (naångka sêdi bơewakadjoekoe), op een ' tijd,onzeker wanneer ? v. d. : zeldzaam ,

heb ik één vrucht. Verg. § 216 over áre. - Van dit VA (mâga) wordt met achtervoeging van het vnw . 3 pers. na afgeleid : vna (magânna), het Mak. ángapánna , wanneer ?, dat steeds op den verleden tijd ziet, even als

het van het onbepaalde telwoord A

44 (siya), = siyaga (§ 167), afgeleide

(siyânna). Van dit

n (siyâga ) vormtmen met achtervoe

ging van het als bepalend lidwoord gebezigde

ag (e) $ 174):

-

Pag (siyagâë), het Mak . siyapaya, hetwelk ook wanneer ? beteekent, maar

altoos, even als agna (oepânna) en vana (moepânna ), op het

toekomende doelt, bijv.: vna (magânna), of againsa väga

(siyânna);

ndas v '. (ångka-ni låttoe mâi ri

Tâna-Balânda ?), wanneer is hij hier in Holland gekomen ? - 0

as

(siyagaë), nama foepânna) of vina (moepânna), anno vas v

(nadjáāji mâtoe?), wanneer zal het geschieden ? (mêmång ), het Mak.mémang, het Mal.mēmanj, vroeger.

Van daar : a) eertijds, te voren , vooruit, reeds; bijv.:n a niu on g . (ångka-nimêmång si-tâce), er was eertijds een mensch. – V

Waziv (mápâoe-mêmång), vroeger, of te voren, zeggen, d.i.:voor zeggen , voorspellen. – visaiv (mákîta-mêmång), vroeger, of vooruit, zien , d. i.: voorzien . - oinaru

s iwånni-mêmång),

reeds gisteren .

Van daar : 6) van vroeger tot nu toe, al lang, altoos ; met vóórvoeging van dé, niet: altoos niet, d . i.:nooit, v. d .: volstrekt niet, stellig niet ; bijv.inga

vonagevs is. -

(ânoe másôlang-mêmång), iets dat al lang bedorden

Varuvaag orastaoemâná-mêmångi akalinge);

ik erf van ouder tot ouder het opperpriesterschap , d. i.: de betrekking van op perpriester is van ouder tot ouder, is altoos, in mijne familie geweest, en 200

eindelijk tot mij gekomen . – vaiv

altoos zoo. - puiv

a

.. (mákoe-mêmåñgi), het is

a Naran . (dé-mêmåñg napakoèwa),hij

heeft nooit 200 gehandeld .

Van daar : c) vroeger, dan iets anders, wat het ook zij, gebeuren zal, d . i.: dadelijk , terstond ; met vóórvoeging van dé , niet : zelfs niet vroeger dan wat

het ook zij, d . i.: nimmer , v. d .: volstrekt of stellig , niet ; bijv.: aga

v

224

Da '. (ânoe-mêmångi),doe het terstond . – g

i vvora . .

(adjá mêmåkko ), lett.: doe het toch niet vóór wat het ook zij, d . i.: doe het toch nimmer,doe ket toch volstrekt niet.

van'a (mánånnoengång ), of vinnassa (mánånnoeng

lâmpé), of 'oasedagena (si-lâmpé-lampéna), voortdurend, onophou delijk , altoos, van vina gen , en ass

(mánånnoeng), geheel, tot aan het eindetoe vol

(lâmpé), lang, vergel. vooral § 123, lett. d , en § 213.

Van via modnri),hetgeen achter is, zoowel van tijd als plaats, komt door vóórvoeging van het voorzetsela (ri) [$ 206] en achtervoeging van

het pers. vnw . 3 pers. ~ (La) [$ 181]: Svima (ri-moeñrîna), hetwelk niet slechts als bijwoord van tijd daarna, maar ook als bijwoord van plaats daarachter beteekent.

Van vis (mâï) komt soms gaan van (iya-ro mâi), om ons vroeger uit te drukken . Verg . $ 221 op : mâï.

Van

ag. (tålloe), drie, komt door vóórplaatsing van het voorzetsel

a (ri) [$ 206 ] en bijvoeging van het als bepalend lidwoord gebezigd

na

(e) [$ 174]: Sassaa (ri-tállodwe), zooveel als: op den derden (dag), v . d .: over -overmorgen .

Van ang (tâoeng),jaar, leidt men af: nasang (tâoeng-taoeng), jaarlijks; anaisarna (laoeñğewê), dit jaar; am a as a (tâoeng-riyôlo), of conngsa (ri-si-tâoenge), verleden jaar; ang w

ag (tâoeng -païmång), lett.: wanneer er wederom een jaar is, d . i.: het toekomende of volgende jaar, very . païmång in § 222. Pusa (dênre) beteekent, evenals rónnang en ónnang, gelijk ook

silalóna: 200 even , zoo aanstonds; bijv.:pusa nagaga : (dênre nalâo), hij is zooeven gegaan . - Svavaana . (dênre-manâ napoera ), 200 aanstonds is hij klaar. -g i via agano dênre âná-âná mábeoewe),de zoo even vermelde wees kinderen .

aw (nâppa) of aan (inâppa) [172 ], het Makassaarsche námpa ,

ons pas; bijv.: ana ga : (nâppa našngka),pas is hij er. - v ' vanhaa . (mâgi moenâppa ångka ?), waarom komt gi nu pas? (nu voor het eerst?) - Anannaan . (nappâkkoe napakoèwa),

225

voor het eerst heeft hij mij zoo behandeld . – n adantag . (ivap pânna -naë), = het Makassaarsche nampánna -minne , het is nu voor het eerst. n' o ' (tjinâmpå ), of a ) a (tjina), = het Makassaarsche sinampéré ($ 49, XL), aanstonds, ook ons: eventjes, voor een oogenblikje ; bijv.: 'n a

invaa . (tjinâmpå-moewa), eventjes slechts. – Vaganan

vaa . (mâoe tátšinâimpå-moewa), al zij het ook maar telkens voor een oogenblikje. Verg . $ 165. ana (rônnang) = dénre , verg . boven .

ag' an (lagi),Oud-Boegineesch = IV (mêmång). Van Sa 'a (wånni), nacht, komt: gaaa (siwånni), gisteren , letter lijk : één nacht (verloopen zijnde); od dnia (sangâdi-wånui), verg . sangádi; handa (wånni-wånni), alle nachten ; a ninson (ri

wånnîye), in den afgeloopen' nacht; aininsaasagsag (ri-wånni éléë), gisteren morgen vroeg, verg. élé; ananasonian (ri-wånni

issôwe), gisteren op den dag, verg. dsso; a dainininsa (ri-wånni wånniye), gisteren nacht; anainagasanea (ri-wånni-arawênge), gisteren namiddag, verg. arawếng; ng innsansan (iya winniyewê), lett.: dezen nacht, v. d .: heden nacht, verg . S 173 over het voornaamwoord iya , en § 17 + over het voornaamwoord e en deszelfs gebruik als bepalend lidwoord ; aanw (wånni-pi), lett.: als het nacht zal zijn , v. d.: aanstaande

nacht, verg. $ 211 over het achtervoegsel pa ; hain was (wånni paimång) of dainang va ng (winni-paimånnâë), den volgenden nacht; verg. paímång in $ 222 ; dan nara (wånni-toewowi), des nachts leeft hij, zamengesteld uit wánni , nacht, + tõewo, leven , + pers. vnw . 3 pers. od

(sangadi), overmorgen . Dat dit hetzelfde woord zij als oa

(sangådi), waarvan sangadina , behalde , en pesanyádi, uitzonderen, afgeleid worden , durf ik niet stellig beweren ; anders zou saņgádi hierop doelen , dat

tusschen odermorgen en heden een dag tusschen beiden is. Opmerkelijk is het echter , dat eergisteren met dit zelfde sangádi aangeduid wordt; alleenlijk voegtmen er dan wánni bij, en zegt : sangádi-wắnni. Dan zou hiermee ook te kennen gegeven worden , dat er tusschen heden en eergisteren insgelijks één

dag verloopen is. Dat wánni achter sangádiaanduidt , dat men niet aan over 15

226

morgen , maar aan eergisteren te denken heeft, dit is zeer gemakkelijk hieruit te verklaren , dat bij den Inlander het etmaal niet met den dag,maar met den nacht gerekend wordt te beginnen . Sangadi-wánni is dus als 't ware het begin

of de eerste van de twee sañğádi's.

on

sôdi), te voren ; bijv.: On

iman

(sốdi tå

kånnâna-pa), lett.: te voren , toen hem nog niet getroffen had (te weten : die ramp), d . i.: vóórdat hij door die ramp getroffen werd;a

n

d

had . (sôditoewôkoe-&mpa), te voren , terwijl ik nog leef , d . i.: vóórdat ik sterf.

Ondaag (siyagâë). Verg . boven in deze ſ op mága .

m

m

(siyânna). Verg . ook boven in deze ſ op mâga.

ngaga (si-lalôna), lett.: één voorbijgaan er van, zamengest. uit si, één , + lalo, voorbijgaan , + pers. vnw . 3 pers. na , v. d .: zooveel als : één oogenblikje; ziet dit nu op het verledene, zoo beteekent het: 200 even . Doelt het op de toekomst , zoo is het zeer goed te vertalen met : 200 aanstonds, ter

stond , oogenblikkelijk ; bijv. : 's ag agaa a aga ., (si-lalôna na lôkka), één oogenblik pas geleden , d . i.: 200 even , is hij heengegaan . - ong ng nan

a

na . (si-lalôna-pa napoera ), één oogenblik nog, en het is

klaar; d . i.: 200 aanstonds, oogenblikkelijk is het klaar . - ongagina

eu

va aswada

(si-lalôna mêmåný mâtoe oepegâoe),

ik zal het zoo aanstonds verrigten . - as ag asa a ivv ., (ri silalôna mêmång), oogenblikkelijk. non (oepânna). Verg. boven in deze ſ op : mága .

Van is

(itta), lang (van tijd), komtmet verdubbeling van het woord ,

alsmede vóórvoeging van si ($ 123, lett. d ) en achtervoeging van het pers. vnw (siïtta-ittâna), lett.: één of onafgebro vny . 3 pers. nu : 'Onani ken was de duur er van ; v. d.: voor altoos.

asa a Cônnang), = rónnanj, = dénre, = si-lalóna ; vergel. boven. insana (arawing),

asan (arawêñg) of againsoa (ara

wiyêng ), namiddag, het Mak , karoeweng. - agasanngarna (ara

wêñg-arawêng), alle namiddagen. – as an arma (îra-arawếng), van middag, onzeker op welk uur. - a

a ransa (ri-arawênge ), in den

afgeloopen namiddag. – arinnaransa (ri-wånni-arawênge),

227

verg. boven op: wánni. - ing masagasan (iya arawêrīgewê), thans, dezen namiddug. - agarania (arawêppi), als het namiddag is, aanstaande namiddag. Verg. $ 211 over het achtervoegsel pa .

ngis as (oelêng) = oeling, terugkeeren , v. d .: bij herhaling, gedurig,bijv.:

s as (mákîta-oelêng), gedurig kijken. – rasa dias

vi

(lépampoelêng), gedurig aanleggen , verg . § 49 , XXVI.

Wanneer dit oelen geplaatst wordt achter ' via (tå-mâre), zamen gesteld uit tả , niet , en het boven ($ 199, 216 en deze s op māga , máyi) vrangsag reeds besprokene máre (= ma + áre), krijgt men : (tå-mâre-oelêng), voortdurend niets , wat het ook zij, ondervinden , v . d .: voort durend niets kwaads ondervinden , v . d .: voortdurend van alle onheil bevrijd, zon

der het minste onheil, zonder eenigen tegenspoed . .

Van sags as (élé), morgen , ochtend , komt: as

sage as (ri

yêléë), gepasseerden morgen. – Ágarage agengsan (iya êléëwê), lett.: dezen morgen , verg. $ 173 over het vnw. iya , en § 174 over het vnw . e en deszelfs gebruik als bepalend lidwoord . - pagsas 'a (élé-pi),uan staande morgen , lett.: als het morgen is. Verg . $ 211 over het achtervoegsel

nga (naîya riyeléna-na pa. – annarssasn kílão), des morgens vroeg gingen wij. - ingrassare as (@lékêlé), 's morgens, ik weet niet juist, hoe laat. — ingsagingsas ' (élé-êlé),

alie morgens. —

nincassagens (ri-wånni-êléë). Verg. boven

op : vấnni.

Vanaga aga (ôlo ), doelen , zich ergens heenrigten , in iemands tegen woordigheid verschijnen , komt: ang gaga (riyôlo), lett.: in tegenwoor digheid van, v. d .: a) van voren , 6) te voren , vroeger, eerder, cooreerst ; bijv.: (djôppa-riyôlo), vooruitgaan. - anganga g naga an

svonasmaa

(rigólodena-pa tåtté ånnåñg),vroeger terwijl

het nog geen zes ure is, d. i.: vóór zesure. - anaagaw na

aasa

(riyôlo-pa na-riyôlo), droeger, en dan nog eens vroeger, v. de:

sedert onheugelijke tijden . - a

ga aga ora agar Ang

..

(riyốlo-ko lôkka naiya), gij gaat eerder dan ik , verg. $ 210 op na , 3º. orang masanga

geduld. —

sâbará-no riyôlo), heb toch vooreerstwat

a ana aga (riyo-riyôlo), van ouder lot ouder, eertijds. 15 *

228

Van hoa (åsso), dag, komt:n onania (riyåsso , ri wånni), bij dag en bij nacht. - anaianagarna (ri-wånni-&ssôwe), verg. boven op :wánni. - inginonsassaa (iya åssoëwê), op dezen dag, d . 1.: heden , verg. S 173 over het vow. iya , en § 174 over het aanwij

zend vnw . e en deszelfs gebruik als bepalend lidwoord. – haga on onsanga (åsso siyåssôwe-ro) of in vaan ondoa san (iya-motwa-ro siyåssôwe), lett.: op dien éénen dag slechts, v. d.: op dien

zelfden dag. Verg. $ 215 over mõewa. – gonnan

(Åsso-åsso), da

gelijks. - Mogavenna . (åsso-mâtei), over dug is hij dood . $ 218 . Dikwerf worden onze bijwoorden in het Boeyineesch evenals in het Makassaarsch door middel van werkwoorden wedergegeven . Uit vele

voorbeelden slechts de volgende: roas (koeling ),

(tîli),

n (tỉni),

as

as (toèli), raw (rêpå), e as a (lêwa), beteekenen allen ge

durig, gestadig zijn , of doen , en worden alzoo gebezigd , om ons bijwoord ge

durig, gestadig, uit te drukken ; bijv.:mis vi a

. (toèli mákita),let

terlijk : gedurig zijn aan het kijken , v . d.: gedurig kijken . – vraa

vin agar 's (márêpå-moèwilôkka), lett.: hij is maar gedurig aan het heengaan , v. d .: hij gaat maar gedurig heen . § 219 . Om den verleden tijd bepaald uit te drukken , bedient inen zich

ook van een werkwoord , teweten het woordje q a (poèra), vergel. $ 94 . Dit poera beteekent letterlijk : geëndigd , afgedaan , voltooid ,verleden, voorbij • zijn, v. d . : 266 dat er niets aan ontbreekt, d. i.: volkomen, volstrekt ; en van daar ook gebezigd om den verleden tijd aan te duiden , gelijk in het Makas

saarsch lébá, en in het Mal. soedah; bijv.:qanan wasas (poèra-ni-rô gâotë), die zaak is ofgedaan, of voltooid. – qan ved as (poèrawá mábêre), ik heb gegeven. -qa n a (poera-ko nadjanjtjiyang ),aan u heeft hij beloofd. - Nuiaqarag (pâda ri-poerâë), lett.: gelijk in het verledene, en v. d. ons gelijk voorheen . —

qaragava a vremeng . (ri-poerâë gangkânnamá koekoewâe ), lett.: in het verledene, v. d.: van vroeger, tot nu toe. – Nang (poerai), lett.: dut geschied zijnde, en v. d. gebezigd voor ons bijwoord daarna . Póera-poera geeft, gelijk iedere verdubbeling van den vorm van een

woord , en dus ook van een werkwoord , dikwijls een hoogen graad van het

229

door porra aangeduide te kennen ($ 85 , 1°). Van daar dat het niet zelden met ons volkomen , volstrekt, te vertolken is ; bijv . :No

poera-podra), volkomen gelijk. – O

n

w

ana (pâda

Waga (såñrdepa poera

poera), volkomen van één voorkomen. – Va as qu a is ajaaw ' a . (tå-mákorlle-poera-poerai pårrångi påddína),zij kon

volstrekt niet uithouden de pijn. –

ins

a wangun

(tånîya -poera-potra adâkkoe), dat heb ik volstrekt niet gezegd . Doch soms geeft popra -poera ook juist het tegendeel van een hooger'

graad te kennen , vergel. $ 85 , 2º. Zoo is het bij voorbeeld van tijd tot tijd te verklaren met: nadat er nog het een en ander gebeurd is, na verloop van wei

nig tijd, straks,enz.als: a canna ving as a manang ng

asaneasan '. 'niad avana ananias . (na -rêkoewa máëlóki ångka iya arawêngewê , iyârega na-poera -poera ri-wån niye ), 200 gij van middag zult komen , of wat later op den dag , des aconds. —

sag aga an

na vaga (éló natonângi podra-poera), hij

zal te paard stijgen (niet nu , maar) straks, wat later op den dag .

$ 220. Tot aanduiding van den toekomenden tijd bedient men zich nu eens even als in het Makassaarsch en Maleisch, en zelfs ook,gelijk bekend is,

in het Engelsch , van een werkwoord , dat eigenlijk willen beteekent, teweten : vingas (mâtti) en v

(máëló ) of age (ló) ; dan eens van woorden als vin a

(mâtoe), zullen , die, even als het Makassaarsche sällang en

het Maleische nanti, eenvoudig achter het werkwoord geplaatst worden , zon der eenige verandering te ondergaan . Soms bedient men zich ook van a

(âmmång) en a

v

câmma) die ook wel beiden achter het werkwoord ge

plaatst worden , doch dan dikwerf met het onafscheidbaar persoonlijk voornm . verbonden worden . En dan heeft men hierbij het volgende in acht te nemen : Amma, verbonden met het pers. voornw . van den 1 pers. enkelv. (á) , wordt: ámmá, met het pers. voornw . van den 1 pers. meerv. (kång of í ), wordt : ámmaking en ammí, met het pers. voornw. van den 2 pers. enkel- en meerv. (o of i), wordt: ammo of ammai, en ámmé, met het pers. voornw . van den 3 pers. enkel- en meerv. (i of a ), wordt: amma, ammai en ámmi.

Ammång op gelijke wijze met de pers. voornw . verbonden , wordt: ám born w

mångú ,ámmákkány , ámmákki, ámmåkko, ámmåkki, ámmångi.

230

Verg. $ 180, 187, 189, 192, 194 en 196. Achter dit ámma en ámmång wordt ook somsgevoegd het achtervoegsel na en dan krijgt men : âmma-na en âmmán -na, amma-ná en ámmån -ná, ámma

nakány en ámmän-nakány, enz. Verg. $ 210 .

Voorbeelden:vrag asa vina

9 .10 ^. (máêló-moèwá tárâkká),

ik wil en v.d.: ik zal,maar vertrekken. - son vannas

(bâdja-pi mâtoe oewảngka),morgen zal ik komen. - Gava (ångkâm

mo, zamengetrokken uit: ångka-âmmo), of is a vaga (ångkâmmao), of haavan (ångkamma-no), vosovainion as aga an . (málâsa,moepaisångi-lalowá), lett.:gij zult ziek zijn , laat het mij

dan vooral weten , d. i.: 200 gij ziek zijt,moet gij het mij vooral laten weten. — an vora (of haavan) ngang sa ang agv

vonags (atoetočiwi lilâmoe, ångkầmmåkko, of: angkầmmånno , másôlang ), lett.: houd uw ' tong in toom , gij zult ongelukkig worden ; van daar:

houd uw ' tong in toom , opdat gij niet ongelukkig wordt. In plaats van ammaï of ammi vindt men ook soms âï ; bijv.: cao

agna (tábåssíâi) in plaats van aidongvia (tábåssiâmmai) of maong

(tábåssíâmmi), lett.: het zaluitlekken , v. d .: uit vreeze dat

het uitlekke en alzoo gehoord worde.

2º. Bijwoorden van plaats. $ 221. Dat v (koe), ron (ko) of woma (koewa) ook gebezigd wordt van een plaats waar iets geschiedt, vindt men reeds in het begin van $ 217 nangang opgemerkt. Zoo zegt men bijv.: Alanna

rasa . arinn

ar

(na-rêkoewa tånritai riyalêta,

bâra koe-pi riyanáta), zoo het niet aan ons zelven blijkt, dan welligt aan onze kinderen , letterlijk : daar aan onze kinderen , gelijk de Makassaar zegt : anjdjó

reng-pi riyanáta.

Van daar dit koe of ko verbonden met toe of ro, die,dat:

4

(ko

tue), yaa (koerô), of aaaa (korô), daar, aldaar; bijv.:qm

ananas (kuè-ni-rô tônamg), hij zat daar, daarop. < - (ke), of,met het vraagwoordje a) (sa)($ 209)er achter, e os ad

231 (kêga), waar ? werd reeds aan het einde van ļ 199 uitvoerig door mij bespro ken. Over de wijze , waarop ga , en dns ook kéga ,met de onafscheidbare persoonlijke voornaamwoorden verbonden wordt, zie men $ 180, 187, 189, 192, 194 en 196 .

Voorbeelden: vaga irina

hij? – Nasas snowda

(moro kêgi-toe?),waar woont

: (pôle kêgo-toe?),waar komt gij van

daan ? — aga or prono (lôkkakêgítoe?),waar gaatgij heen ? - bla roon valeasa (gângka kêgi moepalêmba ?), tot waartoe hebt gij gecopieerd ? - iron väg . (kêgi-mâï?),waarheen ? - porn) so

vis (kêgi-kêgi mâi), waar ook heen . ia (pe) komt, ofschoon zeldzaam , voor in de beteekenis van

waar ? ($ 49, II); bijv.:n

oo (ke),

aa vas waa .. (kípê-na mala

poewang ?), waar zullen wij een vorst van daan halen ? Het Boeginesche vog (mâï) doet ons onwillekeurig denken aan het

Makassaarsche mâë. Dit laatste is waarschijnlijk primitief niets anders dan vià (mänge), gaan , en v. d .: ergens naar toe gaan , herwaarts, derwaarts. Zoo komt nu ook het Boeginesche mái dikwerf voor met het hier boven be

sproken ' ko tot één woord verbonden , te weten o v ia (komâï), in de beteekenis van herwaarts en herwaarts gekomen , alzoo: hier, alhier. Dik

werf voegtmen ook nog bij dit komâï het aanwijzend voornaamwoordag (e), deze, dit, en zegt dan: a vign (komaiye ), insgelijks: hier , alhier ($ 174.) Soms vindt men ook van dit mái afgeleid iya-ro-mâï, letterlijk : dien ver wijderden kant uit, en van daar als bijwoord van tijd : vroeger ; bijv.: n

aavisavevinaaasa

(iya-ro-mâï ri-mádetjénna

Bône), vroeger toen Bóne nog bloeide (nog niet overwonnen was). – Nan naavia (poewâtta-ro-mâï), onze vorst van vroeger, onze voorma

lige vorst. aa (rini), het Mak . anrinni, hier , welligt zamengesteld uit het voor zetsel ri ($ 206 ), + ini, het Mal. ieni, = het Mak . únne, = het Boeg. e , iyáë , deze ($ 174).

ang (riya),daar,aldaar, zamengesteld uit het voorzetsel ri ($ 206 ) + iya, die, dat ($ 173); v. d . ook : lão nriya, naar elders heengaan of vertrekken .

232 Dit riya , zamengetrokken met rini, dat evenals het Makassaarsche an rinni, het demonstratieve en met een ' nasaal geslotene a , alzoo an , van vo ren aangenomen had, werd : arginin (riyanrini), lett.: daar en hier, of

gelijk wij gewoonlijk zeggen : hier en daar. asaa (riyâwa), beneden , anso (riyâså) of aaaaaa (ri

wâwo), boven , aasias (rilâlång ), binnen en aoisha (risaliwång), buiten, zijn allen zamengesteld met het voorzetsel ri ($ 206 ).

Overamanga (riyolo), van voren, vergelijke men $ 217 op: ólo.

3º. Bijvoorden van verschillenden aard .

$ 222. Evenals men zich van a (koe), era (ko), pan (koèwa), vor (mákoe ), vora (mákô) of vorm

(mákoewa) tot vorming

van bijwoorden van tijd en plaats bedient; zoo wordt het zoowel alleen als met andere woorden gebezigd als een bijwoord hetwelk een 200 - of dus zijn van een toestand of bandeling te kennen geeft ($ 217 en 221), bijv.:

vorin (mákoèwi) of voara (mákoewaî), het is alzoo of aldus. Punga w akaan (dé ânoe kợewa rånnoekoe), lett.: mijne vreugde , er is niets dat alzoo of aldus is , v. d .: er isniets gelijk aan mijne vreugde, d. i.: ik verblijd mij buitengemeen .· Wil men uitsluitend 200 of alzoo uitdrukken , zoo voegt men van achteren het aanwijzend voornaamwoord e,

deze, dit ($ 174), bij; bijv.:aanpas (koewâë), vainen (má koewâë), vorausagina (mákoewâëwê), alzoo. Voor dus of aldus hecht men van achteren het aanwijzend voornaamwoord ro , toe ofritoe,die, dat , aan ($ 175 en 176 ); bijv.:aaaa (kodwa-ro), vorman (mákoewa-ro), varnaragan (mákoewâë-ro), voraan (máko

rô),V

NA ( máko-toe),V

AAA ( máko-ritoe).

Koewáë wordt soms gebezigd om ons 200 wat , ongeveer, bij getallen uit te

drukken, bijv.: paneng 'oq as a (koewâë såpoèlo), zoowat, d . i.: ongeveer, tien . Achter dit koewäë nu wordt ook menigmaal aangehecht aan (tôpa), verg. $ 214 , en krijgt men alzoo: romasaga n (koewâë-tôpa), lett.: alzoo ook , v . d .: gelijk onk , alsmede, en .

233

Behalve tópa wordt ook soms ni of na (het Mak. miof mo) ($ 210 ) achter

koewäë of mákoevāë geplaatst , en men zegt dan : wracagin (koewâë ni) of vanapaga (mákoewaënna), het Mak. kammáya-mi, op deze of de volgende wijze , alzoo , v. d .: als :, te weten :, namelijk :, dat is:, enz. Dikwijls bedient men zich van dit bijwoord koewa tot het wedergeven van ano non onze aanvoegende en onze wenschende wijze; bijv.:

as aga again ., (târo-ná koèwa lầo oerâï),lett.: laat mijaldus,of: in die positie , zijn , dat ik westwaarts ga , d . i. : laat mij westwaarts gaan , dat

ik westwaarts ga. – mana yangada . (târo-ni koewa oelåppåssång), lett.: maak hem aldus, ik loslaat , v . d.: laat mij hem loslaten , dat ik hem loslate. "

u n

(koewâmmi), zamengesteld uit po na (koewa), alzoo,aldus, (amma), zullen , + pers. vnw . : pers. i

(i) ($ 220), en

aava (koewâmmånği), zamengesteld uit wena (koèwa), alzoo, aldus, tag

(ämmång), zullen , + pers. vnw . 3 pers. i

(i ) ($ 220), lett.:

200 zal het gebeuren , en van daar dikwijls van wege het verband in het Hol

landsch met opdat en de aanvoegende wijze weer te geven; bijv.: casa

you anlag and as medis yanº (anna) svaringan ang ping (târo-ni kodwa oepagewangi Âroenge , koewâmmi [koewâmmåñği] dé nadjadji iya-ro gâoeë), lett.: laat mij het aan den vorst zeggen , dan zal het zon gaan , dat die zaak geen plaats vindt, d . i. : opdat die zaak geen ' plaats vinde.

da noia as a (bâra-kodwi-âga), lett.: welligt zal het zoo gaan , wat, d . i.: wat voor iets, gebeurt er welligt nog ?, = het Makass. barang-kám

maiyápa , a a ponn

a

(hâra koewâm mångi), lett.:welligt zal het al

dus gaan , osa wana

(sâre koewâmmingi), zamengest. uit

osa (sâre) [verg. $ 216] + yun persoonlijk voornw . 3 pers. i

gaan , en aa roma Dia ag

(koewâmmång), zoo zullen, +

(i), lett.: welligt zou het aldus kunnen

(bâra koewâmmångi-âga), lett.:wat

voor iets zal er welligt nog gebeuren ?, worden dikwijls gebezigd om een ’wensch

te kennen te geven ( 92); bijv.: 8 a ponava is

on a

. (bâra koewâm mångi kisita paîmång) , lett.: welligt zalhet zvo

gaan , dat wij elkander nog ontmoelen , v. d . : mogen wij elkander nog weder

234

zien ! - ca sa

romana no asuvaa

mag

(bâra koewâmmångi-âga, kisalâmá ri-lasâta ), lett.: wat voor iets

zal er welligt nog gebeuren ? dat gij herstelt van uve ziekte , v . d.: moogt gij herstellen van uwe ziekte ! – Oravnava Arvinga Waa .

(sâre koewâmmångi na-mērré onrôta ), lett.: welligt zal het nog

gebeuren , dat gij rijst in rang, v. d .: moogt gij rijzen in rang ! Van dit koe , ko, kóewa , wordt met behulp van si ($ 123, lett. 6) ook ge vormd : 'ou (sikoe), ova (sikö) of ourna (sikoewa), lett.: te zamen genomen alzoo of aldus; van daar: zooveel ($ 167 over de onbepaalde

telw .), en v. d .wederom : zoover gaande , tot zooverre,daarbijmoetende blijven, genoeg ; bij voorbeeld : 'onrag r

ng

.

a

naragio

ad

(sikó ittâna, napôle -si Kompaniya Balânda), na zooveel

tijd kwam weder de Hollandsche Compagnie. - O

raos

ng

ne '. (sikósiyê adâkkoe), tot zoover wederom mijn woord . NB . dit is het

gewone slot der brieven ; wij zouden zeggen : en hiermede eindig ik ; of: dit

is het,wat ik U te zeggen had. - Orannan vinaru pasa .

(siko-tôni-ro moewita dêtjenge), gij hebt thans ook genoeg ze

gen ondervonden , daar zal het nu ook wel bij blijven , d. i.: van dit oogenblik af aan zult gij geen zegen meer ondervinden . – o '

n

asinan ag

agam aan agv (siko-tôni-ro laôkoe ri-bolâmoe),dat is ook genoeg mijn komen tot uw huis, d. i.: ik kom voortaan niet meer bij u aan huis. - 'onra insan ven . (sikowi-sarô mâte), tot zoover gaat het met zijn sterven (het ter dood brengen van hem ), d . i.: het komt er toch niet toe , dat hij ter dood gebragt wordt. Eindelijk leidtmen ook van koe,ko,koewa,door vóórvoeging van < a (pe),

dikwijls gepaard gaande met achtervoeging van het vraagwoordje ga ($ 209), af: sare (pekoe) worn (peko) warna (pekoewa) mwa (pekoega) wam (pekoegi), hoedanig? , op welke wijze ? hoe ? Dit pe is hetzelfde als pe van $ 221, en dus = ke , waar ?, dat als vragend voornaam

woord ons wat voor ?,welk ?, te kennen geeft ($ 199 ). Het Boeginesche pekoe, pekó, pekoewa, heeft alzoo veel overeenkomst met het Makassaarsche ante kámma, hoedanig ? , op welke wijze ?, hoe?, hetwelk zamengesteld is uit ánte, dat nog heden op Saleijer gebezigd wordt voor het Makassaarsche ke,

235

kére, waar ?, wat voor? , welk ?, + kámma, = het Boeginesche koe, ko, kórua, z00, aldus.

Dat men dit pekoe, pekó , pekớewa, pekorga , pekoegi, ook soms vereenigt met het eene onzekerheid te kennen gevend achtervoegsel áre, en alzoo zegt : Sarnasaad (pekoewâre-ga) of sad oralaro) (pekoengâre

ga), = saralassa (pekoega-âre), ik weet niet, hoe?, d. i.: hoe dan ook , werd reeds in § 216 aangemerkt.

mga asing n g Voorbeelden : iwan a . (pekoegi na-kíakåda: oewaloepâïkí?), hoe kunt gij zeggen dat ik u iwanagana osasaldig og vergeet? va '. (tåna-bênengê iya , pekoewâre-nagâ mâtne), 200 ik eens in uw ge

val ware, zou het geheel anders, hoe dan ook, geschieden .

vana (mákoewânna) = varna (mákoewa); bijv.: av a a (ri-mákoewânna-narô), = het Makassaarsche lânri kam waa mâna -mo-ánjdjo , om die reden , deswegens. Liever beschouwde ik mákoewânna

als eene zamenstelling van het woordje mákoewa, 200, + het pers. vnw . 3 pers. na , 200 dat deze woorden letterlijk beteekenden : van wege het 200 -zijn daar

van, d . i.: deswegens, doch men vindt ook : wavun

i ng

(gåóc-mákoewannâë), = wag vunnengsna (gâbe-mákoewâëwê), deze zoodanige zaak . so (ke), = het Makass, keng , zelfs. Welligt heeftmen hier te denken

aan een demonstratief woordje , teweten e ($ 174),met eene k daarvoor ($ 50, I). Vóór dit ke plaatst men dikwijls het aanwijzend voornaamwoord iya ($ 173), terwijl men van achteren het achtervoegsel pa ($ 211) aanhecht. Men

krijgt alzoo : ma

non (iya-kêpa), bijv.: 'n Sunan vara

igs (iyakêpa-ro makoenraiye), zelfs die drouw . (kånnēng) en reise Van ke wordt ook afgeleid :

ſiya

kånnēng), die beiden ook zelfs beteekenen . Doch kännēng wordt, evenals ke, steeds achter aan een woord gehecht; terwijl iya -kánnēng, gelijk iya-képa ,

op zich-zelf staat. n

eag (kâle ), Sinjdjâisch = poera -póra, volstrekt , v . d : ánna-kâle ,

volstrekt niet, verg . beneden in deze s op: ánna. Voorts vindtmen ook in de bása - Borki of bergtaal: dé -kále -hedi, volstrekt niet. Welligt is dit hedi ont

236

staan uit he, = het demonstratieve voornaamwoord e,deze,dil, + het vnw . 3 pers. i, met inlassching van de d , verg. $ 50 , IV . ada (gâra of gârany), = bára of bárang, verg . beneden in deze S. wea (gâre ) wordt, evenals het Makassaarsche bédeng , gebezigd bij het doen van mededeelingen , voor wier waarheid men niet instaat , die men zelf

maar van hooren zeggen vernomen heeft ; van daar bij het verhalen van een sprookje of fabel en dergelijke meer. Dikwijls wordt de kracht van dit woordje in het Hollandsch het best weêrgegeven met behulp van ons zou of moet, van ons gelijk men verhaalt, en dergel. meer ; hijv.: agama

Wea rag aga anorga . ôwang-mi ēló napakaångka), geld slechts , zeide hij, zou hij maken , dat er ware. – ha a wca

nga

o

(ångka gâre sêdi aročng), er was eens, zoo luidt het verhaal,

een koning.

w e

(pâda), gelijk, zamen, werd reeds $ 81 bij de met dit bijwoord za

mengestelde werkwoorden besproken ; men zegt bij voorbeeld : una a uno (doewa pâda-pâda), twee tegelijk . Van dit páda leidt men ook af: aving (padâë), wving (padâë -na ) en Nuingia (padâë-ni), dat evenals ,koewáë en koewäë-ni letterlijk alzoo beteekent; en van

daar als voegwoord gebezigd wordt, ons : als:, te weten :, dat is:, en meer der

gelijken . Bijv.:

asian . Noing .. aganda

aonsaj . (aročng tålloèwe, padâë: Aroempône , Âroe-Mátowâë ri Wadjó, Datoewe ri-Sôppeng), de drie vorsten , als: (teweten :) lett.: alz00:, de

koning van Bóne ,de Oppervorst van Wádjó en de Dátoe van Soppeng .

Padáë, wordt ook wel, evenals het Mal. săpărti en het Mak .kammâya , gebezigd in het begin van een’ zin , en alsdan is het best over te zetten met ons: wat betreft; bijv.: Noeng a vansa' saang a . (padâë to -mároepångengi We-ânoe ), wat betreft degenen die zorgen voor NN.

iwe

meer . . (pêde),hoemeer. ... des te meer,hoe langer des te meer ; bijv.

snev vaca n nin .,(pêdemárâdja-rådja-tôni),zijwerden hoe langer des te grooter.-- ende v ina n . (pêde-máêga), hoe lan

ger des temeer. - snev as aga asonsmas, ideo

237

Vivia) . (pêde lâo åssôwe, pêde mádetjeng), lett.: hoemeer de dagen verliepen , des te beter werd het, v. d .: bij den dag beter.

wa(Po)gebezigd om den overtreffenden trap der bijvoeg . naamwoorden uit te drukken , verg . $ 119.

Da (poèra) en wawa (poèra-poera), volkomen, volstrekt. Verg . boven § 219 op : poera .

Ne as (pâle), 't Mak. páleny, dan, gebezigd bij het maken eener gevolg

trekking , bijv.: ag n we as (âga pâle?), wat dan ? was (paimång), wederom , nog, nogmauls, over-, her-; bijv.: vos wig (másåssa-paîmånz),wederom wasschen, nog eens wasschen , overwas schen. – Vavas Nin (mápamoêla paimång ), wederom begin nen. – magna

(tâoeny -paimång) en dan wag

paîmåñg) of handan va

(wånni

ag (wånni-paîmånnâë). Verg. táoený

en wắnni in $ 217 over de bijwoorden van tijd .

en

u

á (ba) geeft, evenals het Makassaarsche ba, een sterke toestemming te

kennen. Zoo volgt bijv. op de vraag : vannavad Norag (Márówa-moega pâsáë?), is de markt druk bezocht ?, soms het antwoord : & vanavaa . (Ba Márôwa-moewa), wel stellig, die is goed bezocht.

(bočkang), Mal. niet, wordt soms in het Boegineesch, evenals in

het Makasşaarsch , gebezigd, om ons immers uit te drukken ; bijv.: & . . . agora . (Bočkang, bôsiwi), lett. : is het niet zoo? het was regen ; v. d .:

het was immers regen. .

(bânna ), slechts. Het verschilt slechts hierin van maná , mani, dat

a

het vóór de woorden geplaatst wordt en op zich zelf staat, terwijl manâ ach ter aan de woorden gehecht wordt, verg .$ 215. Welligt is dit bánna bij ver wisseling der letters 6 en m ($ 49, XVI) uit maná ontstaan. Voorbeelden :

a

v

oinna (bânna-misâ îko), = iko-mani, gij slechts. –

ovia (bânna soemângå), = soemängå-mani, geest slechts, d . i.: 200 afge vallen , dat er als 't ware geen ligchaam meer overgebleven is.

Tå -bánna , letterlijk : niet slechts (verg .beneden in deze s op tả), soms in oude geschriften geplaatst vóór een getal, en dan beteekent het, ofdat het genoemde getal slechts niet, ons bijna, bereikt werd , of dat het niet slechts bereikt, maar zelfs nog te boven gegaan werd . Van daar dat

da

a

238

aga (tá-bânna poèlo) volgens sommigen vijf of negen , als 't ware bijna tien , volgens anderen bijkans twintig, als 't ware niet slechts tien , maar daarboven , beteekent. Zoo ook is da a r (tå-bânna râtoe), volgens sommigen vijftig of negen en negentig, als 't ware slechts nog geen honderd te noemen , volgens anderen : bijkans tweehonderd , als 't ware niet slechts honderd maar

daarboven. Zoo ook is

anos (tå-bânna såbboe), volgens sommigen

500 , als 't ware slechts nog geen duizend te noemen , volgens anderen : bijkans twee duizend , als 't ware niet slechts één duizend-tal. as

(bâdje ) wordt in Wâdjó gebezigd voor het onmiddellijk vol

gende bára . aa (bâra of bâranog ) geeft een onbepaalden zin te kennen , gewoonlijk door ons misschien , welligt of dergelijken , soms ook , bij zamenstelling met

andere woorden , door omschrijving in het Hollandsch te vertolken .

Voorbeelden : aanar aman (bârang ångka-ni kớêwa ro ), welligl is hij aldaar . – aarong na (bâra -seo-wa) of da so

(bâra-sêdi), osa (såbâra ). Men verg . § 167 over de onbepaalde

telwoorden . – Sanga (bâra-âga of bârañg-âga). Verg. $ 200 overde

onbepaalde voornaamwoorden. - saying a (bâra-kolwi-âga), sanaa Da (bâra-koewâmmångi), a annavaas a (bâra koewâmmingi-âga). Verg . hierboven in deze ſ op: koe, ko, kórwa.

Van ng (a), a

od (âga),agind (âgi), komt, gelijk wij reeds in $ 217

gezien hebben , het werkwoord v

(ma) of va mâra ), vad (måga),

vi (magi), wat doen ? wat hebben ? wat ondervinden ? ($ 60, 6º. en § 199 ); en v. d.: hoe zich bevinden ?, hoe zijn ?, hoe ?,waarom ?

Voorbeelden : via

vagn

(mâgi moelôkka ?), Hoe! gij gaat ?,

d. i.:waarom gaat gij? - vw angag (mâgiwâë ?, of van na Tag (mâra-ni wâë?), hoe is het dan ? – uwia (magâre , zamenge steld uitmága + áre), of:v an (mâre-gi), anemo nas Arunasag vis . (watêna toèwang, na-dé pôle mâï?),waarom komt mijnheer toch niet bij mij? via (mângkeng), = het Makass.mångking , slechts , niet anders dan , uitsluitend . Welligt is het eene zamentrekking uit man, = maná , slechts , verg. $ 215 , + het met eene nasaal geslotene aanwijzend voornaamwoord e,

239

verg . $ 174 . Over het inlasschen eener k tusschen een woord dat op eene

nasaal eindigt en een woord dat met een ’ klinker begint, vergelijke men $ 50, I. Mángkenj zou alzoo gelijk staan niet enkel in beteekenis maar ook in afleiding met (iya) ëman (â ), deze of dit slechts.

vaasa (moewânnēng). Dit schijnt eene zamentrekking te zijn uit moeva-naé , dat welluidendheidshalve met eene nasaal gesloten is. Men heeft

hier alzoo welligt eene zamenstelling uit mõewa, = het Makass. dja of ēji, + naé , = het Mak. mângka , zoodat het Boeg . mocuánnēng dan ook geheel hetzelfde zijn zoude als het Makass.mangka-dji, dat door den Inlander ge woonlijk gebezigd wordt, wanneer men hem verzoekt, om dit Boeginesche moewánnēng in het Makassaarsch te vertolken . Beiden , zoowel het Makass. als het Boeg . woord , geven dus waarschijnlijk primitief hetzelfde te kennen , als uns immers maar in eene phrase als deze : hij houdt zich immersmaar eens goed , d. i.: hij houdt zich inderdaad goed , van daar dus, dat moewánnang de

beteekenis gekregen heeft van : werkelijk , inderdaad ; bijv. : u

n

uomo

a asa : immoravimasavasás baas (déna koèwa rånnoềna , wåttoe siïtânna-moewânnēng-moewi silåssoeränna), onuitsprekelijk groot was de vreugde van NN, toen hij zijne broeders werkelijk ontmoette. - og v anemas (salâmá-moe wânnên-na), lett.: hij is werkelijk hersteld , d. i.: hij is volkomen hersteld . vanaisa (mowânnēng) , Sidênrengsch = moewánnēng.

ona (másoewá), Oud-Boeg. = tů , = dé, niet. (tå of tång), het Makass. ta , het Malagasische tsi , het Mal. ti, het

Bataviaasch -Maleische tår , niet. Het verschilt hierin van (dé), dat insgelijks niet beteekent, dat het nooit op zich zelf staat, maar altijd met

een woord verbonden moetworden ; bijo.: w uceet niet. –

ino (tå-kocwisång), ik

vana (tå-máboèwa), geen 'vruchten hebben , zonder vruch

ten zijn ; zamengest. uit tå, niet , + mábóewa, met vruchten zijn , vruchten

dragen , van gaa (boewa), vrucht. - avuras (18-mákoèlle), niet kunnen , zamengesteld uit tå ,niet, + mákoelle, kunnen. -

' (tånri.

sång , niet geweten worden, zamengest. uit tång, niet, + rísång , geweten wor den. a (tåingångka), is niet, zamengest. uit tång, niet, + ảngka ,

zijn. -

dan (timparâni), niet moedig, zamengest. uit tång, niet, +

240

warâni , moedig. - Ne

w

Casino. : (paboềra tå-påddi

babodwa), lett.: een geneesmiddel, waardoor men geen buikpijn meer heeft, v. d .: een middel tegen buikpijn .

Soms wordt dit tả verbonden met het Makassaarsche niya , zijn , en zegt men alzoo : tåniya , = het ook wel in het Boegincesch gebezigde Mak. taniya, hetwelk op zich zelf staat , en niet alleen de beteekenis van niet, maar ook van ons neen heeft. Tåniya idí en tåniya iko , neen, of niet, gij, vindt men

ook wel zamengetrokken tot : tånidí en tảniko. aveving (tå-mákådâë), niet (të) zij er de man die zegt ( mná kådâë); v. d .: niemand zegge : het zij verre, dat men zegge , = ádjá-moeva mákůdáë, vergel. beneden op : áðjá .

a v ocato (tå-makâban -ni), lett.: het zij niet nabij, v. d .: het zij verre, zamengesteld uit: tả , niet, + makábanj, te zien , of zigtbaar, en v. d .:

nabij zijn , + ni ($ 210). Bijv.:

voran ng asia asas

na vagin '. (tå-makâban-ni âla ångkâë komaiye), het zij er verre van daan , dat hij hier zoude zijn .

avasoning :

(tå-máláājo-nisa), of

vasca

.. (tå-máladjôn-ni), of ļu vas vason . (dé målli

máladjòng) as as nosa

s asan :.(âla oepegåócë-ro), het is

er verre van daan , dat ik dat doen zoude. Uit het verband kan men zeer goed opmaken , dat máladjöng,evenals makábang,de beteekenis van nabij zijn heeft, doch zoowel dit woord als het bijgevoegde målliherinner ik mij slechts een maal ontmoet te hebben , namelijk in de hier uit het Wadjoresche handels .

wetboek , bl. pl , reg . 25 , aangehaalde plaats. En geen Inlander wist mij een 'naauwkeurige verklaring daarvan te geven .

vorvoo(tå-mâka-mâka), = het Mak. ta-máka-máka, zeer, bijzon der ; bijv.:nuovorig agama . (tå-maka-makãi aradjan

na ), bijzonder, buitengemeen , is zijne grootheid . Wat nu den oorsprong van dit tå-máka-máka betreft ; zoo heeft men welligt te denken aan het later on der de voegwoorden te behandelen máka. Alsdan zou het letterlijk beteeke nen : volstrekt niet te geraken , niet te bereiken zijn , teweten de weergade van eenige eigenschap of hoedanigheid , hier alzoo iemand 's grootheid .

orna (tákâoe), of zamengetrokken : a

ra (tâkkó), = tákini,

241

verbaasd zijn , v. d . : onverwuchts , op eens, 80ms; bijv.: a

udioca

qan asas aangaa wa sasona : (toe dangá sibâwa toèwang Lânoe ; natákâoe ångka pôle si-tâoe), ik zat met NN,

toen daar op eens een man kwam . - a

apangan

n

(tákâoe riwerêko), som8 mogt u gegeven worden. Van anda (tôngång), waar , komt door vóórvoeging van si (verg . $ 213 doch vooral § 123 , lett. c) en achtervoeging van het persoonlijk voor

naamwoord 3 pers. na ($ 181), gelijk ook verdubbeling van het woord zelf ($ 113) tot aanduiding van een hoogen graad , het woord : 'onglaan a (sitôngång-tõñgånna), lett.:naauw verbonden met, overéénkomende met, overeenkomstig, het zeer ware er van, teweten: van de zaak , waarover gehan deld wordt, v . d .: waarlijk , inderdaad . a tånginang), het Mak. tinang, nooit, nimmer . Verg . tå, tång ,

nict, en inůny, slechts, stellig , zeker. av (tânda),Maſwasch, = tå , dé,niet. Het op zich zelf staande woordje

(tånrå ) = tå , tång, tảniya en

dé, doch komt alleen in gedichten voor ; bijv.:

a neagr a

mana (tånrå pâle ri-wawôna), enz . er is dan niet daarboven , enz.

ng (tâla), welligt zamengetrokken uit tå , niet, + ála (verg . $ 223),

wat!, hoe!,zoude, alzoo lett.: zou het aldus zijn ? Neen, v. d.: immers niet. Bijv.: ang panaging on va . (tâla nawelâï-ko mâtoe), lett : wat! zij zouden u verlaten ! Neen , dat niet, v. d .: zij zullen u immers niel verlaten .

aag as a (tálâllo) of

eveuals am (táðjôró) en

was aga (tápalâllo) beteekent letterlijk,

(tádjędroe), an

(tápadjơèroe),amonga

wag na (tápaliwång ), demaat overschrijden, en wordt van

daar gebezigd om ons zeer, bijzonder , buitengemeen , uit te drukken . a

ng (tâë), Doerisch , = tå , = dé, niet. Verg. het Mak. taina.

(di). Dit woordje wordt in het Boegineesch , even als in het Makass., in het spreken dikwerf achteraan gehecht bij eene vraag , waarop men stel lig een toestemmend antwoord verwacht , ons immers; bijv.: ag na an anggoró-di ?), wijn immers ? Het op zich zelf stuand so (dé) beteekent, evenals het boven behan 16

242 delde lå , tány , tåniya of taniya : niet, neen , verg . boven in deze . De

Wadjorees bedientzich ook wel van désa, terwijl de Soppenger en Sideñrenger soms déha bezigen . Beide vormen zijn echter niets anders dan démet achter voeging van het demonstratieve a en inlassching eener s ($ 50 , VIII), of h ($ 50 , IX ).

Dit dé of tå met het achtervoegsel na ($ 210 ) , onverschillig of dit laatste onmiddellijk dan wel met één of meer woorden daar tusschen volge, wordt gebezigd bij ontkenning van een ' stelligen zin ; als ik bijv. beweer , dat het een of ander er stellig geweest is, en thaus niet gevonden wordt; van daar ge woonlijk in het Hollandsch overgezet met : niet meer. Bij voorbeeld : V

(tå-mänre-ná , tå-mînoen-ná), ik eet, ik drink , aan van niet meer. - pun armad sag (dé-ni ri-baroegåë), hij is niet

meer in de barõega. -

grandda

(tå-koewisån-ni), ikweet niet

meer. – asunnon ignama

na

vagina ' s . . . (nadena koewa sarâna ininawanna dozwa málâïbini),

lett.: de beide echtgenooten waren zoo bekommerd, dat er niets meer te vinden zoude zijn hetgeen duaraan gelijk was.

Geeft nu het achtervoegsel na te kennen , dat het een of ander er stellig is of geweest is ; zoo doelt daarentegen het achtervoegsel pa menigmaal op een toekomst die stellig plaats zal hebben ($ 211). En wanneer men dan ver klaart, dat iets, hetwelk stellig komen zal, er niet is , staat dit gelijk met ons

nog niet; bijv.: e un anga . (dépi-našngka), het is er noy niet. — ninana . (tå -koewîta-po ), ik zie u nog niet. ang (naä ), Malâwasch, = ti , = dé, niet. ina (wêgang of soms ook: wêga) of raw (wêdañg ), beteekent : seer, sterk, bijzonder, vooral, en wordt van daar ook gebezigd, om den over

treffenden trap der bijvoegelijke naamwoorden uit te drukken , verg . $ 119 . Dikwerf wordt het achter aan de woorden gehecht; echter komt het ook wel vóóraan. Voorbeelden : vanemad (máradja-wêgang) of var

saa

(márâdja-wêdang), zeer groot. – vaatama (márån

noe-wêgangá) of viagrava (márånnoe-wêdangá), ik verblijd mij

zeer. -

Angsana . na wao(tåniya-wêgang adâkkoe), lett.:

dat is stellig niet mijn woord ;dat ismijn woord niet, dat houd ik ten sterkste vol,

243

v.d.: dat heb ik volstrekt niet gezegd. – puimad as mensa (ilé-wêgang akoellênna),dut is volstrekt onmogelijk. - ang sangat ovqachapas (naîya wêgang-tôna-sa datoena båwånge), (er bleef slechts één van de bâwång-vogels aan de takken der boomen kle ina nav. ven), en dat was juist de vorst der båwång's. - ig an angewinngangwa vaadaaa . .

(idí wegânna-moèwatoề tâoe-dêijeng, oewôñro-moepa ri-bolâta), daar gij vooral een goed mensch zijt, blijf ik nog in uw huis. — Ágora sana

vinarin

g

ananana . (iko wegânna

moetjirinâiyá , tå-koepoera -pa riwoeno), dewijl gij u bijzonder over mij ont

fermt, ben ik nog niet gedood. minsanman vagaasa (ri-wegânna-pa málólo), toen hij nog zeer jong was. In oude gedichten vindtmen ook aanda (wegângka), zamengetrok ken uit wéganj + het vraagwoordje ga ($ 209). Het is alzoo = wégang-ga? of

wéya-ga ?. Verg. $ 49, I. Bij voorbeeld : e asowano innwa na

Ing . (le-napårrîsi wegângka wâë?), Is hij dan zon bijzonder in den nood? men (watêna) of onema (wađjêna),welligt. Van a

as (wali), zijde, wordt door vóórplaatsing van het telwoord se ,

één (8 123) gevormd:tonnas(sewâli),aan één zijde; bijv.:viand's alonnas unggas . (márêngkalinga sewâli dâoetjoelinna),

iets maar met één oor, d. i.: maar half,hooren. – vidionas v

a

n

. (mákita sewâli matânna), lett.:met één oog zien, v.d.:maar half

ergens naar kijken,hetmaar half op iemand hebben . – Fonds Waga (sewâli-poelo), verg. $ 127 . – Tomás a (sewâli-râtoe). Verg . § 133. - rannas & '(sewâli såbboe). Verg. $ 135 . Sewâli....., sewâli....., aan de eene....., aan de andere zijde. Van dit sewali nu leidt men af:

Niomis (pesewâli), lett. : op

één zijde stellen , terzijde stellen (8 69). Van daar met achtervoeging van het pers. vnw . 3 pers. (S 182): aromas (pesewalina), lett.: met ter

zijdestelling, met uitzondering , van dit of dat , en v. d . geb. tot het uitdrukken

van onze voegwoorden : behalde, tenzij, maar; bijv.:a

govna ada

warna . (riyâsing-modwa pakoewa sinînna taoewe, pesewalîna (of:

-

16 *

244

pesewalîkoe] âla iyảë oepakoewa), lett.: men zegt, dat alle menschen zoo hande

len ,de uitzondering daarvan is [of ik ben daarvan uitgezonderd], dat ik het 200 zou doen , d. i.: men zegt,dat alle menschen zoo handelen , maar ik doe het niet. Soms drukt men ook met pesewalina ons voegwoord opdat uit ; bijv.:

on insonnás as

was as onaa

(sini

pesewalina, napôle solânna), enz., lett.: dit gebeure vooral niet, dat gij schade

lijdt, v. d.: opdat gü geen schade lijdt, enz. (Wâdj., bl. pp , reg. 1, bl. 67, reg , 21.)

Ditzelfde pesevalina wordt ook gebezigd om ons het zij verre, of dat moge vooral niet z00 zijn , en meer dergelijke uit te drukken ; bijv.: roan Idioman's mag vanangan . (serâtoe pesewa lina âla mákoewâë-ro ), dat zij honderdmaal terzijde gesteld (dat verhoede God

honderdmaal), dat dat 200 zou zijn !, en v. d .: het zij verre, dat het 200 20u zijn !

aarag (wâë), = we as (pâle),dan . Oana (sibâwa), tezamen , en v. d. als voorzetsel : met ; bijv.: asagn

Oana . (lâo-sibâwa), tezamen gaan, meégaan. —S

ignosna

(LÂnoe ånnång sibâwa), lett.: NN, zes personen tezamen , v. d.: NN met nog rijf andere personen .

Dit sibárva beteekent letterlijk elkander brengen , zamengesteld zijnde uit si ($ 123, $ 78, § 207 en § 213) + wawa, brengen . Over de verwisseling van de letters w en b vergel. men $ 49 XX .

vás (soemålla) en vonas (másinala), Oud-Boegineesch, = tá , = dé, niet.

oas ad (salinra), Bissoe-taal = tå, = dé, niet. Sasaga (silâoñg), = sibáwa, tezamen , en v.d . ook als voorzetsel: met. Dit silkong is zamengest. uit: si ($ 123, $ 78, § 207 en 213) + lão, gaan ($ 51, III). o v (såma), gelijk , v. d.: a) gelijkelijk ,overal; 6) tegelijk , bijv.: met un dere menschen of zaken , v. d.: gezamentlijk , tegelijk , bijv.: met eene andere handeling, v. d .: tegelijkertijd , enz. Het wordt, evenals in het Makassaarech , soms gebezigd in zamenstellingen , verg. $ 80.

o schrander.

(sånná), erg, zeer, bijv.: vajon

(mâtja-sånná), zeer

245

ag (sâla), missen , fout, gebrek , valsch , verkeerd , enz. dat in het Makass., Bat. en Daj., eveneens, en in het Jav ., Mal. en Soend. salah luidt,

komt ook dikwerf als bijwoord voor, bij voorbeeld : Vagoas (má nâsoe-sala), als 't ware gebrekkig koken , v. d .: eventjes afkoken , met schil en al koken , bijv . groente ; slechts met wat zout, of ook wel zonder zout , koken ,

bijv. een hoen, opdat dat niet bederve. – as aga o as (lâo-sâla), gaan om niet terug te keeren , zijn ' dood tegemoet gaan. - ivvagas

(memâná-såla), een’miskraam hebben. – as ao as (lâri-sâla), slecht , v.d .: in wanorde, vlugten. – a v ons (toedassala), verkeerd , d . i.: op een ' ver keerde plaats, zitten , zitten zonder iets uit te voeren . – o jo as (bâtja sâla), verkeerd (slecht) lezen , v. d .: iemand verdenken . Over o (sisåőg), éénmaal, één keer , werd reeds uitvoerig gesproken in § 161, bij de telwoorden die een -maal te kennen gaven . Van dit sisany

wordt bijv. afgeleid n

o orasan (iya sisåígewê), deze ééne keer,

dit maal. Voorts komt dit sisång voor in de beteekenis van ons eenmaal, zon der juist een telwoord te zijn , bij voorbeeld : wanao 's vanja (poerai sisång mábitjâra), het is eens gebeurd , dat hij regt sprak. (B . Chr. I,

bl. 195 , r. 10 v. o.)

Verder worden van sisång de navolgende beteekenissen afgeleid :

a ) in één keer, v. d.:tegelijk, tezamen , bijv.: codons (sisång bâdja-pi), morgen tegelijk . NB, geb. door iemand die gevraagd wordt, of hij zekere zaak nog van daag wilbehandelen , en die daarop antwoordt,dat

hij die maar morgen in eens met nog andere kwestie's zal afdoen . –

vaan

oo anavunina

'

(sisång mộtó,

sisåñg napowadâda nipina), zoodra zij opstaat, verhaalt zij haren droom , lett.: in één keer, d . i.: tegelijk , staat zij op en verhaalt zij ook haren droom .

6) ten eenenmale, volstrekt, bijzonder , buitengemeen ; bijv.: '

nga

avia (sisång -ôbi-mani), hij roept volstrekt, of tooral, maar; d . i.: roept

sterk, onophoudelijk, maar. – q

ano 's (mpoeno sisång), (niet half,

maar) heel doodmaken.

c) addon' (tásisång-sisång), lett.: telkens één keer, v. d.: keer voor keer, v. d.: zeldzaam , en ook langzaam , verg. vooral $ 165 over de distributieve

telwoorden ; bijv.: noooovin voia (tásisåny-sisåñg-moepi

246

mátậppi),hij draagt nog maar zelden een ' kris, zooveel als : hij is nog jong,nog

niet volwassen. -

An

n o'do' (ājôkka tásisång-tásisång), keer

voor keer (voetje voor voetje), d . i.:langzaam , zijne voeten voorwaarts zetton.

o 'o 'o 'o

(sisång-sisånna), op eens; bijv.:n

innsas . noooo

aba

wasag

na

ang arna

(oetâājångi toewang ri-wånniye, na-sisång -sisånna pôle ri-ara ta wênge), ik wachtte mijnheer des avonds, en daar kwam hij op eens des na middags.

ng

(ida), Mandarsch , = tå, = dé,niet.

ima (înång), het Mak. inang , = mani, slechts, dit slechts, v. d .: stel

lig , zeker. Bijv.: ignis cranianaaaaga : AV Pues a

nneag . (înång iko-pa ripatåttong aroeng, na

mádêtjeng wanoewâë), dan slechts wanneer men u tot vorst des lands aanstelt,

zal het het land welgaan . -

Angora vagagan . (înång

iko mâlaï-ro), gij slechts, en niemand anders ,neemtdat. -

a vagngan . (înång tânîkomâlai-ro),gij slechts neemthetniet. — inåñg ignonawala ning annannns siyoſrongi iyâë worowanê) , zij heeft stellig gemeenschap gehad met dezen man.

(B .Cbr. I, bl. 58, r. 2 v . o.) Saga (êna), taal der Bergdistrikten van Maros , = tå, = dé.

(ånna), Sinjdjâisch = tå , = dé. ne câājá ), wacht u om , laat niet, welligt oorspronkelijk het causa ng tieve werkwoord adjá , kwaad maken , als kwaad beschouren, van djá : kwaad , verg. $ 70 , over de werkwoorden met het voorvoegsel a ; bijv.: ago

Vasar . (âījá moelôkka),welligt letterlijk: beschouw het als kwaad , vangan dat gij gaat , v. d.: wacht u om te gaan . – ag Nagandang (âājá tảmoewasodro-paoewangá bâāja), welligt Jett. : beschouw het als kraad, zoo gij het mij morgen niet laat zeggen, v . d .: wacht

u om het mij morgen niet te laten zeggen , d . i.: laat het mij morgen vooral

zeggen. - nova viving

(adjá-moèwa mákådáë), =

tå-mákádáë , niemand zegge , of het zij verre , welligt letterlijk : beschouw ket maar als kwaad , om te zeggen , enz.

mai

(ôīje) of anas

(wõiīje), = vádding,kunnen , eu v.d .:

247

het kan zijn,het zou wel kunnen ,welligt. Bijv.: ngas

vig

via

mwing ngng ng ng

viung

ng as a

man

sas casa . (odje mákåda-ammai mâtti: oepalâo-sâlai állîna iya-ro bâloe-baloena), welligt mogt hij eens zeggen , dat ik het geld van zijn ' koopwa ren verbruikt heb.

Soms komtin de La-Galigo-poëzij ook een ődje ofwódje, voor, = mákárcé, nabij, en van daar: bijna.

as

(iyé) of gasa (iyo), ja. Geb.door een kind tegen zijn’

vader of moeder, wanneer deze van voorname, ofschoon niet vorstelijke, ge boorte is. Als de vader of moeder daarentegen wel van vorstelijke geboorte

is, voegt het kind er pớewang hij, en zegt alzoo : iyé, poewang. Is de vader of moeder gelantied , d . i. plegtig als vorst of vorstin gehul digd , 200 bedient het kind zich van oesómpai, verg. Boeg . Woord . op : sóimpa

Nº. 2. Tegen een ' vader ofmoeder van geringe af komst bezigt het kind : nga

san Côwe). Voorts merke men hierbij op , dat iyé, šyé Pokwang !, oesóipaí en owe niet

enkel door kinderen jegens hunne ouders , maar ook door alle minderen je gens hun meerderen , hetzij in jaren of rang, gebezigd worden .

igai ng

(iyakånnēñg). Verg. boven in deze & op ke. liya-mi), án ag van (iya-moewa), agavin (iya

mani), lett. die of dat slechts, v. d. dikwijls van wege het verband na eens met behulp van juist,dan eens van daarom , deswegens, in het Hollandsch te vertolken , verg . $ 215 over ma, moe,moewa.

sairavan (wekadoewa), tweemaal, arra as (wekatålloe), en andere telwoorden die ons maal te kennen geven (§ 161), kunnen allen als bijwoorden gebezigd worden . Ditzelfde geldt ook van rangschikkende telwoorden , als : vasvasa (moela-moelânna), wvasa (pa

moelânna), of viongana (maseoewânna),ten eerste, vuna (madoewânna),voruma(mákadoewânna ), Vianoruma

(mawêkadoewânna), of variandruma (mákawêkadoewânna), ten tweede, enz. Verg . $ 163.

248

ELFDE HOOFDSTUK. OVER DE VOEGWOORDEN .

$ 223. Van

(koe), ~ra (ko), yonn (koewa), vą (mákoè),

vora (mákö) of vana (mákoewa) leidt men de in het begin van $ 222 reeds besproken' voegwoorden af, teweten : umsagn (koewâë ni), of vormengo (mákoewaënna), op deze of de volgende wijze, al.

200 , v. d .: alsi, teweteni, namelijk : dat isi, enz Zoo ook oona

wâmmi), ranº (koewâmmång), of goana

(koe

(koewâmmångi),

opdat. Eindelijk wordt van dit kórwa ook nog gevormd rangas ana (koewâë-tôpa ), lett. op deze wijze ook ; v. d . gelijk ook , alsmede, en . Verg. $ 214 over tópa.

ing (kiya) is een achteraan hechtsel, te vertalen met ons: maar . Wel

ligt is het zamengesteld uit het demonstratieve ka + het aanwijzend vnwoord iya ($ 173), om op de tegenstelling , die bij ons gewoonlijk met maar,doch, echter , en dergelijke woordjes meer aangeduid wordt, bijzonder de aandacht te vestigen .

Voorbeelden :e

in vacan . (dé-kiya márâdâï),maar het

was niet vast, of bestendig. -

massnarn

a

winnan vion ng as a

(mêmå-ni ri-pamasêna Alla-taâla,

ångka-kiya anâna), lett.; hij keerde terug tot de barmhartigheid Gods , v. d.: hij kwam te overlijden , doch hij had kinderen .

Wanneer men vóór kiya plaatst het vnwoord iya ($ 173), krijgt men daar door het op zich zelf staand voegwoord : 4 (iyakiya), maar,

doch; en dit komt dan vóór aan den volzin ; bijv.:' n .

sig

(iyakîya dé márådài),maar het is niet vast, niet bestendig.

w a

Puv a

(gâti), bij voorbeeld . a

n

(bitjarânna ), welligt letterlijk : wanneer dit de zaak , dit het

geval, was, van 's aj a (bitjâra),zaak , van daar:ware het dat; bijv.: & ad 104

anangaa dat ik rijst had .

(bitjaränna naångka bårråkoe), ware het

249

va (måka) wordt zoowel in het Boegineesch als Makassaarsch gebe

zigd , waar wij ons bedienen van te met de onbepaalde wijs van een werk woord ; bijv.: vorana ajag (inâka ripogâoe), om gedaan te worden , om te doen . En evenals ons dit is te doen eene dubbele beteekenis heeft , te weten : zoowel die van : dit kan gedaan worden , als die van : dit moet gedaan worden , dit is raadzaam om te doen ; 200 geeft máka nu eens de mogelijkheid , of gelegenheid tot iets, dan eens het raadzame om iets te doen of te laten te kennen.

Wat nu den oorsprong van ditmaka betreft; welligt is het = máka, en zamengesteld uit het voorvoegsel má ($ 60) + ka ($ 74 ). Het zou dan pri mitief te kennen geven een geraken of komen tot een zekeren toestand . En het boven ($ 222 bij tå) besproken tå-maka-maka is in dat geval te verklaren met: volstrekt niet te geraken, of te bereiken , zijn .

Voorbeelden: aavaasassa

vo

(to-marilâlångêmmimåka riyoetanâï), de to-márilálán slechts is er, om ge

vraagd te worden , d. i.: hem slechts kunnen wij vragen . – AM voringa as (anakaroeng makāë riyoèlé), de vorstenkinderen, die behooren gedragen te worden in oelérång's of tandoe's. — Wagona

vu

awawag

(gầoe sitinâdja mâka ripogâoe), een daad

voegzaam om gedaan te worden.

vor (mâkka), het Mak. mángka, maar, doch , echter, wordt vóóraan geplaatst , bijv.: vo n a ' . (mâkka têyawá), maar ik wil niet. vag (mâoe), en zamengetrokken v . (moe), ofschoon , alhoewel, al ware

het ook , en v. d. soms met zelfs te vertalen ; bijv.: Vag v

a

ng

ans. (mâoe mákoèwai-ro), ofschoon het aldus ware. - Va .. vavanan avnaag

ig

an aman

(mâoe iyá mákoe-moetowi nadâpíë nâwa-pawâkkoe), lett.: al ware het ook aan mij, v . d .: zelfs aan mij, is hetzelfde in de gedachte gekomen . – V

ina

andaag n (moewê-ssa tå-bârang-âga), = vasaros da

ng a (mãoewê-ssa tå-bârang -âga), ofschoon het niet de geringste

waarde hebbe.

Sa (tana),of asas (tånaê),verg. $ 174 over het aanwijzend vowoord e , of

asag sa (tånaëngê), verg . $ 50, II over de inlas

250

sching van de ng, of ' orassa (tảnaểnemg), verg. $ 49, X , over de verwisseling der letters ng en n , of

araga sa (tånaểnengê),

verg . $ 174 over bijvoeging van het aanwijzend vnw . e , of

sasa

(tånabêneng), verg. $ 49, XXI, over de verwisseling der letters ng en b,

of ' Acasaca (tånabênengê), of

apvia (tånamêneng),

verg . $ 49, XVI, over de verwisseling der letters b en m , of

osv

sarà (tånamênengê), verg . $ 174 als boven , of ' nasag (tåna

bâëng), of

acasa (tảnabênge, of ' oasa (tånabangê), of

asa (tåna-tjênneng), verg . $ 49 XVIII over de verwisseling der letters 6 en tj, alsmede § 49 XLI, over de verwisseling der letters as en lj, of

as

s asa (tåna -tjênnengê), verg . $ 174 als boven , ge

steld dat , ware het dat. NB. dit tåna of tånaé, enz. beteekent welligt oor spronkelijk : het is zoo niet, het is in werkelijkheid 200 niet, het is maar een geval dat ik stel.

Voorbeelden : Salasala mnamsasasi

N 'o '

asanas (tâna-bênengê našngka oellêna, dé oelåp

påssångi lão), lett.: zie! er bestaat mogelijkheid op , doch dit is eigenlijk zoo

niet , het is maar een geval dat ik stel; v. d.: gesteld er ware eens mogelijkheid op , 200 liet ik hem niet gaan . – Zoo ook oparasa rinas

asag

asasags vinos (tåna-tjênnengê tånriyâlai

ânáë , mâteï), lett.: stel eens: het kind is er niet uitgehaald ,maar let wel , het is slechts een geval dat ik stel, want het is z00 niet , v. d .: ware het kind er

niet uitgehaald, zoo zou het dood zijn . Zoo ook : anda ..

arvin

a

(tåkoe-mêneng djâla-rômpong), 200 ik een om de róímpong

(verg . B . Woord .) gespannen net ware. (na), a ) wijders, voorts , en , 6) opdat, c ) dan . Verg. $ 210 . Ana (nâkko), 200 , indien , welligt zamengest. uit na , dat waarschijn lijk primitief slechts een demonstratief woordje was ($ 182), + ko, aldus,

verg. $ 217, 221 en 222, in het begin ; het zou dan letterlijk beteekenen : zie ! alzoo, of aldus.

Bijv.: anna

visanasaad as an

asama

vo . (nâkko moewelôrångá lôkka , lókka -ná mâtoe), lett.: zie! alzoo zij het , gij verlangt , dat ik ga, v. d .: 200 gij verlangt, dat ik ga , zal ik gaan.

251

Op dergelijke wijze is misschien ook wel te verklaren araona (narêkoewa), dat ook ons 200 , indien , enz. te kennen geeft. Ik acht het ten

minste niet onmogelijk , dat het zamengesteld zij uit het demonstratieve na ($ 182), + áre , welligt (verg. $ 216 ), + koewa, 200 , dus (verg. 217, 221 en 222, in het begin ); bijv.: alarma viagana via .

veurejena . (narêkoewa máêló-motwi, mádêtjennitoe), lett.: zie ! zoo welligt, hij wil het maar, v . d .: 200 hij het maar wil, is het goed , dat. Van dit narékoewa , kan bij verkorting gekomen zijn : sauna (re

koewa), verg. $ 51, I, en

aura (rêko ). En van dit réko is dan volgens

de verwisseling der letters r en d gekomen : v on (dêko ), verg . $ 49, XXXIV. Deze drie vormen , rêkoewa ,réko, déko, zijn alle drie van dezelfde beteekenis als nákko en narékoewa.

acas (naê),maar, doch , en andere woordjes van tegenstelling, wordt evenals iyakiya en iyamo wa vóóraan in den volzin geplaatst. Het is zamen gesteld uit het demonstr.na ($ 182) + e,deze, dit ($ 174), beteekent alzoo, letterlijk : zie! dit, en dient insgelijks om op de tegenstelling bijzonder de aandacht te vestigen.

w

aa (tjôba), lett.:.pogen , beproeven, ergens een proef dan nemen ; van

daar , in navolging van de Maleijers, te Makasser wel eens door de Boegine zen gebezigd voor tånaé, tåna -bênengé, enz. gesteld dat , ware het dat , lett.: neem

neem er de proef eens van.

agaga (laðna), en zamengetrokken : ago (lâna), letterlijk : de loop , of gang, der zaak is deze , v . d . wegens het verband soms in het Hol

landsch te vertalen met: dewijl, want, zamengest.uit lão, gaan, en het pers. vnw . der 3 pers. ($ 182); bij voorbeeld : vonon

aga vagong

w

a

s

ago . (másâppa-sâko paboera , lâna málâsai

tne Lânoe), soek gij eens geneesmiddelen , de loop der zaak, of het geval, is dit,

hij is ziek , die NN , v . d .: want NN is ziek . våttoe ), het Mak. wáttoe, tijd , dikwijls gebezigd , om ons tijdens,

toen,enz.uit te drukken,bijv.: inanana

n vas . ..

(wåttoe ångkânna-na komaiye), ten tijde van, oftijdens , zijn zijn hier, v. d.: toen of terwijl hij hier was. Van maag (wali), zijde, leidt men af: somas (se-wâli), aan één

252 zijde, en

hiervan

asemasa

(pesewalina), waarmede men ons

behalve, tenzij, maar, enz., gelijk ook ons opdat , uitdrukt Verg . het § 222

bij aaa's (wâli) aangeteekende.

oa

(sañgadîna), = pesewalina , verg. het onmiddellijk vooraf

gaande pesewalina , behalve, tenzij, maar; bijv.: as a vevianana

ngeun . Oda

von

(lôkka-mânån-nirô taoewe,

sangadîna-misâ iyá), zij gingen allen, die menschen , behalve alleen mijn persoon . Wanneer men let op de in het Boegineesch meermalen voorkomende ver wisseling der letters d en l ($ 49, XXXV) gelijk ook die der w en re ($ 49,

XXIV), en daarbij sa vergelijkt met het telwoord så, si, se ($ 123), acht men het zeker niet onmogelijk , dat adi primitief hetzelfde is als wáli, en dat sangádi alzoo gelijkstaat met sewali. De ny is dan tusschen sa en ádi ter ver mijding van hiatus ingelascht.

& (sâba), het Arab. Wyw, lett.: reden , oorzaak ; v . d . geb. als voor zetsel: wegens ($ 207 ), en met het pers. vnw . 3 pers. na ($ 182) er achter , letterlijk : de reden hiervan is , en v. d .: omdat; bijv.: g a v i . Odaving as a vaa mar (tåtton -ni mênré, sabảna máêló -moèwi táråkká), lett.: hij stond op , de reden hiervan was, hij wilde maar opbreken , hij stond op , omdat hij maar wilde opbreken .

Od (sâmpang ), indien, zoodra ; bijv.: on

o

roc .

(sâmpang tåtté sêdi), zoodra het één ure was. Dit sámpang is welligt zamen gesteld uit het aanwijzend voornaamwoord sa ($ 171) en het achtervoegsel

pa ($ 211), beide van achteren met een 'nasaal, terwijl de nasaal van sa dan wegens de volgende lipletter p in een ' m overgegaan is. Dit sampang zou alzoo volkomen gelijk staan met iya -pa , dat gebeurende, 200 dat gebeurt, v. d.: geheel ons indien , zoodra .

om a (sinoekårrång), = soekå (verg. $ 5 lo, II, over de inlassching van in), maat , wordt, evenals het Makass. bákoe, maat, geb . van maat

van tijd , v. d.: duur, v. d.: zoolang als, sedert, enz.; bijv.:o '

afnaging , (sinoekårrånna mpelaiyá), sedert hij mij verlaten heeft. Van agad (âga), wat ? ($ 199) wordt met bijvoeging van het achter voegsel na (§ 210), gevormd agwa (âga-na), lett.: wat gebeurt er verder ?,

.

253

van daar nu eens met : voorts,doarna, dan eens met : dientengevolge, derhalve , alzoo, dan eens weder met een ander woord in het Hollandsch te vertalen :

bijv.: anna maana msonga asorna na Nevre aragod na annonsolas

Svagas na n

ao

. (nakalábboerån-na biritâna táscoewa

tásegewa wanodwa, málåmpoena koewâë-tôpa labôna ri-sipînna pâkeréë

sibâwa to-kâsi-asiye. Âga-na ſya-ro Âroenge ,máõttâna-na málâibîni sibâwa Weyânoe, na-dé anána. Âga-na dena koewa sarâna ininawânna doewa má. lâžbini, mêló-wêgang riyâná), de faam van zijne regtschapenheid , en mildda digheid jegens alle fakir's en arme menschen verspreidde zich naar alle landen . Vervolgens (voorts , verder) (lett.: wat gebeurde er verder ? zie, enz.), nadat die vorst geruimen tijd met NN gehuwd was geweest, kregen zij geen' kinderen .

Dien tengevolge (lett.:wat gebeurde er verder ? zie, enz.) hadden de beide echtge rooten , verlangende als zij waren naar kinderen , zeer groot hartzeer. Van dit as n (âga ) worden ook gevormd de als voegwoord gebezigde

phrases: ag na wag (âga-pa paímång), as a Ninas (åga-pa-iya), ag an O (âga-pasi), ag nen va âga-pi mâtoe), die alle ons des te meer of des te minder wedergeven . Men vergel. $ 199

over : ága en vooral § 211 over het achtervoegsel pa. an (apa ), dewijl, bijv. : agorn . na vedasema J' a . (lâri-ko, âpa mábêla-wêgangi), loop hard , gij,want het is ver. Dit ápa is welligt niets anders, dan het aanwijzende voornaamwoord a ($ 171) , met het vooral voor den nadruk bij de woorden gevoegde achter voegsel pa ($ 211) , en dient alzoo bij uitstek om de opmerkzaamheid van lezer of hoorder bij een’ redegevenden volzin te bepalen .

Van rasca (@bará), 't Ar. glas, uitlegging, gelijkenis, voorbeeld , vormtmen met achtervoeging van het pers. vnw. 3 pers.na ($ 181): sag aan (ebarána ), lett.: een voorbeeld er van ; \. d .: bij voorbeeld . DJ (Snrång), = nákko , indien .

254

masa (Smrånge) of anima s (áñrangiya), en. as cosas (âījáë), assor (adjáke) of as mo (adjáka), is welligt, evenals het bijwoord áðjá (verg. $ 222), af te leiden van het cau satieve werkwoord ng âdjá), kwaad maken ,als kwaad beschouwen , van djá, kwaad, verg. $ 70 over de werkwoorden met het voorvoegsel a . Het achtervoegsel e is alsdan het aanwijzend voornaamwoord e, verg. $ 174, dat

hier meestal de k vóór zich krijgt van wege den voorafgaanden scherpen klin ker á , verg . $ 50, I. Adjáë of adjáke zou alzoo lett. beteekenen :beschouw dit

als kwaad , en uit dien hoofde geplaatst worden achter werkwoorden van vree zen , of ook wel,met weglating van die werkwoorden aanduiden , dat er iets is, waarvoor men vreest. Op gelijke wijze zou , in stede van het voornaam woord e, soms het aanwijzend voornaamwoord a , dit of dat, met inlassching

der k achter het werkwoord : adjá gevoegd en alzoo het voegwoord adjáka, dat op dezelfde wijze gebezigd wordt, ontstaan zijn , verg . $ 171 en $ 50, I.

Voorbeeld : agrusveiga

vina vain riding ...

(âāja-ke iya -moèwa mâlai tâppië), lett.: beschouw dit als kwaad , v . d .: hier voor ben ik bang, dat hij het wel wczen zal, die de kris weggenomen heeft.

Het aanwijzend voornaamwoord is

(iya), die, dat, hetwelk oor

spronkelijk uit twee aanwijzende voornaamwoorden of welligt eigenlijk twee

demonstratieve woordjes i + a zamengesteld is (verg . $ 173 ),dient ook dik werf,om met andere , hetzij onafscheidbare of op zich zelf staande woorden , zinnen te vormen , waarin wij ons van voegwoorden bedienen.

Zoo zalo g a (naiya), lett.: en zie !, of en die , dat, of : en deze, dit, al naar het verband te vertalen zijn .

a) nu eens met wat betreft ; bijv.: ang

mag

asa. . .

(na-iya gadena Lânoe), en wat betreft de handelwijze van NN, lett.: zie dat! de handelwijze van NN .

6) dan eens met maar , zoodat het gelijksta met het boven besproken naé ;

bijv.: qma asanavevenda : ennen ang iva Avinaia (toèwang Lânoe to-mádêtjengi; naiya pametjâi , déna nadampångångi), lett.: de Heer NN is een goed mensch , zie! dal! hij wordt boos, hij vergeeft niet meer, d. i.: maar zou hij boos wordt, vergeeft hij niet meer.

255

ignan (îya-pa), lett.: gebeurt dat, v. d.:wanneer dat gebeurt,werd,

n

even als a a a

en g

'o (na-iya-pasî), as as camino (âla-iya-pasî)

an win

(iya-tôpa paſmåñg), reeds behandeld in $ 211

over het achtervoegsel pa.

in . (iya) met het persoonlijk voornaamwoord dient soms om ons

wanneer uit te drukken , bijv.:a

n non .. ving

(îya

naåsso , mâte-si), zie! het wordt dag, zij sterft weér ; v. d.:wanneer het dag

wordt, sterft zij weder. - gnanasagasas

. (iya na

pôle adjalåkkoe), als de dag van mijn dood daar is, lett. : zie ! hij komt, de dag

van mijn dood. - iga au

ragead

vaan as a no

xqu'av ., (îya taểnré,mátårroe-ní lôkka toddañg ri-toe

dangåmmång) , lett.: zie ! wij gaan op, dat is : wanneer wij opgaan, begeven wij ons regelregt naar onze zitplaatsen .

h

a

vaa (iyamoewa),maar. Verg . $ 215 over ma,moe,mớewa. ng a (arâng ) dient, eveuals het Makassaarsche alléyang, om ons totdat

uit te drukken ; en wanneer men let op de in het Boegineesch nu en dan voorkomende verwisseling der letters r en 7 (verg. $ 49, XLVIII), zal men het niet onwaarschijnlijk achten , dat dit arány gelijk sta met aláng , = het Mak. alléyañg , van ára, = ála , = het Mak. álle, nemen . Aráng zou alzoo, evenals het Makassaarsche alléyany, oorspronkelijk ergens van nemen , iets er langen , ergens toe geraken , iets bereiken , kunnen beduiden , zoodat de betee kenis van totdat dan enkel uit het verband te verklaren ware.

Voorbeelden : ng man varmaan ng as ang ago. (oewarấnna måtti nawočno Âlla-taåla), lett.: wanneer ik er toe gera ken zal,dat God mij doodt, v d.: totdatGod mij gedood zal hebben . — a a

vama

n

as

(narâng môtó toewang ânoe), lett.: hij ge

raakt er toe , om op te staan , mijnheer NN , 1. d .: totdat mijnheer NN op

stond. – vina vunaqan . (moewarâng mádâpi wa noewa), lett.: gij geraakt er toe, om te bereiken een land, v . d .; totdat gij komt aan een land . ngag (âla), dat zoowel in 't Boegineesch als Makassaarsch voorkomt,

is welligt oorspronkelijk niets anders dan: wat?, waarvoor bij voorbeeld aarvoo

phrases als ála-pa , = ága-pa, ála-pasi, = ága-pasi, ala-iya-pasi, = úga-iya

256 pasi en andere , waarin ála geheel de plaats van ága ?, wat ?, inneemt, plei ten . Verg . $ 211, het einde. Dit ala wordt dan vervolgens, evenals in het Hollandsch ons wat, gebe

zigd , om verwondering uit te drukken :rat ! hoe!, en is van daar in het Hol landsch ook dikwijls met behulp van zou , van niet, of te meer , of te minder , of op andere wijze te vertolken .

Bijv.: ngasinasag av (âla tå-laômoe), lett.:wat! gij niet gegaan zijn !, d. i.: hoe ! gij zoudt niet gegaan zijn ? – $ 90r ng as

Suwanneng

(boeroéká , dla tå-mápakoewâë), lett.:'ik moge

verrotten , wat ! het niet 200 zijn ! v. d. : moge ik verrotten , wanneer het niet

200 is ! - aga ng minias aga ng nag (âla âga-pi êló oepâoe ?), wat! wat zal ik zeggen ? v. d.: ik weet er bepaald niets op te zeg

gen. – ng as veuraa anns (âla mádêtjengi riyâ ga ?), lett.: wat is het beste ? wat is er aan te doen ?, d. i.: wat zou het

best zijn om te doen ? - Alanna

Sinaia ann

Angsagen an

(narêkoewa tånaoelle-ni nawâājá; åla mádêtjeñgi

tå-na alêna oewasoero tiwiråñgi Toewang), lett.: indien hij niet kan betalen , wat ! is het dan goed , zou ik u niet zijn persoon zelven laat brengen , v. d.: blijft er natuurlijk niets anders over, dan u zijn persoon zelven te laten bren

gen. – as as me a vio

a

ing aga aaaaaaaa .

viagram '.

(Äla ! âga éló oepatveroengiyakkô,

iya -mani adâöwe?), wat ! (hoe !) wat zal ik u anders vermaken , dan dit

woord ? – ng aso

nonn (âla siyâga-siyâga), wat ! hoe

velen ook maar, v. d .: ettelijke, derscheidene, eenige. Verg. $ 167 over

de onbepaalde telwoorden . – ng as aan vaunasa a

.

(Ala oewapadoewa-doewangêko), lett.: wat! ik zou eene tweede

geliefde voor u doen zijn ! v . d .: wat! ik zou nevens u nog een tweede

geliefde hebben!, d. i.: ik bemin stellig niemand nerens u . – ng as

haasasorayas ng alarna vias (Âla ångkâë sitångâkoe silaôngåkko mâte !), wat ! 20u ik slechts met een half ,

met een verdeeld , hart, u vergezellen in den dood ! – Ano

so

ng ng isano

s

vino . na-tásiyá-siya-na, âla.

257

ångka- pa sita doewa), letterlijk : zij werden verstrooid ; wat ! (hoe !) zouden er nog twee bij elkander geweest zijn !, v. d . : zij werden 200 verstrooid , dat

er geen twee meer bij elkander waren.

Ala-pa (= âga-pa ) wordt, evenals ála-pasí (= ága-pasí) en ala-iya-pasi (= ága-iya -pasi), gelijk ook: ála -koegi, of ála -kógi), gebezigd om ons hoeveel, of des, te meer, hoeveel, of des, te minder , in het Boegineesch uit te drukken ;

awning as canv bijv.: asan (ri-lino tå-koemátjânning, ála riyâhera-pa mâtoe !), lett.: in deze wereld ondervind ik geen geluk , wat zal het dan zijn hier namaals ?, v. d .: hoe

nama veel te minder hier namaals! – nga ng ng wa anno in gara . (iyả kípowâta, ala pangarákoe-pasî tå -kiapoennâï), ik ben immers uw slaaf, wat! (hoe !) de landen waarover ik be veel, gij zoudtdie niet insgelijks bezitten !, v. d.:hoeveel te meer dan behooren u

die landen toe, waarover ik bevel voer! – ng as vengaging anoanaamondsas asaga (âla mákoewâë ångka-pa soerôna To-risom påë lâo), wat! (hoe !), indien het zoo is, indien dit gebeurt, dat er een gezant van To-risompāë gaat, enz., v. d .: hoeveel te meer, zoo er een gezant van To-risompāë is, die gaat. Åla . . . .ála is in het Hollandsch nu eensmet of . . . . . of , dan eens met 200wel . . . . . als, te vertolken ; bijv .: ngas ananasa .. ng ng vorwag . (âla worowâne, âla makoenrâï), of man , of vrouw, zoowel man als vrouw . gagawa

(âla-rapânna), lett. :wat is het gelijke daarvan ?, v. d . :

bij voorbeeld . Men zou deze phrase wel van het werkwoord ala , nemen , willen

afleiden , doch hetgeen hiertegen pleit, is dat ook de Makassaar zich hier van ala -rapanna bedient, en deze kent in zijne taal voor nemen geen âla , maar alle.

Voorbeeld : via

agagawa .

(Mägi âla -ra pânna?), lett.:

Hoe? bij voorbeeld ?, d . i. : Hoe ? wat zegt gij daar ? helder dit eens nader met

eenig voorbeeld op. Âla wordt soms bij vergelijkingen gebezigd , en is in dat gevalmet ons

dan te vertolken, bijv.:assimaa Varsinainen sag ag v sasa . (oelåbbîrånyi mápainråñge âla máberê), lett.: ik vind beter 17

258 het uitleenen, wat! ik zou geven ! Neen dat niet , v. d .: ik vind het beter uit te

leenen , dan te geven . Dikwijls komt dla ook voor bij het doen van eeden , als : vada magagan agasasagasaad . (mátånrowâleyá âla lao wêngá ), lett. : ik zweer , wat ! (hoe !) ik zou gaan !, v. d. : ik zweer , dat ik niet

zal gaan. - Parasalarins avaming (Tåpa-benengê tåniya To-máradjâë másoero , mátånrowâleyá ala laowënga),

ware het niet, dat de Gouverneur het bevolen had, 300 zweer ik , dat ik niet zou gaan. - aasásasa anaivaning VN (Tâna-bênengê tåniya To -máradjàë mampâråñgi, mátânrowâleyá , dla tå -lao wênga), lett.:ware het niet, dat de Gouverneur hetverboden had , 200 zwoer ik , hoe ! ik zou niet gaun !, v. d.: 200 zwoer ik , dat ik zou gaan. Van úla , nemen , bedient men zich soms ook , om ons voegwoord komaan

in het Boegineesch uit te drukken ; bijv.: ag as ons vingan

aa : (âla-sâï, moewodno-ro), lett.:neem dat eens (aan), v. d.: komaan ! dood gij dat. - ng aso in vard's is again

(Âla-sâï, moe

balîlii-ro), kom eens aan , schiet dat. – ng as ons v a nnala innans Âla-sâï moetaropôngi iya-ro), komaan ! kijk eens met den

verrekijker daarnaar. - ng asoma vanavava .. (Âla-sâi, moewapadomângi), komaan , kijk eens op het kompas.

TWAALFDE HOOFDSTUK.

OVER DE TUSSCHENWERPSELS.

$ 224 . De voornaamste tusschenwerpsels zijn : o va (kamô) of mv (kamâ) gebezigd bij het aanspreken van man nen, waarmede men in rang of jaren gelijk , of daar beneden staat, welligt zooveel als : man ! mannen !

259

ore

(kândé), gebezigd door mannen of vrouwen , wanneer zij diege

nen van hunne of hare sekse , die van gelijken rang of ouderdom zijn , dan wel in één van beide opzigten lager staan, op vriendelijke wijze toespreken willen , misschien wel best weêr te geven met ons mijn waarde ! mijn lieve ! -

Achter dit kandé wordt ook soms nog lé gevoegd , eu men zegt alzoo : , ruragi . (kândé-lé).

Waarschijnlijk is lé hier een verkleinwoordje , en dient alzoo om nog grooter teederheid aan te duiden. Verg. $ 107. Evenals kamó uitsluitend tegen mannen gebezigd wordt, 200 bedient men zich van aa (kino) enkel bij het aanspreken van vrouwen , waar mede men in rang gelijk , dan wel daar beneden staat , welligt ons lieve ! of dergelijke.

van (kitầoe), soort van stopwoordje, gebezigd , wanneer men eenigzins kras en norsch tegen iemand spreekt; bij voorbeeld : ago

i

ng van asins an

(adjá kitầoe moewâlai-ro), pas op,

neem dat niet weg.

n

o (kasina) staat gelijk met het Maleische kassiyan , en is alzoo een uitroep , die ons helaas!, het is om meê te doen te hebben , enz. uitdrukt. Men vergelijke het Boeginesche kási-ási , arm , behoeftig, van ási.

w (pá) geeft, evenals aj (tjá) en a (tje), gelijk ook o (s ) en sagwa (êdó), eene afkeuring te kennen , het Maleische tjih , ons foeil

Bijv.:42 : a . (Tjél adjá-na), foeil doe dat toch niet. – Tajv asarr 'onis . (Tjél moelôkka-si paimång ?), foei !

ga je al weer heen ? - paguas, osa asna . (@dó ! sậpe lipápa ), foei , gescheurd is zijn' sarong . sain (beni), soort van stopwoordje, somsdoor vrouwen gebezigd, wan neer zij bijzonder vriendelijk willen spreken . v (da) wordt soms achter aan een woord gehecht, wanneer men bij zonder vriendelijk wil spreken .

avu . (wadada!), puru (dedê), san . (we!), saa purus. (we! dedê!), ing ruivi (e! dede !), an as ag (walalå), snaras (we! le !), saa rage as (we! lelê!) ing page ag (el lelé!), aga sag . (o! le !), aga san 17 *

260

Pag

(o! lelê!), anno . (wâoe), annosag

aang. ..

(oewâoe) ,

sang sag .

(wkoe-le!), as (oewâoe-le!),

indiviv . (oewê! dedê!), agis na passas

a

(oewê!

lelê!) en venda assag .. (tétjélelê!) worden alle gebezigd als uitroep, nu eens van verwondering of vreugde, dan eens van pijn of verdriet.

(mi) wordt in onde geschriften , evenals lé , gebezigd, wanneer men

bijzonder vriendelijk wil spreken ; bijv.: quan

(toèdanno

mi), met ga zitten 8. v. plait, ofvriend! en derg . te vertolken .

(ming)komtvoor in de Meñroerâna in plaats van V . (månnang), dat geb. wordt bij het aanspreken van menschen , 't Mak. kénang,'t Mal.ma noesieya.

as ang (labai) wordt gebezigd tegen gelijken in jaren , hetzij munnen of vrouwen , wanneer men die vriendelijk wil toespreken ; bijv.: asaga

ma

ascos Vanaga aga

(lâo-ko, labâï! moewa

lângá ânoe), eilieve ! ga me dat eens halen . aguas (lamâï), wordt gebezigd tegen jonge menschen , en welvrijen , hetzij mannen of vrouwen, die men vriendelijk wil toespreken , ook met ons rilieve! of derg . weêr te geven . ag vong (lamasai) wordt gebezigd tegen sladen of slavinnen , die

men vriendelijk wil toespreken , insgelijks ons eilieve! pas (le) wordt eenige keeren achter elkander gebezigd tegen de buffels vóór den ploeg, wanneer men verlangt, dat zij regts zullen gaan.

Over lé, als achtervoegsel, geb.wanneer men bijzonder vriendelijk wil spreken , werd reeds gehandeld in § 107. ing (e !) of sco (he!) is evenals nga (o !) een woordje , waarvan men zich bedient bij het aanspreken van iemand , ons o ! Beiden worden

ook, gelijk aan (we!) gebezigd als uitroep van verwondering , van vreugde en van smart.

ng as (âla), beteekent, gelijk ik boven ($ 223) aanmerkte, letterlijk wal! hoe! eu kan dus ook als tusschenwerpsel optreden . Meer gebruikelijk is ála-la -la bij het regts sturen van de buffels , evenals le-le-le , enz.

't Arab . Alla (aUI) komt dikwerf, evenals bij ons gut ! of God !, voor

261

als uitroep van verbazing ,hetzij bij vreugde, of droefenis, bijv.: ag ass

mon . (Alla! kåssinna !),God! hoe schoon ! ag na (awi), een uitroep van vreugde, of bewondering , bijv.: ng

in ..ama

ngagara

(awi! radjânna anjârañge!), jongens!

wat een groot paard is dat ! ag ng âoe) gebezigd bij het aanspreken van iemand , ons o !

(aiya-iyâë), soort van kreet, soms voorkomende a ng is in de êlong -ôsång's , een ' opwekking tot den strijd te kennen gevende. Men

vergelijke de demonstratieve woordjes a, iya en e. agosto (aoese), verbastering van ons hoezee ! co (hi), dat waarschijnlijk primitief hetzelfde is als het tot opwekking

van de aandacht gebezigde demonstratieve i, ons zie!, dient om een ' vorst of vorstin , die niet tot de anapatôla's behoort, in tegenwoordigheid van den koning van Bône meê aan te spreken . Zoo zal men tegen Äroe-Panjtjâna, de moeder van de tegenwoordige koningin van Tanêtte , in tegenwoordigheid

van den koning van Bône zeggen :'maa waaring . co .

ving again and

(iya-ro põng-oetîye, hi, máêló-ni ritoem

pang), die pisang -boom , vorstin ! moet ongehouwen worden. NB. De anapa tóla's worden in tegenwoordigheid van Aroempône aangesproken met bet Ma kassaarsche karāëng. aas . (hôya ! belâ !), een uitroep soms voorkomende in de elong-ôsåög 's , zooveel als komnan! vrienden ! Hoya is zamengest. uit ho! , = 0 !, dat , zooals boven gezegd werd , dient om iemand aan te spreken , +

het demonstratieve a . En béla is het in de êlong-ôsång 'smeermalen voorko mende en in het Makassaarsch gewoonlijk voor vriend of vrienden gebezigde woord .

con ina (howe), een uitroep, zamengesteld uit ho, = 0!, en e ! , ins gelijks bij het aanspreken gebezigd , komt soms voor in de zangen , als con sansang (hôwe belâ !), o ! vrienden !; waarop dan door die vrienden

geantwoord wordt :

asna Nora . (hôwe pakânna !), a ! schild

dragers! ng (hâï), voorwaarts,gebez. tegen buffels bij het ploegen . ng (hoei). Hóri! hộri is de gewone klank,om wild op te jagen , of

262

vee voort te drijven , niet alleen in het Boegineesch , maar ook in het Ma kasgaarsch .

| 225. Ten slotte nog een enkel woord over tusschenwerpsels als na

va (pôdo), & a (bâra),ám a (bagânna), as an en annan

(oebagânna)

(wadjoewânna), die vooral te pas komen , om den opta

tivus der werkwoorden uit te drukken , vergel. $ 92. wawa (pôdo) staat gelijk met het Makassaarsche pôro , verg . $ 49 ,

XXXIV , en is even als dit in het Hollandsch het best weer te geven met

och!, och of! of mogt, het Latijnsche utinam ; bijv.:wavamaa (pôdo ångkâna), lett.: mogt het zijn er van maar plaats vinden !, v. d .: 200 het

er maar is ; hoe ? dit komt er niet op aan . – Nawangwa (pôdo

adânna), het is maar om wat te zeggen , kwanswijze. Met dit pódo'wordt ook soms verbonden tåna, verg. $ 223; bij voorbeeld :

annawa anaganagan

(tåna-pôdo napaodwang

tôwá!), och of hij mij ook zeide!, mogt hij mij ook zeggen ! - h

va ás

van

Vandag aan

ana

(tåna-pôdo

iya-mirô indôkoe mpelaiyá !), och of het er nu maar bij blijve, dat mijne moe

der mij verlaten heeft !, d . i.: de Hemel gede, dat ik nu ook mijn 'vader nog niet

verlieze ! –

anava

as rarosag

.

(tåna-pôdo iya-paề karåttasáë), moge het numaar bij dit papier blijven !, d. i.: geef of neem niet meer papier. Doch vooral bedient men zich nevens pôdo van hetwerkwoord lalo, letter lijk : ergens langs of voorbijgaan , v. d.: er doorgaan, kunnen , mogen , hetzij alleen of tegelijk daarmede, om de wenschende wijze der werkwoorden uit te

drukken ; bijv.:i

g

vinaasagana . (kiadampångåñg-lâlowá),

mogt gijmij vergeben , d. i.: vergeef mij toch. – Navaan ons as asarana agasang as (pôdo ripasalâmá-lálokí ri Påtta Âlla-taala!), Och! mogt gi gezegend worden door den Hoogderhe ven' God !

sa ginag w (båra koềwi-âga),sa goan

'a (bâra koe

wâmmångi) en aawansa ng a (bâra koewâmmåñgi-âga)wor den gebezigd om een' optativus uit te drukken . Verg . 222 op : koe, ko, koewa .

263

(wadjoewânna) beteekent ons : och of!,ware het dat. an n anda (bagânna), of ageand a (oebagânna), = mádeljénna ; bijv.: anong sanansansa . (bagânna oewêngkalingai-toe), goed , dat ik dat hoor, en komt in de La-Galigo-poëzij voor in de beteekenis van wadjoewanna , och of !,ware het dat.

DERDE DEEL. WOORDVOEGING .

E ERSTE HOOFDSTUK. OVER

DE

BEPALINGEN .

$ 226. Hnezeer bet Boegineesch en Makassaarsch , vooral wat de grond

woorden betreft, ook van de overige Polynesische talen verschillen mogen ; bijzonder in het oog vallend is daarentegen de verwantschap van beide met

die zustertalen , wanneer men let op de wijze , waarop de onderscheiden ' woorden , zoowel oorspronkelijke als afgeleide, tezamen verbonden worden , met andere woorden op de woordvoeging . En aangezien van al de Polynesi sche talen het Maleisch voorzeker wel de meeste beoefenaren vindt, en men daarvoor vooral van de Hollander's Handleiding bij de beoefening der Ma leische taal- en letterkunde gebruik maakt; vermeen ik dat het den Lezer

niet onwelkom zal zijn , zoo ik bij de behandeling van dit derde Deel laatst genoemd werk zooveel mogelijk tot leiddraad neem .

§ 227. Over de wijze , waarop in het Boegineesch ons bepalend lid woord wordt uitgedrukt, werd reeds boven (§ 174) uitvoerig gesproken . Daar bleek het , dut, alsmede hoe , men zich tot dat einde van het aanwijzend voornaamwoord e of iyâë, deze , dit , bediende . Hier worde nog slechts op gemerkt, dat de Boeginees , even als de Makassaar, bij het bezigen van het aanwijzend voornaamwoord als bepalend lidwoord in zooverre met ons Hol

landers en Duitschers overeenkomt, dat hij den oorsprong van zijn zooge

naamd bepalend lidwoord geheel over het hoofd ziet , zoodat hij nooit van de aanwijzende voornaamwoorden e en iyâë, deze, dit, of ro, loe , iya-ro, iya toe , die, dat, gebruik maakt, zonder zich tegelijkertijd van het achtervoegsel e als bepalend lidwoord te bedienen.

265

Zoo vormt men bij voorbeeld van asaga (anjârang), paard: as ng asa (anjârange), het paard ; en hiervan wordtdan weder afgeleid : ag

agarasaa (anjârañğewê), of ignasag nagasa (iyâë anjậrange), dit paard , en as ag gedaa (anjârañge-ro), of in a an [ ign alasagasa (iya-ro (îya-toe) anjàrange), dat paard. NB. anjárange kan alleen nooit dit paurd beteekenen , het is slechts eenvou

dig het paard. Voorts ware iyâë anjárang, of anjárang-ro , of iya-ro anjárunt, of iya-toe anjárang, ten eenenmale fout, evenals wanneer men in het Ma

kassaarsch wilde zeggen :ánne djárang in plaats van : ánne djárañga, of andjo (ântoe)djárang, in plaats van:ánjdjo (ântoe) djáranja. Zoo ook vormtmen van aa as (bôla) huis : & 9ag sag (bolâë), het huis , en hiervan wordt dan weder afgeleid : an aspagina (bolâëwê), of igning of massag (iyâë bolâë), dit huis, en daagsag

aa (bolâë-ro) of insan [ as

] agas.sas (iya-ro

[iya-toel bolâë), dat huis. En men zegge ook niet : iyớë búla , of bóla-ro, of

iya -ro bóla , of iya -toe bóla. Dit ware weder evenzeer fout , als het Makas

saarsche anne bållá , in plaats van anne bållaka, of anjdjo (ântoe) bállá , in plaats van vinjdjo (ântoe) bállaka .

$ 228. Wanneer tusschen twee woorden , die een persoon of zaak , cen ' handeling of toestand te kennen geven , onverschillig tot welke woordsoort

zij behooren, die naauwe betrekking bestaat, welke in onze taal gewoonlijk aangeduid wordt, door het eene woord in den tweeden naamval te plaatsen (genitieſ attribuut), of nu eensmet behulp van het voorzetsel van , dan eens met aan , voor , op, bij, in of eenig ander voorzetsel , laatmen in het Boegi neesch , even als in het Makassaarsch en Maleisch, datwoord hetwelk tot

bepaling van het andere moet dienen zonder eenig voorzetsel onmiddellijk daarop volgen , zoodat beide woorden als 't ware tot één woord verbonden

worden ; bijv.:v

o nia (Dâtoe-Søppeng), Dátoe of vorst dan Sóp

peng ; ag nasa (Âroempône), Koning van Bóne (verg. $ 49, XXVI);

nga din (Âroempoègi), Prins van Woegé (verg. $ 49 , XXVI); ago was or (Âroe-Palâkka), Prins van Palâkka , (verg. $ 51, III); ago aga (lâsa-aroeng), lett.: ziekte van cen' vorst, v. d . dewijl geel een ’ vorste lijke kleur is : geelzucht ; & agv

a

(bveloe-mâta ), lett.: haar van een ooy,

266

v . d. ooghaartjes ; car agv (boeloe-lânda), pennen van een stekelvarken ;

Onago (sipá-âsoe), aard van een hond , hondenaard ; an essa va (lâlång-têdong), weg van een buffel, buffelweg; ago agora (âsång-akaroengång). naam van vorstelijke waardigheid , v. d . : naam als

vorst; gawa ng sa cônrong-anre), lett.: plaats van eten , v. d .: maag, verg. $ 51, III; agawa ng cônrong -âná), lett.: plaats van kind , v. d.: baarmoeder ; a nag n

a

(bôla-aroeng), huis van een ' dorst ;

ng masas v (oewâë-måta), lett.: water van een oog , v. d .: tranen ; na magagan (oewâë -roepa), lett.: water , v. d. : kleur of glans, van

een gelaat, gelaatskleur ; ag masag vana (oewâë-mâwará), water van rozen , rozenwater ; gragagon (oewâë-såmpâdjång),rater voor of bij het gebed te bezigen . Wanneer men van den koning van Holland sprekende, zoo als gewoon lijk , in het Boegineesch zegt : agasaaradag (Äroenge ri-tâna-Balânda), is dit niet in strijd met het bovenstaande, maar eenvoudig

te verklaren met ons: de koning in het land van Holland. – Van den koning van Gôwa sprekende, zegt men ook meestal:maingia mada

na .. (karâënge ri-Gôwa), terwijl men van mindere vorstjes, bijv. van den vroegeren vorst van Sanrabône , in de handschriften meestal gesproken vindt als :

apagowania

(karâëng -Sanrabône).

§ 229. De stof waaruit iets vervaardigd wordt, plaatst men in het Boe gineesch , evenals in het Makassaarsch , op dezelfde wijze als in de vorige $ werd aangewezen , onmiddellijk daarachter tot bepaling ; en men maakt dus ook hier beide woorden als 't ware tot één ; bijv .: 89 ag ng (bôla

âdjoe), een huis van hout, een houten huis ; ) a) wag na (tjitjimpoeld

wåñg ), een ring van goud, een gouden ring, verg. $ 49, XXVI;' ) as o

as re (gållang-salâka),enkelring van zilver ; ancanzosa (wâcjoe wâdjoe såbe)een baadje van zijde, een zijden baadje; onscana ajas (saloewârá-tjâoeloé), broek van Bengaalsch katoen . $ 230. De bepaling van een naamwoord door een ander dat de plaats van afkomst uitdrukt, geschiedt wel eens door middel van de woorden póle ri , afkomstig zijn van, doch meestal cenvoudig , evenals § 228 en 229, door den naam dier plaats onmiddellijk achter het woord , dat den persoon of de zaak,

267

waarbij hij behoort, te kennen geeft, te plaatsen , en 200 doende ook beide woorden als 't ware tot één woord te maken ; bijv.: angioada en (tâoe-Singapoera), menschen van Singapoera , = tãoe póle ri- Singaporra ,men

schen afkomstig van Singapoera ; ona as u (sâpi-Balânda), een koe beest van Holland , een Hollandsch koebeest, = sâpi póle ri-tâna - Balấnda , een

koebeest afkomstig van Holland; asw

oona (lîpá-Djawa), eene sārong van

Juda , eene Javaansche sārong, = lipá póle ri-tâna- Djawa, eene sārong afkom

stig van het land van Java . $ 231. Dikwerf worden in het Boegineesch en Makassaarsch ook , even als in het Hollandsch , twee woorden door eenvoudige appositie of nevenstel ling zoo naauw met elkander verbonden , dat zij, gelijk in de vorige $ $, als

't ware slechts één woord uitmaken , in welk geval het algemeene of onbe

paalde dan gewoonlijk voorafgaat , bijv. : n ' vo (Nâbi-Morsa), Pro feet Mozes ; as ago (Nâbi- Isa ), Profeet Jezus ; & as agawa (bilí-atinrông), een kamer-slaapplaats, v. d. : een slaapkamer. Zelfs kunnen onderscheidene bepalingen zoo door appositie aan een naamwoord worden toe

gevoegd, bijv.: ad indaco

coas as as

(Nabi Îbårahîmå

halîloelâhi), de Profeet Abraham , de vriend Gods. Een naamwoord kan ook eerst een ander naamwoord als genitief attribuut achter zich nemen , en dan nog bij appositie door een naamwoord nader be

paald worden ; bijv.: ad ng ng ng

(Nâbi-Âlla Adâmå),de

profeet Gods Adam . $ 232 . Soms worden ook in het Boegineesch en Makassaarsch twee

woorden eenvoudig per appositie of neden stelling tezamen verbonden , waar men zich in het Hollandsch tot vereeniging, van een voegwoord bedienen

zonde, bijv.: agondain (åsso-wåpni), dag en nacht , & mod

(bâdja-sañgådi), morgen of overmorgen ; ag adona (âná-&ppó), kinde ren en kleinkinderen ; ag on iga (âmbó-îndó), vader en moeder; na Anine (âná-wawine), kinderen en vrouwen ; was as (dodwa nanancov tálloe), twee of drie; vinsa ang walang (máêga tảoe, worowâne-makoenrâï), vele menschen , mannen en orouwen .

$ 233. Wanneer het persoonlijk voornaamwoord ter vervanging van ons

268

in het Boegiveesch geheel onbekende bezittelijk voornaamwoord , achter cenig

woord van welke woordsoort ook , of achter twee woorden , die hetzij door middel van genitief attribuut, hetzij door middel van eenvoudige appositie of nedenstelling , als 't ware tot één woord verbonden zijn, ja zelfs achter een' ganschen volzin , geplaatst wordt, bedient men zich nooit van de op zichzelf staande voornaamwoorden , maar steeds van de onafscheidbare woordjes koe

voor den eersten persoon enkelvoudig , ta, kí,kång,måný , voor den eersten persoon meerv ., moe, ta , voor den 2 persoon enkel- en meerv., na voor den 3 pers. enkel- en meerv. Men vergelijke $ 181 , lett. 6, § 186 , lett. 6, § 188, $ 193, lett. b , $ 194 , $ 196 , $ 203 en $ 204 , waar men de wijze van aan

hechting dezer onafscheidbare voornaamwoorden met vele voorbeelden opge helderd vindt. Voorbeelden :

nago (bolâkoe), het huis van mij, v . d.: mijn huis ;

sav. (anoèmoe), iets van u , v. d.:het uwe; agasala

(alâbbi

rånna) de heerlijkheid van hem , v. d .: zijne heerlijkheid ; agungan

(lâsa-aroekkoe), de geelzucht van mij, v. d.:mijne geelzucht; n

a

'aa (tånîya tāñgåna), er is geen deur van of ann ; againn

a

(ångka-ni oekina), er was een opschrift van , of op , hetzelve; vagin eva n (mâoe tjedéna tåniya), er was zelfs geen weinig van ; sag von (boeloe-matâtta), de ooghaartjes van u , v. d.: uwe nog haartjes; 'onago (sſpá-asoena), de hondenaard van hen , v. d.: hun hondenaard ; ng magagva (oewâë-matâmmång), de tranen van ons, onze tranen ; a was in a (Tjitjimpoelawåkkoe), de gouden ring van mij, v. d.: mijn gouden ring ; Oasan andag as,

(saloewârá

thâoeloemoe ), de broek van Bengaalsch katoen van u , v. d.: ur ' broek dan Ben

gaalsch katoen ; ondasun (sâpi-Balandåkoe), het Hollandsch koe beest van mij, v. d.:mijn Hollandsch koebeest; asia

n

(lipá-Dja

wâmoe), de Javaansche sārong van u , v. d .: uw ' Javaansche sārong ; 's ag ng

naaa (bîlí-atiñônna), de slaapkamer van hem , haar, het, v. d.: zijne, hare, slaapkamer ; rannawar (âná-åppókoe ), de kinderen en klein kinderen van mij, v . d .: mijne kinderen en kleinkinderen ; msomnia

sav. (âna-wawinêmoe), uwe vrouw en kinderen ; as danguna

(âmbó-indốna), zijn vader en moeder; vodama

visanasa

269

are (mádjåppoe-nitoe tå-moewelorikoe), lett.: zeker is dat, gij-niet-houden van mij, v. d .: zeker is uw niet-houden van mij, of dat gij niet van mij houdt, alzoo zamengest. uit tå-moewelóri, gij houdt niet van, + koe. NB. gij houdt

niet van mij zou zijn : tå-moewelóriyá ; oa vajas ma

i s

angarags (sâbá moepalåttoeråkkoe iya-ro sơèråë), lett.:wegens gij-doen -komen tot mij dien brief (van moepaláttóerång, göj doet komen tot),

v. d. : omdatgij tot mij doet komen dien brief, hetwelk woordelijk en niet min der goed in het Boegineesch overgebragt , zou luiden : sabána moepalåtlor rånga iya -ro sốeråē. NB. sabána is hier voegwoord , dewijl ; terwijl sábá als voorzetsel wegens optreedt. Voorts is á evenals in het voorafgaande voorbeeld het pronominaal affix van den 1 pers.enk. der werkwoorden , dat nooit gelijk koe de plaats van ons bezittelijk voornaamwoord en die van het affix der naamwoorden of als zoodanig gebezigde woorden kan innemen . Verg . $ 192. man (pâda-taoekoe), maar nuwang Dat men niet wo (padâkkoe tâoe) zegt, is eenvoudig hieruit te verklaren , dat pâda en lãoe hier niet tot één woord verbonden worden , waar men het voornaamwoord achter te voegen heeft, maar dat de woorden padákkoe táoe in het Hollandsch letterlijk aldus luiden : het gelijke van mij,mensch , d . i.: van mij die mensch

ben , en van daar: mijn medemenschen , zoodat tãoe als appositie of nevenstel ling van het voornaamwoord te beschouwen is. Gelijk in dit voorbeeld padákkoe-táoe het voornaamwoord koe een ander

woord bij wijze van appositie of nedenstelling bij zich heeft; 200 heeft dit ook met de andere voornaamwoorden , doch vooral met het pronominaal affix na plaats. Dit na toch doelt niet enkel op eenig voorwerp , waarvan vroeger ge sproken werd, maar ook dikwerf op zoodanig voorwerp , dat men in zijn ' ge dachte heeft, en dat men dus vervolgens voor hem , tot wien men het woord oeme rigt, dient te noemen. Wanneer ik bij voorbeeld zeg ngaga (anja rânna), het paard van hem , is het mogelijk dat ik reeds vroeger van den eige naar gewaagd heb , maar het kan ook zijn , dat dit niet het geval is, en dan

wordt die daar achter vermeld, bijv.: agngan ng ara (anja rânna Âroenge), het paard van hem , teweten : den vorst. Meer voorbeelden van dit gebruik vindt men reeds in § 184 aangehaald . Alleenlijk zij hier nog opgemerkt, dat men zich dan alleen tegelijkertijd van na en het naam

270

woord of als zoodanig optredend woord bedient, wanneer dit laatste hetzij een

eigen naamwoord is of het zoogenaamd bepalend lidwoord bij zich heeft, of ook reeds weder door een ander woord bij wijze van genitief attribuut be

paald is. Men zal bij voorbeeld niet zeggen : 89 as o

ns

(bulâna

aročng), maar sy as nga (bôla-aroeng), huis van een vorst, een vorste lijk huis. En omgekeerd niet a

anaga

an

agara (bôla åroenge), maar

ng gia (bolâna Aroenge), het huis van den vorst. Zoo ook

niet agnga ng gwag or (anjarang Âroe-Palâkka), maar ago g anas or (anjaränna Âroe-Palâkka), het paard van Ároe

a

Palákka. Zoo ook niet: onosna

a na (sån

von

nang sibâwatå-másånnañg tiñrôna),maar : onnod na Svo n

an

ada a (sånnânna sibâwa tå-másånnänna tiñrôna), lett.: het

rustige met het onrustige, v. d .: het rustige of onrustige, dan zijn slapen . Dit verschijnsel laat zich zeer goed hieruit verklaren , dat het voornaam woord na en de hier aangegeven bepaling van het naamwoord , beide hierin

overeenkomen , dat zij de aandacht bijzonder op een persoon of zaak,vestigen ; en na ware het natuurlijk vreemd , zoo men met na iemands aandacht bijzon der gaande maakte, en dan iets volgen liet, watmen geen ' bijzondere aan dacht waardig keurde.

$ 234 . Wanneer men door de appositie een voorwerp van andere voor werpen van dezelfde soort wil onderscheiden , geschiedt zulks door vóór

de bepaling het voornaamwoord nang ſiya), vergel. 178 en 183, te plaatsen , en hierdoor vooral de aandacht op het volgende te vestigen , of ook

wel ég

alag (iya-naê), dit is, en on

aaa (îya-narô), dat is; bijv.: ag

o

ſiya-natoe), of in

a

u

asis

osa v . v .. (anảna Abådälla , iya riyâsåñge Moehâmma), de zoon van Abdallah , die welke genoemd wordt Moehammed ;na an g as Tongan ang

nagsasagas & nda . .

(Ångka-ni sâla-seoewânna anána Lânoe , îya-naể: La-Bâtjó), er was één van de zonen van NN, dat is:(teweten:) La-Bálſó; na cidas nangan (iya ri-bili. agaid . non vagas Ninj atiſrõnna Ârocñge, iya-natoe Datôna La-Pâgå ), wat betreft de slaapkamer dan de vorstin ,dat is: (te weten :) van de grootmoeder van La -Págå .

271

$ 235. De bepaling van een naamwoord geschiedt ook dikwerf door ap positie of nedenstelling van een bijvoegelijk naamwoord , hetzij oorspronkelijk

of afgeleid , vergel. § 112. Zulk een bijvoegelijk naamwoord komt dan ge

woonlijk achter het naamwoord. Alleenlijk maken hierop meestal eene uit zondering de in die § 112 en 115 vermelde onbepaalde telwoorden . Voorbeelden : aguarda (âda-tôngång ), een waar woord ; ang

vas (tảoe-mápoete), een blank mensch ; v i sas ng ng veðjang máơenji-oenji), geelachtig papier ($ 113); angoi (tâoe-sâkkå-gâoé), een bedrijvig mensch ; am vasa aga gw (tâoe

málólo-roèpa), iemand van jeugdig doorkomen (§ 114);n ods vaas (pâssalå-mat&lloe), een derde hoofdstuk (8 116); nagano (tâne-nga pasá), een vlijtig mensch ($ 116 , 1°), ang

' (tầoe-misång ), een kundig

mensch); 'N Bagn vara agarra (påddí-babotwa mộkó őkó), bijtende of snijdende buikpijn ; as on väsia (pakêyañg-má l&bbí), prachtige kleeding ; ang schaamd mensch ($ 116, 20);

v o'a (tâoe-tåmásiri), een onbe

arvon (to-mekâpang), een sterk ver

dacht mensch ($ 116, 39); nagagasmaska (tâoe-oeldſpoelångång ), een muanziek mensch ($ 116, 49);ag an Anwarnavaara (âná-âná padôko-dokông), een kind dat ziekelijk van aard is ($ 116, 5 );nag

vinoasa (gåóé-mápesiri-sirí), een schandelijke daad ($ 116 , 60); nsa ranaca (inâmre karîngki-ringkí), rijst die er viesch

uitziet ($ 116, 7°); aaviorasi (to-mákedepå), een gelukkig mensch ($ 116 , 8 ); nada Naonana (wârampârang mápâ o nan katjinna-tjinna), zeer begeerlijk goed ($ 116, 99); as

voranama : (ânoe sitinâāja mâka ripogâoé), iets dat voeg zaam is om gedaan te worden (f 116 , 10°); &nas odia ofisada (bôla siíngângka of sångångká), huizen van gelijkewaarde ($ 116 , 11"); as

qovan (anoe-samarâpå), iets dat gelijkelijk aansluit ($ 116, 12º); an uwungan (tâoe-mápâda-njawa),menschen van gelijken geest ($ 116 , 130); old and (tângå-tátimpá), een' openstaande deur ; &

as e as a gas (bâloe-bâloe tárâla), gewildekoopwaar (116, 14°). De aldus door een bijvoegelijk naamwoord bepaalde naamwoorden worden beschouwd als daarmede één woord uit te maken, zoodat dan ook het zooge

272

naamd bepalend lidwoord en het persoonlijk voornaamwoord of eenig ander

woord dat tot bepaling dier op deze wijze verbonden woorden gebezigd wordt steeds aan het einde daarvan komen. Zoo vormtmen bijv. van ng mga vio (anjâraſīy-mákåssing), mooi paard : ngnaviosa

(anjârañğ-mákåssinge), hetmooije paard , en na naviona (anjârañg -mákåssinna Lânoe), het mooije paard van NN ; van ons via

sad 'a (gầoe-mápesirí-sirí), schandelijke daad : wag vinna

oasag (gầoe-mápesiri-sirië), de schandelijke daad , en waarvan osoa

(gâoe-mápesiri-sirímoe), uw schandelijke daad.

Dit geldt ook van de rangschikkende telwoorden ($ 163);alleenlijk houde

men op het oog , dat het bepalend lidwoord dan , wanneer het telwoord met porlo zamengesteld is , achter pórlo geplaatst, en 1 tot en met 9 er eenvoudig

achter gevoegd wordt; bijv.: nos visain

(pâssalå-maån

nåñge), het zesde hoofdstuk;No as v 'onagasan

(pâssala

masåpoelówe), het tiende hoofdstuk;nos vunqasaran . (pâssalå-madơewapoelówe), het twintigste hoofdstuk; woes von nasan roi (pâssalå-masåpoelôwe sêdi), het elfde hoofdstuk ; Nos vonaga saa

vina

(pâssalå masåpoelowe doewa),

het twaalfde hoofdstuk ; nos vuanqasaran aasi (pâssalå madoèwapoelôwe tảlloe), het drie en twintigste hoofdstuk;w ords vaag wagasaanan (pâssalå matšlloepoelôwe åppá), het vier en dertigste hoofdstuk . my

iamw

Wanneer men zelfstandig naamwoord en bijvoegelijk naamwoord of rang schikkend telwoord niet tot één woord maakt, omdat men op het laatste

vooral den nadruk wenscht te leggen , voegt men het zoogenaamd lidwoord en het als genitief attribuut achter het naamwoord te plaatsen woord bij dit naamwoord , en bedient men zich gelijk $ 234 werd aangegeven van het aanwijzend voornaamwoord iya vóór het bijvoeglijk naamwoord ; bijv.: ag

nga via virola (anjarâmmoe iya mákåssinge),nu paard, dut schoone, of dat zoo schoone paard van u ; ang aan ang san ne vingtaisasag . (gabena-ro tagèwe, iya mápesiri-sirië), het gedrag van dien mensch , dat schandelijke, of dat allerschandelijkste gedrag

ran dien mensch ; w oss aaa basag na voglasa

273

saa

(passalåna-ro soèråe , iya masåpoelowe tålloe),hel hoofd

as

stuk van dat geschrift, dat dertiende of het dertiende hoofdstuk van dat geschrift; . (passalåna-ro soèråë iya madotwapoelöwe sêdi), het één en twintigste hoofdstuk dan dat geschrift. $ 236. Gelijk reeds in het begin van $ 235 te kennen gegeven werd , komen de onbepaalde telwoorden gewoonlijk vóór het naamwoord , waarbij zij behooren . Dit is bij voorbeeld het geval met ongansonga

(seotwa-seoewa), of

ocio

(sêdi-sêdi), één of eenig, welk ook , da

song no. (bâra -seoewa) of wasongas (gâra-sedewa), caso

(bâra-sêdi) of Naso

(gâra-sêdi), één wie of wat ook; are

Caso (tásêdi-tásêdi), elk welk ook , alle; a (toengká), enkel, eenig, eenig in zijne soort; 'o sa (s&-bâra), één welk ook ;ma as a (bâra-âga), wat ook ; on. (sikoe), sora (sikô), 'ouran (sikoèwa), zooveel; veaga (máêga), veel; Pads (tjêdé), weinig ;a s

(tjîya), o

(siya), on a (siyâga), song (sêa), song a

(seâga) of one

(siyâgi), hoeveel;

a (siyâre), 0 4 as a

(siyagâre) of M

a n (siyârega), hoeveel ook , v. d.: eenige; on a

Ons W (siyâga-siyâga) ofo n ion (siyâgi-siyâgi) en ag an on NOG N (âla siyâga-siyâga) of as ng osmond

(âla siyâgi-siyâgi),verscheidene;'na via (iya-mânåñg),die allen ; 'ona

(sinînna), al, alle; na

(gangkânna) of asam (angkânna), al, alle.

Bij deze drie laatste voorbeelden houde men op het oog dat zij zijn za mengesteld uit sining, gångka en angka met het vnw . 3 pers. mann, en

vrouw ., enkel- en meerv., het is dus geenszins vreemd , dat zij gewoonlijk vóór het naamwoord geplaatst worden . Voorts zij opgemerkt, dat wanneer men zich niet van het op zichzelf staande iya-mánång , maar van mánång be

dient, dit altoos achter aan hetwoord waarbij het behoort, hetzij naamwoord

of welk woord ook , vastgehechtwordt;als: a s v 'a (tâoe-mânăng), menschen allen , allemenschen ; aga arvanangisan .. (lôkka mânånni, taoewe) zij gingen allen , de menschen.

ſya-mâning wordt ook wel achter het naamwoord geplaatst,maar mag dan natuurlijk uit zijn' aard niet daarmede tot één woord verbonden worden , 18

274

bijv.: As an

aviasamanna via .. (låttoe

ni komaiye taoewe, iya-mânåñg), zij kwamen hier de menschen , zij allen . Van de overige hier genoemde voorbeelden komen toengků, máőga en tjédé insgelijks niet alleen vóór , maar ook achter het naamwoord waarbij zij behooren , voor. Vooral komt het hier daarop aan , of men op het onbe paalde telwoord dan op het naamwoord meer nadruk wenscht gelegd te

hebben. Zoo is bij voorbeeld vias ad nas (máềga-tãoe): veel men schen , terwijl ang viagne ag (tâoe-máëgâë) eenvoudig de me nigte te kennen geeft , in tegenstelling van voornamemenschen . Zoo wordt bij

rajevna as (tjêdé gồlla),weinig suiker,op weinig, en bij waas Dew (gôlla tjedé), suiker weinig (van iets anders daarentegen veel), op

suiker de nadruk gelegd. Zoo geeft agevola (lâme-točngka) te ken

nen : aardappelen die eenig in hunne soort zijn ; terwijl

a assu

(toengkå-lâme) zou beteeken : elke aardappel.

$ 237 . Wat de eigenlijk gezegde telwoorden betreft, 200 gaan de hoofd getallen , meestal de benaming der voorwerpen , waarvan zij de hoeveelheid

bepalen, vooraf, gelijk men § 111 zien kan . In diezelfde $, gelijk ook § 142 tot en met § 158 , vindt men tevens het gebruik van woorden als ang

(tâoe), "

(kâājoe), 'ww (påppá), enz., die met ons kop, stuk , en

derg. meer te vergelijken zijn , en in het Boeg . bij het tellen vån stoffelijke voorwerpen dikwerf onmiddellijk achter het telwoord komen , uitvoerig ver.

meld . Ik acht het alzoo overbodig hierbij langer stil te staan. Voorts kan men uit § 165 tevens zien, dat ook de telwoorden , die eene verdeeling aan duiden , in het Boegineesch insgelijks vóór het getelde voorwerp geplaatst worden , zoodat men bij voorbeeld zegt : a tålloe tảoe), elke drie menschen .

$ 238. De tot bepaling van eene in een ' attribuut uitgedrukte benaming van hoedanigheid meest gebruikelijke bijwoorden of bijwoordelijke uitdruk .

kingen zijn: sana (wêgang) of an

(wêdang), zeer, en 'o ' (si

sång), bijzonder, buitengemeen . Men vergel. $ 119 en 222, waarmen tevens het gebruik dezer woordjes, die meestal achter de bijvoegelijke naamwoor

den, waarbij zij behooren , geplaatst worden , met voorbeelden opgehelderd vindt .

275

Zeldzamer bedient men zich in dat geval van de insgelijks in die 8 op

genomen’ werkwoorden : magas a (tálâllo),

lâllo), a (táājôró) en

(táājądroe), awq

was aga (tápa

(tápadjoeroe), annan

wag ka (tápaliwång), de gewone maat overschrijden , v. d .:

zeer, buitengemeen , die dan steeds vóór het bijvoegelijk naamwoord , welks

beteekenis zij versterken moeten , geplaatst worden, bijv.: aso

m ag

nga v oaa (lâga tálâllo-másirro), een zeer hevige ziekte. Bijwoorden of bijwoordelijke uitdrukkingen ,welke dienen ter bepaling van een accident, dat in een gezegde aan eenig voorwerp wordt toegeschreven , staan vóór of achter het werkwoord , niet alleen naar gelang van de wellui dendheid , maar vooral ook naar mate van den nadruk , dien men aan het

een of ander gedeelte der zinsnede geven wil. Zelfs de vragende bijwoorden die in onze taal altijd vóór het werkwoord komen, kunnen in het Boegi

neesch evenzeer daarachter staan.

,

Voorbeelden van de verschillende plaatsing der bijvoorden en bijwoorde

sanasaana inaa von

lijke uitdrukkingen zijn:

(oewelôråkko nrêwå másiga ), ik verlang dat gij terugkeert, en wel spoedig. –

von na iwia

keeren. -

nowa

(másîga-ko ñêwå), spoedig moet gij terug

v aga

gij? – wasas ir a

daan ? – aga no

(kêgo-tod môño?), waar icoont

s

mo man

(pôle kêgotoè?, waar komt gij van

(løkka kêgotoe?),waar gaat gij naar

toe ? Anonna nagas (ājøppa-sâko riyôlo), ga gij eens rooruit. - ang nasa isa naviganing . (riyôlo Ingka komaîye na-iyả), eerder is hij hier dan ik. - Arnganan n a

age as a

(naểwawá gângka oellêna), hijwederstaat mij en wel zooveel

mogelijk. – na nasasa

ngan

(gângka oellêna naè

wawá), zooveel mogelijk wederstaat hij mij.

De ontkennende bijwoorden ä (tå of tång), en ev (dé), neen ,niet, mag (tâla), immers niet,L

a

(tånginang ), nooit, nimmer, enz. gelijk

ook het vetatieve woordje agr

adjá ), staan altijd vóór het werkwoord ;

en wanneer het werkwoord één van de onafscheidbare persoonlijke voornaam woorden , als: oe of koe , ik , ki,wij, ki ofmoe, gö , na , hij, zij, het, als onder werp vóór zich heeft, komen gemelde bijwoorden ook vóór zulkeen voor 18 *

276

naamwoord. Bij voorbeeld: avea . (tảmisångá),ik weet niet; variasora

(tåmákoèlle-ko), gij kunt niet; avenia (t -máboèwai adjoe-kâājoenge), hij draagt geen ' s vruchten, de boom , windiaans (tå-koewisångi-ro) of u (dé oewisåñgi-ro),ik weet dat niet. – nav nindaan imagand'smassage (tâla mâtei waliyaláë), zij zijn immers niet dood , de afgestorvenen. - na ngayonna n (tâla oepakoe

wai-ro), ik doe dat immers niet aldus; ' amiana nav agama (tånginang Angkai komaîye), of assa visas . (tanginang na&ngka komaiye),hij was nooit hier; , son (tá-koewisånna), ofevangis . (déna oewisång ), ik weet niet meer;

amaun

(tå-koetáråkká-pa), of wa

a .mar . (dépa oetáråkká), ik breek nog niet op ; ago vina " mis Vinaasaseinannag asavanagag ans (adjá moewakattâi moeparilâlåñg-ininâwai ânoe-mákoewâë-ro), neem u niet voor, 200 iets te denken . Verg. $ 222, waar men boven gemelde bijwoorden behandeld en het ge bruik daarvan nog met andere voorbeelden opgehelderd vindt.

TWEEDE HOOFDSTUK . OVER DE COMPLEMENTEN .

§ 239. Onder complementen heeft men , gelijk de naam aanduidt , bepa lingen te verstaan , welke niet alleen , zooals die van het vorige Hoofdstuk , dienen , om een voorwerp of gezegde in zijn ' aard , hoedanigheid of hoeveel

heid naauwkeuriger te bepalen , maar ook om door het vermelden van nadere bijzonderheden de uitdrukking te completeren , of duidelijker en vollediger (completer) te maken . Die complementen kunnen uit den aard der zaak van

zeer onderscheidene soort zijn . De volgende soorten komen vooral in aan merking. $ 240. Complementen van deel of bijzonderheid , waardoor een attribuat of

accident, dat aan een voorwerp toegekend of toegeschreven wordt, tot een

277

gedeelte of eene bijzonderheid van dat voorwerp wordt bepaald ; zooals wanneer men in het Hollandsch zegt: hij is schoon van gelaat of goed van postuur , waardoor het schoon zijn of goed zijn alleen tot het gelaat of het postuur be perkt wordt. Deze complementen worden in het Boegineesch en Makas saarsch , evenals in het Maleisch, uitgedrukt, door achter het woord , dat de eigenschap of de hoedanigheid beteekent, welke men aan eenig voorwerp toekent, de benaming te plaatsen van het deel of de bijzonderheid , met het persoonlijk voornaamwoord , dat de betrekking uitdrukt tot het voorwerp ,

waarvan men spreekt; bij voorbeeld :

a . Ana ia waga (na-iya Boèdi-isåtihâratå, má dêtjeſgi pakalêna , na-patodājoewi gabena), en wat Bóedi-istihárat betreft, hij was schoon van gestalte, en gepast van gedrag, lett.: goed (was) zij, de gestalte

van hem , en gepast (was) het, het gedrag van hem . – again qu (ångka-ni toedang koewa-ro seoewa tâoe mâte limânna adjêna ), er zat daar een mensch verlamd aan handen en voeten , lett.: een mensch dood (waren) de

handen van hem , de voeten van hem . - osaa ngaras, vo

con ansawa ng asdaa . (na-iya-ro Âroenge, maså hôró-wêgangi alåmpoeränna), en die vorst was zeer beroemd van wege zijn regtschapenheid, lett.: zeer beroemd (was) zij,de regtschapenheid van hem . v

(e! Påtta Âlla-taâla! îya hâlereë woedjoemoe !), o! Allah ! gij de alom

tegenwoordige van bestaan !, lett.: die alomtegenivoordige het bestaan van u. —

sassa rasna

(na-poerâna-na naſtai-ro djowảna , iya tå

mâka ribilange egânna), en nadat hij zijne manschappen gezien had , hen die

ontelbaar waren van menigte, lett.: de ontelbaren ,demenigte van hen . — sa

gea agama

(ångka-ni mânoe-mânoe se-kâdjoe ,mátjållá boe

loena, na-mápoète adjêna), er was één vogel, rood van veéren , en wil van poo

ten , lett. rood (waren )de veéren van hem , en wit (waren) de pooten van hem . In zinnen als ons een paard bij den toom leiden , iemand bij de hand nemen ,

278

of iemand den huls afsnijden , iemand het hoofd vonden , en dergelijke ineer , wordt in het Boegineesch en Makassaarsch , evenals in het Maleisch , de be naming van het deel of de bijzonderheid als object van het werkwoord be schouwd , terwijl liet woord , hetzij naamwoord of voornaamwoord , dat den persoon of de zaak, waarbij het complement behoort, aanduidt, als bepaling (genitief attribuut) daarachter gevoegd wordt.

Bijv.: Ancarnaona

ngagara

(na-na

rênrēn .na sittakånna anjârange), en hij leidde het paard bij den toom , lett.: en

hij leidde den toom van hetzelve, te weten : het paard. - ananana

inca vav : (na-iya-ro taơèwe, ångka-ni mákatåpniwi limänna Lânoe , na-nativii moetâma), en die man hield NN bij de hand past, om hem binnen te brengen , lett.: en die man, hij hield vast de hand van hem , (te weten :)

NN, opdat hij hem binnenbragt. – unaagara Mas .

.. (má

pôlowi oeloena), hem het hoofd afhouwen, lett.: afsnijden hetzelve , (te weten :) hel hoofd van hem . – vanaga in

gima . (mápôlowi adjê

na), hem den voet afzetten , lett.: afsnijden hem , (te weten :)den voet van hem . —

van asia on asas

varas

(mápôlowi lalína mânoeë),

afsnijden den haan zijn' kam , lett.: afsnijden hem , (te weten :) den kan van

hem , den haan. – magasin agasine

(nalôriwi alåkkåkoe),

hij verwondtmij den rug, lett.: hij verwondthem , (teweten :) den rug van mij;

of nagaasa asas in . (naloriyangá alåkkåkoe), hij ver woondt mijmijn ' rug.

Zoo ook :ananion na ang ga ang as igia Nama

Ana

(na-naångka-na seoèwa tâoe poèra

riyalâïwi pakêna , naſta), en kij zag een mensch , wien de kleéren ontnomen wa ren , lett : hij zag een mensch , ontnomen waren hem zijn ' kleéren . $ 241. De complementen van object of doel worden op verschillende wij

zen uitgedrukt: 1°. door den vorm van het werkwoord , men verg. de vele voorbeelden met het achtervoegsel i in $ 62 , en met het achtervoegsel ang of ing in $ 63, alsmede met het vóórvoegsel pu en het achtervoegsel i of añg (ång) in $ 66 ,

gelijk ook met het vóórvoegsel pe en het achtervoegsel i of amg (ång) in

279

$ 69 , en zoo ook eindelijk met het vóórvoegsel a en het achtervoegsel i of ang (åñg) in $ 70 . 2º. door middel van een voorzetsel, men vergelijke de voorbeelden in $ 206 over het voorzetsel ri, en in § 207 over de andere voorzetsels.

3º. door middel van een voegwoord , men vergelijke de voorbeelden in $ 223 over de voegwoorden . Dikwerf echter worden deze complementen van object of doel ook maar een voudig aan het gezegde toegevoegd . Tot opheldering hiervan diere het volgende: De complementen van doel, zooals die in het Hollandsch worden uitgedrukt

door de onbepaalde wijze van het werkwoord met of zonder voorvoeging van te of om te (het gerundium ) worden menigmaal zonder voorzetsel of voeg woord met het voorgaande gezegde verbonden; bijv.: ag gan iv

sa asuvi. Onag aa' wag . (lâo-ni mênré ri Djoempândang , sâppár Abådâlla ), hij ging naar Makassar , om te zoeken Ab

dallah. Men kan hier echter ook zeer goed zeggen :wana

o

wag nawag . .. (koewâmmångi nasåppář Abådálla), of ano

wag aga vas

(na-nasâppái Abådålla), opdat hij zou zoeken Ab

dallah , verg. $ 223 op koerämmåñği en na; of vengasa Online ng 'a vas . (máêló såppái Abådålla),willende zoeken Abdallah. - v ovininiams as pag ., as aga vorginggang

gras (másoe-mânån-ni ri-bolấë, lâo mákâssoewîyang riyâroenge),zij kwamen allen uit het huis, om te gaan hulde bewijzen aan den vorst. Ook hier kan men zeggen : wana mas aga vorgingsang

gia . (koewâmmiñği nalâo mákâssoewiyang riyâroenge), of

a

aga vigingsans glas (na-nalâo mákâssoewiyang ri yâroenge), opdat zij gingen hulde bewijzen aan den vorst, of vengasa

as aga veginn

an gia . (máêló lâo mákâssoewi.

yang riyâroenge),willende gaan kulde bewijzen aan den vorst. Dat het Hollandsche om te met het werkwoord in de onbepaalde wijze in het Boegineesch, even als het Makassaarsch, dikwerf met máka uitgedrukt

wordt , kan men insgelijks boven in § 223 op maka met voorbeelden opge helderd zien .

280

Een complement van object wordt zonder voorzetsel toegevoegd aan de be

namingen van overvloed en gebrek ; bijv.: nan ang

(pånno-tâoe),

vol menschen ; vaaga agamagsas (máwåssó âñre-anre), verzadigd van lekkernijen ; vong ng a

hebben aan eten; daan na asas

s

(másâla ånre), gebrek

maana ng as a

(ingka-ni kợerang sočkoeroe ri-PÅtta Âlla-taâla), hij kwam te

kort in dank aan God . Om den prijs, waarvoor iets verkocht of gekocht wordt, uit te drukken ,

bedient men zich in het Boegineesch voor het werkwoord van het achter voegsel any , of ång, en voegt daar dan het woord , dat den prijs te kennen

vidas.Daan (siyâga geeft, eenvoudig bij; bijv.:o n moebaločkångi-ro?), voor hoeveel verkoopt gij dat ? – Vagas az a

as aan ik dat. – Osa

doewanrålla oebaločkåñği-ro), voor twee reyaal verkoop nasaginas garaan (si-bâtoe roepiya

oewållîyangi-ro), voor één gulden koop ik dat. Het bezigen van een zekere som gelds om iets voor te koopen, wordt in

het Boegineesch uitgedruktmet angålliyang, en het woord, dat het te koopen voorwerp te kennen geeft, krijgt dan het voorzetsel ri vóór zich. Men zegt bij voorbeeld : 'nan agamapa ng malasna ang is . .

(iya-ro ôwange oewangallîyang ri-âse), dat geld besteed ik tot aankoop van padie , om padie voor te koopen . Het werktuig of middel, waarmee , alsmede de wijze waarop iets geschiedt, wordt dikwerf slechts bij het werkwoord gevoegd , zonder dat dit eenig ach tervoegsel bekomt, of men zich van eenig voorzetsel bedient, bijv.:

4

wa as avaa . (tônrong ânoe-mátârång ),slaan met iets scherps ;

ansanan ang sa masa (na-nasiyó ni-rô tadèwe doewa-rânte), en hij bond hem , dien mensch , met twee ketenen ; vasag var (mápåé-mâta) ri, met de oogen wenken naar ; a

Radno ig .. (narêmpåká bâtoe),hij gooit mij met steenen ; can ngi

(ājøppa-âdje), te voet gaan ; vaag . Ovva

(mápâoe såda-márâāja),met een harde stem , of luid, spreken ;wac ana nasema viago ngu (pañgadjâriwi taoềwe máêga-âda), a n ze vermanen , de menschen ,met vele woorden ; ag asa ngalan

281

as vr

a

:

oelolôngång oesôppá limâkkoe đjêroeng), ik heb mij

in de hand gestoken met een'naald ;

an iawn

(dījøppa

lêdonč), stappen als een buffel, d. i.: een'langzamen, statigen ,tred hebben ; awaag v

(ājøppa-Balânda), als een Hollander loopen ; a .

(riyâkká-tâoe-mâte), als een dood mensch , d. i.: » Anvin (moetâma-âdá), of voor dood , opgenomen worden ; vav ag

van Nava : (moetâma pañgadårråñg), lett.: binnengaan (ge heel) overeenkomstig de adats, v. d.: een officieel bezoek brengen ; v o v onanov . (moetâma-sorodâdoe), lett.: binnengaan als soldaat, v . d .: soldaat worden ; vav oas . (moetâma sarâni), binnen

gaan als Christen, v. d.: Christen worden ; a badanang . (risør rimparówo), als vuilnis (warówo)weggeveegd worden (risårring) (B . Chr. I,

' daagna . (toềdang tå-bôla bl. 531, reg. 9 v. o.); qu n aroeng), lett.: zitten , als ware het geen corstelijke woning , waar men zich

bevond ; v. d.: alles behalve deftig zitten ; viga vava . (inátinro mânoe-mânoe), als de vogeltjes , d. i. : zeer ondast, slapen .

$ 242. Tot verbinding van complementen van accident of omstandigheid , die in het Hollandsch worden uitgedrukt door een zelfstandig naamwoord met één van de voorzetsels bij,naar of volgens (bijv. bij zijn leven , naar mijn oordeel, volgens de geruchten) , worden in het Boegineesch en Makassaarsch, evenals in het Maleisch , verschillende voorzetsels , als : ri, hetzij alleen of met vóórplaatsing van het aanwijzend voornaamwoord (verg . $ 206), gângka ,

angka , enz. (verg , § 207), en ook wel bijwoorden of bijwoordelijke uitdruk kingen gebezigd. Doch zeer dikwijls geeft men dit complement in het Boe gineesch en ook in het Makassaarsch enkel door de eigenaardige zamenvoe ging en plaatsing der woorden te kennen .

Voorbeelden : ngawenaarsvevending (iya ri-papetoewâkoe , mádêtjen -nitoe ), wat mijne meening betreft, of: nuar

mijne meening, is dat goed. - Neaqamoqona

(papetoe

wakoe sikotwa), lett.: mijne meening, zooveel, v. d . : naar ik gis, zooveel. -

asan as a 'anna on

ásamma viage is on

Neaguarnga vajag neng

(oewelo

råkko låttóé kowaiye åsso -åsso , pâda ri-poerâë, ri-tå-måga-agâë), ik verlang ,

282 dat gij dagelijks hier komt, gelijk in het verledene, d . i.: gelijk voorheen , toen er nog niets gebeurd was, het ongeluk ons nog niet getroffen had. - N u

an

(pâda riyakådânna Lânoe , ångka-ni máềga-tâoe koewa-ro), volgens

het zeggen van NN , waren er veel menschen daar. – Na navigas

vavala

an

na ano '. .

(gângka ångkâkoe komaiye másånnang-mânåñgi kodwa ri-Djoempândang), sedert mijn kier-zijn , of: sedert ik hier ben, is alles rustig te Makassar. –

wa ganinginna vas (gângka soengåna, natoetoewi-ko mâtoe), 2000er zijn leven reikt, d . i.: soolang als hij leeft , zal

hij voor u zorgen. – Nagsasa .. MONåg agewend

aanva

n g

(gângka oellêna, nasâppái adētžengånna pa

dânna tâoe), zooveel in zijn vermogen is, zoekt hij het welzijn zijner medemen

schen. - Vovina 0 veag agaaria ananas (másiman-nitoè, sâbá máëlôna-na mrêwå ri-wanoe wânna ), NN nam afscheid , wegens zijn willen terugkeeren , d . i.: dewijl hij

wilde terugkeeren naar zijn land. - avon o nnan ang san 's vanging vicov . A va . . (na-måkkổna-na sininna-ro taoewe, mátåtton-nitoe Moehâmma, nakåda-na ), lett.: en (plaats hebbende) het zwijgen van hen , (teweten :) van al die menschen , d. i.: toen al die menschen zwegen , of ook : en het zwijgen van al die menschen (vond plaats), stond die Moehammed op , en sprak ; u au '

Adan

ha

ngo una

[of zonder analisar vanaan

. (dé ânoe kodwa rinnoe-koe , wåttoe (of zonder: wåttoe ]

ångkâkoe mônro ri-tâna-Balânda), het was mij bovenmate wel, tijdens mijn verblijf in Holland. $ 243. Een complement van tijd , gedurende welken iets plaats heeft, wordt zonder voorzetsel aan het gezegde toegevoegd. Alleenlijk merke men op , dat

achter zoodanig complement zeer dikwijls de woorden van

(ittâna ),

de duur er van , zamengest. uit itta ,duur , en na pers. voornaamwoord 3 pers. m .en vr. enkel- en meerv. geplaatst worden.

Voorbeelden : ons was saisonnagamans (siyâga-âre -åsso-ni lokkâna nriya), eenige dagen geleden was zijn heengaan , of:

283

eenige dagen was hij heengegaan . – Nanning a va wa maandus (pâta-tâoen -ni ittâna mônro kodwa ri Djoempândang ), vier jaren , den duur er van , d. i.:vier jaren lang woont hij reeds te Makassar. NB. echter kan dit ittána ook weggelaten worden. — a .

ぶなのおおみねいいもの wa

へへへ

na asa . Tomas Vadás acar

Aa .

naparilaling-ininawa-ni máêlóe môiro-ônro kaewa ri-Âm

bong , se-oelång doewampoelång -ârega ittâna), lett.: hij vatte op in zijn bin nenste het willen verblijven , d. i.: hij nam zich coor te verblijven op Ambon , één of twee maanden , den duur daarvan , d . í.: één of twee maanden lang. -

åsarnaasassa vandasangan mong isan

sa

(Ångka-ni ri-lålåñge doèwa-tålloewârega tâsá-inâñre ittâna),

hij was onder weg twee of drie halve uren , lett. : twee of drie maal den tijd ver . eischt voor het rijstkoken , den duur daarvan .

Een complement van tijd , waarin of waarop iets voorvalt, wordt dikwijls voorafgegaan door het voorzetsela (ri), en ook menigmaal niet. Verg. $ 206 over het voorzetsel ri en $ 217 over de bijwoorden van tijd .

Men zal bij voorbeeld zeggen : aga ninamaniaqna 's (lôkka-ni ri-iya-ro wåttoèwe) en ook : aga rinn

inn

aning

(lôkka-ni îya-ro wåttoèwe), hij ging op dien tijd. - Goda

na asta ásaira vinsa . (ri-si-wånnina oelånge låttoe-ni komaiye), op den eersten dermaand kwam hij hier. Dasa Wan massa ruuainaa vaig ras . (ri-såpoelóna dolwa oèlåñge memâná-ni-ro makoenraiye), op den

ngolosina aga twaalfden der maand beviel die vrouw . - a mana Nagasa vina annwuios. (ri-tâoeng sisåbboewe aroewâ-ratoena pâtapoelo doewa natoedjoe-ni pamâse), in het jaar 1842 is hij overleden. - han vingagnanam " '.. vagoloanin ' (wåttoe , of: ri-wåttoe, máëlóna-na tá râkká, málâsa-sårro-ni), tijdens zijn willen heengaan , d . i: toen hij wilde heen gaan , werd hij erg ziek. Een tijdsverloop na hetwelk iets geschiedt, gelijk wij zeggen na of over

drie dagen, of met de drie dagen , wordtop verschillende wijzen uitgedrukt;

284 vooralmet ri-moeitrina , zamengesteld uit het voorzetsel ri + moenri, hetgeen achter is, + na , ynw ., 3 pers. enkel- en meerv ., alsmede låppåna-na en

poerâna-na , gelijk ook låppå-pi en póera-pi: Van de beide vóórlaatsten , die steeds op het verledene zien ten gevolge van het achtervoegsel na , het Ma kass. mo ($ 210 ), is låppána-na af te leiden van láppå , los , beorijd , ontko

men , ontslagen , afgeloopen, afgedaan , verleden , voorbij, en beteekent alzoo letterlijk : het voorbijzijn er van (plaats hebbende) , terwijl poerâna-na , dat af

te leiden is van poera , geëindigd ,afgedaan , voltooid , verleden , voorbijzijn, na genoeg hetzelfde te kennen geeft. De beide laatstgenoemden, teweten : láppå pi en poera-pi, zijn insgelijks van de zoo even vermelde woorden láppå en poera af te leiden , doch doelen van wege het achtervoegsel pi, zamengest. uit pa + i pers. vnw . 3 pers. mann. en vr. enkel- en meerv., steeds op een ’ toekomenden tijd . Zij beteekenen alzoo : wanneer verleden of voorbij zal zijn , teweten : zekere tijd . Verg. $ 211 over het achtervoegsel pa.

Voorbeelden : an aonavimas (tậlloeſgåsso ri-moenri na), drie dagen daarna. – Nanania pran (låppåna narô wåttoewe), het voorbij-zijn van dien tijd (plaats vindende), d . i.: toen die

tijd voorbij was, na verloop van dien tijd. – Wanawada 4

. (poerâna-na pitoempånniye), het voorbijzijn van de zeven nachten

(plaats vindende), d.i.:nadat de zeden nachten voorbijwaren ,na verloop van de zeven nachten . — win ag ganola (läppå-pi apoewâsāñge), als de vastentijd voorbij zal zijn. – Wanan ins an (poera pirô wåttoewe), wanneer die tijd voorbij zal zijn .

DERDE HOOFDSTUK . OVER DE WIJZE , WAAROP IN HET BOEGINEESCH ONZE

COMPLEMENTAIRE PRAEDICATEN , ALSMEDE COMPLEMENTAIRE EN RELATIEVE ZINSNEDEN , WORDEN UITGEDRUKT.

$ 244. Somtijds worden in eenen volzin twee ofmeer gezegden (pracdi caten ), ja geheele zinsveden , vereenigd , van welke gezegden of zinsneden , één als het hoofdgezegde , de andere als complementaire praedicaten (neven

285

of bijgezegden ), of complementaire zinsneden , te beschouwen zijn . Zoodanige gezegden of zinsneden worden in het Boegineesch en Makassaarsch dikwerf

evenals in het Hollandsch met behulp van een voegwoord (na, ánrånye, en , koeváë-tópa, gelijk ook, alsmede, rékoewa, indien , wáltoe, toen , enz.), of ook wel

van een bijwoord of bijwoordelijke uitdrukking , als näppa, inäppa, toen pas, póerai, dat geschied zijnde, daarna , poerai kórwa , dat aldus geschied zijnde, daarna , enz. wedergegeven ; doch ook somseenvoudig bijgevoegd , als wan neer het werkwoord dikwerf de rol van ons deelwoord, waarvoor de Boegi nees en Makassaar geen' afzonderlijken vorm hebben , vervult.

Voorbeelden :aga

s's dig

vin

ananasa

oca ving as a 's word van

anawig

ningas,na vunasagan .

(Îya -na nadâpí nâwa-nawâtta , ripâlíi; sabảna máểlókång pasoei darâna , tå

napowâdåï tanâë ri- Loewóé mákoewâë-ro ), lett.: Dat heeft ons verstand be reikt, zij (de vorstin ) worde uit het land gebannen op een vlot van pisang-stam

men ; want wij willen haar bloed tergieten , het land van Lórwoe heeft 200 iets niet tot gewoonte, d . i.: wij zijn op de gedachte gekomen , dat het best is om haar uit het land te verbannen op een vlot van pisangstammen ; want 200 wij haar bloed wilden vergieten (haar dooden ) , zou zoo iets tegen de gewoonlen van Lóe

voe strijden. – pun ainavaanariasan ngon . (dépa oewîta dâra, napobaîneyá atâtta), lett.: nog niet had ik bloed gezien , hij nam mij tot vrouw , uw slaaf, v. d .: toen ik nog geen bloed ge zien , d . i.: nog geen stonden gehad had , trouwde mij uw slaaf. - r

a

g ' vannmanns an annanna

d aragev . (t&-nasoerodbåñg matânna, nâwa-nâwai tottổna ri To -pabârå-bâråēde), de oogen van hem (den jeugdigen prins) sluimerden niet , denkende aan , d . i.: bij de gedachte aan, het hem door den Schepper toebedeelde

lot. -

Vaivainagmamannavarning

vo agasas pag . Nang ang ingivana word . (pâda-nó-mânånni atânna îya-ro aroeng-makoenrâï másâla oelië mpâtái rấíe , mênré ri-potânange), de sladen van de aan een ' huidziekte

lijdende vorstin, kwamen allen te zamen van het vlot naar beneden , voorttrekkende het vlot , d. i.: om voort te trekken het vlot, opklimmende op het land, v. d .: om

286

hetvlot op het land te trekken. -

vida va voda

voon as qaraganas ..nangag aan as enaofna vaga giaandca as avand incs

me wasassasasinas (ājáāji-ni mábångá

mânåñg mîtai kåssing-kåssinna Aroèñg poennâë bôla, koewâë-tôpa lampéna , sibâwa máoñróna , gåmmåna Arotng -makoenraiye , îya polêwe ri-Loewoe), het gebeurde , allen waren verbaasd , ziende , d. i.: het gebeurde, dat allen ver baasd waren , te zien , of: op het gezigt van , de schoonheid van de dorstin aan wie het huis toebehoorde, alsmede van het lange en fraaije van het hoofdhaar

der vorstin die afkomstig was uit Loewóé. - Ás

a

ivaamaan

iamanagaragonnangan

in

via againg

masas vana

annavavangaand aan dus. Amanda agavanagsas :

nigara

aasasan : (Låttoena dênre ri-Bône, ri-bolâna; lêsso-ni riyanja rânna; inâppa-ni mênré ri-salâssáë ri-Bône. Mátówoe-tôwoe-ni moetâma riyatinrõnna, tîmpá oelâmpoe , nalêwoe, toekoe oeloena adjêna, natårri-na ,

nâwa-nâwai aroeng-makoenraiye, iya naſtâë ri-laôna), lett.: 200 eden (plaats hebbende) zijn aankomen in Bóne, aan zijne woning , steeg hij af van zijn paard , v. d .: zoodra hij aangekomen was in Bóne, aan zijne woning, steeg hij af van zijn paard ; toen pas, v. d : daarop, ging hij naar boven in het koninklijk paleis van Bóne ; hij ging regelregt, binnentredende in , d. i.:ging regelregt naar binnen in , zijne slaapkamer , openmakende de bedgordijnen en zich nederleggende om te slapen , zijn hoofd en voeten geheel inwikkelende in zijne saroni , hij

weende , denkende aan , d. i.: bij de gedachte aan, de vorstin , haar die hij zay op

zijn'togt. — an aghaisas väs as Onoranta igs. v 'adonaseradosnuniania as da voo : Wagas vasen naadav rasad na inanmasdan avna in . (Naiya nasitållîri, máliloe , sipäkaingåï;máråbba , sipatôkkongi; si.

pedâpí ri-pårri-njâmång, tålloe; tå-sibaïtjočkång , tå-siyatjinnaîyang belå

287

wång-mátâsá , patôla-málâmpé, wâramparang máëga. Naiya têya ripaka ingå, iya ridoewâi), hieromtrent kwamen zij overéén , (dat) zij alle drie elkan

der, dwalende (d. i.: 200 één van hen mogt dwalen ), (zouden ) indachtig maken ,

elkander, dallende (d. i.: 200 één van hep mogt vallen ), (zouden ) oprigten , elkander in droede en blijde dagen (zouden) bijstaan , (dat) zij elkander niet ge ring achten , niet naar elkanders zuiver goud (en ) kostbare zijden kleedjes , (als

mede) deelvuldigen rijkdom (zouden ) verlangen . En wie (van de drie bondge nooten ) zich niet zou willen laten vermanen ,die zou door de twee (anderen ) tot zijn ' pligt gebragt worden . $ 245. Dat onze relatieve zinsneden , die door middel van een betrekkelijk voornaamwoord met den hoofdzin verbonden worden, in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch bestaan , spreekt wel van zelf, daar men immers in die talen geen betrekkelijk voornaamwoord heeft. Men vergelijke slechts $ 169 en 201. Wil men dus zulk een relatieve zinsnede in het Boe gineesch overbrengen , 200 voegt men slechts het daarin vervatte prædicaat eenvoudig bij den hoofdzin , tenzij men daarvóór het demonstratievewoordje iya plaatse. Men vergel. over dit woordje § 173 en § 183 , gelijk ook $ 234 en § 235.

Het Maleische

, hetwelk thans algemeen als betrekkelijk voornaam

woord beschouwd wordt, is welligt oorspronkelijk niets anders dan dit iya ,

dat men met eene nasaal gesloten heeft.

Voorbeelden:

A4

ainoan Ving as a ag nga og

. (ẵngka-ni si-taoe máêólão gômọi ri-tâna- Balanda),er

was een man , willende gaan zeilen , d . i.: die wilde gaan zeilen ,naar Holland. -

nawa

anan

ion

(oepapâda-ko tảoe nati

kåñg sêtañag),ik stel u yelijk met iemand (die)bezeten (is)door een duivel. – an ag gia

ngancongan aganna

osa vcov . (Na-iya-ro âroenge, ångka-ni semėwa anâna, îya riyâsånge Moehâmma), en die vorst had een ' zoon , (welke) genaamd (was) Moe

hammed , lett.: dien men met den naam van Moehammed bestempelde. – Maa

in as a romanas ing

ng nga

vainas

viwo n '

ving aga

(ångka-ni gâre secewa aroeng

mátjówa, iya máệlóë mênré-hádji), er was eens, 200 als het verhaal luidt, een

288

oude vorst, (welke) ter bedevaart wilde opgaan naar Mekka, lett.: die (man ) willende ter bedevaart opgaan naar Mekka. - Kann

a

d

a

san 'aan angina . (iko-mi to-mpoenowêngi-ro taoèwe), gij

slechts de man (welke) gedood heeft diemenschen , lett.: gij slechts (zijt) de die menschen gedood hebbende man. § 246. Zoodanige relatieve zinsnede, als dienen moet, om aan eenig deel

of bijzonderheid van een voorafgaand voorwerp een attribuut of praedicaat toe te kennen of toe te schrijven (men vergel. Roorda's attributieve zinsne den in diens Gramm . § 510) wordt in het Boegineesch , evenals in het Ma kassaarsch , bij gebrek aan een betrekkelijk voornaamwoord , op de wijze van de complementen van deel of bijzonderheid (vergel. 8 240) uitgedrukt, door achter de benaming van het deel of de bijzonderheid een onafscheid baar persoonlijk voornaamwoord te voegen , dat de betrekking tot een voor afgaand voorwerp aanduidt, en achter , ofmeestal vóór, die benaming van deel of bijzonderheid het daaraan toe te kennen attribuut of praedicaat te plaatsen.

Dikwijls bedient men zich ook bij het in het Boegineesch vertolken van zulk een relatieve zinsnede, even als in de vorige 8 werd te kennen gegeven ,

van het demonstratieve woordje iya , waarvoor de Maleijer dan zijn * bezigt.

Voorbeelden : naanyuansonganaga agarra

no amava aga maging ng inerna avar (ångka-ni koewa-ro seoèwa ôló-kôlú kalâïng lâïng, pâda gâdja radjânna, na -málâmpé-wêgang tanroena), er was daar een vreemdsoortig beest, gelijk een olifant deszelfs grootte , en zeer lang deszelfs

hoornen , d. i.: welks grootte was als die van een' olifant,en welkshoornen zeer lang waren. – gain

wanaaminin

vocaansag ng asqanunsas ann an voja

(ångka-ni doèwa âná nadjadjiyañg, îya masåhôróë alåmpoe

rånna koewâë-tôpa amatjânna), er waren twee zonen die hij genereerde, d. i.: hij kreeg twee zonen , wier regtschapenheid en schranderheid algemeen bekend werden , lett.: die, de algemeen bekenden , (teweten ) hunne regtschapenheid en

kunne schranderheid. – raginawa ng as an ass

289

iang agawa vifaa aa aa aa aa aag

(e! iko

Påtta Âlla taåla , iya oñromoèwe rilâlång ri-Soeroegåë!), o ! gij Allah onze Heer , wiens verblijf in de Hemelen is ! , lett.: 0 ! gij Allah ! onze Heer, die, de

in den Hemel (zijnde)uw verblijf.

VIERDE HOOFDSTUK. OVER

DE ZAMENSTELLING

DER ZINNEN .

§ 247. Gelijkwij reeds in § 46 zagen , kan men in het Boegineesch evenmin als in het Makassaarsch en andere Polynesische talen altoos ter

stond zien , tot welke woordsoort een woord te brengen zij. Ook mist men in die taal een abstract werkwoord als ons zijn , dat wij bezigen om eene benaming van hoedanigheid , hoegrootheid of hoeveelheid , dus een bijvoe

gelijk naamwoord of telwoord , gelijk ook de benaming van eenig voorwerp, alzoo een zelfstandig naamwoord , als praedicaat te doen optreden . Zulks moet alleen uit het verband , inzonderheid plaatsing vóór aan een ' zin , en

vooral ook door middel van achtervoegsels als na, ma, enz., waardoor een bijzondere nadruk op het voorafgaande woord gelegd wordt, blijken ; bijv .:

vio'a vananeng

(mákåssingimakoenraîye), schoon (is)

zij, de vrouw , terwijl makoeñár-mákássing zou beteekenen : eene schoone vrouw . - Vivendina wanaivi (mádêtjenni-toe pangkâoekåmmoe), goed (is) het, dat gedrag van u ; terwijl iya-ro pangkabé kåñg-mádelžémmoe zou beteekenen :dat goede gedrag van u . -

ganan ang san

as v a

. (t&lloe-mi-tae anána-ro taoèwe), drie

slechts in getal (waren ) die zonen van dien mensch , terwijl anana-ro taoewe

iya -ro tållóewe zou beteekenen : die drie zonen van dien mensch. ~ a

amigas orasedo nas

v

(to-márâājaï-toe

ri-Selêbesé Toewang Lânoe), Gouverneur van Celebes (is) dat,de Heer NN , terwijl to-máradjáë-ro ri- Selébesé iya riyasånge Toewang Lânoe zou beteeke

nen : die Gouverneur van Celebes, genaamd de Heer NN. Dat een werkwoord ook in het Boegineesch zeer dikwerf tot uitdrukking

van een prædicaat of gezegde dient, behoeft naauwelijks gezegd te worden ; 19

290

bijv.:n

g an

agan ang saa . (na-nasoero-na lôkka

faoewe), en hij gelastte de menschen te gaan. – ign

ving as a vagona . (iya-iyânna-na máêló mápakowa), al Va m awala agav. .. wie dus wil handelen . (dé moebiyâsa tôñrongi atâmmoe ), gij zijt niet gewoon , uwe slaven te slaan. § 248. Wanneer het door een werkwoord uitgedrukte accident voorge steld wordt als een voorwerp of zaak , kan dat werkwoord voorkomen als de

benaming van dat voorwerp of die zaak, en als zoodanig gebruikt worden in alle betrekkingen , die een naamwoord in den zin kan bekleeden ; bijv.: v

ona

qaars (másånnañği tiñrôkoe), rustig is mijn slapen. —

vevenda'a

vedla

ng as aaving '.. (máde

tjêngångi máberê âla tarimâë), beter (is) het, het geven, dan het ontvangen . —

vuawanana na isasaaga nr

. (mádô

don -ná, napakoèwa belâna lokkâkoe ), ik was vermoeid van wege het verre daar van , (teweten): mijn gaan. § 249. Wanneer eene zinsnede, eene zaak of gebeurtenis uitdrukkende , als zoodanig het object uitmaakt van een in den hoofdzin voorafgaand werk woord, dat zien , hooren , denken , weten , voorstellen , beweren , zeggen , te ken nen geven , gevoelen , meenen , of in het algemeen eenige wijze van weten of doen weten , van waarnemen of doen waarnemen , van vernemen of doen verne

men , uitdrukt, wordt zoodanige zinsnede in het Hollandsch met den hoofd zin verbonden door hec voegwoord dat; bijv.: ik weet , dat hij daar woont; ik geloof dat hij het doen zal, enz. In het Boegineesch bedientmen zich tot ver

binding dier zinnen dikwijls van het werkwoord : viv

'. (makåda),

zeggen , en v. d.: zeggende , of met het als lidwoord gebezigd demonstratieve

voornaamwoord e: viving . (mákådâë:); bijv.:v

anaisa

wanans (márồngkalinga -ná dênre , mákådâë : &ngka-ni máếga tâoc koewa-ro), ik hoorde zoo even , dat (lett.: zeggende:) er vele menschen daar wa

ren. - Annonv

Nawaz

as

ivias

vynapag an

varias

aman da

ng .. (naisån-nitod , mákådâë ; tå-mákoelle ripogâre ânoe mákoewåë-ro , rêkoewa bâråï), hij wist dat, dat (lett. zeggende:) 200 iets niet kan gedaan

291 worden , indien hetwestmoeson (is). – 'n asag ang ag an

annos viewing ang agaa

arra vanava

miwang ng

ng ng

liya-naê naâla nâwa

nawakkoe, mákådàë :, tånripoeājiwi mâtoe gâbe-mákoewâë-ro ri-Påtta Âlla

taäla), dit is mijne meening, dat (lett. zeggende:) zoodanige daad niet goedge

keurd zal worden door Állak . – asan makanisa Nurags. (

na agona rag agaa

v

(lôkka-no

birítaſyanği, mákådâë : têyawá toeroèsiwi elốna), ga gij hem kennisgeven, dat (lett. zeggende:) ik zijn' zin niet opvolgen wil. - An

Os vir wings. na veugaba

(na-iya-na na

sâmatoeroèsi, mákådâë : bârá mádétjengi, enz.), en hieromtrent kwamen zij overeen , dat (lett. zeggende:) het welligt goed (was), enz .

Doch dikwerf, ja zelfs meestal, bedient men zich niet van dit mákådáë , en laat men zulkeen ' zinsnede, waarvóór in het Hollandsch dat of eenig

ander woordje geplaatst wordt, eenvoudig op den hoofdzin volgen , vooral 200 het werkwoord van dien hoofdzin van een’ andere beteekenis is dan bo ven in deze § werd aangegeven .

VoorbeeldenA:

nanasin

mágo

sag , Arunangang gia voaoagoing ..

(na-naîta-na , pånno-ni tâoe baroegâë ; na-dépi na&ngka Âroenge másoe ri salâssáë), en hij zag, (dat) vol menschen was de bamboezen feestzaal ; en nog was de vorst niet uit het paleis gekomen (om zich derwaarts te begeven ). - gia

avion anaga vaigs

(oewita-mákás

singi roepânna-ro makoenraiye), lett.: ik zie het schoon , het gelaat van die vrouw , v . d.: ik zie, dat het schoon is , het gelaat van die vrouw . - agna

qiana navado a : (oewadjåppodwi-ko tâoe-mâtja sånná), lett.: ik weet u een zeer knap mensch , v. d .: ik weet, dat gij een zeer

knap mensch zijt. – onamora Vagans. (sitinâdja-ko mápakoèwa), (het is) gepast, (dat) gij aldus handelt. – ng adoveo

swara agarr ' (oewâsåñg-mádêtjekko lôkka), ik acht het goed , (dat) gij gaat. - Vivinorang asindo (mádêtjekko oelåp fansanan da påssång), het is goed , (dat) ik u loslaat. nunsuv v agasas(dé boềwa-boewâna oepowâda 19 *

292

adâmmoe mákoetôngåñge), lett.: (het is) van geen nut ik u zeggen de waarheid, v. d.: (het is) van geen nut, (dat) ik u de waarheid zeg . - a

vapaa

visa

avnviaanaamed ., nava :

(nadjadji-na mákoewa , nadâpi-mânång ri-potâ nange, na-tå -marâ ), en aldus

geschiedde het, (dat) zij allen ongedeerd aan wal kwamen. - N o

nin

ánea rusa ancorag . (padjânån-nitoe tâce-pawočno tâoe-natoe, iya-ro tâoe-ripal&ppåë dênre ri-tâsië), dat (is) stellig, (dat) dat een

moordenaar (is), die man , welke zooeven uit de zee gered is. - Anoia

agonia van Waawaan wagwedd . (napadjânån-nitoè, djâājiwi mâtoe iya poèra ripowâda-adangè .

iv

ngá mêmåñg),dat (is) zeker of stellig, (dat) geschieden zal,datwat mij voor speld is .

Soms ook wordt zulk een 'gansche zinsnede, als ware bet een zelfstandig naamwoord , eenvoudig tot het object van het werkwoord in den Hoofdzin

gemaakt; bij voorbeeld : novevanja sain sag von

a

n das

. (nâsång-mádêtjengi ñrêwåë-másiga ri-tâna-Balânda),

hij dacht, dat het goed was, dat hij spoedig naar Holland terugkeerde, letterlijk : hij dacht het goed , het spoedig naar Holland terugkeeren . - A

Againamin

ving agasasi

anang

na . (na-naparila

lång -ininâwa-ni máêlóë tîkåkko ), letterlijk : en hij vatte in zijn' gedachte op het u willen dooden , v. d.: hij kwam op de gedachte om u te willen dooden , hij be

sloot, u te dooden. – Angovim

vosanasana inaa

Anasan . (naisåm -moewi moewelorina iya-ro taoèwe), lett.: hij wist het maar het gij-beminnen van hem , dien mensch , v. d.: hij wist het maar, dat gij van dien mensch hieldt. NB. men onderscheide wel na als genitief attribuut van i als pronominaal affix der werkwoorden. Vergelijk $ 180 en $ 181.

$ 250. Wanneer in een volzin de hoofdzin voorafgegaan wordt door eene zinsnede , die eene rooronderstelling bevat, of aanvangt met een tijdsbepaling aanwijzend voegwoord , als : terwijl, toen , enz., krijgtde hoofdzin in het Ma leisch zeer dikwerf oto vóór zich ; de Boeginees echter bedient zich in dat

geval evenals de Makassaar slechts hoogst zelden, ja bijna nooit,van zijn vóór

293

voegsel na ($ 210), hetwelk alsdan in het Hollandsch niet anders dan met ons aanwijzend zie! of dergelijken te vertolken zou zijn .

Voorbeelden : sagan

vq .

uia

vivenda

vaga oras nov. , (rêkoewa moepoedji-moewi, mádêtje

ngi,moetâro kâli kakâmoe), 200 gij het slechts goedvindt, is het goed, (dat) gij uro' ouder' broeder tot opperpriester aanstelt. – saura

Ninja

vunna vananeng Vanagin :. vinjanaan asa pags (rêko mápâtšingi mátjinongi

matânna oewäë, mápåtjing-tôni, mátjinong-tôni, salóë), indien zuiver (en ) helder (is) zij, de bron ; (is) ook zuiver (en) helder, zij,de rivier. - nova in ans, Niagaa aa as águaninsaas. va ng ashaa aaassags (nigi-nigi tâoe mápatåttôngå nội bôla iya-ro wåttoèwe, manjtjâāji-oelâwangi bolâë), welk mensch ook op dien tijd een huis bouwe, het wordt goud , het huis. -m a n a

asa agata .. annan via amara : (iya-iyânna-na nalolôngång , nawâwa-moewi riyâroenge), wat hij ook krijge, hij brengt het slechts aan den vorst. — wang ana .. as agan anv

ng nang

mavaara

(poèrai koèwa, lâo-ni, to

máëgâë ri-To-mánoeroenge), dat aizoo geschied zijnde, v. d .: daarna, qing zij,

de menigte, naar den uit den Hemel nedergedaalden Vorst. - inqn man

g

vajag saamin . (wåttoe naïtâna-narô ,

metjâi-wêgan -ni), toen hij dat zag, werd hij zeer bo08. – Na dan suasaans . (gângka n vägs as o

ångkânna-na komaîye , dé napádja påddîriyá), sedert hij hier is, houdt hij niet op,mij te kwellen .

$ 251. Wanneer een gezegde zamengesteld is uit het werkwoord oga (soero), gelasten , bevelen en een ander werkwoord , dat eenige handeling of eenig doen uitdrukt , moet men vooral daarop letten , of het daarbij ver

melde object bij soero, of bij dat andere werkwoord behoort. In het eerste geval bedient men zich van den vorm soero , in het andere van den vorm astero, vergel. $ 70.

Voorbeelden : anaangaa waan . (to-risoerowe pawoeno ),de man die gemaaktwerd tot object, dat men beval iemand te donden ,

294

lof: de man die bevolen verd iemand te dooden , verg . $ 67 over den vorm pa wolno.

-

anasan

na

dan .

(to-riyasoerowe

mpoeno), de man , die gemaakt werd tot het object, dat men beval ter dood te brengen , of: de man wien men beval ter dood te brengen . –n

a sa

agania danisan ang paa anga asana

vaajapass(naîya lânoe risołro-ni mpâwai-ro taơewe riyolôna to mábitſarāë), en NN werd bevolen die menschen door de reglers te brengen . — minsan nasan angann danno ansa asa m a vandasag (na-iya-ro taơewe riyasoero-na mpê wai riyolôna to -mábitjarâë ), en diemenschen beval men voor de regters te bren

gen. - nranna aga magagan vaas (narêkoewa ångka tâce risoero-mõllíki), en zoo er menschen zijn die bevolen worden ons te roepen . - aranan a a vaasi (narêkoewa riyasoero-môllíki), zoo men ons laat roepen. – Alarm agrasa aman

dana yan

(narêkoewa tå

naoelle-ni nawâājá , âla mádêtjengi tåna alêna oewasoero-tiwiringitoewang), 200 hij niet meer betalen kan, blijft er natuurlijk niets anders over , dan dat ik mijnheer zijn persoon zelven laat brengen (lett.: zou het dan goed zijn , 200 ik niet zijn persoon zelven aan mijnheer liet brengen ?). - igning w

a

andag : (iyâë koewasoero-mpoeno), hem liet ik ter dood brengen . § 252. Wanncer een gezegde zamengesteld is uit het werkwoord aga

(ló ) of vingaga (máëló), willen , en een ander werkwoord in den pas sieven vorm ; houde men op het oog , dat dit lo of málló niet altoos den wil van het object, dat het onderwerp van den zin is , maar ook dikwijls den wil van het subject uitdrukt. Dit is hieruit te verklaren , dat ló ofmáló , evenals

het Engelsche will , ook gebezigd wordt , om ons zullen uit te drukken, verg. $ 220 . Ook wordt ló ofmáéló van onbezielde voorwerpen gebezigd , om het Duitsche sollen , ons moeten uit te drukken . Trouwens ook wij zullen im mers bij voorbeeld bezigen : " dat wil zoo niet gezegd of gedaan worden door menschen van zekeren leeftijd ,” in stede van : " dat behoort niet gezegd of gedaan te worden door menschen van zekeren leeftijd ."

295

Voorbeelden :wanneer ik zeg : ving as a visa ag va

a n

nna ' . (máëló -moewi ripoedji ri-padânpa tâoe), hij wil maar ge

prezen worden door zijne medemenschen ; drukt máëló den wil uit van het ob ject van poedji, prijzen , niet van het subject. — Doch in een ' zin als deze :

Vanaangaan sal

ving asaangaaaaaaa

(rêkoewa ångka tâce máêló riwoeno ri-to -Boné), zoo er iemand is,

die gedood zal (lett.: wil) worden door de Bonieren ; is er geen sprake van den

wil van het object van dooden , d. i.: van den man dien men ter dood zal brengen, maar van den wil van het subject, d . i.: van de Bonieren . – En als

ik zeg ; ng ano

ansag asa anaosas v ..

(ångka-si soèrå Woègi, éló ripabâsa-Balânda), daar is weer een Boegineesch geschrift, dat in het Hollandsch moet (lett.: zal) vertaald worden ; wordt slechts

de wil van het subject , hetwelk dat geschrift laat vertalen , bedoeld . $ 253. In het Boegineesch is ook in het algemeen , evenals in alle andere talen , deze de natuurlijke volgorde van de bestanddeelen van een ' zin , dat

bij een bedrijvend en onbedrijvend werkwoord het subject vóór het werk woord , en het object van het eerste daarachter komt; terwijl bij een passief

werkwoord het object vóór het werkwoord staat, en dit door het subject, in den vorm van een complement, gevolgd wordt, bijv.: ngoaia

(oewákita), ik zie; ag a

urras (oewádakâla), ik ploeg ; vanas

ngaa (moewâlai-ro), gij neemt het, dat; asawa n

a

asiaa

aasa . (La-Bâtjó riyelôri ri-Lânoe), La - Bátſó wordt bemind door NN . Doch meestal komt hierin verandering , vooral wanneer men zinnen heeft, waarin een bedrijvend werkwoord met een subject en object voorkomt, nu

eens van wege den nadruk, dien men aan eenig woord in den zin geven wil, dan eens, en dit is geenszins zelden het geval, op grond van de eigenaardige plaats die aan sommige persoonlijke voornaamwoorden en andere woordsoor ten toekomt.

$ 254. Zoo komt het subject vau een onbedrijvend werkwoord en ook

van een bedrijvend, wanneer het object niet vermeld wordt, zeer dikwijls

achter het werkwoord of een daarbij gevoegd bijwoord , dewijl men bij het bezigen van een persoonlijk voornaamwoord , niet zelden gebruik maakt van een onafscheidbaar achtervoegsel, als voor den eersten persoon enkelvoudig

296

van á , verg. $ 192 ; voor den eersten persoon meervoudig van kång of í , en

ook wel van kí,dat echter zoowel vóórvoegsel alsachtervoegsel kan zijn, verg . $ 194 en § 196 ; voor den tweeden persoon enkel- en meervoudig van o of ko, verg . $ 187, en í of ki, welk laatste ook vóórvoegsel kan zijn , verg . $ 189 ; voor den derden persoon enkel- en meervoudig van i, verg . $ 180.

Voorbeelden: ving as an asaor (máêlóká lôkka), ik wil gaan. – vasoruva (málâsa-mêmånga), ik ben altoos ziek. –

waarvoa ada as a massaa 's (poèra-ní mêniré ri-bolâna taoewe), wij zijn opgegaan in iemand's woning. - nanova

i vo s (tárâkká-moèwakåñg mâtoe), wij zullen maar opbreken. V a n agar navisos (mámanâsa-ko lôkka komaiye), gij verlangt hier te komen . – visais avania v viuengos vaivaan ang sag . (márêngkalinga-moetówí mâtoe,mákådâë: mákoe-mêmångi-ro gâoeë), gij zull

ook maar hooren , dat die saak altoos 200 is. - innis van na . (têya-kí mápakoèwa), gij wilt niet aldus handelen - Vaga was assasasas . (mánoèroen-ni, pôle ri-lângië), hij is neder gedaald uit den Hemel. — vunsana'a

kasan . (moe

dâni-wêgangi riyanána), zij verlangen zeer naar hunne kinderen .

Vooral is het gebruik van bovengemelde onafscheidbare achtervoegsels als persoonlijke voornaamwoorden in zwang in vragende zinnen , waarbij men zich dan meestal van het achtervoegsel ga bedient, vergel. § 90 en $ 209 .

Voorbeelden : vana nav

yaman

ng tu ..

(mônro-go mâtoe koewa-ro ? a-de?), zult gij daar blijoen ? of niet? – Na pagsinas (pôle-kêgitoe ?),waar komthij van daan ? - asar

Srina

(lôkka kêgi-toe ?),waar gaat hij heen ?

Ook bij de gebiedende wijze wordt inzonderheid van deze achter aan de woorden te hechten voornaamwoorden gebruik gemaakt, dewijl alsdan de na

druk uit den aard der zaak op het werkwoord valt.

Voorbeelden : Veura

(mådde-ko), olied gij. - ag aga

a voads (lâo-no másônpå), ga gij zeilen . – vino

109 ganan : (mákîta-sâko koèwa-ro),kijk gij eens daar. - sa

297

avan asaga

dnas v ' . (rêwå-manô lầo ri-bolâmoe);

keer gij maar terug naar uw huis.

Dikwijls komt het werkwoord ook vóór het persoonlijk voornaamwoord als subject, ofschoon de nadruk op het subject valle, maar dan laat men ach ter het als persoonlijk voornaamwoord gebezigd achtervoegsel het onafscheid

haar persoonlijk voornaamwoord van denzelfden persoon volgen ; bij voor

beeld:

Naranan vain

(mápakoèwawá mâtoe, iyá),

ik zal aldus handelen , ik. – as a maniora . (18kka-no, iko),

ga gij, gij. – Nasas

rin

g

. (pôle kêgi-toe îdí?), waar

komt gij van daan, gij? – Vama viagnosis (mônro-moèwi ri-Djoempândang, iya), hij woont maar te Makassar, hij. — vunsaand is gearra . (moedâni-wêgakkång, ikång, riko ), wij verlangen zeer, wij, naar u .

Zeer gewoon is het ook , dat een naamwoord , waarop als subject de na druk valt, insgelijks achter het werkwoord , waarbij het behoort, geplaatst wordt, maar dan heeft dit werkwoord het persoonlijk voornaamwoord van den derden persoon , hetzij i als achtervoegsel, of na als vóórvoegsel, bij zich , en het substantief staat dan in dat geval gelijk met het onafscheidbaar per

soonlijk voornaamwoord , dat bij wijze van appositie achteraan komt; bijv.: agagan vanaaininnavaming (lko ni mánô ri- Tanêtte, To-máradjậe ),hij gaat naar beneden , of Noordwaarts, naar Tanélte , de Gouverneur van Celebes. — vuoosana ' a agar

a váging vraga

(mámanâsa-wêgangi lôkka ko

maiye, Dåëng lânoe), hij verlangt zeer hier te komen , Dáëng NN. - ad

sannav

v

(na-poerâna-na naểngkalingai adânna-ro

laoewe, iya-ro Nâbi Moehamma), en hebbende hij ze gehoord ,de woorden van hem (teweten:) dien mensch , die Profeet Mohammed , d . i.: nadat die Profeet Mohammed dewoorden van dien mensch gehoord had . $ 255. Ook een complement van het gezegde kan, om daaraan bijzonde ren nadruk te geven , vóór het gezegdemet zijn subject geplaatst worden, en

dikwerf wordt die vadruk nog bovendien te kennen gegeven door achter voegsels als na ($ 210), pa, ($ 211), ma, moe of moewa ($ 215 ), enz.; bij

298

voorbeeld :

usa nagnga : (dênre nalâo ), zooeven is hij ge

gaan . – An even ana avias dêñe naångka komaîye), pas zoo even is hij hier. - as as a

☺ nga nagngan va

. (nâppa v

(silalôna mêmång oepogãoei-ro

mâtoe), zoo aanstonds zal ik dat verrigten. – Vonara agano van (másiga-ko lôkka), spoedig moet gij gaan. - raaring nan anneng Asaringanin vois was (wekapîtoe-ni moetâma îya-ro djówáë, na-wekapitoe-tôni másoe-si païmång), zevenmaal zijn zij er binnengekomen , die krijgsknechten ,

en zevenmaal ook zijn zij er weder uitgetrokken . - ara

ng mano

va :. (bâdja-pi oetárâkká mâtoe),morgen zalik gaan. – made an alaswamam

(tjinâmpå-moèwa nalépañg ri

a

tâna-Wadjo), eventjes slechts legde hij in Wâdjó aan.

$ 256. Ook het object kan in een 'zin datgene zijn, waarop de nadruk valt, en daarom als het voornaamste vóóraan geplaatst worden , terwijl hier insgelijks geldt, wat in de vorige | werd aangemerkt, dat die nadruk soms door achtervoegsels als na, pa, ma, moe of moewa, enz. (verg . $ 210, § 211 en

$ 215) versterkt wordt. Ook geeft een op zich zelf staand persoonlijk voor naamwoord een sterker' nadruk te kennen dan een als persoonlijk voornaam woord gebezigd vóór- of achtervoegsel.

Voorbeelden : anaiwan

vinningan

(na-koe-nadåppêri iya tâoe-doewâë-rn ), en mij benaderden zij, die twee men

schen. - Avaga

ginnanvas (na-moe-natoe

roengi djowảkoe iya -mânåñg), en u schoten zij te hulp , al mijn manschap

pen. — , arageno (iyả naënrësi), op mij vallen zij aan. – ng

vanons. swewena sasa nua na (iya-mani nasâppá , pedêtjengiyêngi padânna tầoe), dat slechts zoeken zij,

hun medemenschen wel te doen. – n

asag na namang

ang

wanavnguna . (iya-naê oewakattâï oepowâda-adâkko ), dit

ben ik voornemens u te zeggen. – ag asang agº Aragasa

as (Âlla-taåla-mi naëlôri), God slechts heeft hij lief. - navan

iras Canada aanvansas : (iya-mirô kíadånnoe wângång ri-to-máradjae), dat slechts verwachten wij van den Gouverneur. –

299

Sinanananaa ngun ' (tânîya iya-ro naita adâk koe) niet daarop ziet, of doelt het, mijn woord . Soms gebeurt het in het Boegineesch , dat een woord , hetzijnaamwoord of persoonlijk voornaamwoord , tegelijkertijd zoowel subject of object van het in den hoofdzin voorafgaande werkwoord is, als object van dat, hetwelk

in de daarvan afhankelijke zinsnede volgt, zoodat dit naamwoord of persoon lijk voornaamwoord dan als 't ware bij beide zinnen dienst doet; bij , voor beeld : Vingaga on vos (máêlóká moesábing), ik wil, dat gü asman voor mij getuigenis aflegt. –v a n arad

An as aga vuo : (mámanâsawá-ro nasơero Kompaniya lâo mámoesoe), ik verlang, dat het Gouvernement mij ten strijde late trekken. — avevaanaa ainoa age asan

nagsan . (na-naîsån-na alêna natoetoewi-mádêtjeng îya-ro taoèwe), en hij wist (omtrent) zichzelven , (dat) voor hem hij goed zorgde, die mensch , d . i.: hij wist, dat die mensch goed voor hem zorgde. - ngsaangaa a anns ago . (oewelôråkko natoeloeng Lânoe), ik verlang (omtrent) u , (dat) hij u helpe, NN , d. i.: ik verlang,dat NN u helpe. NB. In een voorbeeld als dit blijkt het duidelijk , dat het pers. vnw . van den 2 pers. het object is van oewelóráng, daar ko nooit vóór- maar steeds achtervoegsel

is, en toch wordt er volgensden zin een object van het werkw . loeloeng gevor

derd. – AVAON Ananing asawa ngagangas .

na

(namanasãikång naperâdjaiyañg onrômång Påtta

Âlla-taâla), hij wenscht (voor) ons, (dat) Hij voor ons groot make onzen rang , (leweten)God , d. i.: hijwenscht, dat God ons onzen rang groot make. $ 257. Gelijk het object van een actief werkwoord dikwerf, in strijd met de natuurlijke volgorde van de bestanddeelen van een ' zin ($ 253), vóór het werkwoord komt ($ 256); zoo wordt in tegendeel het object van een passief werkwoord menigmaal daarachter geplaatst, vooral wanneer de nadruk niet op het object maar op het werkwoord valt. Echter is dit laatste ook niet volstrekt noodzakelijk , want die nadruk kan ook te kennen gegeven worden door achter het pronominaal achtervoegsel het op zichzelf staand persoonlijk voornaamwoord van denzelfden persoon , of het zelſst. naamwoord , waarop het voornaamwoord doelt te laten volgen .

300

Voorbeelden : ragona Vanessaagaara va

s

(rêkoewa moepakoèwa, ritônrong-ko mâtoe), indien gij aldushan

delt, geslagen zult gij worden. - Od vrann nang v aginarna nagsa (sâbá mákoewânna na pangkâoekåmmoe, ripoedji-ko ri-sininna taotwe),wegens het aldus zijn dan

uw gedrag,wordt gij geprezen door alle menschen. – qara yan 's animovavimas . (poèrai koèwa, ritiwi-ná moetâma, iya), daarna word ik binnengebragt, ik. – massasalara

v

aviona . Apvang asinca (na-riyelôråkko moetầma, îko, na-dé tâoe-laïfige), en gij wordt verzocht binnen te gaan, gü, en niet de andere menschen. – Daavaannaangan

o 'a asa aja ::. (sâbá ri-mákoewânna-narô , na-rilåppåssåñği La Bâtjó), deswegens werd hij vrijgelaten , La-Bátjó. - más asian nan ang sanadas

.. ( rilâlloen-ni-tot îya-ro taoewe

ri-baliye), zij vorden vervolgd , die menschen , door den vijand . $ 258 . Men kan ook het onderwerp van eenen zin , hetzij het als subject of als object voorkomt, wanneer men daaraan bijzonderen nadruk geven wil ,

voorop plaatsen , en dit dan , hetzij alleen of met het voorzetsel ri, vooraf laten gaan van het demonstratieve iya , hetwelk , zooals ik in § 245 en $ 246 aantoonde, dikwerf gebezigd wordt, om onze relatieve zinsneden in het Boe gineesch weder te geven , en op de plaats, die het onderwerp dan eigenlijk in den zin bekleeden moest , wordt het door een persoonlijk voornaamwoord vervangen.

Voorbeelden : onangdasarru Agong wag as a mis aeda ase as non ag 2 (naîya riyâroempône, dé naisånnitoe gâoé-riyoeragâiyangèngi alêna ri-padânna aroeng), en wat den koning van Bóne betreft , hij kende die niet,

de lagen die hemzelden gelegd werden door zijn ' medevorsten ; v. d .: de koning

von Bonie wist niet,welke lagen hem door zijn medevorsten gelegd werden. -

nman . raa . s . vinnon neuen asosa Nunang (na-iya-ro taoewe, iya-mani nasậppá , pedêijengiyêngi padânna tâoe), en die menschen , dat slechts zoeken zij, het uceldoen aan hun mede-menschen ; v. d.: die menschen streven er slechts naar,

301

om hun medemenschen wel te doen. – Dinan agus ag ru

Agdao'o 'a

(na-iya-ro adâë , dé nadjampângi-sisåñgi), en

dat woord , zij bekommeren er zich volstrektniet om . – angsang

ora asiswasasasasaaraa wa bona igioasa (na-iya ri-tâoe-riyâsiñge Abådâlla , riyelôri-wêgangi ri sinînna isång-isånna), en wat betreft den man genaamd Abdallah, hij wordt SIN

zeer bemind door al zijn bekenden , v. d .: de man genaamd Abdallah wordt zeer

bemind door alzijn' bekenden . Aan object en subject wordt soms gelijktijdig bijzondere nadruk gegeven , door beide zoo te plaatsen , dat zij of vóór aan een ' zinsnede komen , of een

nadruk te kennen gevend achtervoegsel, als na , pa , ma,moe of moewa, enz.

bij zich krijgen ; bijv.: 'n

wa s

aan asins an

n

(iya ri-bolâë-ro, iko-mi podnna), wat dat huis betreft,gij zijler

de eigenaar van ; v. d.: dat huis is van u. - ingan ng asinca

in

Asansa : (iya-ro oelâwåñge, iyå nawerêng), dat goud ,mij

geeft hij het, v. d.: dat goud geeft hij aan mij.

VERBETERINGEN EN TOEVOEGSELS .

Bl. 8, reg . 23 . " onze d),” tot en met:“ zorg,” Men leze : " onze đī. Men drage slechts zorg ," Bl. 17, reg. 16. Achter: " waarheid.” in te lasschen : “ Gelijk mij later ge bleken is, vindt men ook zoowel boven Boeginesche als Makassaarsche brie

ven geschreven: läsl x 98 en ödhall xodus, läsl xl . Volgens Dr. A. W . T. Juynboll, Hoogleeraar te Delft, is deze lezing de juiste. Men

vergelijke Koran , 6 : 73 , waar men ook vindt: cäsi

. Het op

schriſt dier brieven zou alzoo beteekenen : zijn woord , of het woord van Allah,

is de waarheid, en derhalve te vergelijken zijn met de inscriptie die men zoo dikwerf boven geschriften van allerlei aard aantreft :

‫الرحيم وبه نستعين بالله‬, d. i.: in den naam desbarmuhartigen en me. dedoogenden Gods. En tot Hem roepen wij om hulp , te weten : tot God. Bl. 17, reg. 4 v. 0. Na “gegeven heb.” met een nieuwen regel in te lasschen : Boven sommige brieven vindt men ook een oeloe-sorrå, dat volgens Prof. Jaynboll welligt de volgende Arabische woorden bevat: 1°. žolell,

het teeken , het opschrift, 2º. de letters je vo en ,, de eerste om den Pro feet Isa ( Jezus), de tweede om den Profeet Ibrahim (Abraham ), de derde om den Profeet Joenoes (Jonas) aan te duiden (Men vergel. Zeitschrift der D .

Morg. Ges. X 513 vlg.), 3º.

31 de verwantschap (dier profeten),4°. sto

dat een verkorting zou kunnen zijn van de heilbede bij den naain van Mo

hammed , te weten : ‫ صلى الله عليه وسلم‬, God aegene hem en schenke hem vrede!, zoodat het slechts diende, om den Profeet Mohammed aan te dui.

den. Alsdan konden de woorden

i en slo tezamen met die drie

303

Arabische letters aanduiden : de (geestelijke) verwantschap of betrekking van de

drie profeten Isa , Ibrahim en Joenoes met of tot Mohammed. Bl. 53, reg . 8 . " achter een scherpen klinker” Men leze: " vóór woorden ,

die met een ’klinker beginnen ," Bl. 53 , reg. 10. Achter “ poornaamwoord” in te lasschen : “ ; ốnjtjo-paha, zamengesteld uit: únjtjong , toenemen , meer worden , + pa ($ 211), + a aanw .

vnw .; he!, = e!, woordje gebezigd bij het aanspreken van iemand. Bl. 57, reg. 13. " karoemímisí ” Men leze: " karoemímisí ”

„ . 58, „

7. " ongekookte” Men leze : “ gekookte”

, 112 , „ 12 . Na “ vergiftigd worden .” met een nieuwen regel in te lasschen : “ Dikwijls valt ri ook weg, en zegt men bij voorbeeld : taïbáni

porra tõenoe , in plaats van : tažbáni poera ritóenoe, een aangestoken 'waskaars; bảssi póéra rampoe, in plaats van : bassi poera rirampoe, een uit de scheede

getrokken lans ; óta póera råkkó , in plaats van : 6ta pớera riråkkó , een gevou wen betelblad . BI. 113, reg . 10 . "niet alleen” tot en met : " klinker: tů .” Men leze :

“niet alleen gebezigd wordt tot vorming van passieve werkwoorden , maar ook om het distribueeren van het door een telwoord aangeduide getal te kennen te geven . Het Makassaarsche ta doelt gewoonlijk op eene ontken ning. Dit onderscheiden gebruik van tá of ta heeft evenzeer in het Boegi

neesch plaats ; alleenlijk zegt men bij ontkenning in stede van ta met een'

anderen klinker : tả. BI. 130 , reg. 10 v . 0. “ k” Men leze : “ ka ” , 215 , „ . 2 „ Na “ála." met een nieuwen regel in te lasschen :

ng asaw (ônjtjo-pa), ngagawoo (ônjtjo-pahâ ), aga

menia (ônjtjo-pi) of ag agaano (ônjtjo-pisa), lett.: nog meer wordt het (van : ốnjtjong, meer worden ); v . d .: hoeveel of des te meer, hoeveel of des te minder, al naar het verband.

BI. 230, r. 2 v. 0. Na “daarop.” met een ’ nieuwen regel in te lasschen : “ Zoo ook met e, deze of dit, bij voorbeeld : Vornina (mákówe),

hier. (B . Chr. II, bl. 222, r. 1.)” Bl. 239 , reg . 19. “ moewânnen-na” Men leze : " moewânnēn -na” . , 258 , , 14 . Na “ dat ik zou gaan.” met een ' nieuwen regel in te

304 lasschen : " In plaats van dit álu bezigt men soms: lå ; bij voorbeeld :

vandens

as

(kodlå márâ-na-gâë ?), = koelå márâga-nâë?, maar

hoe ! wat zal ik er aan doen ? - Annaa

a ' . (na-lånriyânaga ? ),

= na -lånariyága -na ?, maar hoe ! wat is er aan te doen ? (Boeg. Chrest. I ,

bl. 68 , reg. 15 ) [Men verbetere hiernaar het in het Boeg . Woord ., bl. 528, kol. 1, reg . 10 , bij s (lå) aangeteekende.] BI. 258 , reg . 22. Na "kompas." met een ' nieuwen regel in te lasschen :

" nga raw (ônjtjo-pa), aga seanca (ồnjtjo-paha), aga main (ônjtjo-pi) of ag arawo (ônjtjo-pisâ), = âga-pe of aga pasi, = ála -pa of ala-pasi, hoeveel of des te meer, hoeveel of des te minder . Verg. $ 211 over pa." Bl. 262, reg . 5 v. o . Na “ Hoogverheven' God !" met een nieuwen regel in te lasschen : " Dikwijls komt vooral in brieven tot aanduiding van de wen

schende wijze achter het werkwoord , hetzij hierop lálo volge of niet, het

woordje as a (bâre) voor; bijv.: nawaano as vagasa

in da (pôdo ripasalâmá-lålowi bâre) ofwa waangas osa (pôdo ripasalâmá bâre) a mas magaga sa (riyalla taâla , nalåttóe), enz., moge (die brief) gezegend worden te komen , enz. Wat de eigenlijke beteekenis van dit báre betreft; die durf ik niet voor

zeker op te geven . Ik acht het wel mogelijk , dat báre zamengetrokken zij uit ba ($ 222), een woordje dat sterke toestemming te kennen geeft, + áre ($ 216). Alsdan zou het laatste den wensch, het eerste het stellige van dien wensch te kennen geven .

Het zou echter ook kunnen zijn , dat báre ontstaan ware uit bára ($ 222), welligt, + áre ($ 216 ). Om in bấre eene verbastering van bára te zien , gaat bezwaarlijk , daar bára steeds vóór , en bare achter het werkwoord geplaatst wordt. [Men neme deze verklaring van as a (bâre) ook op in mijn Boegi neesch Woordenboek , bl. 199, kol. 2 , r. 3 v. 0. onder “ vernieuwen ." ] Bl. 272, reg. 22. Na “ vier en dertigste hoofdstuk .” met een ' nieuwen regel in te lasschen : “ Soms worden op zich zelf staande bijwoorden , als: d a

(tånginang),

(de), we as (pâle), enz. ($ 222), alsof zij bijvoege

lijke naamwoorden waren , per appositie of nevenstelling met een zelfstan

305

dig ,naamwoord of andere woordsoort verbonden . Van daar , dat die bij

woorden dan ook het demonstratieve e als bepalend lidwoord aannemen ; bij

voorbeeld: av

aasa asasasang , âda tångi

nañge naêngkalingai),woorden die hij nog nooit gehoord had. – na ang a rvinaw namrás a câná-âná déê-pa âkkalånna), de kin

deren die nog geen verstand hebben. - nne assag a an

sta

(îya-pâleê Boddi-isätihâratá), deze Bóedi-istiharat dan .(Boeg.

Chr. I, bl. 72, 1. r.)" Bl. 272, reg. 24 . Achter “ telwoord ” in te lasschen : " of welke andere

woordsoort ook als bijvoegelijk naamwoord optrede,"

Bl. 273, reg. 5. Achter " van dat geschrift” in te lasschen : " ;

agaa

na evrasnagan

as

(sållaôkoe, iya déë-pa anána),

mijne vrienden ,die welke nog geen 'kinderen hebben . Menigmaal komt dit demonstratieve als bepalend lidwoord optredende e aan het einde van verscheidene woorden , die als 't ware slechts één enkel

woord uitmaken. Zoo vormtmen bij voorbeeld van asar

(ânoe tå-naſsång), een' zekere zaak die hij niet weet:ag sa . (ânoe tånaisinge), de zaak die hij niet weet.”

o

o