Historie en oude Families van de Nederlandse Antillen: Het Antilliaanse patriciaat

Table of contents :
De Nederlandse Antillen - Historie
Oude Families - Overzicht
Dorcas
Croes
De Mey
Evertsz
Maduro
Van Kinswilder
Schotborgh
Brugman
Lamont
Salomonsz - Simonsz Donker
Rijke(n)
Heyer - Den Oude - Everit
Verplaats
Ellis
Martin Ellis
Houtvat
Druschky - Druschke
Veeris
Muskus
Berch
Martin
Severijn
Columba
Van Starkenborgh
Lampe
Weeber
De Lannoy
Van der Meulen
Spencer
Beeldsnijder
De Haseth
Beaujon
Neuman
Statius Muller
De Veer
Hoyer
Eman
Jutting
Quast
Gorsira
Brown Gorsira
Lauffer
De Rochemont
Debrot
Gaerste
Hellmund
Muller
Forbes
Perrit Gentil
Haayen
Van Romondt
Eskildsen - Moller - De Haseth Moller
Price
Van Eps
Elsevier - Rammelman Elsevier
Zeppenveldt
Heldewier - Heldewier Vignon
Van Daalen
Nuboer
Krafft
Van Meeteren
Cadieres
Cadieres
Lijst der Slaveneigenaars in 1863 (Curacao)
Geboorte en Sterfteregister van de joden op Curacao van het jaar 1722-1830
Gouverneurs van de Nederlandse Antillen
Personalia - Antillaanse families
Personalia - Arubaanse families
Literatuur - Algemene Historische Literatuur

Citation preview

SplSSil ,



fr

-

föHSill

HISTORIE EN OUDE FAMILIES VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

j\ ruóoii

23>£

ARU3! ANA/ CARIBIANA Fa rcierencia. NO POR jrlA. For refcrence. NOT TO BE TAKEN F ROM THIS ROOM.

Copyright by Dr Ds A. J. C. Krafft Willemstad (Curacao)

Printed in the Netherlands

HISTORIE EN OUDE FAMILIES VAN DE

NEDERLANDSE ANTILLEN HET ANTILLIAANSE PATRICIAAT MET EEN HISTORISCHE INLEIDING, ZESTIG UITGEWERKTE GENEALOGIEËN, GENEALO¬ GISCHE AANTEKENINGEN, FRAGMENTEN VAN GENEALOGIEËN, ONGEPUBLICEERDE DOCUMENTEN EN EEN OVERZICHT VAN BRONNEN ZOWEL GEDRUKTE ALS IN HANDSCHRIFT

DOOR

DR Ds A. J. C. KRAFFT OUD-BIBLIOTHECARIS VAN ARUBA. SECRETARIS VAN DE STICHTINGi ..DE ENCYCLOPEDIE DER NEDERLANDSE ANTILLEN"

OPENBAKE LEESZAAL EN boekerij ARUBA

anderen later van belang kaÜaJn. 'S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF1951

.. i

^Uuartierötaat ban H.JÏl. f&omngtn Jultana

L GODFRIED PIETER

BEATRIX Prinses der Nederlanden 31 Januari 1938 Soestdljk

MARYKE Prinses der Nederlanden 18 Februari 1947 Soestdljk

VOORWOORD De geschiedenis is zeer oud. De reeks feiten en gebeurtenissen van de meest uiteenlopende aard, die met of zonder toedoen van enig mens in de verschillende ver van elkaar verwijderde wereldstreken hebben plaats gehad, vormen de geschiedenis; elk nieuw voorval is er een deel van. Bewust of onbewust werkt iedereen er aan mee; door ons ingrijpen of afzijdig blijven geven wij een bepaalde richting aan de loop der dingen. In deze gedachtengang is de geschiedenis een niet te overzien terrein en zal het materiaal gestadig blijven aangroeien, want iedere nieuwe dag. die aanbreekt, zet de geschiedenis voort en is er een nieuw hoofd¬ stuk van. Een zekere orde is intussen in deze op elkaar gestapelde massa gebracht, enerzijds door slechts feiten en menselijke gedragingen of handelingen van enige betekenis aan de vergetelheid te ontrukken en voor de komende geslachten te bewaren, anderzijds door doelmatige behandeling van de stof, splitsing en specialisatie volgens uitgestippelde richtlijnen. Niet al het — naar onze tegenwoordige opvattingen en soms onverzadigbare weetgierigheid althans — merkwaardige en gedenkwaardige, dat zich bij het voortwentelen der eeuwen heeft voorgedaan, is evenwel opgetekend. En voor zover zulks wel het geval is, is het verbrokkeld, over geschiedboeken, registers en familiepapieren verspreid en zelfs op grafschriften vastgelegd of moet het gereconstru¬ eerd worden door verband te zoeken en te leggen tussen hetgeen uit verschillende bronnen kan worden opge¬ diept en uit al dan niet betrouwbare en zuiver gehouden tradities. Ondanks het uit elkaar groeien zijn de meeste vertakkingen tot dezelfde moederstam terug te voeren en is de onderlinge samenhang onmiskenbaar en na enig onderzoek aan te wijzen. Een bepaalde onderbouw wordt door ieder onzer gelegd, meer of minder diep of uitgebreid, naar gelang van de duur van de schooljaren en de richting van verdere studiën, waarin verwerkt wordt, wat personen van de betrokken groep in hun later leven en positie aan historische kennis moeten bezitten en waarin ook rudimenten van onderdelen zijn te vinden, waarmee zij niet rechtstreeks in aan¬ raking zullen komen. Reeds vóórdat er systematische onderscheidingen werden gemaakt, werd de genealogie beoefend; in de gewijde en de profane geschiedenis treft men er voorbeelden van aan. Van vorstelijke dynastieën en adellijke geslachten zijn er stambomen opgemaakt en bijgehouden met staken, takken, liniën, waaruit afstamming en graad nauwkeurig zijn te bepalen. Van de overgrote meerderheid der mensen is evenwel niets van die aard te boek gesteld en kan men zelden meer dan b.v. drie generaties terug opklimmen, waarbij men ook dikwijls tot mondelinge overlevering zijn toevlucht moet nemen. Dit neemt niet weg, dat er onder deze groep personen zijn, die meer omtrent hun voorouders zouden willen weten, doch wier werkzaamheden de gehele mens opeisen en wie tijd en gelegenheid ontbreken om de nodige navorsingen te doen. De bijzondere omstandigheden, waarin de Nederlandse Antillen verkeerden, spelen ook hierbij een rol. De burgerlijke stand ten onzent dateert van het jaar 1831. Aantekeningen van geboorten (doop) en overlijden werden voordien door de besturen der onderscheidene kerkgenootschappen gehouden. Solemnisatie van huwelijken geschiedde door de Raad des Eilands of, indien de aanstaande echtgenoten tot de heersende kerk behoorden, door de predikant der gemeente. Waardevolle gegevens zijn er in de oude kerkelijke registers bijeengebracht en met erkentelijkheid moet van de bemoeiingen der onderscheidene kerkbesturen ten deze melding gemaakt worden. Doop- en doodboeken van kerkgemeenten op het eiland Cura^ao zijn bij de Bur¬ gerlijke stand overgebracht.1) En voor wat Sint Eustatius en Saba aangaat, gelastte de toenmalige gezaghebber majoor Johannes de Veer bij Publicatie van 4 Januari 1844 op straffe van geldboete dan wel gevangenzetting, dat dadelijk na de afkondiging dier Publicatie de geboorte- en doopregisters van het Hervormde Kerkgenoot*) Zie Gouvernements-dispositie van 12 Jan. 1831, nor. 12 betreffende de overlevering van doop- en geboorteregisters, enz. van de onderscheidene kerkgemeenten aan het Gemeentebestuur.

schap voorhanden tot en met 1838 bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand zouden worden gedeponeerd. Maar de oude kerkelijke doop-, trouw- en begraafregisters, alsook de oude rechterlijke en notariële archieven berusten niet meer in de Nederlandse Antillen. Krachtens het Koninklijk besluit van 22 Dec. 1915 (Staatsblad 519), dat bij K.B. van 7 Juli 1929 werd aangevuld, zijn de documenten anterieur aan 1830 naar Nederland overgebracht. Het is dus uitgesloten, dat belanghebbenden op deze eilanden nasporingen omtrent vroegere geslachten kunnen doen. In de laatste jaren is er op Curagao een neiging merkbaar om meer aandacht aan de oude geschiedenis van dit eiland te schenken. En onder de verschillende artikelen, die sinds verschenen zijn, nemen die van Dr. Ds. A. J. C. Krafft een voorname plaats in. Zijn verblijf in Nederland en daarna in de Nederlandse Antillen heeft het hem mogelijk gemaakt archieven te bestuderen; zijn studiezin heeft hem volhardingsvermo¬ gen geschonken om aantekeningen, waarover verschillende families beschikken, met elkaar te vergelijken. Dr. Ds. Krafft heeft zich niet alleen ten aanzien van bepaalde individuen verdienstelijk gemaakt door hen in staat te stellen een blik op het voorgeslacht te werpen, maar deze bundel stambomen is ook een stuk geschie¬ denis. Boven is reeds opgemerkt, dat het verband tussen de verschillende onderdelen der geschiedenis onmisken¬ baar is. Beziet men elk tijdvak op zich zelf en de personen, die daarin op de voorgrond traden, dan kan men om hen heen de gebeurtenissen groeperen, die dat tijdvak kenmerken en waarmee hun namen één geheel vormen en mee verweven zijn. Bepaalde namen roepen de herinneringen aan bepaalde feiten en toestanden wakker. Het in druk verschijnen van dit werk zal een verrijking zijn van de historie van de Nederlandse Antillen.

I. KONINKLIJK BEZOEK; ONZE EILANDEN; ONS POLITIEK EN

CULTUREEL LEVEN

I. Z. Exc. Minister van Uniezaken en Over¬ zeese Rijksdclen. Ir. L. A. H. Peters. OudGouverneur der Nederlandse Antillen. Foto Singcr Aan de Heer Z. Singer. fotograaf, heb ik verschillende foto’s te danken van afdeling I. III en VI.

KONINKLIJK BEZOEK

D'

'z'hii'ï WiïrSt'iïii?"'1

ONZE EILANDEN

ONS POLITIEK LEVEN Oud-voorzitters van het College van Algemeen Bestuur

24. Het oude Raadhuis, thans het gebouw der Staten.

2S. Mr. N. Debrot. arts. dichter en schrijver met zijn echtgenote. Hij was in 1950 de vierde voorzitter van het C.A.B.. in 1951 de eerste voorzitter van de Regeringsraad.

ONZE MUZIKALE BEVOLKING

VOORBERICHT Door ons werden genealogische onderzoekingen in Nederland en in het Buitenland in verband met ver¬ schillende families op Cura?ao verricht. Dit werd aanleiding om te komen tot de uitgave van een genealogisch boek over de oude Cura;aose en Arubaanse families. Er is van de oude Cura^aose families een bijzondere kracht uitgegaan, die voor de gehele samenleving van belang is geweest en nog is. Bij een sociologische studie van de bevolking van Cura?ao is kennis van deze oude geslachten zeer gewenst, in zekere zin onmisbaar. Daarom zijn deze genealogische onderzoekingen van betekenis. Is het niet werkwaardig, dat deze families op Cura?ao gevestigd zijn gebleven, zelfs toen Cura^ao weinig rooskleurige tijden heeft gekend? Is het niet iets heel bijzon¬ ders, dat er nog nazaten op Cura?ao aanwezig zijn van de bewoners der nederzettingen uit de zeventiende eeuw? Dat er families zijn, die door de vele jaren heen onvermengd zijn gebleven? Hebben niet bepaalde families voortdurend een vooraanstaande positie in de Cura?aose samenleving ingenomen? Het is bekend, dat de Cura^aose maatschappij zich kenmerkt door een aristocratisch karakter. Dit vindt wel zijn oorzaak in de vele aanzienlijke families, die zich eertijds op dit eiland hebben gevestigd. Het is geheel onjuist te menen, dat de „Curasaoënaars" afstammelingen zouden zijn van gewone soldatenkinderen. Tal van jongelieden, die genoeg hadden van de zo weinig veranderende maatschappij in West-Europa, trokken er op uit om hun geluk ergens anders te vinden. De nieuwe ideeën der Encyclopaedisten wilden ze in toepassing gaan brengen in de nieuwe landen. Ook avontuur beleven zat er bij velen in. Deze personen, die zich veelal op Cura?ao kwamen vestigen, hebben een bepaald stempel gedrukt op de Cura;aose maatschappij. Nog steeds berust een deel van de bestuursfuncties in handen van de vertegenwoordigers van deze families. Weldra zal Cura?ao volkomen autonomie verkrijgen. Rekening te houden met de deskundigen uit deze families, zal zeker gewenst zijn, hetgeen kan geschieden zonder aanspraken of aspiratiën van anderen te kort te doen. Met grote belangstelling hebben we studie gemaakt van de afstammelingen dezer oude families. Onge¬ twijfeld zullen enkele fouten gemaakt zijn bij de vele jaartallen. We hebben vele gegevens van de families zelf moeten verzamelen. Deze zijn niet feilloos. Daarbij komt nog. dat vele jaartallen niet te controleren zijn. omdat menige geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters van de Burgerlijke Stand geen klapper hebben. Soms werden enkele onzekere jaartallen door ons toch opgenomen, omdat zij ter oriëntering moesten dienen. Het bleek ons, dat een korte historie der Nederlandse Antillen en een overzicht der drie ge¬ meenschappen — de Protestanten, de Rooms-Katholieken en de Joden — noodzakelijk waren om als inleiding te dienen van de beschrijving der families. Wij voegden een lijst van de gouverneurs, de bisschoppen, de predikanten en de meest belangrijke ge¬ beurtenissen toe. Dank zij de aanwezigheid van de begaafde, nijvere en kapitaalkrachtige Joden, heeft Cura?ao iets eigens gekregen, dat men nergens anders aantreft en dat daardoor van sociologische betekenis is. Op grond daarvan werd een overzicht van de geschiedenis van de Joden op dit eiland gegeven. Voorts werd de genealogie van de invloedrijke familie Maduro opgenomen, waarbij een woord van hoge erkentelijkheid worde gebracht aan de Heer J. M. L. Maduro, die mij zijn waardevolle gegevens ervan wilde afstaan. Bij de uitwerking der families hebben we ons moeten beperken. Meer dan zestig families werden be¬ handeld. Van deze vindt men alleen zes in Nederlands Patriciaat, maar natuurlijk anders bewerkt dan in dit boek. Onder oude families verstaan wij die families, die minstens honderd ja ar geleden in de Nederlandse Antillen zich vestigden. Van enige der oude families als o.a. Ellis. Evertsz, De Mey. Ryke(n) en Schotborgh wordt de beschrij¬ vende genealogie gepubliceerd, waarbij dan blijkt, hoe men een familiegeschiedenis opbouwt. De genealogie van de families Severijn, Beeldsnijder en Van Starckenborch. drie oude patricische families uit Nederland, die in de tweede generatie reeds geheel in het Cura^aose familieverband waren opgenomen, is eveneens uitvoerig be9

schreven. De Cura^aose maatschappij werd opgebouwd uit een samensmelting van vele volken. Uit Duitsland kwamen oa. de families Evertsz. Weeber. Neuman. Statius Muller. Hoyer. Eman. Jutting. Quast. Gaerste. Hellmund. Zeppenfeldt. Muller. Krafft en Winkel. Uit Frankrijk rijn afkomstig de families Lamont. de Lannoy. de Hascth, Beaujon. Rigaud. Ponson. Cadières en Nouel. De Engelse families zijn Martin. Spencer. Forbes. Price. Jones en Chapman. Van Belgische oorsprong zijn Van der Meulen. Elsevier en Heldewier. De Mus us sen. Eskildsen en Möllers zijn Deens. Van Zwitserse origine zijn Lauffer. De Rochemont. Debrot en ”err®* Gentil. Druschke was vanuit Polen. Yrausquin en Yarzagaray vanuit het Baskenland en Conn vanuit Ierland. Voorts werden in het boek enkele nog nooit gepubliceerde documenten, een literatuurlijst van g e drukte en handschriftelijke bronnen, de Verzameling van de historicus J. H. J. Hamel¬ berg en genealogische aantekeningen van ruim honderd en vijftig families opgenomen. Voor de opbouw van een kwartierstaat met 32 kwartieren werd het geslacht Krafft uitgekozen. Voor een lexicografisch register, voor kaarten, foto's en afbeeldingen van wapens werd zorggedragen. Moge dit werk in tal van Cura^aose en Arubaanse families een plaats vinden, opdat ons doel, de eerbied voor het voorgeslacht te vermeerderen, bereikt worde. Laat de Curagaose en Arubaanse jeugd, die uit deze families is voortgekomen, straks de fakkels van de ouderen overnemen en de goede tradities voortzetten, opdat Curagao en Aruba in deze veel bewogen tijden een schone en eigen toekomst tegemoet kunnen gaan. We moeten eindigen met hulde te brengen aan een kundige medewerker, die voor de archivarische en genealogische gedeelten van vóór 1800, belangeloos, een aanmerkelijk aandeel heeft gehad in het samenstellen van dit boek. Door zijn wetenschappelijke kennis heeft dit boek meer waarde gekregen. Hij verzocht ons zijn naam niet te noemen. Grote dank zijn wij verschuldigd voor de financiële hulp ons geschonken door het Cura?aos Genoot¬ schap der Wetenschappen en de Curacjaose Petroleum Industrie Mij., ook voor de bijzondere belangstelling ondervonden van de Inspecteur van het Onderwijs der Nederlandse Antillen, Dr. W. J. Goslinga.

Mijn Curagaose vrienden wens ik te gedenken in een eenvoudig gedichtje.

Verruk'lijk eiland met Uw grijze rotsen. Paars-bruine bergen om Uw blauwe baaien. Waarover staag de Oostenwind komt waaien. Waartegen blanke golven eeuwig klotsen. En dan Uw hoofdstad met haar felle kleuren, Waartussen kerken spitse kruisen beuren. Wie onzer had ooit vroeger kunnen dromen. Dat zoveel schepen zouden binnenstomen? O Curagao. ik zag U weer na jaren — En velen van U. die mijn vrienden waren Toen Gij wegkwijndet. eenzaam en verlaten. Nu zijt Gij bloeiend en een wereldhaven; Vaak mocht ik mij aan Uwe vroomheid laven. Die nog bestaat en God U heeft gelaten. A. ]. C. KRAFFT.

DE NEDERLANDSE ANTILLEN HISTORIE DE EILANDEN De Nederlandse Antillen bestaan uit de Beneden- en de Bovenwindse eilanden. Op de Benedenwindse eilanden — Curafao, Aruba en Bonaire — valt weinig regen, toch heeft het heuvel¬ achtige landschap op deze eilanden met zijn vele cactussen en hagedissen net zo veel schoons als een bosrijke streek. Als men gevoel heeft voor de natuur, dan ontdekt men dagelijks nieuwe wondervolle plekken op elk der eilanden. Als er regen valt, dan zijn deze eilanden plotseling met een groen tapijt bedekt. Vele landhuizen verheffen zich op Curapao als kastelen op de heuvels van het golvend terrein. Op de mooiste plekken wisten de oude Curapaose families hun architectonische gebouwen te doen verrijzen. Het oude Fort was de oorsprong van Willemstad. Thans liggen de vele buitenwijken als gekleurde blok¬ ken uitgestrooid rondom het schilderachtige Schottegat. Curapao met zijn prachtige blauwe baaien, vaak omlijst met een witte rand, nodigt een ieder uit om een zeebad te nemen. Willemstad is één der drukste havens der wereld; daar raakt men nooit uitgekeken. Nu eens ziet men een zeilschip met bolle zeilen de Annabaai uitvaren, dan weer een tankschip met volle kracht de haven binnenstomen. Als de brug voor het verkeer is opengesteld, snellen honderden auto's en bussen U voorbij. Dan voelt men pas de snelle posslag van deze plaats intens kloppen. In het noorden van het Schottegat ligt Emmastad. waar de rookpluimen van de C.P.I.M. opstijgen en de eeuwige vlam telkens oplaait door de stevige noordoostenbries, 's Nachts heeft deze stad iets feeërieks met zijn tienduizenden lichtjes, die zich in, het water weerspiegelen. Aruba heeft iets gemoedelijks in zijn hoofdstad, Oranjestad. San Nicolas is het middelpunt van het aardoliebedrijf van de Lago. Hier komen de vele schepen van buitenlandse maatschappijen olie halen. Iets zeer bijzonders is het sneeuwwitte strand van Palm Beach aan de Westkust van dit eiland. Men heeft het gevoel te zijn aan de Rivièra en de Noordkust doet ons aan Nederland denken door de duinen. Bonaire heeft eveneens prachtige stukken natuurschoon. Wanneer men van de hoofdstad Kralendijk naar de Slagbaai gaat, komt men eerst door een laan van groene bomen, dan gaat men door een landschap met rotspartijen, die tegen de avond met een rosige glans worden getint, verderop passeert men een schilder¬ achtig meer — het Gotomeer — met een groot aantal flamingo’s staande in het water of rustende op hun artistiek gebouwde nesten. De veelkleurige koraaltuinen wedijveren met die van Ambon. Als drie parelen liggen deze Benedenwindse eilanden vlak vóór de kust van Venezuela. De Bovenwindse eilanden — Saba. St. Maarten en St. Eustatius — vormen een contrast met de Beneden¬ windse. Er valt daar veel meer regen. Saba is een steile vulkaan en in een knik hiervan ligt de hoofdstad „The Bottom". Tegen de flanken van de berg liggen vervolgens de dorpen Windwardside. St. John's en Hellsgate. Zeer typisch is hier de blanke bevolking. St. Maarten heeft weidse zoutpannen bij Philipsburg en de Simpsonbaai is bekend om de heerlijk sma¬ kende kreeften. Op het Franse gedeelte van dit eiland ligt de hoofdstad Marigot.

St. Eustatius is van verre herkenbaar door zijn kegelvormige Quill en de hoofdstad Oranjestad doet ons denken aan roemrijke tijden in het verleden. Hollandse boeren trachten de economische toestanden te verbeteren. Al deze eilanden hebben de passaat, die vooral ’s avonds een aangename verfrissing brengt; 's nachts overgiet de maan hun landschappen met een zeldzame zilverglans en de sterren aan de tropische hemel fonke¬ len als diamanten van een koningskroon. Het Zuiderkruis en de Grote Beer zijn de gidsen voor de vissers, die 's morgens vroeg uitvaren voor een rijke vangst. De hoge golven aan de Noordkust van de Benedenwindse eilanden beuken dagelijks tegen de rotsen en spatten schuimend uiteen. Wie de bekoring dezer eilanden heeft ondergaan, raakt er nooit meer van los.

DE BEVOLKING Het eiland Cura;ao is net zo groot als Zuid-Beveiand. De Cura;aose maatschappij heeft door de drie eeuwenlang gevestigde families iets eigens gekregen. Haar bevolking bestaat echter vanaf de laatste dertig jaar uit wel 50 verschillende nationaliteiten. We treffen op het eiland aan; Surinamers, Venezolanen, Columbianen, Madeirezen, Engelsen, Dominicanen, Syriërs. Polen. Roemenen, Grieken en nog tal van groepjes uit andere landen. Geen wonder, dat Cura^ao iets cosmopolitisch heeft; vooral nu. dat komt door de komst der vreemde volken, die in verband met de aardolie hier zich kwamen vestigen. Bovendien is dit eiland zeer ge¬ wild door de toeristen, die hetzij per toeristenboot hetzij per vliegtuig naar hier komen. Door propaganda staat Willemstad thans in het centrum der belangstelling. Men staat versteld als men de lijst der scheepvaartmaat¬ schappijen nagaat. Italiaanse, Spaanse, Franse, Nieuw-Zeelandse, Engelse, Amerikaanse, Venezolaanse, Noorse, Canadese. Duitse, Zweedse en tal van andere vreemde schepen doen Willemstad aan. Een eigenaardigheid van de Cura?aose bevolking is, dat ze steeds, aan het reizen is. Men is niet hokvast, integendeel als men wat geld heeft overgespaard dan gaat men er op uit. Daarom is men op Curagao zeer goed op de hoogte van alle nieuwigheden. De kooplieden hebben hun vertegenwoordigers in het Nieuwe Wereld¬ deel en deze laatsten zenden de nieuwste producten naar hun afnemers. Er is vertier op Curagao; er wordt geld verdiend, maar ook veel geld uitgegeven. Het eiland is verdeeld in drie districten. Het eerste district is Willemstad, waarin de helft van de bevolking is opgenomen. Verder ligt het tweede district rondom het Schottegat en behoort het oostelijk deel van het eiland hiertoe. Hier vinden we Julianadorp. Emmastad, Salinja, Mahaay, Damacor, Montagne, Santa Rosa. 48.000 mensen wonen hier bijelkaar. Zeer dun bevolkt is het derde district in het westen gelegen met Dokterstuin als middelpunt. Hier treffen we slechts 8000 mensen aan. Heel Cura?ao heeft ruim 100.000 inwoners. Door de goede geasfalteerde wegen; door de durf om moderne villa's te bouwen; door uitstekende ver¬ voermiddelen is er een beweging ontstaan om naar buiten te trekken, waardoor nieuwe dorpen worden ge¬ vormd. Dat is een uitkomst voor de stad, die practisch geen plaats meer heeft voor belangrijke kantoren en scholen. Door dit transmigreren heeft Willemstad veel van zijn intieme leven verloren. Oj3 Curagao kan men de bewoners het beste verdelen in drie gemeenschappen, elk met een eigen gods¬ dienst. De Curagaoënaar is godsdienstig van aard en heeft zich aangesloten bij één dezer groepen. Op grond hiervan worden door mij deze eenheden meer uitvoerig behandeld. De Protestantse groep was oorspronkelijk uitsluitend blank, voornamelijk afkomstig van Holland, maar ook van Duitsland, Frankrijk, Engeland en andere Europese landen. De groeiende Protestantse bevolking biedt in de 17e en 18e eeuw een getrouwe afbeelding van de Republiek der Nederlanden. Ook hier een over¬ heersende gereformeerde kerk met leden, die ambtenaren, kooplieden of militairen zijn. Aan deze lieden komt de eer toe door de eeuwen heen op Cura;ao een Europese cultuur te hebben weten over te planten. Veelal waren de stamouders van deze oude families uit gegoede kringen, hierdoor heeft de Cura;aose maatschappij iets def¬ tigs over zich. Nog steeds nemen de vertegenwoordigers van deze families een belangrijke plaats in als ambte¬ naar, plantagebezitter. onderwijzer of handelaar. 12

De laatste dertig jaar hebben we een invasie gekregen van Protestantse Bovenwinders, die zich gecon¬ centreerd hebben rondom de Methodistenkerk en de kerk Ebenhaëzer te Willemstad, in welke kerken Engels de voertaal is. De Katholieke groep was oorspronkelijk gekleurd. Ze vormde de arbeidersklasse op de plantages. Na de bevrijding hebben deze Afrikaners zich weten op te werken tot handswerklieden, kleine handelaren en be¬ dienden. Door de opofferende liefde der Missie kregen ze goed onderwijs, zodat ze thans op talrijke kantoren worden gebruikt als klerken of verkopers. De landarbeiders hebben zich prachtig weten aan te passen in de overgangperiode van de laatste dertig jaar. Door hun soepelheid en doorzettingsvermogen hebben ze zich weten om te vormen van veldbewerker tot fabrieksman. Er is een groep van gemengd bloed. Onder hen zijn zeer begaafde personen te vinden. Zij bekleden reeds de hoogste ambten. Aan hen behoort de toekomst, indien ze zich weten aaneen te sluiten tot een politieke partij. De Joodse gemeenschap had zich al heel snel geworpen op de handel, toen ze begreep, dat in de land¬ bouw geen grote winsten vielen te behalen. Hun synagoge en de Joodse tempel blijven nog steeds het centrale punt van ontmoeting. Hun gemeenschapsgevoel is groot en ze zijn zo één geworden met de overige groepen, dat ze een onmisbaar bestanddeel vormen. Er bestaat een goede vriendschap tussen hen met de Protestanten en de Katholieken. Door de komst van de Cura?aose Petroleum Industrie Maatschappij ontstond een geheel aparte ge¬ meenschap in Emmastad en in het Julianadorp. Hier is nog geen sociologische eenheid gegroeid. De struc¬ tuur is in ieder geval totaal anders dan van Willemstad en omstreken. Het is heel moeilijk te zeggen op welke wijze deze nieuwe gemeenschap invloed uitoefent op de oude en de oude op de nieuwe. Daarvoor is de sociale wisselwerking nog te jong. Op Aruba heeft de Indiaanse bevolking zich tot het eind van negentienhonderd gehandhaafd. Dit type is duidelijk herkenbaar in de gekleurde bevolking. Ze is lichter getint en kleiner dan die van Curagao en Bonaire. Verschillende psychologische eigenschappen van deze bevolking wijzen uit, dat ze gemengd zijn met Indianen, die altijd gestreefd hebben naar onafhankelijkheid en zich niet wilden vermengen met Afrikaners. De Arubaanse notabelen zijn veelal blank en behoren tot de Protestantse bevolking. Door de komst van de Lago ontstond te Sint Nicolaas een nieuwe gemeenschap, die evenals op Cura;ao apart staat en weinig voeling heeft met de oude Katholieke en Protestantse groep. Op Bonaire is het overgrote deel van de bevolking sterk gekleurd, wat in verband staat met de historie. Het eiland was tot 1863 een gouvernementsplantage. Het meest donkere type woont in de dorpen Tera Corra en Rincon, nakomelingen van de arbeiders, die in de zoutpannen in het zuiden en in Slagbaai werkten. In Noord-Salinja wonen mensen, die duidelijke kenmerken vertonen van de vroegere Indianen. Op ruim hon¬ derd bewoners na zijn de Bonairianen Katholiek. De honderd Protestanten wonen in Kralendijk en in Rincon. De bewoners van de Bovenwindse eilanden hebben zich geheel anders ontwikkeld dan die van de Benedenwindse. Men spreekt daar Engels, aanvankelijk Zeeuws. Indiaanse invloed is nergens te bespeuren. De cultuur, die daar ontstond was geen Hollandse, zoals op Cura;ao. Vanuit St. Eustatius werden Sint Maarten en Saba gekoloniseerd. Deze drie eilanden hebben tot 1781 goede economische tijden gekend. Als Rodney in dat jaar St. Eustatius leegrooft en leegplundert, omdat het o.a. de onafhankelijkheid van de U.S.A. erkent, is het gedaan met de welvaart van deze eilanden. Het aantal blanke notabelen is op Sf. Maarten en op St. Eustatius zeer gering; de gekleurde bevolking is hier overheersend. Merkwaardig is de bevolking van Saba. Volgens de Sabanen is een groep Schotse schoenmakers in 1665 overgestoken van uit St. Eustatius naar dit eiland. Ze vestigden zich tegen de flanken van de vulkaan en hebben zich tot op heden weten staande te houden. Er zijn onder hen koene zeevaarders. Vanuit De Bottom begint de later gearriveerde gekleurde bevolking zich steeds meer in te dringen. De blanke bevolking is Angli¬ caans, de gekleurde Katholiek. Door de slechte economische toestanden neemt het aantal der bewoners van deze drie eilanden ieder jaar af.

13

GROEI EN ACHTERUITGANG DER BEVOLKING Aruba 1.732 2.900 9.349 8.761 9.076 12.224 28.155 45.907 47.932 ± 50.000 175 km2 286 inw.

Cura^ao 1815. 12.840 ,8®5. 19.864 1898 . 29.558 1908 . 31.406 1918 . 34.639 1928 . 43.581 1938 . 62.798 1946 . 88.323 1947 . 91.450 1950 . ± 100.000 Oppervlakte. 453 km* Per km2 . 216 inw. Klein Curagao 2 km2.

Bonaire St. Maarten 1.135 3.595 3.579 2.853 4.889 3.577 6.273 3.072 6.983 2.900 5.299 2.197 5.536 2.202 5.550 1.609 5.356 1.697 ± 1.568 ± 4.995 34 km2 255 km2 19inw. 46 inw. Klein Bonaire 7 km2.

St. Eustatius 2.591 1.927 1.432 1.312 1.368 987 1.121 970 945 940 20 km-' 47 inw.

Saba 1.750 1.800 2.179 1.996 2.229 1.439 1.209 1.143 1.150 1.153 13 km2 88 inw.

Totaal 23.643 32.923 50.984 52.820 57.195 65.727 101.021 143.502 148.530 ± 158.656 959 km2

GODSDIENST (KERKEN)IN 1950

Curagao . Aruba . Bonaire . St. Maarten (Ned. ged.) . St. Eustatius . Saba . Totaal .

Cura;ao . Aruba . Bonaire . St. Maarten (Ned. ged.) Et. Eustatius . Saba . Totaal

Verenigde Pr. Kerk 6.000 4.000 100 — — — 10.100

Pilgs. Hol. Church — — — 1 — 20 21

Ger. kerk 400 100

Method. 3.000 3.000

7.505

27 20 450 3.997

Joden 735 356 4

godsdiensten 1.228 469 14

930 575 500

R. Kath. 83.837 39.125 4.837 609 268 681 129.357

Church of Eng land 1.500 2.000

1.085

1.711

Evang. Br. Gem. 1.200 400 2 2 2 1.607

Geen godsdienst 2.000 500 36

Seventh Day Adv. 100 50 2 75 — 227

2.536

Totaal 100.000 50.000 4.995 1.568 1.153 940 158.656

Bev. 55.463 81.292 88.323 91.450 17.932

Percentage van de bev. 13.91 16.49 15.71 15.87 14.99

LEERLINGEN OP CURA^AO EN ARUBA Op 31 Dec. 1935 op Curasao 1945 .. 1946 .. 1947 .. 1947 op Aruba .

Gouv. sch. 538 1.305 1.418 1.571 1.036

R.K. sch. 6.854 11.354 11.736 12.055 5.742 14

Andere sch. 322 743 720 886 409

Totaal 7.714 13.402 13.874 14.512 7.187

GESCHIEDENIS Bij de studie van de oude families is kennis der Westindische geschiedenis een noodzakelijkheid. De komst van menige familie is verbonden aan een historische gebeurtenis; op grond hiervan is een kort overzicht der historie zeer gewenst. INDIAANSE TIJD In de oudste tijden werden Cura;ao, Aruba en Bonaire bewoond door een Indiaanse stam, de Caquetio's. die een Arawakse taal spraken. Door hun inscripties, wapens en gebruiksvoorwerpen, welke gevonden werden in de grotten, is ons iets van hun cultuur bekend. Hun doden werden in urnen met de knieën opgetrokken begraven. Van deze urnen zijn enkele nog bewaard gebleven. SPAANSE TIJD De geschiedenis van Curasao begint met de ontdekking door de Spanjaard Alonzo de Ojeda. een zeer bekwaam zeeman, die op 20 Mei 1499 uit de Spaanse haven Santa Maria was vertrokken en behalve de kust van Venezuela, ook Curagao aandeed. Hoewel de dag van aankomst geheel niet vaststaat, is door de Cura?aose gemeenschap 26 Juli aangenomen. Tijdens de Spaanse overheersing werden 2000 Indianen van Venezuela en Cura?ao weggehaald om op de plantages van Santo Domingo te gaan werken. Daar was de factoor Juan de Ampiés. Toen deze overgeplaatst werd te Coro in Venezuela, verzocht hij aan de Koning van Spanje of deze Indianen weer terug mochten keren naar hun land van oorsprong. Aan zijn verzoek werd gehoor gegeven. Ruim een eeuw lang leefde de autochtone bevolking rustig en wel bij het tegenwoordige Schottegat en Fuikbaai. Ze hadden enige dorpjes gesticht als Santa Barbara, Santa Anna en Ascension, waar ook een een¬ voudig kerkje was gebouwd. Met de komst van de Hollanders was het met hun aanwezigheid gedaan. DE WESTINDISCHE COMPAGNIE Hoe kwamen de Hollanders er toe om Cura;ao te veroveren? Om dit te begrijpen dienen wij terug te gaan naar West-Europa. In Holland ontstonden grote moeilijkheden door de verovering van het rijke Portugal door de beruchte Alva in 1580. De Hollanders konden geen zout meer verkrijgen van Setubal en hierdoor zou de belangrijke haringvisserij moeten stopgezet worden. Ook de lakenweverij kwam in zorgen, omdat de rode verf niet meer verkrijgbaar was. Men besloot zelf er op uit te gaan en zo voeren verschillende Hollandse schepen naar Brazilië en West-Indië. De vaart naar deze gebieden had bovendien de aantrekkelijkheid, dat door het kapen van Spaanse schepen goede zaken konden worden gedaan. Om de reizen beter te organiseren werd de West¬ indische Compagnie opgericht. Deze verkreeg bij octrooi van 3 Juni 1621 het alleenrecht om handel te mogen drijven op Amerika en de Westkust van Afrika. Het bestuur werd gevormd door de Heren Negentien, het gestortte kapitaal bedroeg zeven millioen gulden. De winsten vielen niet mee, vandaar dat genoemde Com¬ pagnie in 1674 werd opgeheven. Onmiddellijk hierop werd een tweede Compagnie opgericht. Het bestuur werd voortaan alleen aan „Tien Heren” opgedragen en de handel voor alle Nederlanders opengesteld op Amerika met uitzondering van de aanvoer van slaven uit Afrika, welke door de Compagnie zou geschieden. Op 1 Ja¬ nuari 1792 werd ook deze Compagnie geliquideerd en de bezittingen werden overgenomen door de Republiek der Verenigde Nederlanden. 15'

DE VEROVERING VAN CURAgAO M*er en meer deed zich het gemis aan een steunpunt in de Caraïbische Zee gevoelen, nadat Sint Maar¬ ten in Spaanse handen was gevallen. Daarom overwoog de Compagnie Curagao tot een marinebasis te stich¬ ten. E£n expeditie van vier schepen werd uitgerust, die onder leiding stond van Johannes van Walbeeck en Pierre l* Grand en een bezettingsmacht van 225 man werd meegenomen. Na vele wederwaardigheden voer men op 29 J“li 1634 het Schottegat binnen zonder tegenstand te ondervinden van de Spaanse gouverneur Don Alonso Lopez de Morla. Deze werd gedwongen Curaijao te verlaten met 375 Indianen en met de aanwezige Span¬ jaarden- Spoedig hierop werd met de bouw begonnen van het Fort Amsterdam om de haven tot een veilige basis basis te maken. PETER STUYVESANT Cura^ao kwam vooral op onder de sterke leiding van Peter Stuyvesant. die in 1643 tot Directeur werd benoemd. Hij was iemand met een ijzeren wil en stelde zelf voor op welke wijze de bezittingen bestuurd moes¬ ten worden. In 1644 was hij voor herstel naar Holland gegaan en wist de Heren XIX te bewegen de Beneden¬ windse eilanden en Nieuw-Nederland onder één bestuur te brengen. Gedurende de zeventien jaren, dat Stuy¬ vesant het bewind voerde over deze landen ging de handel zeer sterk vooruit. Helaas ging Nieuw-Nederland in 1667 voor de Compagnie verloren, terwijl Suriname door Crynssen veroverd, aan de provincie Zeeland zou blijven. Eerst in 1682 ging dit gebied over aan de Westindische Compagnie. Na de vrede van Munster in 1648 hebben de bewindhebbers Curagao gemaakt tot een belangrijk middelpunt van de slavenhandel. SLAVENHANDEL Toen het bleek, dat de Indianen ongeschikt waren voor plantage-arbeid besloot men vanuit West-Afrika de daar wonende bevolking te verschepen naar Amerika. Dit geschiedde vooral door de Portugezen onder goedkeuring van hun koning Ferdinand V. In 1516 kwam het eerste asiento, leveringscontract voor slaven, tot stand met een Hollander tegen een ruime betaling aan de schatkist. Anderen kregen ook dat recht. Na 1662 sloot de Westindische Compagnie met de concessionarissen een overeenkomst en hiermede werd Curagao een slavenmarkt van betekenis. De aanvoer van slaven heeft ruim honderd jaar geduurd. In 1668 waren er al meer dan 3000 slaven in het slavendepöt aanwezig. Er waren jaren, dat men er meer dan 5000 slaven aanvoerde. Slechts tweemaal is er opstand geweest onder de slaven. De eerste maal in 1750 onder het bewind van Isaac Faesch en de tweede maal in Augustus 1795 onder Directeur Johan de Veer. Beide opstanden hebben niet lang geduurd. Op Cura^ao zijn de slaven over het algemeen vrij schappelijk behandeld, in menig ander land was dat niet het geval. De emancipatie kan niet anders dan als een weldaad worden beschouwd. Nederland was één der laatste landen, dat daartoe overging. 1 Juli 1863 was de bevrijdingsdag der slaven. Over heel Curagao heerste op die dag grote blijdschap. De slaveneigenaars hadden allang ingezien dat de slavernij een verouderde instelling was en dat deze zo spoedig mogelijk moest verdwijnen. Vele der vrijgekomen slaven bleven bij hun heer, maar de verhouding was anders geworden. Ieder slavenbezitter kon ƒ 200.— per slaaf uitbetaald krijgen, deze vrijkoping heeft het Gouvernement ƒ 2 millioen gekost. DRIE FRANSE AANVALLEN In 1672 was Holland in oorlog met Frankrijk, hierdoor mochten de Franse kapers de Hollanders aanvallen, waar ze maar wilden. In 1673 verscheen plotseling een vloot op Curagao onder De Bas. Jan Doncker. Directeur van 1673 tot 1679, verweerde zich kranig bij de aanval. Na enkele dagen van strijd met afwisselend succes, vertrokken de Fransen even snel als ze gekomen waren. Een bekende figuur van deze tijd was Jan Erasmus Reyning. Deze heeft met zijn schip „Sevillaan" menig Frans schip in de grond geboord. Door het aanbrengen van goederen heeft hij Curagao enige malen gered van hongersnood. Een tweede aanval op Cura;ao werd beraamd door Admiraal d'Estrees. Gelukkig voor Curagao liep een groot deel van de vloot 9 Mei 1678 op de riffen van de Aves eilanden, die ten oosten van Bonaire gelegen zijn. Onmiddellijk liet Directeur Doncker de kanonnen van de Franse schepen weghalen en werden ze naar Curagao gebracht. De Franse Admiraal, die met zijn overschot van schepen St. Domingo wist te bereiken, heeft later 16

getracht nog zoveel mogelijk van de verongelukte schepen te redden, doch kwam te laat. De Fransen hebben de meegenomen kanonnen teruggeëist, doch we hebben alleen vier kanonnen geretourneerd, waarop het wapen van Lodewijk XIV was aangebracht. Een derde aanslag onder de gevreesde jacques Cassacd is wel gelukt. Deze kaper van Nantes opereerde in de jaren 1712 en 1713 in West-Indië. Hij beschikte over uitstekend uitgeruste Franse schepen. Eerst kwam hij in Suriname, dat in October 1712 een brandschatting van ƒ 700.000.— moest opbrengen. De bevol¬ king moest ongeveer een derde van haar bezittingen aan Cassard afstaan. In December verliet hij dit gebied en voer naar Curaijao. 16 Februari 1713 zette hij de eerste troepen aan land. Curagao werd als het ware overrompeld en er viel niet veel anders te doen dan zich over te geven. De brandschatting luidde: 115.000 pesos in geld, goederen en slaven. In betrekkelijk zeer korte tijd werd het bedrag overhandigd en waren de inwoners meer dan blij, dat ze alleen met deze brandschatting afkwamen. Er was een lijst gemaakt van de meest gefor¬ tuneerde families. Deze werden aangeslagen tot een bepaald bedrag. Deze lijst heeft Hamelberg in zijn bekend boek gepubliceerd. Op 22 Maart, dus na vijf weken trok de vijand weer af. Ook St. Eustatius kreeg zijn beurt. Cassard heeft echter weinig profijt van zijn vele brandschattingen gehad. Teruggekeerd in Frankrijk onthield men hem zijn toegezegd aandeel. Hij gaf zijn verzoek om schadeloosstelling evenwel niet op: de Franse Regering vond hem te lastig en sloot hem op in een gesticht op een eiland vlak bij Marseille. Dit was de verdiende straf van de zo gevreesde boekanier, die zo veel mensen tot de bedelstaf had gebracht.

DE HISTORIE DER BOVENWINDSE EILANDEN EN ONDERGANG VAN ST. EUSTATIUS De krans der eilanden, die de Caraïbische zee in het Oosten afsluit, schonk de Nederlanders een rust¬ plaats op hun lange reizen, waar zij de kiel hunner schepen konden schoonmaken, drinkwater konden innemen, vruchten, groenten en zout konden inladen. In 1631 zaten de Nederlanders reeds op Sint Maarten; dit was veel te gevaarlijk voor de Spanjaarden in verband met de Zilvervloten en daarom besloot Spanje hen vandaar te verdrijven. In 1633 werden ze verjaagd door een sterke Spaanse scheepsmacht en een duizend man landings¬ troepen. Het verlies van Sint Maarten was voor de Compagnie een spoorslag om een andere marinebasis te zoeken en deze werd gevonden op Cura?ao. In 1635 stond de Westindische Compagnie ook aan particulieren toe om koloniën te stichten. Zo besloot de Vlissinger Jan Snouck zich te vestigen op St. Eustatius in zo even genoemd jaar. In 1636 kwam Pieter van Corselles, commandant van de vloot, uitgestuurd om op Santa Cruz een kolonie te stichten, waar reeds enige Hollandse gezinnen woonden, op St. Eustatius en nam het initiatief daar het Oranjefort te bouwen. Van uit St. Eustatius werd Saba gekoloniseerd. In 1665 waren er reeds 87 Hollanders, 54 Engelsen, Ieren en Schotten, 85 negers en Indianen op Saba. Als de Spanjaarden de bezetting van Sint Maarten te kostbaar vinden, gaan ze hier weg. Op 23 Maart 1648 wordt het verdrag gesloten tussen Frankrijk en Nederland, waarbij het eiland in twee delen wordt ver¬ deeld. Deze overeenkomst wordt genoemd naar de plaats, waar zij werd getekend en wel het verdrag van Mount Concordia of Mont des Accords. waarbij bepaald werd, dat het Zuidelijk deel Hollands zou worden en het Noordelijk deel Frans. In verband met dit verdrag werd op 23 Maart 1948 een gedenknaald geplaatst op de grens, waar deze de weg kruist van Philipsburg naar de Franse hoofdstad Marigot. Men heeft zich aan beide kanten jarenlang niets aangetrokken van dit verdrag. Nu eens was het eiland geheel bezet door de Fransen en dan eens door de Nederlanders. Van driehonderd jaren vrede kan men onmogelijk spreken. De toestand van vrede is langzamer¬ hand gegroeid en op dit ogenblik is de vriendschappelijke omgang buitengewoon goed. Zowel van Franse als van Hollandse zijde wordt alles gedaan om de eenheid te bevorderen. Jarenlang hebben de Bovenwindse eilanden goede zaken gedaan. Hun ligging was zeer gunstig ten opzichte van Noord-Amerika. De smokkelhandel kon uitstekend hier beoefend worden, vooral tijdens de Ame¬ rikaanse Vrijheidsoorlog. In 1775 begonnen de dertien staten in het Noordoosten van Noord-Amerika de strijd tegen Engeland om de onafhankelijkheid. George Washington was de grote leider van het verzet. 4 Juli 1776 verklaarden de bovengenoemde staten zich los van Engeland. Onmiddellijk werd de handel van uit Enge¬ land naar deze staten stopgezet en een Engelse vloot moest zorgen, dat de opstandelingen geen krijgsbehoeften 17

ontvingen en ook geen goederen uit vreemde landen. Met wrevel zag Engeland, dat Amsterdam een druk handelsverkeer onderhield met de Verenigde Staten via St. Eustatius. Dit eiland was een prachtige ontmoetings¬ plaats voor alle mogelijke kapers. Er waren jaren, dat er meer dan 3000 schepen binnenvielen en maanden, dat er 400 koopvaardijschepen vertrokken. Amsterdam verkreeg in 1780 niet minder dan 30 millioen pond suiker via St. Eustatius. De suiker werd van de eilanden in de buurt naar hier gebracht. Bekend is, dat St. Eustatius voor de eerste maal in de geschiedenis officieel de Amerikaanse vlag heeft begroet met negen saluutschoten op 16 November 1776. Dit was iets ongehoords in de ogen van de Engelsen. Daarvoor o.a. zou St. Eustatius gestraft moeten worden. De oorlog tussen de Republiek en Engeland brak in 1780 uit en op 3 Februari 1781 voer reeds een sterke vloot naar de haven. Daar lagen op dat ogenblik ongeveer 150 rijkbeladen koopvaardijschepen op de rede. Eén klein Hollands fregat moest St. Eustatius verdedigen en een ander onder 'Willem Kmll, die opweg was met een convooi naar Nederland, had zich dapper geweerd, maar moest zich toch overgeven. Geen wonder dat de aanvoerder Rodney het eiland spoedig kon veroveren. De voor¬ raden waren zeer groot; de pakhuisbezitters wisten geen raad hoe ze de goederen moesten opslaan. De Engelse admiraal liet de benedenstad totaal verwoesten en nam voor een waarde van 40 millioen gulden mee. Ook St. Maarten en Saba moesten het ontgelden. Rodney heeft een maand nog de Hollandse vlag laten wapperen om vele koopvaardijschepen er in te laten lopen. Van de grote winsten heeft Engeland vrijwel niets gekregen, om¬ dat Franse kapers de Engelse schepen aanvielen. In 1783 sloot Engeland vrede met de U.S.A. en in 1784 kreeg de Republiek de Bovenwindse eilanden terug van Frankrijk. De Bovenwindse eilanden hadden onder de nieuwe verhoudingen geen economische betekenis meer en hebben de oude welvaart nooit meer teruggekregen. WAS CURAQAO FRANS- OF ENGELSGEZIND IN EIND ACHTTIENDE EEUW? In 1795 vluchtte de stadhouder Prins Willem V uit Holland naar Engeland. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen. Het was erg moeilijk voor de gouverneurs om een keuze te doen. Moesten ze partij kiezen voor de Engelsen of voor de Fransen? Directeur Johan de Veer nam ontslag bij het bericht van de vestiging van de Fransen in de Republiek, in zijn plaats werd tijdelijk benoemd ]an ]acob Beaujon. die echter in het zelfde jaar plaats moest maken voor de kapitein der burgerwacht Johan Rudolf Lauffer. De Fransen stelden de gou¬ verneur voor om partij voor hen te kiezen, dan zouden ze Curagao beschermen tegen een Engelse aanval. 6 Februari 1800 bracht de Franse bevelhebber Pitot zijn oorlogsschip „La Vengeance" het Schottegat binnen. Het Franse schip zou hersteld moeten worden. Kort hierop kwamen vijf gewapende Franse schepen voor de haven onder de opperbevelhebber Bresseau. De gouverneur werd verzocht de Franse zijde te kiezen. Lauffer antwoordde, dat hij geen Franse hulp behoefde. De schepen mochten de haven binnenvaren, maar moesten daarna zo spoedig mogelijk het zeegat kiezen. Eerst op 3 September vertrokken ze met de Vengeance, doch vielen nog dezelfde dag met bovendien drie Franse kapers de baai van Sint Michiel binnen. De Fransen zetten een flinke troepenmacht aan land en onder Generaal Jeannet werd Willemstad aangevallen. De haven werd ge¬ blokkeerd, Willemstad van landzijde afgesloten, de overgave was een kwestie van tijd. ENGELSE HULP Als door een wonder kwam er hulp. Op 9 September verscheen het Engelse haven, waarop de Franse schepen de wijk namen. De kapitein wilde Curagao wel dat het militaire bestuur in Engelse handen zou overgaan. Lauffer aanvaardde 17 October 1800 werd Curagao aan de Engelsen overgegeven. Gelukkig niet voor vrede van Amiens kwam het eiland weer in Nederlandse handen.

fregat „Nereide” voor de helpen onder voorwaarde, deze voorwaarden en op lang, want in 1802 bij de

ENGELSE AANVALLEN EN PEDRO LUIS BRION Toen in 1803 Napoleon weer opnieuw de oorlog met Engeland begon kwam Nederland vanzelf ook in oorlog. Op 31 Januari 1804 kwamen vier schepen voor de haven van Curagao en de aanvoerder Bligh eiste overgave. Dit werd geweigerd. Hij landde met zijn troepen in de Piscadera baai en had zich van bijna geheel Otrabanda meester gemaakt. De stad werd gebombardeerd, doch men bleef zich weren. Op 26 Februari besloot Bligh de krijgsverrichtingen te staken en hij verliet Curagao. 18

Een tweede aanval werd beraamd door Murcay. Eerst werd het eiland geblokkeerd en toen landde de vijand bij Daaibooi; vervolgens gingen de Engelsen naar de Fuikbaai, waar ze het fort aldaar veroverden; ze trachtten het Fort Beekenburg bij de Caracasbaai ook te nemen, doch dit heeft Luis Brion weten te voor¬ komen. Aangezien Brion zo'n belangrijke rol heeft gespeeld bij de bevrijding van Venezuela en Colombia zul¬ len we iets naders meedelen van deze dynamische figuur. Op 6 Juli 1782 werd Luis Brion geboren. Zijn vader Pedro, die rijk was, zond hem naar Nederland om zich beter in de handel te bekwamen. Toen echter de Engels-Russische krijgsmacht in 1799 een landing in Noord-Holland bij Castricum uitvoerde, sloot de jeugdige Brion zich als vrijwilliger aan bij de Bataafse Jagers om de vijand af te slaan. Hoewel hij hier dapper heeft gevochten, werd hij krijgsgevangene. Hij mocht even¬ wel Engeland spoedig verlaten. Brion nam weer dienst in het Nederlandse leger, doch toen de vrede van Amiens in 1802 getekend werd door Napoleon en Engeland, ging hij naar Cura?ao terug. De vrede duurt niet lang, het opnieuw uitbreken van de oorlog met Engeland was ook op Cura?ao spoe¬ dig bekend en om dit eiland goed te kunnen verdedigen werd een vrijwilligerscorps opgericht naast het garni¬ zoen, waarbij Brion als 2e luitenant werd aangesteld. Engeland begon Cura$ao weer te blokkeren en nu besloot Brion zelf goederen te gaan halen van de verschillende eilanden om te voorkomen, dat Cura;ao te veel zou lijden van de hongersnood. Hij kocht een schip wat hij zich makkelijk kon veroorloven, omdat zijn vader hem een groot bedrag had laten erven. Toen hij op zekere dag de Zuidkust niet kon bereiken, viel hij de St. Jorisbaai binnen. Hier loste hij de goederen en weer verliet hij de onrustige baai zonder averij. Dat was een kranig stukje zeemanskunst. Tot beloning van zijn moed werd hij in 1804 bevorderd tot Kapitein der Nationale Garde. Zijn meest bekende heldendaad was de omsingeling van de Kabrietenberg, toen de Engelsen gereed stonden om het Fort Beekenburg te bezetten. Hij arriveerde daar met 160 man, nam het onmiddellijke besluit om de Engelse troepen aan te vallen. De Engelsen, die bevreesd waren afgesneden te worden van de vloot, besloten zo spoe¬ dig mogelijk terug te keren en zich uit de voeten te maken. Brion had veel gereisd en veel gesproken met Venezolanen. De opstand der bevolking had zijn volle sym¬ pathie. Hij hielp, waar mogelijk, de opstandelingen. In 1814 verslaat hij voor Barcelona een veel grotere Spaanse zeemacht; voor deze heldenmoed werd hij benoemd tot kapitein in dienst van Venezuela. Spanje liet het hierbij niet zitten. Een expeditie-leger van 10.000 man werd naar Venezuela gezonden. Simón Bolivar, de leider van de opstand, was, toen er onenigheid was ontstaan, naar Jamaica gevlucht. Juist toen kwam Brion terug van een reis naar Engeland om wapens te gaan halen. Een korvet vol met krijgsvoor¬ raad bood hij Bolivar gratis aan. Hij wist te bewerken, dat Simón de leiding weer in handen kreeg. Met een kleine vloot voeren ze uit naar Venezuela, Brion werd benoemd tot Admiraal der zeemacht van Groot-Colombia. Met zijn schepen wist hij de vijand in bedwang te houden. Na de grote slag van Carabobo in 1821 in de Orinoco-vlakte, waarbij de Spanjaarden totaal werden verslagen, zag Brion zijn ideaal met Bolivar verwezen¬ lijkt. Op 5 Juli van elk jaar wordt de onafhankelijkheidsdag van Venezuela ook op Cura^ao gevierd. In Augustus 1821 kwam Brion weer op Cura;ao terug om herstel van gezondheid te zoeken, doch reeds op 23 September van het zelfde jaar kwam hij op zijn landgoed Rozentak te overlijden. Op verzoek van de pre¬ sident Guzman Blanco werd in 1881 zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Caracas, waar het bijgezet is in het Pantheon Nacional. Brion was een toonbeeld van eenvoud, van zelfverloochening, van onbaatzuchtigheid en grootmoedigheid. Niet alleen gaf hij zijn gehele fortuin aan de bevrijding (meer dan 2 raillioen bolivars), maar ook door zijn diplomatieke optreden wist hij belangrijke leningen te sluiten in het buitenland. De grote Simón Bolivar noemde hem „de grootste weldoener der mensen".

ONDER ENGELS BESTUUR (1807-1816) De Engelsen vertoonden zich weer voor Cura;ao op 22 December 1806. De aanvoerder Bolton vroeg om overgave, de gouverneur weigerde. Toen besloot deze Engelsman zich bij het Engels eskader, dat onder bevel stond van Bcisbane, te voegen. De Engelse admiraal was goed ingelicht door een Cura?aose schipper en wist, dat met Oud-Jaar vrijwel iedereen flink feest vierde. In de ochtend van het Nieuwe jaar 1807 zeilde de En¬ gelse vloot de haven binnen met de Hollandse vlag in top. Geen mens was op zijn post, men had te veel ge19

dronken. Changuion. de gouverneur was met zijn gehele familie feest gaan vieren op een plantage. De Britten beklommen met stormladders de muren van het Fort Amsterdam en in drie kwartier tijds was Brisbane zeker van de overwinning. Fort Republiek, schitterend gelegen boven op een berg, had zich kunnen verdedigen, doch op verzoek van Changuion. die gevangen was genomen, werd geen schot gelost. Hem werd verzocht aan te big ven. doch hij weigerde. Hij werd later tot de kogel veroordeeld, doch op zijn verzoek werd hem gratie geschonken. In Suriname kreeg hij daarna weer een belangrijke post. Tot 4 Maart 1S16 bleef de Engelse vlag wapperen op de forten. Engeland had geen plannen om Curafao te behouden en heeft vrijwel niets gedaan voor de vooruitgang. Het enige gedenkwaardige feit is de uit¬ gave van „The Curagao Gazette and Commercial Adviser" door William Lee (11 December 1812). de eerste courant op Curagao, die nog steeds bestaat, maar thans onder de naam van „De Cura?aose Courant". DRIE BELANGRIJKE GOUVERNEURS Eindelijk met de komst van Vice-Admiraal Albert Kikkert in 1816 kon de overdracht plaats hebben. Alles was grootscheeps aangepakt. Twee en twintig ambtenaren, waaronder Jhr. Mr. Isaac Johannes Rammelman Elsevier, Kapitein Van Raders, de luitenant Van Eps. de boekhouder-generaal Nuboer waren meegekomen. De wens van Koning Willem I was, dat de Benedenwindse eilanden economisch gezond zouden worden, doch de tijden van voorspoed bleven weg. Op Curagao vertoefden vele Venezolanen, die uitgeweken waren in verband met de strijd tegen Spanje. Kikkert had begrepen, dat de strijd verloren was voor Spanje en raadde de Rege¬ ring aan, partij te kiezen voor Venezuela, doch in Holland vond men het beter neutraal te blijven. Plotseling kwam de Gouvemeur-generaal te overlijden in 1819. Zijn opvolger Cantz'laar heeft getracht door bezuiniging tot een sluitende begroting te komen. De salaris¬ sen van de ambtenaren werden verlaagd, het garnizoen verminderd. Het muntwezen werd verbeterd, handels¬ betrekkingen werden aangeknoopt met de Noord-Amerikanen. De Luthersen en de Gereformeerden verenigden zich onderwijl tot één kerkgenootschap. In 1827 bereikte het s.s. Curagao als eerste stoomboot de haven van Willemstad, die een vrijhaven was geworden. In 1828 werd terwille van een nieuwe bezuiniging Cura^ao en Suriname verbonden onder één Gouvemeur-Generaal. Cantz'laar werd aangewezen om deze hoge post te bekleden met Paramaribo ais standplaats. Tot 1845 hield men dat zo vol. Toen was voldoende gebleken, dat Suriname een totaal ander land was dan de Antillen en dat beide geheel verschillende belangen hadden. Op Aruba was in 1824 goud ontdekt, doch nog nooit heeft men op dit eiland belangrijke ertsafzettingen kunnen vinden. Men ging de welvaart nu zoeken in de landbouw, vooral Baron Van Raders verwachtte zeer veel hiervan. Zeven bekwame personen werden uitgezonden met de opdracht om in de cultures te gaan werken. De aan¬ plant van de nopal-cactus werd geprobeerd om de cochenille te kunnen verkrijgen, een rode verfstof, die ver¬ kregen werd van de schildluis, levende op deze cactus. Alle aanplantingen zijn op niets uitgelopen. Het enige, dat nog altijd geld opbracht was het zout van de zoutpannen. De welvaart wilde maar niet komen, niettegen¬ staande Curagao een soort van overlaadhaven was voor Venezuela. ENKELE BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN Een heel evenement was het toen in 1863 de vrijmaking der slaven werd afgekondigd. Al meer dan tachtig jaar waren geen slavenladingen meer aangebracht op Cura^ao. Verkoop van slaven bleef evenwel bestaan. Ge¬ lukkig waren er tal van slavenreglementen, waaraan men zich moest houden. Monseigneur Niewindt mag wel met ere genoemd worden in verband met zijn belangrijk werk onder de slaven. Hij zorgde in de allereerste plaats voor hun zieleheil, verder voor onderwijs. De bevrijding moest geen opstand veroorzaken, integendeel de emanci¬ patie moest heel Curagao vooruit brengen. Hierdoor zou meer een sociologische eenheid kunnen ontstaan. En de oude slaveneigeaaars én de slaven hadden dat goed begrepen, zodat toen de afschaffing der slavernij werd afgekondigd. heel Curagao in feeststemming was. Onder Gouverneur De Rouville werd Willemstad zeer verfraaid door nieuwe gebouwen, verder werden lantaarns geplaatst in de hoofdstraten. In 1895 werd electrisch licht ingevoerd, terwijl men toen in de hoofdsteden in Holland nog gas had voor verlichting. Met de ontdekking van fosfaat in 1875 had men de hoop hervat, maar de grote winsten bleven weg. 20

Zelfs werd de ontginning een tijd lang stopgezet. Het jaar 1877 was voor Curasao een rampjaar. Een geweldige orkaan teisterde het eiland, eiste meer dan 200 doden en veroorzaakte grote schade. Vele mensen waren dakloos. Gelukkig, dat door spontane hulp het leed werd verzacht. De eerste telefoonaansluiting — een particuliere — was een grote aanwinst en in 1899 werd Curaqao inge¬ schakeld in het telegrafisch wereldverkeer. De Amerikaan Smith, die voor het electrisch licht had gezorgd, ver¬ raste Willemstad ook met de bouw van de „pontjesbrug", die later werd verbeterd. MOEILIJKHEDEN MET VENEZUELA In het begin der 19e eeuw was Curagao een wijkplaats voor de Venezolaanse Koningsgezinden en de Venezolanen, die telkens trachtten het Spaanse bestuur omver te werpen. Had de Curagaoënaar Pedro Luis Brion niet reeds partij gekozen vóór Simon Bolivar en had niet de Bonairiaan Manuel Piar eveneens zijn diensten aangeboden aan het leger, dat voor de bevrijding vocht? Toen in 1821 de zelfstandigheid van Venezuela een feit was geworden, ontstonden er in het land twee partijen. De liberalen, die het volk meer macht wensten te geven; terwijl de conservatieven zich wilden hand¬ haven in verband met hun grootgrondbezit. Nu eens kwam de ene partij aan het bewind, dan weer de andere. Dat ging niet vanzelf en het gevolg was, dat telkens een groep vooraanstaanden uit het land moesten vluchten, wanneer zij het onderspit moesten delven. In 1830 was de grote vrijheidsheld Bolivar overleden. Een zekere Paez kreeg daarna het bestuur in han¬ den, dat bleef zo tot 1848, want toen werd de regering omver geworpen door Monagas. De aanhangers van Paez moesten de wijk nemen en gingen naar Cura?ao. Monagas was hierover zeer gebelgd en dreigde met oorlog. Zo ver kwam het niet, wel werden de diplomatieke betrekkingen verbroken. Monagas heeft zich tot 1858 kunnen handhaven, toen kwam Paez van de conservatieve partij weer terug. Afwisselend kwamen de par¬ tijen aan het bewind. Venezuela beschouwde Curacjao steeds als een broedplaats voor revoluties, daarom werd dit eiland in het oog gehouden. In 1869 had men enkele Venezolaanse brieven, geschreven op Cura?ao, onderschept. Deze werden opgezonden naar de toenmalige gouverneur De Rouville met het verzoek om een onderzoek in te stellen. De Nederlandse Regering antwoordde, dat het niet op haar weg lag dit te doen. Toch besloot de Regering het jaar daarop aan de Venezolanen het verblijf op Cura?ao te ontzeggen. De Cura?aoënaars protesteerden tegen deze maatregel, doch Nederland wilde niet van gedachten veranderen. Nu woonde op Cura?ao reeds enige tijd een invloedrijke Venezolaan Guzman met zijn zoon. Aangezien Guzman ongesteld was. mocht hij langer op Curagao blijven dan afgesproken was, doch de zoon moest het eiland verlaten. Deze wist een aantal aanhangers om zich te verzamelen, veroverde de stad La Vela de Coro, trok later zelfs naar de hoofdstad en liet zich tot president uitroepen, welke post hij van 1873-1877 en 1879-1887 bekleedde. Geen wonder, dat Guzman geen vriend was van Cura^ao. De belediging hem aangedaan kon hij niet vergeten. Telkens als er een opstand ontstond, was Curagao de schuldige. Daarom besloot hij de havens La Vela de Coro en Maracaibo voor de Cura^aose schepen te sluiten. In 1875 kwam het zover, dat de diplomatieke betrekkingen werden verbroken. Cura?ao nam dadelijk de tegenmaatregel: opheffing van het verbod van uitvoer van krijgsbehoeften. De tegenpartij van Guzman kon dus via Curagao wapens verkrijgen. In 1881 ontstond weer een opstand. Curagao speelde natuurlijk hierin zijn rol. Dit eiland moest gestraft worden en daarom moesten voortaan 30% invoerrechten worden geheven op alle goederen, die naar Venezuela werden gebracht. Deze maatregel was en is zeer nadelig voor de Curagaose kooplieden, want nog steeds heeft Venezuela deze bepaling niet willen intrekken. Toen Guzman het onderspit moest delven voor zijn tegenpartij, werden de genoemde gesloten havens weer opengesteld voor Curagao. In 1894 werden de diplomatieke betrek¬ kingen weer hersteld en legde Nederland de belofte af om voortaan neutraal te blijven bij revolutionnaire bewegingen. OP ZEER GESPANNEN VOET MET CIPRIANO CASTRO In 1899 kwam in Venezuela een merkwaardige man — een gewezen ezeldrijver — aan de regering. Deze had geen begrip van de Europese toestanden en dacht, dat hij alles kon doen. Venezolaanse groothandelaren 21

hadden belangrijke bestellingen gedaan in Engeland. Duitsland, Italië, de U.S.A. en in Nederland. Toen het op betalen aankwam, waren de kooplieden niet te vinden. Van alles had men geprobeerd, een beroep werd gedaan op de president Cipriano Castro, doch hij trok er zich niets van aan. Eindelijk besloten Engeland, Duitsland en Italië de handelslieden te dwingen tot betaling door een paar oorlogsschepen naar het weerspan¬ nige Venezuela te zenden. Willemstad werd als operatiebasis uitgekozen door het Duitse eskader. De Venezo¬ laanse havens werden in 1903-1904 geblokkeerd. Vooral de Duitsers traden krachtig op en schoten een paar Venezolaanse schepen in de grond. De Duitsers en Engelsen, die in Venezuela vertoefden, werden nu door Castro gevangen genomen als tegenmaatregel. De verbonden landen besloten hierop de forten van San Carlos en Puerto Cabello te bombarderen. Dat maakte indruk op de president en het gevolg was, dat de Venezolaanse regering een protocol tot betaling ondertekende, waarna de blokkade werd opgeheven. Nederland maakte van deze gelegenheid gebruik om Venezuela te overreden met Curagao ook een protocol te tekenen, zodat wij be¬ vredigd waren. Er werd overeengekomen, dat Venezuela 30% van de opbrengst der invoerrechten te La Guaira en te Puerto Cabello aan de schuldeisers zou afstaan, tot alle schulden betaald waren. Duitsland en Engeland zouden het eerst aan de beurt komen. Moeilijkheden met Venezuela bleven evenwel aanhouden. In 1908 besloot de president plotseling, dat de overscheping van de voor Maracaibo en La Vela de Coro bestemde en van die steden uitgevoerde goederen te Puerto Cabello plaats moest vinden. Aan de Nederlandse zaakgelastigde te Caracas, De Reus. werd zijn paspoort uitgereikt, omdat hij iets ten nadele van Venezuela had geschreven aan zijn vrienden, die dit hadden gepubliceerd. Nederlandse oorlogs¬ schepen werden uitgezonden, een ultimatum werd gesteld en toen daaraan niet werd voldaan, schortte het Curagao's Gouvernement het uitvoerverbod van krijgsbehoeften weer op als vroeger. Weldra demonstreerde een Nederlands marine-eskader voor de kust van Venezuela. De „Gelderland” bracht twee Venezolaanse vaartuigen naar Curagao op, wat weer tot gevolg had, dat te Caracas de tegenstan¬ ders van Cipriano Castro, die zelf om gezondheidsredenen in Europa vertoefde, het hoofd opstaken en de presi¬ dent afzetten. Gomez kwam aan de regering. De vrede werd eindelijk in 1909 hersteld, maar zekere schuldvorderingen werden nooit voldaan en de 30% extra invoerrechten bleven gehandhaafd. Gomez bleef aan het bewind tot zijn overlijden in 1935. Intussen is de verhouding in de laatste dertig jaar steeds vriendschappelijker geworden. Met grote eer werd Prins Bemhard in 1950 te Caracas ontvangen; een prachtig standbeeld van Simón Bolivar werd op Scharloo onthuld. Op Aruba en op Curagao heeft men Bolivariaanse Verenigingen met eigen clubgebouw. Het doel is om hulde te brengen aan de nagedachtenis van Simón Bolivar en de vriendschapsbanden tussen Venezuela en de Antillen nauwer aan te halen.

DE RENAISSANCE-TIJD VAN CURAgAO EN ARUBA Toen de Curagaose Petroleum Industrie Maatschappij in 1918 de eerste ruwe olie begon te verwerken, kwam er een aanzienlijke ommekeer in de Curagaose samenleving. Op Aruba geschiedde hetzelfde in 1924 door de komst van de Lago Oil & Transport Cy en in 1927 van de Arend Petroleum Mij. Vóór de vestiging dezer industrieën trof men op deze eilanden een klein aantal deftige families aan, die als welvarend konden worden aangemerkt, maar de grote massa had een karig bestaan. Door geringe werkge¬ legenheid had de bevolking op deze eilanden weinig mogelijkheden om vooruit te komen. De arbeider moest tevreden zijn met een gering loon voor zijn moeizaam werk: van enige weelde was geen sprake. Zo was het ongeveer dertig jaar geleden op het oude Curagao en Aruba. Nu is er welstand en overvloed van werkgelegenheid. De olieproductie van de Curagaose Petroleum Industrie Maatschappij en die van de Lago zijn van wereldbetekenis. Wanneer men met de hoeveelheid geraffineerde olie, die Curagao en Aruba jaarlijks verlaat, de grote gele tankwagens van de Shell zou willen vullen en deze tankwagens in een rij achter elkaar plaatste, zou deze een lengte bereiken van de omtrek der aarde. Willemstad is in korte tijd gegroeid tot de belangrijkste haven van het gehele Caraïbische en van het aangrenzende gebied aan de golf van Mexico, want het aantal schepen, dat deze haven aandoet, overtreft dat van New Orleans. Het is een haven met een enorm aantal scheepvaart- en luchtlijnen: het Singapore van het Westen en de overlaadplaats van het bijna onuitputtelijke olieland Venezuela. Het is een internationale 22

haven geworden, waar vele volken en rassen elkaar vredig ontmoeten. Zij zou uitstekend gebruikt kunnen worden als een maritieme basis ter dekking van het Panama~kanaal, wanneer er gevaar zou dreigen van vijandige landen. Het scheepvaartverkeer is met sprongen vooruitgegaan; zoals de Koninklijke Paketvaart Maatschappij zeer veel heeft gedaan voor het interinsulaire verkeer in Indonesië, zo heeft de Koninklijke Nederlandse Stoom¬ boot Maatschappij zeer veel verricht voor Cura?ao. De grote vloot van ongeveer vijftig schepen onderhoudt tal van routes. Haar schepen brengen de Haïtiaanse katoen en tabak van San Domingo, de koffie van Guatemala, de cacao van Venezuela en vele andere producten naar Willemstad. In menig opzicht doet Willemstad den¬ ken aan Rotterdam. De vaart naar het Moederland werd uitgebreid, waardoor de export van het Moederland naar hier toenam. De Grace Line met haar blanke Santa-boteo heeft haar wekelijkse dienst hervat na de oorlog tussen Curagao en New York. De Alcoa Line en de New Zealand Line doen Cura?ao wederom aan en steeds meer worden toeristenboten bij de grote stoombootmaatschappijen ingelegd. In 1949 deden naar schatting meer dan 7000 schepen Willemstad aan en vrijwel hetzelfde getal de havens van Aruba. De totale tonnage der koop¬ vaardijschepen die in 1948 de haven van Willemstad aandeden, bedroeg 11.152.000 ton. die der tankschepen 34.000.000 ton. Voor 1947 zijn deze cijfers 8.935.000 en 28.013.000 ton. Het aantal schepen gedurende laatst¬ genoemd jaar was 1.167 koopvaarders met stoom of motorkracht gedreven en 4.871 tankers. Bovendien varen 2100 zeilschepen per Willemstad binnen en 1200 de havens van Aruba. Merkwaardig is het. dat de zeilvaart niet is afgenomen, doch is toegenomen. De oorzaak moet gezocht worden in de vele Venezolaanse schepen, die fruit en groenten aanbrengen voor de wassende bevolking. Ook de luchtvaart breidt zich uit. De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij vervoerde in 1948 op het Westindische net ruim 98.000 passagiers. Het lucht-vrachtverkeer gaf een grote stijging te zien. Dat Willemstad tot deze bloei kon komen, dankt het niet alleen aan zijn havens en de olie, maar ook aan zijn oude bevolking. Reeds in de zeventiende eeuw had Cura^ao knappe kooplieden, mannen van beschaving en scherp verstand. De oude Curagaose en Arubaanse families hadden doorzicht en volhardingsvermogen. Daar¬ aan is het toe te schrijven, dat ze deze evolutie hebben kunnen doorstaan. In dertig jaar is enorm veel veranderd op Curagao, daarom kan men gerust spreken van een renaissance-tijd. Menig volk zou deze snelle ontwikkeling, die allerlei ingrijpende veranderingen met zich meebracht, niet hebben kunnen verwerken, maar Cura^ao en Aruba hebben zich weten te handhaven bij deze omwenteling. Ongetwijfeld is dat een psychologische factor van betekenis. Grote sociologische verschuivingen hebben plaats gehad bij de landbouwende bevolking. De vraag naar arbeiders was zó groot, de lonen waren zó hoog, de prijzen waren zó gestegen, dat de landarbeider zijn werk neerlegde en zich ging vestigen in de stad of in de onmiddellijke nabijheid van de fabrieken van de Cura?aose Petroleum Industrie Maatschappij en op Aruba van de raffinaderijen van de Lago en de Arend. Van plantage-arbeider werd hij omgevormd tot fabrieksman en het is goed gegaan. De Cura?aose en Arubaanse inwoners hebben zich weten aan te passen aan de omstandigheden: er zit elasticiteit in de bevolking van deze eilanden. Het volk heeft zijn vrolijke natuur, zijn gevoel voor kleurencombinaties, voor netheid en distinctie niet verloren. De Curagaose bevolking nam in vijftig jaar van nog geen dertig duizend toe tot over de honderd¬ duizend; ze is dus in een halve eeuw verdrievoudigd. Het leerlingenaantal op de scholen nam in vijftig jaar in het Staatsdeel toe van vijfduizend tot ruim drie en twintig duizend. Bedroeg in de Nederlandse Antillen het aantal Katholieken in 1898 45.000, thans mag deze kerk zich verheugen in een groei tot 120.000 leden. Ook het Protestantisme wist zich uit te breiden, de verschillende kerken hebben 24.000 aanhangers. Met deze toene¬ ming moest rekening worden gehouden door de kerken en door het onderwijs. Geen wonder, dat er in de laatste jaren tal van kerken werden opgericht en dat de scholen als paddenstoelen uit de grond rezen. Het aantal leerkrachten bedraagt 780. Behalve de 340 Religieuzen en Fraters werken bijna evenveel leken op de Katholieke scholen. Het Openbaar Onderwijs heeft ruim 100 onderwijskrachten. Allerlei takken van dienst werden uitgebreid, ook de militie, de politie en de douane. De politie, die vijftig jaar geleden geen vijftig man telde, bestaat thans uit ruim drie honderd man. Ze wordt gevormd door een Politiekorps met een hoofdcommissaris aan het hoofd, dit korps is belast met de straatdienst, de verkeers¬ regeling, de brandweer, de vreemdelingendienst en de recherche; een ander korps wordt gevormd door de Veldwachters. 23

De douanedienst, die vroeger maar een paar man telde, heeft thans een prachtig gebouw en een flink aantal personen aan zijn dienst verbonden. De posterijen, landsradio- en telefoondienst moesten worden gebracht op de basis van een flinke handels¬ stad, vanwege de duizenden kg post en de duizenden te verzenden telegrammen. De landswatervoorzieningsdienst heeft grote distillatieinrichtingen moeten bouwen om het zeewater te dis¬ tilleren tot zoet water wegens gebrek aan regenwater. In het algemeen kan gezegd worden, dat de medische verzorging van Curagao vanaf 1900 goed is geweest. Vijftig jaren geleden praktiseerden twaalf doktoren in Willemstad, thans bedraagt het aantal artsen en ge¬ neeskundigen op Curagao 62, waaronder een groot aantal specialisten, als internisten, chirurgen, oog-, neus-, oor- en keelartsen. Curagao heeft altijd een aantal bekwame tandartsen gehad. Omdat voor het herkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten een bacteriologisch-serologisch laboraturium noodzakelijk was, werd in 1916 overgegaan tot de oprichting van deze wetenschappelijke instelling. Curagao bezit twee flinke zieken¬ huizen, nl. het R.K. St. Elisabeths Gasthuis en de N.V. Sanatorium Het Groene Kruis. Het eerste beschikt over ruim 380 bedden, over vier klassen verdeeld. Men kan er zijn eigen geneesheer kiezen; evenwel zijn de gouvernementspatiënten gebonden aan de gouvemementsdoktoren. Het sanatorium Het Groene Kruis was oor¬ spronkelijk opgericht met steun van de Verenigde Protestantse Gemeente, gaandeweg is het overgegaan in handen van de Curagaose Petr. Ind. Maatschappij. Op Aruba worden gouvernementspatiënten verpleegd in het San Pedro de Verona Hospitaal. In het hospitaal van de Lago Oil and Transport Co Ltd. worden alleen werknemers dier maatschappij opgenomen. Ook Bonaire heeft een modem ziekenhuis, het St. Franciscus Ziekenhuis. De Bovenwindse eilanden hebben kleinere ziekenhuizen. De gezondheidstoestand van de bevolking is over het algemeen goed te noemen. Een der vele metho¬ den om de gezondheidstoestand van een volk te beoordelen, is het vaststellen van het sterftecijfer. Dit is ons bekend van het bureau van de Burgerlijke Stand. Het sterftecijfer schommelt tussen de 10 en de 12 per dui¬ zend. Dit is normaal, maar niet bevredigend is het groot aantal sterfgevallen van zuigelingen. Vandaar, dat het Gouvernement is overgegaan tot het aanstellen van een verpleegster, die elf consultatiebureaux opgericht heeft. Van bijzonder belang is het werk van het Wit Gele Kruis, dat ook tal van instellingen heeft geopend. Het cultuurleven heeft een grote verandering ondergaan. We hebben in Willemstad en in Oranjestad een Gouvemements Bibliotheek; op Otrabanda werd een Museum gesticht. Door de komst der vele vreem¬ delingen is het aantal clubs en verenigingen sterk uitgebreid. We onderscheiden; studieclubs; vak- en natio¬ nale verenigingen als de Surinaamse Justitia Pietas Fides; gezelligheids-, culturele en sociale verenigingen; jeugd-, schaak-, liefdadigheids- en weerbaarheidsverenigingen, als de schutterij met een luitenant-kolonel en tenslotte de padvinderij. Deze is op Curagao een succes geworden. Het aantal padvinders is 550 en dat van de padvindsters 300. Het Gebiedsdeel Curagao vormt een gewest, bestuurd door een Gewestelijke CommisDe voetbalsport behoort tot de meest populaire vormen van ontspanning. De Curagaose Voetbal Bond telt vele aangesloten verenigingen, alle van amateurs. Er wordt een jaarlijkse competitie gespeeld. Het stadion van Willemstad is ook zeer in trek. Tennis wordt gespeeld in de Curagaose Sportclub; mooie tennisbanen heeft de Cur. Bond voor Lichamelijke Opvoeding laten aanleggen. Op het terrein van de Cur. Petr. Industrie Mij vinden we de Sportclub Asiento met allerlei takken van sport. De zwemsport is ook zeer gewild. Zondags zwemt men in tal van open baaien; Piscaderabaai en de nieuwe zweminrichting op het Rif, met zout water, spannen de kroon. Curagao heeft enkele mooie bioscopen. De totale begroting der Nederlandse Antillen is fabelachtig toegenomen; bedroeg deze vijftig jaar geleden 0.7 znillioen gulden, voor 1950 is deze geraamd op ruim 53 millioen Curagaose guldens. Het beeld van Curagao is in de laatste jaren zeer veranderd. Willemstad heeft zich sterk uitgebreid; ge¬ heel nieuwe dorpen ontstonden. De drang naar uitbreiding is zó groot, dat de diensten der openbare werken onmogelijk kunnen voldoen aan de honderden aanvragen van particulieren, wegens gebrek aan arbeiders en aan voldoende materiaal. Talrijke volkswoningen werden gebouwd, doch nog steeds is er woningnood. Ook het toerisme heeft een grote vlucht genomen. In 1946 heeft een Curagaos-Nederlandse combinatie 24

een naamloze vennootschap opgericht voor het stichten van een groot modem hotel, dat aan alle eisen zal voldoen en in een lang gevoelde behoefte zal voorzien. Aruba streeft ook naar een groots hotel. Zo is er op Curagao en op Aruba allerwege expansie; in de haven, in de lucht, op de wegen, in het geestelijke en sociale leven, ja, op schier elk terrein. Ook op staatkundig gebied hadden ingrijpende verande¬ ringen plaats gehad. Vijftig jaar geleden had men nog een Koloniale Raad, geheel bestaande uit benoemde leden. In 1922 kwam de Grondwetswijziging tot stand; in 1936 werden de Regeringsreglementen van 1865, wat het Staatsdeel betreft, vervangen door de Staatsregeling van Curagao. Kort geleden werd de nieuwe grondwetsherziening door de Kamers aangenomen; voor Curagao en Aruba betekent dit. dat deze eilanden auto¬ noom zullen worden, waarschijnlijk in 1952. Met recht mogen wij spreken van een nieuwe tijd. Wie eenmaal de bekoring van deze eilanden heeft onder¬ gaan, vindt steeds nieuwe erbij. Nederland en de Antillen zijn samen één, moge dat zo blijven tot in lengte van

VOORNAAMSTE JAARTALLEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN 1492 1499 1527 1621—1674 1674—1791

1634 29 Juli 1648 1643—1664 1651 1652 1654 1659 1673—1679 1674 1703 1705—1742 1713 1715 1732 1743 1750 1765 1769 1772—1781 1776—1820

Chrlstoffcl Columbus ontdekt Amerika en in 1493 de Kleine Antillen. Alonso de Ojeda ontdekt Curagao. Juan de Ampuës bezoekt Curagao en sticht een kapel in de nabijheid van het Schottegat, waar een Indiaanse neder¬ zetting was. Eerste Wcstindischc Compagnie. Tweede Westindlsche Compagnie bij octrooi van 20 Sept. 1674 opgericht ter vervanging van de bij octrooi van 3 Juni 1621 opgerichte eerste Compagnie. De laatste Compagnie bestond uit vijf Kamers: de Kamer van Amsterdam, die van Zeeland (Middelburg), die van op de Maze (Rotterdam), die van het Noorderkwartier (Hoorn, Enkhuizen, Medemblik) en die van Stad en Lande (Groningen). De Bewindhebbers dier Kamers — gekozen uit de ,.Hoofdparticipanten'' — zonden afgevaardigden naar de Vergaderingen der Compagnie te zamen negen personen, terwijl er één als gecommiteerde van wege de Staten-Gencraal bij kwam, zodat tien heren als het ware het dagelijks bestuur der Compagnie vormden, vandaar dat men sprak van de Vergadering der X Heren of korter gezegd de Heren X. Jan van Walbeeck en Pierre le Grand veroveren Curagao. Samuel Coheno. de eerste Port. Jood, maakt de reis mee. Vrede van Munster. Holland behoudt Curagao. Peter Stuyvesant. Joao Ilhao, een Portugese Jood, sticht een Joodse landbouwkolonie op Curagao. Een andere Joodse landbouwkolonie op Curagao gesticht door Joseph Nuncs da Fonseca. De aan genoemde da Fonseca verleende privileges vormen het eerste charter, waarbij aan Israëlieten op het Westelijk halfrond godsdienstvrijheid wordt gewaarborgd. Da Fonseca is evenwel nooit op Curagao geweest. Val van het Recief. Komst van een aantal Portugese Joden uit Brazilië. Stichtingsjaar van de gemeente „Mlkvé Israël". Twaalf Portugees Joodse families uit Nederland (circa 70 personen) vestigen zich op Curagao en krijgen een stuk grond toegewezen bij Blenheim, alwaar de eerste synagoge (een houten huis) en de beroemde begraafplaats ontstonden. Directeur Jan Doncker. — 1673. Inval der Fransen (Fuikbaai). Josia Pardo, eerste Opperrabbijn van Curagao, komt met zijn gezin uit Nederland op dit eiland aan. Eerste synagoge in Punda (Willemstad) Fort Beekenburg opgericht. Jezuïeten als missionarissen op Curagao. Inval der Fransen onder Jacques Cassard. De bevolking moest het bedrag van 288.500 gulden als brandschatting op¬ brengen. Oprichting van het Hebreeuwse Weldadigheids Genootschap. De tegenwoordige Synagoge in gebruik genomen. De synagoge „Newéh Sjalora” in Otrabanda ingewijd. Het conflict tussen de bestuurders van „Newéh Sjalom" en „Mikvé Israël" bijgelegd. Jacob van Aharon Lopez da Fonseca, Opperrabljn. Curagao wordt een zelfstandige Katholieke Missie. Directeur Rodier. Door de Noord-Amerlkaanse Vrijheidsoorlog wordt veel geld verdiend. St. Eustatlus wordt genoemd „the golden rock", maar wordt in 1781 verwoest. Vlaamse Franciscanen werkzaam op Aruba, Curagao en Bonaire. 25

1778 1782—1795 1782—1821 1791 1795 ISOO 1804 1805 1807—1815 1816 1824—1860

Het fregatschip „Alphen" vliegt in de lucht. Directeur Johannes de Veer. Pedro Luis Brion, de heldhaftige verdediger van Curagao. Opheffing van de WJ. Compagnie; alle bezittingen gaan over aan de Republiek der Verenigde Nederlanden. Grote slavenopstand. Inval der Fransen (Sint Michielsbaai). Inval der Engclsen (Piscadera-baai). Nieuwe inval der Engclsen (Daaibooibaai). Curagao. Aruba en Bonaire onder Engels bestuur. Komst van Vice-Admiraal en Gouvemeur-Gcneraal Albert Kikkert. Mgr. Niewindt, de eerste Apostolische Vicaris, grondlegger en organisator van het Katholiek godsdienstig leven in de Missie van Curagao. 1825 Verenigde Protestantse Gemeente opgericht. 1836—1845 Baron van Raders Iaat verschillende personen uitkomen om de landbouw aan te moedigen. 1842 De Missie wordt Apostolisch Vicariaat. 1856 Opperrabijn Aaron van Jacob Mendez Chumaceiro komt met zijn gezin uit Nederland op Curagao aan. In 1869 neemt hij zijn ontslag. 1863 Emancipatie of vrijmaking der slaven. — In de Antillen werden twee millloen guldens uitgekeerd. Scheuring in de gemeente „Mikvé Israël". Ontstaan van de Ned. Herv. Isr. Gemeente „Emanu-cl". tegenwoordig Vrij¬ zinnig Isr. Gemeente genoemd. 1870 Komst der Paters Dominicanen. Mgr. Van Ewijk. zi 1875 Slechte verhouding tussen Curagao en Venezuela (Guzmén Blanco). 1877 Grote orkaan, die veel slachtoffers eist. 1908 Opnieuw moeilijkheden met Venezuela (Castro). 1916 Vestiging van de Cur. Petroleum Industrie Mij. 1917 Oprichting van de Cur. Scheepvaart Mij. 1927 Vestiging van Asjkenazische Israëlieten uit Europa. 1937 Eerste verkiezingen voor de Staten van Curagao. 1942 Prins Bemhard bezoekt Curagao en Aruba voor de eerste maal. 1944 Koningin Juliana, als prinses, bezoekt Curagao. Aruba, Bonaire en St. Maarten. 1950 Prins Bemhard bezoekt de Nederlandse Antillen opnieuw. De Interimregeling door de Kamers aangenomen.

DRIE GEMEENSCHAPPEN DE PROTESTANTEN EN HUN PREDIKANTEN DE PROTESTANTEN VAN CURAGAO EN HUN PREDIKANTEN De Protestantse godsdienst is op Curagao gekomen met de Westindische Compagnie, die in 1934 Curagao veroverde. Met de Nederlandse troepen kwam mee, naar in die dagen gewoonte was, een geestelijke verzorger. Reeds in 1635 was Fredericus Vitteüs als predikant te Willemstad gevestigd. In deze tijd bestond de inheemse bevolking uit Indianen, aan wie door Spaanse paters het Christendom was gebracht. Na de ver¬ overing door de Westindische Compagnie werd echter aan Rooms-Katholieke priesters het verblijf op Curagao ontzegd, doch zij werden oogluikend toegelaten. Van de Indianen werd het grootste gedeelte door het Bestuur naar Venezuela weggevoerd. Van Protestantse zending onder de Indianen, die nog gebleven waren, kan niet gesproken worden. De Gereformeerde predikanten hadden alleen als taak geestelijk werk te verrichten onder de compagniesdienaren, later ook onder de planters en kooplieden. Wel heeft Ds. Johannes Backer in 1642 een tiental van de oorspronkelijke bevolking tot lidmaat aangenomen en ook verscheidene Indiaanse kinderen gedoopt. Later, toen uit Afrika slaven werd aangevoerd, was Ds. Adrianus van Beaumont eveneens bereid de kinderen van deze te dopen, doch van uit Holland is hieraan later een einde gemaakt. De classis Amsterdam, toentertijd de enige kerkelijke instantie voor de predikanten van Curagao, eiste, dat de slaven eerst in de christelijke leer onderwezen moesten worden, voordat ze de doop zouden ontvangen. Hier26

door had slechts sporadisch de doop onder de gekleurde bevolking plaats, zodat de kerk der Compagnie werd beschouwd alleen een kerk voor de blanken te zijn. De mening vatte post. dat de niet-blanken niet geschikt waren om het Protestantisme te omhelzen. Van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking is op Cura?ao niets overgebleven, maar de afstammelingen der Afrikanen zijn des te talrijker geworden. Reeds in 1637 had de Compagnie door de verovering van Sint George del Mina op de westkust van Afrika de grondslag gelegd voor het bekomen van slaven, die handels¬ objecten waren en tevens dienden tot werkkrachten voor de plantages. In 1668 rekende men bij een uitzending van levepsmiddelen uit Amsterdam, dat er 3000 slaven op Curagao aanwezig waren. In 1679 werden er 4847 slaven aangevoerd. Zo is de oorspronkelijk uit Afrika afkomstige bevolking voortdurend gegroeid; thans kan men rekenen, dat 90 % der totale bevolking hiertoe behoort. Van Protestantse zijde heeft men zich om de kleurlingen vrijwel niet bekommerd. Van Rooms-Katholieke zijde is daarentegen voor deze bevolking zeer veel gedaan. Door de missionarissen is hard gewerkt; het was niet gemakkelijk om de vroeger zo armoedige bevolking, ook bij gebrek aan kleding, tot getrouw bezoek aan kerk en school te brengen. Als gevolg van dit ideële en opofferende werk is thans de inheemse bevolking grotendeels Rooms-Katholiek. Van Protestantse zijde heeft men tot omstreeks 1920 zich vrijwel uitsluitend bepaald tot de blanke bevol¬ king. De eerste Protestantse kerk werd in de 17e eeuw in het Fort Amsterdam gebouwd, vlak achter de woning van de gouverneur, die jarenlang voorzitter was van het kerkelijk college. De woningen in het Fort waren aan¬ vankelijk van hout opgetrokken, pas veel later werden ze vervangen door stenen gebouwen. In 1769 verrees een prachtig stenen godshuis, dat zich met zijn rood dak verheft boven de andere huizen in de omgeving. De Fortkerk munt uit door stijl en ligging. Bij het binnentreden van het Fortplein waant men zich in een oud stadje, gelegen aan de Zuiderzee. Behalve deze kerk heeft Willemstad ook een Lutherse kerk gehad. De vele Duitsers uit Noord- en Midden-Duitsland, verder de Denen en Nederlanders, die tot de Lutherse godsdienst behoorden, wilden in de achttiende eeuw liever een eigen Lutherse predikant hebben, waardoor zij er toe overgingen Ds. Johan George Muller. Luthers predikant te Leeuwarden, te beroepen, die een Evangelisch Lutherse gemeente stichtte met een eigen kerk op Otrabanda. Hij zette op 20 September 1757 te Willemstad voet aan wal. Op 15 April 1762 legde deze predikant de eerste steen van de kerk, vlak bij de pastorie, onder de saluutschoten van zeven schepen en drie barken en op 20 Maart 1763 had de inwijding plaats van het grote en aantrekkelijke gebouw. Een en twintig jaren heeft deze voorganger de gemeente gediend en toen hij op 49-jarige leeftijd over¬ leed, kon de gemeente verklaren, dat hij de „Reyne Leer des Heiligen Evangeliums en de ware geloofsbelijdenis getrouwelijk en met grote ijver had voorgedragen”. Hij en zijn broer August Leberegt Statius Muller, die geneesheer was, zijn stamvaders van de zeer geziene familie Statius Muller. In 1804 is deze Lutherse kerk tijdens de aanval der Engelsen op Willemstad in vlammen opgegaan. Daarna maakten de Luthersen gebruik van de Fortkerk. Op de duur slijten de verschillen in de leer bij de beide gemeenten af en op 24 April 1825 sluiten beide gezindten zich aanéén tot de Verenigde Protestantse Gemeente, die meestal over twee predikanten kon beschikken. Deze gemeente is geheel autonoom; de uitzending der pre¬ dikanten geschiedt evenwel door de bemoeienissen der Commissie tot de Zaken der Protestantse kerken in Nederlands Oost- en West-Indië, die in Den Haag gevestigd is. De predikanten zijn ambtenaren en hun tractement komt geheel voor rekening van de Curagaose begroting. Tot deze Verenigde Protestantse Gemeente behoren Nederlands-Hervormden, Luthersen, Remonstranten. Doopsgezinden en vele Methodisten. Een oude Ge¬ reformeerde kerk, zoals vroeger, bestaat dus niet meer. Vroeger was één der predikanten van de vrijzinnige richting en de andere meer orthodox, thans zijn ze beiden orthodox. Het aantal doopleden van de Fortkerk kan men op zes duizend schatten. Van de gehele bevolking, die honderd duizend zielen telt, behoort zeven procent tot de Verenigde Protestantse Gemeente, terwijl vier-en-tachtig procent Rooms-Katholiek is. De grotendeels niet-blanke Rooms-Katholieken krijgen steeds meer politieke macht, waarbij nog komt. dat het aantal kinderen per gezin bij de blanken over het algemeen kleiner is dan bij de niet-blanken. Zo zou het Protestantisme op de duur achteruit gaan en minder invloed hebben op de bevolking. In deze toestand is echter omstreeks 1920 bij de komst van de Cura?aose Petroleum Industrie Maatschappij een wijziging gekomen. Naast de Verenigde Protestantse Gemeenten zijn verschillende andere Protestantse kerken of kringen 27

ontstaan en enkele dezer kerken — en dat is zeer verheugend — vormen in hoofdzaak de gekleurde bevol¬ king. Voor het eerst in de geschiedenis van Curagao heeft de Protestantse godsdienst thans ook kleurlingen, als een belangrijke groep, onder zijn belijders. De Verenigde Protestantse Gemeente heeft naast de Fortkerk de Church Ebenezer in de Oranjestraat opgericht. In deze kerk wordt in het Engels gepredikt door de beide predikanten Ds. J. Mietes en Ds. C. C. Pijpers. De diensten worden bijgewoond door de kleurlingen van de Bovenwinden. Deze hadden zich aange¬ sloten bij de voorganger Anthony, afkomstig van één der Engelse Antillen. Anthony verkreeg zijn aanstelling door middel van de Verenigde Protestantse Gemeente en als zodanig sloten zijn volgelingen zich aan bij de bovengenoemde gemeente. In 1931 werd opgericht een nieuwe Protestantse gemeente te Emmastad, door het grote getal Protestanten van verschillende richtingen, die bij het oliebedrijf te werk waren gesteld. Het was wenselijk, dat er voor deze Protestanten een eigen predikant kwam en een aparte kerk. De gouverneur was bereid hiervoor een post uit te trekken op de begroting, de directie van de C.P.I.M. hielp mede in de bouwkosten van kerk en pastorie en zo werd het mogelijk een predikant te beroepen. De Protestantse employés van de C.P.I.M. behoeven dus niet meer naar de verre Fortkerk te gaan; ze hebben hun eigen predikant Ds. C. Th. Steenstra, die zich ge¬ heel kan instellen op de behoefte van deze gemeente. Aan de studiekringen, waar bijbelse en sociale onder¬ werpen worden besproken, neemt steeds een aantal belangstellenden deel. De Gereformeerden die uitkwamen voor de C.P.I.M., wilden een eigen kerk hebben; ze stelden zich in verbinding met de Gereformeerde kerken van Nederland en in 1934 werd een gemeente gesticht als een „wijk" van de Gereformeerde Kerk Den Haag-West. Zij liet een eigen predikant in hetzelfde jaar uitkomen, terwijl de uitgaven hiervoor geheel door haar gedragen worden zonder Gouvemementssteun. Reeds in 1936 kon een artistiek kerkgebouw in gebruik worden genomen, dat in 1949 vergroot moest worden. Het ligt in Mundo Nobo. een nieuwe stadswijk van Willemstad aan de Overkant (Otrabanda). Het aantal der Gereformeerden, die tot de Kerk van Curagao behoren, bedraagt ongeveer zeshonderd, waarbij dan gerekend zijn de leden, die op Aruba, in de naburige republieken en in Suriname wonen. Deze kerk doet veel aan evangelisatie, aan gees¬ telijke verzorging van militairen en politiemannen; ook gaat de belangstelling uit naar de zeevarenden op het oorlogsschip en op de koopvaardijvloot. Het ligt in de bedoeling over enige tijd een vaste koopvaardijpredikant voor Curagao te benoemen. Ds. H. W. Kroeze, de eerste predikant der Gereformeerden, verliet in 1947 Curagao voor goed. Enkele Gereformeerde predikanten hebben de dienst een tijdlang waargenomen; in 1948 kwam Ds. A. W. Wymenga uit voor deze gemeente. De Protestantse Gemeente te Emmastad en de Gereformeerde Kerk, bepalen zich echter vooral tot de blanken. Geheel anders is het bij de Methodisten. Deze groep, bij wie een opgewekt Christelijk leven te bespeuren is, bestaat hoofdzakelijk uit gekleurden. Reeds in de achttiende eeuw had de Methodistische Kerk aanhangers op de Bovenwinden. Van Antigua o.a. verbreidde zij zich over de andere eilanden; zo zijn vele bewoners van de Bovenwindse eilanden Methodist geworden. Deze kleurlingen kwamen naar Curagao om arbeid te vinden bij de Cura?aose Petroleum Maatschappij en andere instellingen. Zo ontstond deze gemeente, die thans een eigen predikant, Ds. William J. Barrett en een eigen kerk op Pietermaai heeft. De kleurlingen van de Bovenwinden spreken Engels: de prediking van Ds. Barrett heeft plaats in het Engels. Het is ontroerend, om een volle kerk met kleurlingen te zien. De gekleurde bevolking van Afrikaanse oorsprong heeft drie psychische eigenschappen, die opvallend zijn. Diep in hun hart heeft God een blijde „lach" gelegd, die weldadig aandoet. Verder zijn ze zeer humoristisch en godsdienstig van aanleg. Vandaar, dat men bij de Methodisten veel blijdschap en een tintelend geestelijk leven aantreft. Er wordt veel gezongen in deze kring en royaal geofferd. Men heeft wat over voor zijn godsdienst. Met de oogstfeesten is de kerk prachtig versierd met palmtakken en hangen de mooiste inheemse vruchten aan de deurposten. Vóór het podium liggen dan tientallen soorten vruchten op de grond keurig opgestapeld. Het hoogtepunt is Kerstmis, dan is het net alsof alle gemeenteleden zich jarig voelen: dan worden er tal van vierstemmige liederen gezongen. In dit verband moet ook genoemd worden de kerk van de heer Bakhuis. Met eigen middelen heeft deze gelovige een kerkje laten bouwen „God is Liefde". Zijn principe is, dat hij voor zijn geestelijk werk geen betaling wenst te hebben. Hij is zelf licht getint, werkt uitsluitend onder de niet-blanke bevolking en preekt in het Papiamento. In deze taal wordt ook door hem een maandblad uitgegeven de Estrella (de Ster). De heer Bak¬ huis gaat geregeld evangeliseren met twee zendelingen van de Scandinavian Alliance Mission of North Ame28

rica. Op Donderdag wordt meestal een orgel meegenomen in de auto en buiten Willemstad wordt een dorp bezocht. Door middel van gezang en muziek trachten ze een groep belangstellenden te trekken en dan wordt een korte toespraak in het Papiamento gehouden. Vroeger bekogelde men de heer Bakhuis met stenen, thans wordt hij met grote aandacht gevolgd. Er is een grote vraag onder de bevolking naar geestelijk brood. De heer Bakhuis is ook als evangelist aangesteld bij de Verenigde Protestantse Gemeente. Zo wordt door het werk van de heer Bakhuis een nieuwe band gelegd tussen genoemde Gemeente en de kleurlingen. Met de economische vooruitgang zijn ook vele honderden Surinamers zich hier komen vestigen. Zij werken bij de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij, de K.L.M., de Cura;aose Petroleum Industrie Maat¬ schappij, de Pletterij Nederhorst en andere belangrijke maatschappijen. Deze kleurlingen, die uitstekend Hol¬ lands spreken, gingen eerst naar de Fortkerk, maar aangezien de meeste behoren tot de Evangelische Broeder¬ gemeente wensten ze liever een eigen voorganger te hebben. In 1944 aanvaardde de Surinamer Ds. R. E. C. Doth, die zijn opleiding gehad heeft in Oegstgeest, zijn ambt. Bij zijn intreepreek waren 250 Surinamers aan¬ wezig. Sedertdien worden elke Zaterdagavond en alle Zondagen godsdienstoefeningen gehouden, die door de leden gaarne worden bezocht. Vlak bij de fabrieken van de C.P.I.M. in Suffisant is een wijklokaal, waar ook ge¬ regeld diensten worden gehouden. Ds. Doth ontvangt van het Gouvernement zijn salaris. De gemeente telt thans 600 ingeschreven leden en het aantal niet-ingeschreven leden kan op ruim 400 geschat worden. De Surinamers zijn zeer offervaardig. Ze hebben een eigen kerk op Mundo Nobo en een pastorie voor de geliefde predikant. Ook bestaat er een autovoorzieningsfonds. Een predikant kan op Cura;ao zijn werk niet goed verrichten als hij geen auto heeft; daarom tracht men gelden te verzamelen, ten einde aan de voorganger een vervoermiddel te geven. De gemeente houdt steeds voeling met de kerk in Suriname door o.a. de jaarlijkse Kerkconferenties bij te wonen. Verscheidene werkkrachten bij de C.P.I.M. behoren tot de Anglicaanse kerk. Hun aantal wordt op ruim duizend geschat en is groeiende; zij hopen spoedig een eigen voorganger te krijgen door middel van de Bisschop van deze kerk. die de gemeente geregeld komt bezoeken. Ook deze groep bestaat geheel uit kleurlingen. Door¬ dat de dienst zo geheel afwijkt van die der Methodisten willen ze zich niet bij hen aansluiten, niettegenstaande de Anglicanen van de Bovenwinden afkomstig zijn en Engels spreken. De Zevende Dagadventisten zijn hun werk begonnen in 1925. Zij hebben een eigen voorganger en een aardig kerkgebouwtje op Mundo Nobo. De leden worden onderscheiden in volle en aspirant-leden. De aan¬ hangers van deze groep tellen ongeveer 200 leden, ook hier zijn de aanhangers hoofdzakelijk kleurlingen. De reeds genoemde Scandinavian Alliance of North America heeft twee zendelingen, die geregeld samen¬ komsten houden in een huiskerk in de Bredestraat te Otrobanda. Deze zendelingen werken ook voornamelijk onder de niet-blanke bevolking. Er is nog een Noorse predikant, die verbonden is aan het Noorse Zeemans¬ huis, gelegen aan de Klipstraat. De vele Noorse zeelieden, die op Cura?ao komen, hebben daar een zeer prettig tehuis. In 1928 is het Leger des Heils zijn arbeid begonnen. Kapitein Gladpootjes was de eerste vrouw, die in de gevangenis werd toegelaten tot het verrichten van geestelijk werk. Tot heden worden des Zondags diensten gehouden door de Officier van het Leger des Heils in het gevangeniskerkje. De aandacht werd gevestigd op de vele Europese zeelieden, die geen geschikte plaats voor verstrooiing of logies vonden. Toen de Directie van de C.P.I.M. het Leger in de Hoogstraat een groot herenhuis aanbood, werd dit dadelijk aanvaard en zeer gezellig ingericht. Dit „Zeemanshuis” voldoet uitstekend, de zeelieden komen er gaarne en kunnen er allerlei ontspanning vinden, terwijl ze ook enkele weken hier mogen logeren. De bezoekers zijn van verschillende nationaliteiten en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen blank en gekleurd. Voor al dit werk wordt steun ontvangen van de C.P.I.M. en de Koninklijke Nederlandse Stoombootmaatschappij, terwijl het Gouvernement subsidie verleent. Aldus wordt er nu door de Methodistenkerk, door de voorgangers Bakhuis, Ds. Mietes, Ds. Pijpers, door de Zendelingen van de Skandinavische Zending van Noord-Amerika, door Ds. Doth, door de vertegen¬ woordiger van de Anglicaanse kerk, door de Zevende Dagadventisten. door het Leger des Heils belangrijk werk veracht onder de niet-blanke bevolking. Het Protestantisme had met deze bevolking vroeger vrijwel geen contact; dit is in de laatste vijf en twintig jaren volkomen veranderd. Dit opent voor het Protestantisme nieuwe mogelijkheden en een nieuwe toekomst. Merkwaardig is het, dat deze ommekeer vooral te danken is aan het 29

Zendingswerk der Methodisten. Het Nieuwe Testament vertaald in het Papiamento door Ds. Eybers. oudpredikant van de Verenigde Protestantse Gemeente, en uitgegeven door het Nederlands Bijbelgenootschap is geheel uitverkocht; een derde druk is in bewerking. De gemeenten hebben ieder een maandblad. Plannen zijn ontworpen voor een kerkgebouw in de steeds groter wordende dorpen Mahaai - Van Engelen - Damacor en één vlak bij het Julianadorp. Op de duur hoopt de Verenigde Protestantse Gemeente een vierde predikant te beroepen; een derde werd aangesteld voor het Jeugdwerk. Het is te betreuren, dat de Protestanten zich weinig hebben bekommerd om het Christelijk onderwijs. Er is slechts één Christelijke school. Wel wordt godsdienst¬ onderwijs gegeven aan de Openbare scholen en catechisatie aan ouderen, doch de kennis van de leer is over het algemeen niet goed gefundeerd. De Rooms-Katholieke Kerk heeft dit veel beter begrepen: de Katholieke scholen verheugen zich in een zeer grote toeloop. De Katholieke jeugdorganisatie zit goed in elkaar; er wordt veel voor de jeugd gedaan. De Protestanten hebben zich wel met maatschappelijk werk bezig gehouden. Naast de diaconie heeft de damesvereniging „Eendracht maakt macht” de verzorging der behoeftigen op zich genomen. In 1935 werd vooral door toedoen van de zeer geëerde Sjon Kai Winkel de „Protestantse Vereniging voor Liefdadigheid en Maatschappelijk Werk" opgericht. Deze Vereniging heeft het oude Landhuis Zeelandia in een tehuis voor ouden van dagen, mannen en vrouwen, omgezet. Een hoofdverpleegster en een verpleegster stellen alles in het werk om deze oudjes in het „Koningin Wilhelmina tehuis" een heerlijke „levensavond" te bezorgen. Deze vereniging heeft ook een huishoudschool en een kleuterschool opgericht. Op instigatie van de Kerkeraad der Verenigde Protestantse Gemeente werd in 1908 het sanatorium „Het Groene Kruis" opgericht. De C.P.I.M., die een ziekenhuis voor haar talrijk personeel nodig had, heeft deze inrichting geheel overgenomen, doch dit ziekenhuis staat open voor alle particulieren, die van deze instel¬ ling wensen gebruik te maken. Dankbaar zijn wij voor de vruchten, die God telkens te aanschouwen geeft en wij vertrouwen, dat het Protestantisme zal uitgroeien tot een sterke en krachtige boom, tot heil van de Protestanten van Curagao.

DE PROTESTANTEN VAN ARUBA EN HUN PREDIKANTEN Niemand had kunnen vermoeden, dat er in zo korte tijd zo'n evolutie kon plaats hebben op Aruba door de vestiging van de Lago Oil & Transport Cy in 1924 en de N.V. Arend Petroleum Mij. in 1927. Aruba is op economisch en sociaal terrein met sprongen voorwaarts gegaan, ook een sterke opleving op godsdienstig gebied kan men beslist constateren. Gelukkig, dat de jeugd als liet ware naar een geestelijke achtergrond der dingen zoekt en naar een moreel houvast in de stroom van de materiële vooruitgang. Het is, alsof de jonge Arubanen in hun onderbe¬ wustzijn iets aan voelen van het woord van Christus: „Wat baat het de mens zo hij de gehele wereld gewint, maar schade lijdt aan zijn ziel". Grote materiële vooruitgang brengt vaak zedelijke achteruitgang met zich mee en dat wil de jeugd voorkomen, vandaar dat zij zo'n belangstelling heeft voor de levensvraagstukken. Het is voor de opleving van het Protestantisme van grote betekenis geweest, dat verschillende Protestantse groepen zich daar kwamen vestigen. Vóór 1924 had men slechts één Protestantse gemeente. Deze gemeente is reeds in de 17e eeuw ontstaan door de komst van o.a. Hollanders, Zeeuwen, Duitsers, die hier een ambt uitoefenden meestal in dienst van de West-Indische Compagnie. Merkwaardig is het, dat noch in de 17e noch in de 18e eeuw de gemeente te Oranjestad een predikant heeft gehad. Van Curagao uit bezochten de predikanten sporadisch het eiland Aruba om huwelijken te sluiten, te dopen en het Heilig Avondmaal te bedienen. Zo kan men in het huwelijksregister van 1819 van de Fortkerk te Willemstad lezen, dat er twee huwelijken op Aruba waren ingezegend; ook pas¬ toors hebben Arubaanse kinderen van Protestantse ouders gedoopt. Door de bestiering Gods krijgt eindelijk in 1822 de gemeente een zendeling, die bestemd was voor de Kaap. doch door bijzondere omstandigheden op Curagao terecht kwam. Klaas Eekhout werd door enkele dames gevraagd of het niet misschien zijn roeping kon zijn zich op Aruba als godsdienstonderwijzer te vestigen. Toen hij besloot daarheen te gaan, zorgden het Gouvernement en de Gereformeerde gemeente van Willemstad voor zijn salaris. 30

Aruba had dus eindelijk een eigen geestelijke verzorger. De predikant van Cura?ao zou één of twee maal per jaar de gemeente bezoeken voor de bediening der sacramenten. Het aantal leden bedroeg 411, waaronder 108 blanken. De overige leden waren van gemengd bloed, d.w.z. zij waren afstammelingen van Europeanen en Indianen. De Arubanen hadden tot 1924 zo goed als geen Afrikanen in dienst. Men gebruikte op de weinige plantages Indianen of afstammelingen van Indianen, dus in grote tegenstelling met Cura;ao, waar men uit¬ sluitend Afrikanen in dienst had, omdat er geen Indianen waren. Eekhout bleef tot 1831 bij de gemeente en vertrok toen naar Europa. Tot 1843 bleef men op Aruba verstoken van godsdienstonderwijs. In dit jaar kwam Abraham van Draght als godsdienstonderwijzer, maar na vijf jaar werd hij reeds opgenomen in Gods Koninkrijk. Zijn graf vindt men op het Protestantse kerkhof. 15 Febr. 1846 had hij het eerste kerkgebouw ingewijd. Zijn opvolger was J. C. van der Ree. De Arubanen waren niet meer tevreden met een godsdienstonderwijzer; zij wensten een predikant en vroegen aan de kerkeraad van de Verenigde Protestantse Gemeente te Willemstad om hun verzoek door te zenden naar Nederland. Dit werd gedaan, met het gevolg, dat in 1858 Ds. N. A. Kuiperi naar Aruba werd uitgezonden. Eindelijk had de gemeente haar zin. Tot 1871 heeft genoemde predikant haar met grote trouw gediend. Onder hem zijn de Reglementen van de Protestantse kerk opgesteld, die door Koning Willem III werden goedgekeurd. Na Ds. Kuiperi werd Evert Lodewijk Zeppenfeldt, Curacaoënaar van geboorte, de zielzorger der Arubanen. Onder hem werd in 1877 het oude kerkje geheel herbouwd naar een ontwerp van de gewezen gezaghebber J. H. Ferguson. Thans heeft de gemeente een zeer smaakvol kerkgebouw met carillon en orgel gebouwd, dat ons doet denken aan een kleine kathedraal. Achtereenvolgens hebben daarna in de gemeente gestaan: 1887-1901 Johannes Emilius van Duynevelt; 1902-1907 Ds. Wichard van den Brink; 1908-1917 Ds. G. J. Eybers; 1919-1930 Ds. A. van Essen; 1932-1933 Ds. C. E. H. J. Milet de St. Aubin; 1934-1946 Ds. Gerard Engelbert Alers; 1947-1949 Ds. J. J. van de Wall. In 1859 had de gemeente een zendingspost te Canachito geopend, een dorpje aan de voet van de Hooi¬ berg. Ook hier werd een kerkje gebouwd, dat in 1879 door kwaadwilligen werd vernield. In de plaats hiervan werd twintig jaar later in ongeveer 1900 een kerk en een schooltje te Piedra Plat, niet ver van Santa Cruz gebouwd. In 1947 kreeg deze zendingspost een eigen predikant Ds. T. Hogerwaard, oud-zendeling van NieuwGuinea. Voor hem werd een mooie pastorie gebouwd, terwijl een nieuw schoolgebouw op het program staat. Ds. T. Hogerwaard preekt in het Papiamento, dat is de taal, die de gemeente het best verstaat. Sedert het vertrek van Ds. J. J. van de Wall verzorgde hij ook de gemeente te Oranjestad. Thans heeft deze gemeente weer een eigen predikant, Ds. Baart. De gemeente van Oranjestad is autonoom en kan de predikant ontslaan, als hij niet voldoet aan de leer. Het aantal leden kan men schatten op 4000. Daar de gehele bevolking thans ongeveer 50.000 zielen telt, be¬ hoort ongeveer 9 °/o der inwoners tot de Protestantse gemeente van Oranjestad, terwijl 77 % Rooms-Katholiek is. De Rooms-Katholieken hebben prachtige scholen, een ziekenhuis, een zeemanshuis; hun invloed is groeiende. Zo zou het Protestantisme op de duur achteruitgegaan zijn. In deze toestand kwam echter omstreeks 1924 bij de komst van de Lago sterke wijzigingen. Naast de enige oude Gemeente van Oranjestad zijn verschillende andere Protestantse kerken of kringen ontstaan en de leden van enkele dezer kerken behoren tot de niet-blanke bevolking. Vooreerst werd in het gebied van de Lago, kort na de vestiging, een prachtige nieuwe Protestantse kerk opgericht. De Community chucch is bestemd voor de Amerikaanse employés. De prediking wordt zodanig ingekleed, dat èn Methodisten én Presbyterianen èn andere gezindten geestelijke bevrediging ontvangen. Een zeer fraaie bibliotheek, waarin de meest belangrijke religieuze werken, is aan de kerk verbonden. De Gereformeerden, die werkzaam zijn bij de politie, bij de N.V. Arend Petroleum Mij. en in andere be¬ roepen, een kleine honderd in aantal, hebben geregeld dienst in Oranjestad. De Gereformeerde predikant van Curagao komt iedere maand over om de diensten te leiden. De prediking geschiedt in het Nederlands, omdat de gemeente bestaat uit Nederlanders, die zich nog maar kort in de West bevinden. Zeer belangrijk is de groep der Methodisten. Deze groep, welke zeer actief is, bestaat hoofdzakelijk uit kleurlingen; zij kwamen naar Aruba van de Bovenwinden. Daar in het Lago-gebied Engels wordt gesproken, voelen zij zich hier thuis en arbeiden hier graag. De Methodistische Zendingskerk zond spoedig een predikant naar deze gemeente; Ds. William J. Barrett, thans op Cura?ao, wist de gemeente aan te vuren om een eigen 31

kerk te bouwen, wat onder rijn opvolger geschiedde. In San Nicolns telt de gemeente 3000 leden; het kin¬ derlijk vertrouwen in hun Heiland doet weldadig aan. Evenals op Curagao kwamen enige honderden Surinamers naar hier om werk te vinden, daar ze in Suriname zelf geen behoorlijk middel van bestaan konden vinden. Zij werken bij de Lago, bij de N.V. Arend Petroleum Mij. en bij verschillende handclsznkcn. Deze kleurlingen, die uitstekend Nederlands spreken, krijgen iedere maand bezoek van de Surinaamse predikant Ds. Doth, die verbonden is aan de Evangelische Broeder¬ gemeente op Curagao. Zijn reis naar Aruba wordt door het Gouvernement betaald. Op de duur zouden deze Surinamers gaarne hun eigen predikant willen hebben. Verder behoren tot de werkkrachten van de Lago vele bewoners van Saba en de Engelse Antillen. Deze belijden o.a. de Anglicaanse godsdienst: hun gemeente heeft een eigen kerk en voorganger in San Nicolas. De dienst wijkt dermate af van die der Methodisten, dat samenwerking van deze twee groepen niet mogelijk is. De Zevende Dagadventisten zijn hier ook aanwezig, zij hebben een voorganger en binnenkort zullen zij hun dienst kunnen houden in hun eigen kerk. De zendelingen van de Scandinavian Alliance Mission of North America hebben evangelisch werk verricht en hebben menigmaal de dienst van de oude Protestantse gemeente geleid; ook de Methodistische predikanten deden dit. De Pinkstergemeente heeft op Aruba meer succes gehad dan op Cura?ao. In Oranjestad heeft ze een eigen kerk en een zeer ijverige voorganger. Aldus wordt door de Methodistische en de Anglicaanse kerk. door de leden van de Evangelische Broe¬ dergemeente. door de Zevende Dagadventisten, door de Pinkstergemeente, door de predikanten van Oranje¬ stad, Piedra Plat en de Lago belangrijk geestelijk werk verricht. Terwijl vroeger geen afstammelingen van Afrikanen op Aruba voorkwamen, is dat thans geheel anders. Verblijdend is het, dat men onder hen ook Pro¬ testanten aantreft. Het is te betreuren, dat de Protestanten nog weinig doen aan maatschappelijk werk. De Rooms-Katholieke kerk heeft dit veel beter begrepen. De Katholieke scholen nemen zeer toe en het onderwijs is in deskundige handen. Het Ziekenhuis op Aruba werd door de Katholieken opgericht; ook het jeugdwerk is bij de Missie in goede handen. Wij mogen dankbaar zijn, dat er nog zoveel geloof wordt gevonden onder de eenvoudigen. De Protes¬ tantse gemeente is niet verslapt in het werk, integendeel, zij heeft een bewonderenswaardige volharding aan de dag gelegd en heeft de vaan omhoog weten te houden met Gods hulp.

DE PROTESTANTEN OP BONAIRE Het aantal Europeanen op Bonaire is altijd gering geweest en daardoor is de gemeente klein. Eerst op 9 Maart 1S47 werd een kerkgebouwtje ingewijd, dat nog te vinden is naast de Openbare School te Kralentjjjk. De dienst werd waargenomen door een godsdienstonderwijzer, de Heer W. F. Meynhardt, die tevens onderwijzer was. Voor zijn geestelijk werk kreeg hij een subsidie van ƒ 200.— per jaar. In 1861 komt de eerste predikant. Ds. W. F. H. Laret, die eerst gestaan heeft op St. Eustatius, maar wegens het verdwijnen van de Gereformeerde kerk aldaar besloot hij zich op de Benedenwindse Eilanden te vestigen. In 1870 verlaat hij Bonaire en hervat de Heer Meynhardt zijn oude functie weer. In 1878 is de Heer M. L. Statius van Eps gods¬ dienstonderwijzer, de Heer Meynhardt was ziekelijk en kon zijn werk niet goed meer verrichten, maar als in 1S52 de Heer Statius van Eps vertrekt, neemt de Heer Meynhardt het beroep van voorganger voor de derde maal over. Van 1887-'89 doet Ds. J. F. Hamelberg vacaturedienst en in 1892 wordt op de begroting een bedrag van ƒ 2-100.— uitgetrokken voor een eigen predikant. De Heer K. Supheert wordt aangesteld, maar gaat in 1900 met verlof om niet weer te keren. Vervolgens doen dienst Ds. W. van den Brink, J. J. Muis, R_ Foppema. Ds. A. van Essen en Ds. J. A. Fricke. Het aantal leden bedraagt honderddertig. Behalve in Kralendijk is er ook een kleine gemeente in Rincon.

DE PROTESTANTEN OP DE BOVENWINDEN Volgens Prof. Dr. L. Knappert was Ds. de Graaf de eerste predikant van de Gereformeerde kerk op Sr. Eostathis. die ongeveer in 1640 naar hier was uitgezonden. Tot in het midden van de negentiende eeuw 32

heeft deze kerk zich gehandhaafd. In 1755 kreeg St. Eustatius een kerkgebouw, dat helaas tijdens de orkaan van 31 Augustus 1772 werd verwoest, doch later werd herbouwd. Als een belangrijk gedeelte van de gemeente zich aansluit bij de Methodisten, dan houdt de gemeente op te bestaan en raakt het kerkgebouw in verval. De Methodisten hebben thans een eigen kerkgebouw en een eigen voorganger. Saba had in 1736 een predikant in dienst van de Gereformeerde kerk. Als de commandeur Johan de Graaff (2 April 1776-1781) in 1777 aan Kirk Patric, een Anglicaanse predikant, verlof geeft zich op dit eiland te vestigen, gaan de Sabanen over tot deze gemeente. Tot op heden zijn de meeste Sabanen leden van deze En¬ gelse kerk. die een mooi kerkgebouw in The Bottom bezit en in Windwardside. De Methodisten kregen geen kans zich op Saba te vestigen. Op. St. Maarten had men naast de Gereformeerde de Episcopaalse kerk. In 1816 telde dit eiland 137 Gereformeerden, 12 Luthersen, 1396 Episcopalen, 11 Presbyterianen, 9 Methodisten en 74 Rooms-KathoIieken. In Philipsburg was een Gereformeerd kerkgebouw, doch als de leden geen predikant meer krijgen, gaan ze over tot de Methodistische kerk. Het kerkgebouw werd gebruikt voor school, schouwburg en ten laatste als logeergebouw. Was voor dertig jaar de bevolking van St. Maarten grotendeels Methodistisch, door het vertrek van hon¬ derden werkkrachten naar Aruba, Curagao en New York is de verhouding ten opzichte van de Rooms-Katholieken als negen staat tot zeven geworden. Dat dit emigreren van de bevolking voor het land een zeer groot nadeel is, behoeft geen betoog. In verband met het ontstaan van de bloeiende Methodistische kerken op Aruba en Curagao is het wel interessant te weten, op welke wijze het Methodisme op de Engelse Antillen is geko¬ men en daarna op St. Maarten en St. Eustatius is gebracht. Het was in 1758, dat Nathaniël Gilbert, bekend redenaar in het Huis der Afgevaardigden van Antigua, onder de invloed kwam van de geweldige prediking van John Wesley, de stichter van het Methodisme, toen hij in Engeland vertoefde. Hij liet zich door hem dopen met zijn twee slavinnen Mary Alley en Sophia Camp¬ bell. Teruggekeerd op Antigua begon hij godsdienstige bijeenkomsten te houden en te evangeliseren. Na zijn overlijden bleef de gemeente van Antigua standvastig in het geloof en door de leiding Gods kwam in 1778 een Methodistische prediker op dit eiland. John Baxter — zo heette deze — vond met zijn prediking dadelijk weerklank bij de bevolking en zo ontstond spoedig een gemeente van 1589 leden. Weer geschiedde iets bijzon¬ ders. Toen op de Kerstmorgen van 1786 genoemde prediker naar zijn eenvoudig kapelletje wandelde, ont¬ moette hij een groep vreemdelingen, die geland waren van een halfvergaan schip, dat nog net bijtijds de haven had kunnen binnenkomen. Eén van die mannen vroeg John Baxter of hij misschien de Methodistische prediker van Antigua kende. Deze deelde de vrager mee, dat hij met hem sprak. Verbaasd keek Dr. Coke op en vertelde, dat hij op weg was naar Nieuw Schotland in Canada om daar de Methodistische gemeenten te bezoeken, maar dat door de hevige stormen het schip zijn koers was kwijt geraakt. Dadelijk werd Dr. Coke ingeleid bij de gemeente en dezelfde dag predikte hij over: „Ethiopië zal weldra zijn hand uitstrekken naar de Eeuwige God". Gedurende twee weken preekte hij tot tweemaal toe op één dag en maakte vervolgens een inspectiereis met Baxter. De reis naar Nova Scotia werd een paar maanden uitgesteld en Coke bleef lang genoeg op het eiland om zich op de hoogte te stellen van de noden der bevolking. Later bracht Dr. Coke verschillende bezoeken aan West-Indië en op tal van eilanden ontstond een sterk verlangen naar het Evangelie. Het Methodisme werd aangenomen op Dominica, St. Vincent, St. Kitts, Barbados, Jamaica, Grenada en ook op St. Eustatius, St. Maarten en andere eilanden. Het bijzondere was. dat de bekeerlingen zelf er op uittrokken om hun rasgenoten te vertellen van de blijdschap, die hun deel was geworden door het geloof in Jezus Christus. Na zijn tweede reis naar West-Indië wist Dr. Coke zoveel ontroerende verhalen te vertellen, dat hij het recht kreeg om voor dit werk te collecteren. Hieruit is in 1813 ontstaan de zeer bekende Methodistische Zendingsvereniging, die zoveel zegen bracht op de aarde. Vóór John Wesley werd opgenomen in Gods Koninkrijk, n.1. vijf jaar nadat Dr. Coke op Antigua was geland, mocht hij het geluk smaken twaalf zendelingen uit te zenden naar de West. John Wesley was een groot tegenstander van de slavernij en heeft Wilberforce, de kampvechter voor de afschaffing der slavernij, telkens geschreven om door te gaan met zijn actie tegen de slavernij, die hij noemde „de som van alle menselijke wreedheden”. De eerste Methodistische prediker, die op St. Maarten kwam, was afkomstig van het dichtbij gelegen 33

eiland Anguilla, dat ook voor een groot deel Methodistisch was geworden. Hij heette „Pacson" ]. Hodge. Een andere was Rev. Jonathan Raynar, die in het jaar 1819 kwam, zoals men kan lezen in het Methodistische zendingsblad. Hodge vond op één der plantages een groep gelovigen bijeen onder leiding van Seys, die uit eigen beweging het Evangelie verkondigde. Hij werd dadelijk als prediker vriendelijk ontvangen. Op St. Maar¬ ten werd het Methodisme ongehinderd toegelaten, terwijl op St. Eustatius en op Saba daarentegen Gouverneur Reinolds het met kracht heeft tegengewerkt. Dr. Coke mocht op St. Eustatius niet preken; hij werd met gevan¬ genisstraf bedreigd. Black Harry, een bekeerde Methodistische kleurling, die met zijn rasgenoten gebeden had, werd wreed afgeranseld en naar het buitenland verkocht. Toch bleef men in stilte doorwerken met het gevolg, dat St. Eustatius nog steeds overwegend Methodistisch is. Het eiland Saba werd ook bezocht door Methodistische baanbrekers. Een zekere heer Brazier, die op St. Eustatius was begonnen te prediken, werd verbannen. Hij ging naar Saba, was daar geliefd doch moest, op last van Gouverneur Reinolds, in 1788 vertrekken, vandaar, dat we op Saba geen Methodisten aantreffen. Het Methodisme op St. Maarten begon aan de zuidzijde bij de Colebay en verspreidde zich over het gehele eiland. Thans vindt men drie Methodistische kerken op het Hollandse en vier op het Franse gedeelte. De be¬ langrijkste kerk is die van Philipsburg. Deze werd gesticht door Rev. W. T. Waymouth, getrouwd met een dochter van Mrs. Illidge, die één der trouwste gelovigen der kerk geweest is. Zij had de diensten van Hodge gevolgd, vermomd als slavin. Mevrouw Illidge en haar man, die een broer was van de Lord Mayor van Londen, waren trouwe aanhangers van het Methodisme. Het huis van de familie Illidge, nu bekend als het „Stenen huis" was in die tijd het middelpunt van de „Society" van St. Maarten. De familie Van Romondt behoorde ook tot de Methodisten. Vooral A. A. van Romondt, die jarenlang de meest vooraanstaande zakenman van St. Maarten was, heeft veel voor het Methodisme gedaan. De grootmoeder van moederszijde van wijlen D. C. van Romondt, Mevr. James du Cloix, beter bekend onder de naam van „Mama James” werd op jeugdige leeftijd bekeerd en was gedurende veertig jaar godsdienstleidster van de kerk. Wegens zwakke gezondheid moest zij haar taak overdragen aan anderen. De ge¬ meente is gegroeid niet alleen door het werk der predikanten, maar vooral door de leken, die gegrepen waren door de Waarheid van Evangelie. Het Methodisme heeft altijd veel belangstelling gehad voor de opvoeding der jeugd. Een bloeiende kleu¬ terschool wordt in stand gehouden in het huis van de vroegere familie Illidge, dat met de pastorie en de kerk op één groot terrein staat. De kinderen der Methodisten bezoeken de Openbare scholen in Philipsburg en in het dorp Mount William Hill. De predikant bezoekt twee dagen in de week deze scholen om godsdienstonderwijs te geven en het gebouw van Mount William Hill wordt 's Zondags gebruikt voor Zondagsschool. De Zondagsscholen wor¬ den gehouden door vrijwilligers, die zich altijd beschikbaar stellen. De jaarlijkse Zendingsfeesten vormen de hoogtepunten in de gemeente. PREDIKANTEN VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE VAN CURAgAO i) 1635 1640—1642 1642—1648 1649 1659—1663 1664—1668 1668—1676 1679—1713 1713 1713— 1726 1714— 1717

FREDER1C VXTTEUS, proponent. In 1639 werd hij weer uitgezonden naar Curagao. ‘) JONAS AERTSZ. JOHANNES CORN. BACKER, ging met Peter Stuyvesant naar Nieuw-Amsterdam. ») CHARLES DE ROCHEFORT. ADRIANUS VAN BEAUMONT. WILHELMUS VOLCKERINGH. PHILIPPUS SPECHT, rector van Kuilenburg, door Doncker ontslagen, was Luthers. NICOLAAS VERKUYL, predikant te voren te Yarmouth, sterft op Curagao 23 Januari 1713. HENRICUS BEIJS. provisioneel, teruggeroepen in 1713. THEODORUS VAN CAMBRON, sterft op Curagao. HENRICUS BEIJS. 2e predikant, voorheen te New York, gest. 1717, gehuwd met Catharina Pietersz. dochter van Thomas Pietersz van Oxford, cornet op Curagao.

J) Deze lijst wijkt af van die van Hamelberg, deel II, blz. 223 en 224 — en gaat tot op heden. — Hamelberg kende enkele kerkelijke bronnen niet. *) Zie acta deputatorum van 1639—1663. Deze bron ontdekte ik in Amsterdam; onbekend bij Prf. Dr. L. Knappert. ») Zie Dr. A. Eekhof. De Hervormde kerk in Noord-Amerika (1624—1664). 1913. 34

1726—1728 1728—1729 1730—1757 1751—1758 1758—1765 1758—1759 1761 1764—1768 1767— 1768 1768— 1784 1770—1783 1784— 1787 1785— 1794 1786— 1787 1789—1790 1796—1799 1800—1808 1810—1816 1816—1825

JOHANNES FERRARIUS, overl. Curagao 6 Juni 1728. NATHAN ERIXSON, voorheen predikant te Woltersum. W1GBOLDUS RASVELT, voorheen predikant op St Thomas, overl. Curagao 20 Dec. 1757. JOHANNES ELLIS, 2c proponent, na overlijden van Rasvelt le predikant. RUDOLF WILDRIK, van 1765-1778, predikant op St. Eustatius. JOHANNES STEPHANUS BRANDS, 2e proponent, op Curagao gestorven. LAMBERTUS LUNTERBOS, 2e proponent, gestorven 13 Juli 1761. WARMOLDUS KUIJPERS, 2e proponent, na Wildrlk le predikant, gestorven 1768. ABRAHAM WIJNGERS, 2e proponent, voorheen te Yzendljke, gestorven 1768. JOHANNES ELLIS, was op St. Eustatius, ging naar Curagao terug, gestorven Curagao 13 Juni 1784. JOHAN CASPER ADOLF QUAST, 2e proponent, voorheen predikant te Schwanenberg. ISAAC ANTHONIE SPORON, predikant, voorheen te Embden, gestorven 1787. RUDOLF WILDRIK, oud-predikant van St. Eustatius, emeritus 1794, overl. Curagao 29 Juni 1794. HERMANUS ARNOLDUS IDEMA, le predikant, gestorven 18 Maart 1787. JOHAN CASPER ADOLF QUAST, oud-predikant op Curagao. Niet lang na zijn terugkomst overleden in Juni 1790. DIONYSIUS JOHANNES GODEFREDUS DE LA HOUSAYE PIETER VAN ESCH. PETER WILL (Engelse predikant). GERARDUS BALTHAZAR BOSCH, die aanblijft tot 1836. In 1825 worden de beide kerken, de Ger. Prot. en de Lutherse gemeente, met elkaar verbonden tot de Verenigde Protestantse Gemeente.

1757—1778 1780—1782 1782— 1783 1783 1783— 1795 1798—1825

JOHAN GEORG MULLER, voordien te Leeuwarden, gestorven Curagao 27 Augustus 1778. GEORGE HENDRIK PFEIFFER. JOHANNES SIMONS. GEORGE FRIEDERICH DENTZEL. FREDERIK HENDRIK QUITMAN. JACOB MULLER, geen familie van Johan Georg Muller.

PREDIKANTEN VAN DE LUTHERSE GEMEENTE VAN 1757-1825

PREDIKANTEN VAN DE VERENIGDE PROTESTANTSE GEMEENTE (Opgericht 24 AprÜ 1825) 1825—1836 1825—1841 1837—1855 1842—1847 1847—1851 1849—1865 1855—1865 1865—1872 1869—1880 1873—1880 1880—1889 1882—1891 1892— 1893 1893— 1902 1896—1902 1906-1915 1908—1918 1917—1927 1922—1947 1928—1932 1933—1939 1942-tot heden 1947-tot heden

GERARDUS BALTHAZAR BOSCH, die vanaf 1816 predikant op Curagao was. JACOB MULLER, die overging van de Luth. gemeente naar de Verenigde Prot. Gemeente, emeritus 1841, overleden Curagao 27 April 1842. CORNELIS CONRADI, daarna naar Paramaribo, aldaar overl. 7 Maart 1876. A. I. K. MEYER. J. H. BETTING. A. I. K. MEIJER. S. VAN DISSEL, daarna naar Paramaribo. G. J. SIMONS, in 1872 op Curagao overleden. J. P. ENGLERTS. F. F. SONSTRAL, daarna naar Nw. Nickerie. J. F. HAMELBERG, na verlof niet teruggekeerd. J. A. TYDEMAN. H. SNEL. A. VAN DER HOEVEN. H. VAN DEN BRINK. M. H. J. BOSCH VAN LOENEN, overleden. W. VAN DEN BRINK. G. J. EYBERS, naar Indonesië gegaan en daarna in Nederland predikant. H. W. ELDERMANS, gepens. na 25 dienstjaren, woont op Curagao. J. VAN DER POL. C. E. H. J. MILET DE ST. AUBIN. J. MIETES. C. G PIJPERS.

LITERATUUR OVER DE PROTESTANTEN Oud-classicaal Archief te Amsterdam; Brieven van Curagao; Register van Kcrkclijke Zaken; Aanstellingen van predikanten. Dissel. Dr. S. van: Kerkhistorisch Archief II, 1859. p. 289-413. Eldennans, Ds. H. W.: Het Protestantisme op de eilanden Bonaire, Aruba en Curagao in Gedenkboek Nederland-Curagao 1634-1934; pag. 192-210. Handschriftelijke bronnen, zie verderop in het boek. Hamelberg. J. H. J.: De Nederlanders op de Westindische eilanden I en II; 1901 en 1903. Knappert. Prof. Dr. L.: Geschiedenis van de Ncderl. Bovcnw. eilanden in de 18e eeuw; 1932. Knappert, Prof. Dr. L..- Geschiedenis van de eerste honderd jaren van de Prot. gemeente in het Gedenkboek Nederland-Curagao 1634-1934; blz. 34-56. Knuttel: De Acta der Zuidhollandsc Synoden van 1621-1700. Krafft, Dr. Ds. A. J. C.: Het Protestantisme op Curagao en op Aruba. De Methodistische kerk van de Engelse Antillen, van St. Maarten en van St. Eustatius in ’t Gedenkboek „Oranje en de zes Caraibische Parelen." 1948.

DE KATHOLIEKEN EN HUN BISSCHOPPEN'1 In 1499 werd het eiland Curagao ontdekt door de Spanjaard Alonso de Ojeda. Enige jaren na deze ontdekking besloot Spanje dit eiland te koloniseren. Zoals toen de gewoonte was, ging kolonisatie samen met de verkondiging van het Evangelie. Het is bekend, dat er Spaanse Paters Hiëronimitanen werkzaam waren, toen Juan de Ampuez (Ampies) directeur was over Curagao in 1526. In 1527 stichtte Juan de Ampuez de stad Coro, die in 1531 diocees (bisdom) werd. Zetelkerk (kathe¬ draal) was toegewijd aan Santa Ana. Waarschijnlijk uit piëteit overgenomen op Curagao (dorpje Santa Ana met kerkje in de buurt van Groot Kwartier). Dit bleef zo tot de verovering door de Hollanders onder van Walbeeck in 1634. Deze trof Lopez de Morla aan als „veedor” (opziener, directeur) en padre Salvador de Cremona als enige priester. Hiermede eindigt practisch het kerkelijk bestuur van de bisschop van Coro (in 1639 verplaatst naar Caracas; Coro was te kwetsbaar; meermalen geplunderd door zeerovers, Franse en Hollandse). Kerkrechtelijk bekeken is de periode van 1634 tot 1776 enigszins duister en onduidelijk. Het zal juri¬ disch wel in orde zijn geweest, want vanaf 1704 wordt Curagao (en in naam ook Bonaire en Aruba) regelmatig gemissioneerd, maar de kennis omtrent deze periode berust meer op gissingen dan op documenten. Wel blijkt, dat sinds 1725 een pater Augustijn, Caysedo de Velasco, hier werkzaam is en de titel voert van Praefectus Missionis. Dus toen stond Curagao (Bonaire en Aruba) zeker niet meer (ook juridisch niet) onder Caracas. Mogelijk en zelfs waarschijnlijk al eerder niet. maar daaromtrent verkeren we nog in volkomen onzekerheid. Trouwens tussen 1634 en 1703 was het Apostolisch prefectschap over deze eilanden een waar¬ deloos geval. Uitoefening van de Katholieke godsdienst was practisch onmogelijk; het eiland was meest zonder priester. Van alle bisschoppen van Coro (resp. Caracas), die juridisch bezien, bisschop waren over de Ben. Eil. is er slechts één aan te wijzen, die zich feitelijk ooit iets aan deze eilanden heeft laten gelegen liggen. Het was pater Juan Manuel Martinez de Manzanillo, een Dominikaan, die in 1580 tot bisschop van Coro benoemd werd. Hij nam bezit van zijn diocees op 19 Nov. 1581. In officiële documenten placht hij te tekenen: Bisschop van Venezuela en de provincie van Caracas en van de eilanden Curagao, Aruba en Bonaire. Hij schijnt ook wel eens op Aruba geweest te zijn. (Tegenwoordig gaat de groei van een kerkprovincie (diocees, bisdom) langs de volgende trappen: Apos¬ tolisch Administrator, Apostolisch Prefekt, Apostolisch Vicaris (die de bisschopswijding ontvangt, doch niet op titel van zijn zetelplaats, maar op titel van een oud opengevallen diocees van Noord-Afrika bijvoorbeeld; hij heet daarom bisschop van „X” in partibus infidelium). daarop volgt Bisschop. Daarom is de missie-bisschop *) De belangrijkste gegevens van de Missie en het overzicht van de laatste vijftig jaar heb ik te danken aan de zeer kundige historicus Pater M. D. L a t o u r O.P. van Willemstad, waarvoor ik zeer erkentelijk ben. Het prachtige werk; „Geschiedenis Missie Curagao" werd ook door hem geschreven.

altijd bisschop i.p.i. en niet bisschop van Willemstad; dit wordt hij wel als het Vicariaat van de Ned. Antillen verheven wordt tot bisdom). In 1725 was Cura;ao dus zeker missiegebied en geen onderdeel meer van het bisdom Caracas. Vandaar dat van toen af steeds sprake is van Apostolisch prefekt, tot Niewindt in 1842 Apostolisch Vicaris werd en de prefectuur ipso facto verheven werd tot vicariaat. Dit wat het kerkelijk bestuur betreft. Omtrent de practische geloofsverkondiging het volgende; Van 1634 tot 1704 was er soms en waarschijnlijk nooit lang achtereen een priester op Cura;ao. Van 1704 tot 1742 werkten hier de Paters Jezuïten. Nooit meer dan twee tegelijk. Ze hadden een hard en armoedig bestaan. Van 1742 tot 1776 werkten hier verscheidene priesters van uiteenlopende nationaliteit. Soms één, soms twee, soms drie. (In deze periode valt de stichting van de Santa Anakerk te Otrobanda; vermoedelijk 1752). Op 14 Febr. 1768 komt hier aan pater Maubach, Minderbroeder Conventueel van de Verenigde Nederlanden. Hij noemt zich Apostolisch Prefekt; sterft echter reeds op 29 Sept. 1769. Hij voltooide de St. Anakerk. Van 1776 tot 1820 werkten hier de Paters Franciskanen van de Verenigde Nederlanden. Op 18 Nov. 1776 kwamen op Cura?ao aan P. Brouwers, P. Luyten en P. van de Vondel. De eerstge¬ noemde was Prefekt van de Missie. Hij schijnt als zodanig afgetreden te zijn in 1790. Op 14 Juni 1790 tekent Pater Schinck als prefekt (ook Franciskaan, sinds 1778 in de Missie werkzaam). Hij is 23 jaar Prefekt geweest; vertrok in Sept. 1810 naar Suriname en stierf aldaar in 1814. Zijn opvolger te Curagao als Prefekt was de oude Pater Pirovano, sinds 1787 alhier werkzaam. Overleden 1820 op Aruba. Van 1820 tot 1824 bestuurloze overgangsperiode. Enkele Spaanse priesters (o.a. Robles en Sanchez) hou¬ den op eigen houtje de missie gaande. Van 1824 tot 1868 werkten hier de Nederlandse wereldheren, geholpen door enkele Paters van verschil¬ lende Orden. Aankomst pastoor Martinus Joannes Niewindt met kapelaan Bernardus Eisenbeil 27 Aug. 1824. Niewindt heeft de titel van Apostolisch Prefekt; wordt in 1842 gewijd tot Bisschop van Cytrum i.p.i. en bestuurt de Missie van Curagao als Apostolisch Vicaris; sterft 1860; laat de Missie na als een goed georganiseerde, voor die tijd bloeiende kerkprovincie. Zijn opvolger was Mgr. Joannes Fredericus Antonius Kistemaker (ook wereldheer, saeculier priester, d.w.z. geen Orde-geestelijke, geen Pater). Vertrekt 1864 wegens ziekte naar Nederland; treedt 1866 af om gezondheidsredenen; bewerkt in Rome, dat de Missie toevertrouwd zal worden aan een religieuse Orde. Op 9 Juli 1868 verschijnt een officieel Decreet van de Congregatie „de Propaganda Fide" (Pauselijke Missiecentrale te Rome), waarbij de Missie van Cura^ao toevertrouwd wordt aan de Nederlandse Paters Dominikanen. In 1870 beginnen de werkzaamheden van de Dominikanen. Op 10 Juli 1870 aankomst van Mgr. Petrus Alexius Henricus Josephus van Ewijk met drie Paters en een Broeder. Deze bestuurt de Missie tot zijn dood 18 Mei 1886. Opgevolgd door Mgr. Ceslaus Henricus Jacobus Reynen. bij Breve van 24 Aug. 1886, tot zijn dood op 9 Mei 1887. Opgevolgd door Mgr. Alphonsus Maria Joosten, bij Breve van Oct. 1887, tot zijn dood op 18 Dec. 1896. Opgevolgd door Mgr. Jacobus Joannes Ambrosius van Baars, bij Breve van 15 Febr. 1897, tot vlak voor zijn dood (ontslagen op eigen verzoek wegens ziekte), op 13 Febr. 1910; overleden 25 Maart 1910. Opgevolgd door Mgr. Michael Gregorius Vuylsteke, bij Breve van 20 Juni 1910, tot zijn dood op 4 Augustus 1930. Opgevolgd door Mgr. Petrus Innocentius Ver riet. bij Breve van 13 November 1931, tot zijn dood op 10 Maart 1948. Opgevolgd door Mgr. Antonius Lewis Jacob Thielen van der Veen Zeppenfeldt. bij Breve van 26 Nov. 1948 tot heden. Deze is de eerste Missiebisschop geboortig van de Nederlandse Antillen (Aruba). De laatste vijftig jaar zijn van zeer grote betekenis voor het Katholicisme geweest. Pater M. D. Latour schrijft: „Om enig denkbeeld te geven van de armoede van de Curagaose plattelandsbevolking in die dagen, geven we hier het verhaal weer van een Missionaris, dagtekenend van 1900. We lichten slechts de hoofdzaken uit zijn breed relaas. Gekleed in korte zwarte jas en rijbroek, trok hij te paard zijn parochie in. voorafgegaan door zijn huisknecht, tevens staljongen, een pikzwarte knaap op een ezel. Op een plantage aangekomen, vindt 37

hij een groep eenvoudige hutten, waarvan hij bijna alle bewoners en bewoonsters bij naam en toenaam kent. Alles komt naar buiten en informeert naar de gezondheid van de Pastoor, of prijst hem om zijn dikte, want dik en mooi betekenen hetzelfde en als men dik genoemd wordt, geldt dit steeds als een compliment. Een schaar armoedige kinderen, in vuile kapotte kleren, draaft om de Pastoor heen en loopt mee van het ene huisje naar het andere. Weet u, hoe die huisjes gemaakt worden? Op een oppervlakte van ongeveer vijf bij drie meter heeft men, zowat drie kwart meter van elkaar, zware boomtakken, recht of krom, zoals ze te vinden waren, van ongeveer 2\A meter lengte, in de harde grond geplant; daartussen heeft men, openingen latend voor enkele kleine vensters en twee deuren, groene taaie takken van de wilde kalebasboom gevlochten: deze soort wand is van buiten vol gesmeerd met klei, waar ook de huisvloer van is, en de binnenkant met koemest, wat goed is tegen de mieren. Als er dan nog enkele centen over waren, wat lang niet altijd het geval was, heeft men over de bepleistering witkalk gestreken. Dat dergelijke muren maar enigszins effen of gelijk zouden zijn, is niet te verwachten; evenmin, dat de vloer of de vensters haaks zouden zijn. De kromme binten boven op de muren, ook al ruwe takken, evenals de dunnere dakspanten, zijn met geteerd touw stevig aan de onderbouw beves¬ tigd. Op de spanten komt een latwerk, bestaande uit de dikke, harde nerven van de reusachtige cocosbladeren en daaroverheen komt een flinke laag maïsstro, die regen en zon buiten houdt. Een architect kwam er niet aan te pas; ieder bouwde zijn eigen huis met behulp van buren of familieleden. Jammer, dat men niet iets meer rekening hield met de gemiddelde lengte van een mensenlichaam, want honderd tegen een, dat u een paar bulten oploopt, als u niet luistert naar de waarschuwing om te bukken bij het binnentreden en bij het rondlopen in huis, want ook de binten liggen meestal te laag. Het tóch al niet te grote intérieur is nog in tweeën verdeeld door een beschot van oude kistplanken. Het grootste vertrek heet „zaal" en dient ’s nachts tevens tot slaapvertrek van het kleine grut, dat naast elkaar op de vloer slaapt. De kleinere ruimte is slaapkamer voor de ouders, die op een uitgerold matje slapen of in het beste geval op een soort veldbed, overspannen met zeildoek. Er is vaak niet eens een tafel in huis, wel een bank en enkele kreupele stoelen; ook geen kasten, maar een of twee koffers, waarin alles bewaard wordt: glaswerk, keukengereedschap en kleren. Heiligenprenten en beeldjes vindt men er meer dan men verwachten zou. Meest zijn het geschenkjes van de Pastoor of van de Zuster op school, soms ook zijn ze gekocht voor de laatste spaarcenten van de rondreizende Arabier, die rode en groene haarkammen ventte, goedkope odeur en prentjes, en die strohoeden opkocht. Het eenvoudig eten, bijna dagelijks hetzelfde, bestond uit gekookt maïs¬ meel. soms met een stukje gezouten vlees of gezouten vis. De Pastoor klampte een man aan van ongeveer vijftig jaar. „Zeg, Pedro, ik heb je in geen tijden meer in de kerk gezien; ben je ziek geweest?" „Nee, Pastoor, maar ik kon niet komen, werkelijk niet.” Pedro, de eeuwig opgewekte, met zijn onafscheidelijke brede lachmond, kijkt nu diep ernstig, hij loert voorzichtig eerst over zijn linker-, dan over zijn rechterschouder en met een schichtige trek in de ogen fluistert hij de Pastoor in het oor: „Kom eens mee in huis. dan zal ik het u zeggen." Hij troont de Pastoor mee naar het slaapvertrekje achter het houten schotje en wijst hem op een witte broek, die over de dakbint hangt en nodig in de wastobbe moet. „Kijk. Pas¬ toor. ik heb niet graag dat anderen het horen, maar u mag het wel weten. Deze broek moeten mijn zoon en ïk beiden gebruiken, als we naar de kerk willen, daarom kan er maar een van ons gaan, en ik woon te ver om naar de tweede mis te gaan, als mijn zoon uit de eerste thuis komt. Soms is de broek in de was en dan kunnen we geen van tweeën gaan." „Als het zó staat, zei de Pastoor, stuur dan je zoon van de week maar eens bij me aan, dan zal ik hem een lap meegeven voor een tweede broek en geld voor het maken ook." „Masha, masha danki. Pastoor, majan mes mi ta mandé" (Hartelijk dank. Pastoor, ik stuur hem morgen direct) zei Pedro. en de brede, vrolijke grijns stond weer op zijn donkere toet, van zijn linker- tot zijn rechteroor. Twee hutten verder was het een meisje, dat onmogelijk op school kon komen, omdat ze geen jurkje had. De volgende dag was de Pastoor óók een lap goed voor een jurkje kwijt. In het laatste hutje had een jonge moeder, gedachtig aan de lessen van de Priester over kiese kledij, haar oudste blaag van zes jaar gauw in vaders hemd gestoken, dat een halve el achter hem aansleepte, ondanks het touwtje om zijn middel. De moeder zelf had zich gewikkeld in een afgedankte Nederlandse vlag, die vroeger op het Huis van de plantage-eigenaar prijkte. Deze lachwekkende kostumering kostte de Pastoor natuurlijk weer een aalmoes.

Laat dit voldoende zijn en laten we maar niet spreken over buitengewone rampen als hongerssnood bij¬ voorbeeld. En ondanks de bittere armoede speelde Mgr. Van Baars, in 1897 tot bisschop benoemd, het klaar om in 1898 een nieuwe kerk te bouwen op Westpunt, ter vervanging van de oude; een nieuwe parochie te stich¬ ten te Montagne, met kerk en pastorie in 1899; een nieuwe kerk te bouwen op de fundamenten van de vorige, bouwvallige kerk te Santa Rosa in 1901; en op Aruba een nieuwe parochie te stichten te Savoneta, ter verlich¬ ting van de enorme parochie van Santa Cruz. Sint Eustatius kreeg een schooltje en Zusters Dominikanessen en op Sint Maarten werd het bijkerkje, tevens school, van Simsons Bay, twee maal vergroot en gerestaureerd. In 1902 werd de kathedraal grondig gerestaureerd en in 1909—1910 kwam er een nieuw dak op en een nieuwe plafonnering. De oude pastorie werd afgebroken en door een nieuwe vervangen. Oude kerkjes werden door nieuwe vervangen op Saba (1906), in Rincón op Bonaire (1908) en op Sint Eustatius (1910). Hoe de Bisschop met de beperkte financiële middelen al deze uitgaven dekte, blijft zijn geheim en dat van de duizenden Nederlandse weldoeners, wier rechterhand blijmoedig gaf, zonder medeweten van de linker. 16 Juni 1909 vertrok Mgr. wegens ziekte naar Nederland. Op 13 Februari 1910 ontving hij op eigen verzoek ontslag als Apostolisch Vicaris van Curagao; op 25 Maart, Goede Vrijdag, van hetzelfde jaar ging hij tot een beter leven over. Mgr. was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw; welke onderscheiding sinds Mgr. Niewindt aan geen Ap. Vicaris alhier meer was toegekend. 10 Juni 1910 werd de Dominikaner pater Michael Gregorius Vuylsteke benoemd tot bisschop. Deze was toen 41 jaar oud en sinds 1896 werkzaam in de Missies van Curagao en Portorico. De Apostolische Breve van de benoeming draagt de dagtekening van 10 Juni 1910. Bij een andere Breve, onder dezelfde dagtekening, werd de Ap. Vic. benoemd tot titulair Bisschop van Charadrus in partibus infidelium. Bij het aanvaarden van zijn ambt stond Curagao op de drempel van een nieuw tijdvak. Mgr. Vuylsteke heeft de bittere armoede zien wijken voor een sterke economische opbloei. Het eerste jaar voorspelde niet veel goeds. Maandenlang viel er geen druppel regen, het gras verbrandde op de gloeiende steengrond, het vee viel versmachtend neer langs de weg. De mensen zagen hun laatste mondvoorraad wegslinken; ondervoedingsziekten sleepten hele huisgezinnen ten grave. Vooral op Aruba en Bonaire was het volk aan al de ellende van de hongersnood prijsgegeven. Hartverscheurende noodkreten uit het overzeese gebied bereikten het Moeder¬ land. Als naar gewoonte hielpen de Nederlanders krachtig. Hare Majesteit werkte persoonlijk mee aan het strengelen van heideruikertjes, die op Koninginnedag de kapitale som opbrachten van ƒ 14.000.—. Een oproep in de Katholieke bladen had tot gevolg, dat duizenden guldens voor de ongelukkigen werden bijeenverzameld, terwijl de St. Dominicuspenning, blijkens zijn verslagen, verdubbelde bijdragen in de schoot van de armen stortte. In zijn Vastenbrief van 1917 schreef Mgr. nog:„De armoede, die hier algemeen heerste, en bij velen nog heerst, is ook een van de oorzaken van de achterstand op geestelijk gebied. Om de armoede te ontgaan, zwerven honderden onzer mannen in den vreemde rond tot groot nadeel voor zich zelf en van hun familie. Om de armoede te ontgaan zijn de mannen genoodzaakt geworden te gaan werken op plaatsen, waar zij geloof en goede zeden verloren. De armoede is oorzaak, dat nog zeer jonge kinderen van vijf tot twaalf jaar aan het werk worden gezet, dus op een leeftijd, dat zij nog naar catechismus en school moesten gaan. Wij vermanen de Geestelijken derhalve niets onbeproefd te laten om het volk uit de staat van armoede op te heffen." Tussen 1915 en 1920 werd de uittocht zo groot, doordat er werkelijk duizenden naar de suikerplantages van Cuba vertrokken, aangelokt door de hoge lonen. Op een gegeven moment was ruim 50 % van de Curagaose arbeidskrachten in het buitenland werkzaam. In Mei 1920 maakte Mgr. er een aparte reis voor naar Cuba, om de vele Curagaose arbeiders te bezoeken, toe te spreken en te zien, hoe zij behandeld werden. Hoe snel zou dit alles veranderen. Nadat in Venezuela, het onmetelijke vasteland tegenover Curagao en behorende tot Zuid-Amerika, petroleumvelden waren ontdekt, werd op verschillende plaatsen, o.a. door Maatschappijen beho¬ rende tot het Koninklijke Shellconcem, de exploitatie daarvan begonnen. Om de zeer nabije ligging en de buitengewoon gunstige conditie van de grote natuurlijke haven, koos men Curagao als overscheephaven, waar grote schepen met gemak kunnen binnenvaren en aanleggen. De Venezolaanse havens n.1. die bij de olievelden liggen, zijn wegens enkele grote zandbanken, slechts te bereiken voor schepen van ongeveer drieduizend ton laadvermogen. 39

In 1915 begon men reeds olie te raffineren op Curagao en zachtjes aan ontwikkelde zich op ons eiland een der grootste raffinaderijen ter wereld, tegenwoordig overal bekend als de C.P.I.M. (Cura?aose Petroleum Industrie Maatschappij), op Curagao aangeduid met de korte naam „Isla". Dit woord betekent eiland en was de naam van een schiereilandje in het Schottegat, de grote binnenhaven van Curagao, waar de Maatschappij haar eerste gebouwen en tanks plaatste. De werkzaamheden breidden zich uit in Amerikaans tempo; terrein op terrein werd volgebouwd met fabrieksinstallaties tot het zuiveren, destilleren en kraken van de petroleum, kisten- en blikfabrieken, kantoorgebouwen, tanks, employé's- en arbeiderswoningen, hotel, clubs, school, enz. Er verrees een „Emmastad”. Is het morele peil van de eilandenbevolking gedaald onder invloed van de duizenden, ja tienduizenden vreemdelingen, die sindsdien zich hier zijn komen vestigen? Daar is niet zo gemakkelijk een radicaal en positief antwoord op te geven. Het valt niet te ontkennen, dat het vooral in de eerste jaren duidelijk bleek, dat vele benen de weelde niet konden verdragen. Er werd door velen met geld gesmeten op een vaak zeer onredelijke en weinig verheffende wijze, dikwijls nog meer door de vreemdelingen, dan door de inlanders. Toen men meer aan de nieuwe toestand gewend raakte, veranderde er veel ten goede. Velen begonnen te sparen om een eigen huisje te kunnen bouwen, en dan geen van takken en klei. maar van steen, met een pannendak. Het aantal huwelijken steeg en naar verhouding nam het aantal onwettige samenlevingen af. Te Pietermaai was ruim twintig jaar geleden 60 % van de dopelingen „onecht", in 1946 was 60 % „echt". Op de buitendistricten is het verschil nog opvallender. Te Jan Doret was in 1927 het percentage onechten 61 %, in 1940 ongeveer 25 %. Het is gevaarlijk te concluderen uit statistieken alleen, als men de achtergrond niet kent, maar schrijver dezes kent de achtergrond wèl. De Bisschop propageerde de veelvuldige H. Communie en schreef reeds spoedig; „Tot onze grote vol¬ doening mogen wij zeggen, dat gij niet doof zijt gebleven voor de stem van uw herders. Sedert de afkondiging toch van het Pauselijk Decreet is het aantal communies in het Vicariaat belangrijk toegenomen, in sommige parochies verdriedubbeld, dank zij de eendrachtige medewerking der Geestelijkheid”. De geweldige toename van het aantal inwoners stelde de Bisschop voor de zware taak om verschillende nieuwe parochies te stichten bij de bevolkingscentra, die op vroeger onbewoonde plaatsen oprezen. In 1918 werd een nieuwe kerk in gebruik genomen op het gewezen landgoed San Mateo, toenmaals liggend aan de grens van de stad. In minder dan geen tijd lag deze kerk echter in het centrum van een nieuwe stadswijk. Reeds in April 1930 zag Mgr. zich verplicht te beginnen met de bouw van een nieuwe parochiekerk te Wishi (Juicio), destijds de verstafgelegen wijk van de parochie San Mateo. In 1927 kreeg Jan Doret, op onge¬ veer 7 km. ten Westen van de stad. een eigen parochiekerkje van voorlopig karakter. Nü staat er een aardig betonnen kerkje met vierhonderd zitplaatsen. Groot Kwartier werd de parochie voor de katholieken van de Isla. In 1926 bouwde de Maatschappij een eigen kapel op het terrein Asiento; in 1929 verscheen een houten kerkje op Groot Kwartier. Later zou het eerste verdwijnen, omdat de Maatschappij het terrein voor andere doeleinden nodig had en het tweede zou vervangen worden door een grote, nieuwe, mooie kerk van beton. In Januari 1924 werd een nieuwe, ruime kerk gebouwd te Janwe (Njangwe) ten Oosten van het stadsdistrict en deze parochie neemt nog dagelijks in omvang toe. Op 27 April 1925 staat het eerste doopje opgetekend door de Pastoor van de nieuwe parochie van de Zoete Naam te Soto, in het westelijk gedeelte van Cura?ao; deze kerk draagt nog steeds een voorlopig karakter. De oude kerk van De Noord, Aruba, was bouwvallig en was tevens te klein geworden, werd in 1916 vervangen door een nieuw gebouw. Drie jaar later kreeg ook Oranjestad op Aruba een nieuwe kerk, daar het verzakte oude gebouw niet meer deugde. In 1929 werd een houten kerkje in gebruik genomen te San Nicolas, op Aruba, waar de Lago Oil and Transport Company een soortgelijke welvaart bracht als de Isla op Cura;ao. Wij vermelden reeds de ijver van de Bisschop voor het bevorderen van de veelvuldige communie. Hij richtte daartoe Eucharistische mannenbonden op, voerde de wekelijkse kindermis in op Zaterdag, bevorderde de viering van de eerste Vrijdagen van de maand ter ere van het H. Hart van Jezus, richtte de Broederschap op van de Zalige Imelda en de Eucharistische Kruistocht, die in 1927 op het St. Martinusgesticht (R.K. Meisjes¬ mulo) tot stand kwam. Ook trachtte de Bisschop de mensen aan het verstand te brengen, dat, nu hun tijd van ontbering achter de rug lag, zij ook zelf moesten leren bij te dragen voor het Missiewerk. Daarom werd in 40

1926 de Mgr. Niewindtstichting opgericht, welke ten doel had de Bisschop te helpen in het bouwen van nieuwe kerken. Onverwacht kwam aan dit hoogstverdienstelijke leven een treurig einde. Uitgegleden over een bananen¬ schil, brak Mgr. zijn heup en overleed, na een langdurige en zorgvuldige behandeling op 4 Augustus 1930. aan zijn opvolger een geheel ander Curagao achterlatend, dan dat waarvan hij zelf de geestelijke leider in 1910 werd. Op 6 Januari 1932 vond de bisschopswijding plaats van Mgr. P. I. Verriet in zijn vroegere parochiekerk in zijn geboorteplaats Venlo. In Mei van hetzelfde jaar zette hij voet aan wal op Curagao, waar hij reeds sinds 1909 als Missionaris werkzaam was geweest. De materiële vooruitgang van Cura^ao duurde voort en breidde zich nog uit, evenals op Aruba. Een tijd van weelde is echter een moeilijke tijd voor innig geloofsleven. De kerkgebouwen met hun diensten kregen zware concurrentie van de hier en daar oprijzende bioscopen; men gaat liever voor geld naar de bioscoop, dan gratis naar het lof! Het aantal cafés en restaurants nam toe, bad¬ plaatsen werden steeds drukker bezocht; de weelde werkte de zucht naar vermaak steeds meer in de hand. Mgr. heeft op alle wijzen getracht zijn Katholieke jeugd in handen te houden. Wat maar enigszins georga¬ niseerd kon worden, werd georganiseerd. Hij bevorderde het werk van de schoolretraites, richtte een Katho¬ lieke Jeugdcentrale op in 1934, die zoekend en tastend tracht te weten te komen, welke vorm van jeugdbewe¬ ging voor deze eilanden het beste is. Padvinderij en Jonge Wacht doen hun best voor de jongens, voor de meisjes bestaan de Katholieke Jonge Meisjes en de Zonnekinderen. In 1938 ontstond een club voor oudleerlingen van het St. Martinusgesticht „Veritas”; terwijl eveneens voor oudleerlingen van het St. Vincentiusgesticht te Scherpenheuvel en van Huize Don Bosco te Brakkeput verenigingen in het leven geroepen werden. Clubgebouwen verrezen allerwegen in de Missie. Een R.K. Sportcentrale kwam tot stand in 1939. terwijl het jaar daarop een tennisbaan en een groot sportveld in gebruik werden genomen. Parochieblaadjes verschenen, als Catholic NewsbuIIetin, Klok di Santa Famia, een R.K. Clubblaadje als EI Centro, jeugdblaadjes als Adilanti, Hou en Trouw, De Lasso; een hoogstand cultureel blad. Lux, verscheen in 1943 en kwam om de twee maanden uit; „De Rots" wordt maandelijks toegezonden aan alle katholieke Nederlanders. Een serie boekjes verscheen in de volkstaal, onder de naam van Mi Biblioteca Papiamento. De radio bracht zijn Katho¬ liek kwartiertje, het ziekenhalfuur, de hoogmisuitzendingen. Er wordt tegenwoordig gepreekt in het Nederlands, Papiaments, Spaans, Engels en Portugees. In 1940 begon de oorlog veel werk te bemoeilijken. Het Missiepersoneel ontving geen verse krachten en verloor vele krachten door ziekte en dood. Van het oprichten van nieuwe parochies, noodzakelijk wegens het snel en voortdurend toenemen van de bevolking, kon helaas niets komen. De oude kerk van Santa Cruz op Aruba werd vergroot en verfraaid; het kerkje van Westpunt op Cura^ao werd grondig gerestaureerd en die van Barber werd kort na het eeuwfeest van die parochie, uitgebreid, verfraaid en van een toren voorzien. In 1935 werd het houten kerkje van San Nicolas, Aruba, vervangen door een grote moderne stenen kerk en in Januari 1938 kon ook te Jan Doret een nieuw stenen kerkje in gebruik genomen worden. In April 1937 zag de Directie van de C.P.I.M. zich gedwongen de kapel op haar terrein af te breken. Het houten kerkje van Groot Kwartier, het enige kerkje in de omtrek, was toen hopeloos onvoldoende om de mensen gelegenheid te bieden tot mishoren. Mgr. Verriet liet er een grote moderne kerk bouwen, die reeds in April 1939 ingewijd kon worden. De stadskerken werden veel verfraaid, waarbij de Pastoors goed geholpen werden door hun parochianen; de kerk van Montanje werd vergroot, evenals die van Santa Maria. Veel goed werk werd ver¬ richt door de R.K. Militaire- en Zeemanshuizen, vooral in de moeilijke oorlogsjaren. Wij hopen enig idee gegeven te hebben van de toestanden vijftig jaar geleden en van de ver¬ anderingen, die er plaats grepen tot op de huidige dag. De hedendaagse Curagaose jonge man. die leest hoe zijn land er aan toe was, minder dan één mensenleeftijd geleden, zal zich bijna niet kunnen voorstellen, dat zijn ouders ieder dubbeltje drie maal moesten omkeren, vóór zij het uitgaven. Hij komt op Zondagmorgen ter H. Mis in een keurig gewassen, gesteven en gestreken wit pak, met zorgvuldig gekamde en gepommadeerde haren, gewapend met vulpen, horloge en lefdoekje en de charmante jonge dames wedijveren in smaak¬ volle kleding volgens de laatste modebladen van Montgomery. Nieuwe onderwijzeressen, na de oorlog uit Nederland hier aangekomen, staan verbaasd over onze grote, moderne schoolgebouwen, vol goed geklede en verzorgde kinderen, die van „een noodlijdende Kolonie" zelf nooit gehoord hebben. Het verhaal van een Pastoor 41

in rijbroek zou een lachstonn verwekken in de klas, want sinds 1930 heeft iedere Pastoor een auto om zijn parochianen te bezoeken. Zijn reis gaat niet meer langs ruwe wegen, want het eiland ligt nu gevangen in een bewonderenswaardig net van goed onderhouden asfaltwegen. En toch ... Bij het vele mooie en goede dat welvarend Curacao nu, na vijftig jaar, te zien en te bewonderen biedt, ontbreekt er nog veel, valt er nog veel te doen. De nieuwe tijd bracht nieuwe zorgen en nieuwe behoeften. De goede wil en het nodige enthousiasme zijn nog steeds aanwezig.”

DE KATHOLIEKE KERKEN EN PAROCHIES Van 1526 tot 1634 een hutkerkje in een dorp ter hoogte van Groot Kwartier. Van 1634 tot 1732 indien mogelijk in het woonhuis van de aanwezige priester. Van 1732 tot 1827 practisch uitsluitend Santa Ana te Otro-

Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie Parochie

Parochie Oranjestad. Aruba, stichtingsjaar . 1825 Parochie San Bemardo. Kralendijk, Bonaire . 1827 Vanaf 1827 ook elke Zondag dienst te Barber. Parochie Barber officieel opgericht . 1832 Parochie van Santa Rosa . 1838 Parochie van Santa Maria . 1847 Parochie San Willibrordo . 1849 Parochie Westpunt . 1849 Parochie Santa Cruz op Aruba . 1853 Parochie Rincón, Bonaire . 1853-1858

van Pletermaal . De Noord, Aruba . Montanjc . Sabancta, Aruba . Santa Famllla . Janwe . Soto . Jandoret . Groot Kwartier . San Nicolas, Aruba . Juicio . Paradera. Aruba .

1870 1878 1900 1900 1918 1924 1925 1927 1929 1929 1931 1949

Bovenwindse Eilanden: St. Eustatius en St. Maarten krijgen in 1841 missionarissen. De pastoor van St. Eustatius nam voorlopig ook Saba waar.

VOORNAAMSTE JAARTALLEN IN VERBAND MET DE MISSIE 1531 Bisdom Coro opgericht. 1580 Bisschop van Coro dient het Vormsel toe op Aruba. 1634 Bij de komst van de Hollanders vertrekt Pater De Cremona naar Venezuela. Cura?ao zonder priester. 1661 Een wet tegen priesters, die zonder verlof op het eiland blijven. 1750 Aruba heeft geestelijk contact met Venezuela, Spaanse priesters; de rozenkransdevotie bloeit er. 1772 De katholieken van Curagao wenden zich tot de Hollandse geestelijkheid om een priester. 1780 De Paters Franciskanen gaan ook werken op Aruba en Bonaire. 1781 St. Eustatius een parochie van 500 katholieken. 1 782 Doop van Pedro Luis Brion. 1795 Pater Schinck onderhandelt met de leiders van de slavenopstand: Toela en Karpatha. 1800 Wegtrekkende Franse troepen beroven de kerk van Santa Ana. 1810 De Engelse tussenregering gelast bid- en dankdagen en geeft verlof tot verfraaiing van de kerk op Otrabanda. Men begon o.a. een toren te bouwen, die nooit voltooid werd. 1817 Pater Stoppel wendt zich buiten de Prefekt van de Missie om tot de Koning om verbetering van de toestand van de slaven. Hevige verontwaardiging bij het Bestuur. 1818 Pater Stoppel wordt verbannen, maar sterft aan de gele koorts, voor het verbanningsbevel hem bereikt. 1823 Mgr. Cornelis Ludovicus, baron van Wijkerslooth wordt benoemd tot Missie-procurator voor W.-Indië. 1826 Catechismus verschenen in het Papiamento. 1827 De Bovenwindse Eilanden worden toevertrouwd aan de zorgen van de Apostolisch Vicaris van Cura?ao. 1842 Aankomst van de Eerw. Zusters van Roosendaal in de Missie. 1844 Actie tegen Mgr. Niewindt; hij wordt ontslagen uit de schoolcommissie. 1855 Oprichting hospitaal St. Elisabeth. 42

1856 Eerw. Zusters van Breda komen op Curagao en worden successievelijk belast met de zorg voor de zieken, melaatsen en krankzinnigen. Mgr. Niewindt wordt belast met het geestelijk bestuur van de Dominicaanse Republiek. Meisjeskostschool geopend op Habaai, „Welgelegen". Papiaments woordenboekje van Mgr. van Ewijk verschijnt. Grote orkaan; krankzinnigengesticht op het Rif volkomen verwoest: enkele Zusters komen om. Oprichting St. Jozef Gezellen Vereniging. Kort daarop is als hun verenigingsgebouw de „Club di San Hose" gebouwd. Oprichter Pater Ludovicus Jansen. 1884 „Amigoe di Curagao" opgericht (Pap. en Ned), R.K. weekblad. 1885 Pater Reynen (later Bisschop) opent R.K. Jongensschool. 1885 Weeshuis geopend door pastoor Frie te Santa Rosa. 1886 Komst Fraters van Tilburg voor onderwijs R.K. mannelijke jeugd. 1890 Komst Zusters Dominikanessen. 1898 Groot Seminarie geopend in nieuw gebouw op de plantage Scherpenheuvel, voor de opleiding van pries¬ ters voor het diocees van Merida, Venezuela. Seminarie staat onder leiding van de Nederlandse Paters Dominikanen. 1902 Hoedenvlechtschool op Habaai (Welgelegen; meisjesweeshuis). 1905 Oprichting Coöperatie Winkelvereniging en Nijverheid door Pater v. d. Pavert. 1908 Oprichting „Hospital St. Rosé" op St. Maarten (Philipsburg). 1919 St. Vincentius Stichting opgericht (Scherpenheuvel, weesjongens en voogdijkinderen). 1920 Komst van de Eerw. Zusters van Schijndel (S. Rosa, Montanje, Pietermaai, Steenrijk). 1921 Oprichting R.K. Volksbond (door Pater P. I. Verriet). 1926 C.P.I.M. bouwt een kapel ten behoeve van de R.K. arbeiders en employé's op Rio Canario (gesloopt 1937). 1934 Oprichting R.K. Jeugdcentrale. 1936 Oprichting R.K. Ambachtschool; oprichting R.K. Partij. 1937 Aankomst Broeders van Christelijke scholen (Aruba) en Kruisvaarders van St. Jan (Werkkamp school¬ vrije jeugd Brakke Put Ariba). 1939 Oprichting R.K. Sportcentrale. 1940 Meisjespensionaat Welgelegen opgeheven wegens oorlog: wordt tijdelijk kazerne. 1941 „Amigoe di Curagao" wordt dagblad. Wit-Gele Kruis opgericht voor wijkverpleging en zuigelingenzorg, ouden van dagen, enz. 1948 De eerste Arubaanse Missiebisschop Mgr. A. van der Veen Zeppenfeldt. 1859 1867 1875 1877 1882

LITERATUUR OVER DE MISSIE Cronljk van de R.K. Missie van Curagao, in bezit van de Apostolisch Vicaris. Godsdienstige toestand op Curagao 1634-1742 (Historische Tijdschrift 1930-1931) door P. A. Euwens O.P. Gepriviligieerde Priesters op Curagao. 1704-1741 (Studiën, 39e Jaargang, deel 86). Kerkelijke toestand op Curagao. 1742-1776 (Dagblad Amigoe di Curagao, 5, 6, 7 Oct. 1942) door W. M. Brada O.P. Minderbroeders der Germania Inferior op Curagao, 1776-1820 (Collectanea Franc. Neerlandica. Den Bosch 1931) door A. Meersman O.F.M. Monseigneur Martinus Joannes Niewindt, 1924. door G. J. M. Dahlhaus O.P. Gouden Jubileum der Dominikaner Missie op Curagao, 1920, door enkele Paters en Fraters. Barber, de oudste buitenparochie van Curagao, 1832-1932, door P. A. Euwens O.P. Na vijftig jaar, 1936, uitgegeven bij gelegenheid van het vijftigjarig verblijf van de Fraters van Tilburg in de Missie van Curagao. Honderd Jaar Beschavingsarbeid (Santa Rosa 1828-1928; Koloniaal Missie Tijdschrift, afl. Febr. en Maart 1938) door M. D. Latour O.P. Geschiedenis van het Elisabcths Gasthuis, 1905, door Jac. v. Baars O.P. Het St. Elisabcths Gasthuis op Curagao, 1855-1930, door P. A. Euwens O.P. Honderd Jaar, 1842-1942 (Gedenkboek van de Soeurs van Roosendaal) door Soeur M. Bathilde. Geschiedenis Missie Curagao door enkele Paters Dominicanen. Uitgegeven door het Provinciaal Vicariaat der Paters Dominicanen op Curagao. Drukkerij Scherpenheuvel, 1945. 43

ten tegen de gouverneur Van Liebergen ingébracht door een zekere Van Erpecum op Curagao; laatstgenoemde beschuldigde de gouverneur ervan, dat hij de slaven van de Compagnie aan de bouw van de synagoge had doen werken en ook aan het omheinen van de plantages van particulieren, voornamelijk aan die van de Joden. De nieuwe stenen synagoge werd in een der toenmalige hoofdstraten, (later genaamd de Kerkstraat) van Willemstad gebouwd en werd op Paasavond 1692 ingewijd. De hoeksteenlegging was nog gebeurd onder leiding van Hazan David Raphael Lopez da Fonseca, en wel de eerste marmeren steen door Mordechay Alvarez Correa, 1) de 2e door Samuel de Casseres, de 3e door Jacob Hizkiaho Morea en de 4e door Manuel Hizkiaho Levy. Bovendien waren er nog 2 stenen - één bij elke pilaar - door Daniël Aboab Cardoze en zijn vrouw Rebecca. De Hacham van Amsterdam zond in 1692 ook voor de nieuwe synagoge als Rabbi Eliaho Lopez, een Hebreeuws geleerde, die daar bleef tot zijn overlijden in 1712; hij was toen ongeveer 65 jaar oud.2) Hij had eertijds ook op Barbados gewerkt. Deze synagoge, die in 1731 vergroot werd, is nog steeds in gebruik en is de fraaiste in heel West-lndië; een enthousiaste beschrijving van deze tempel geeft wijlen pater Euwens in De West-Ind. Gids van 1934/'35 3), waar hij o.a. schrijft, dat zij „het bewijs is van eensgezindheid en het machtig intens en begeesterend geloof, „dat er destijds leefde in de kleine snel aangroeiende kolonie van Joodse emigranten." In 1693 ging een gezelschap Joden, ongeveer 90 personen, van Curaigao naar Noord-Amerika, waar zij zich te Newport, Rhode Is land vestigden, en waar Ishack van Abraham Touro 4) de Hazan van hun gemeente werd. De namen van deze kolonisten zijn niet bekend, doch vermoedelijk waren daaronder de families Touro, Gomez, Molina, De Meza, Casseres, Rodriguez, Da Costa, Cohen Henriquez en Luis.5) Een ander gezelschap, meest Italiaanse Joden, ging in hetzelfde jaar uit Livorno naar Cayenne, maar nadat de Fransen dit in bezit genomen hadden, kwam het op Curacao en ging vandaar naar Tucacas (Vene¬ zuela), waar een gemeente gesticht werd. Straks wordt deze gemeente nog genoemd. Dat de Hollanders toen reeds optraden als het belang van hun Joodse medebewoners dit in den vreemde nodig maakte, bewijst het ingrijpen' van de Gouverneur van Curagao Bemagie, die in 1699 gedaan wist te krijgen, dat de factor van het slaven-asiënto op Curagao Jacob Senior alias Phil. Henriquez, te Cartagena (Venezuela) in handen van de Inquisitie gevallen, weer vrij kwam. Ook de Bewindhebbers der W.-I. Comp. stonden als het nodig was, voor de Joden op de bres: in een brief van 20 Jan. 1702 van de Kamer van Amsterdam aan de Gouverneur Van Beek op Curagao, werd deze opgedragen, het verzoek van de Israëlieten in te willigen om niet op Sabbath door hun slaven aan de for¬ tificatiën te laten werken, onder opmerking, dat de Joden in tijden van gevaar en nood zich nooit - zelfs niet op Sabbath - onttrokken hebben om de nodige diensten te verrichten. Reeds in 1701 had deze Gouverneur, die de Joden niet welgezind was, een waarschuwing gekregen om het de Israëlieten niet lastig te maken. In 1715 werd door de leden van „Mikveh Israël” het Hebreeuwse Liefdadigheid Genootschap gesticht; de grote menigte van brieven uit het archief van dit niet meer bestaand Genootschap bewijst hoeveel werk er door werd verricht, niet alleen op Curacao, maar ook op allerlei plaatsen op de aarde, ook voor oprichting van ge¬ bouwen voor de eredienst in andere landen. Voordien had er op Curacao een gebeurtenis plaats gevonden, welke uitvoeriger verhaald moet worden. Hinde Febr. 1713 verscheen de Franse commandeur Jacqques Cassard - na Suriname gebrandschat te hebben met enige schepen voor Curasao en na zijn vermeestering van het eiland - niet om dit in bezit te houden, maar alleen om het te brandschatten - eiste hij betaling van een som van 115.000 peso's of stukken van achten. Om dit bedrag bij elkaar te krijgen benoemden de Gouverneur en Raden een commissie van gecommitteerden uit de burgerij, die voor alle inwoners een taxatie vaststelde van elks aanslag, het totale bedrag was met de kosten 11 Volgens acte nr. 146 in het Secretarieel protocol van Cu ra ca o over 1721 zijn op 15 Juni 1721 voor de secretaris van de Raad van Politie aldaar burgerlijk gehuwd Mordechai Alvares Correa met Sarah de Crasto, wed. van Elias de Castro, beiden op Curacao geboren. 2) Vóór hem was Josiah Pardo opperrabijn van 1674-1683. hiervoor genoemd. 3) De West-Indische Gids, 16e jg., 17e dl., p. 222. De Joodse Synagoge op Curacao, door P. A. Euwens O.P. *) Hij was de vader van de grote philantropist Judah Touro en een neef van Eliaho Hizkiaho Touro, die 3 Ab 5434 op Curacao sUerf (1673), zie diens grafschrift aldaar. B) J. M. Corcos. Synopsis of the History of the Jews of Curacao. 1897. 46

1

groot 150.000 pesos. Deze taxatie, gedateerd 9 Maart 1713, ondertekend door de gecommitteerden, waaronder 2 Joden, Gabriël Levy en Mordechay de Crasto, droeg de goedkeuring weg van Gouverneur en Raden, en Cassard, na zijn buit ontvangen te hebben, verdween weer (in dit jaar werd ook te Utrecht de vrede met Frankrijk gesloten). Uit deze aanslag nu leert men de namen van vrijwel alle Joden kennen, die als gezinshoofd of zelfstandig in 1713 op Curagao woonden; wij vermelden hun namen in alfabetische volgorde en in de spelling, waarin zij op het originele stuk voorkomen, alhoewel deze dikwijls niet geheel juist is; ook het bedrag, waarvoor zij ten behoeve van de brandschatting waren getaxeerd is achter hun namen opgegeven. de wed. Jacob de Fonseca.60 pesos Isaac de Gaama & Zn.120 „ Jacob Gaon.60 .. Samuel en Aron Gomes.600 Manuel Gomes voor Groot St. Marten 3) 360 Abraham Israël Gomes, factor v. Andrado 30 ., Isaac Halas.30 „ Henriq. y Franc. Henriques. 2000 „ Mordichay Henriques. 1200 „ Jacob Efraim Henriques. 200 „ de wed. Manath Jesurun Henriques . . 30 Josua Henriques.360 Bettie Hilhem.20 .. Abraham Jesurun.50 ,. Benjamin Jesurun.180 Jacob JudaLeon. 600 ,. Abraham Loopes de Leon.120 „ Gabriel Levy sooveel op intrest van de effecten in consignatie wegens de prijs van Joseph Grasia4) hieronder begreepen, alsmeede van Rua Toro . . 2200 ., David Levy.25 Pasqual de Lima.120 „ de wed. Loopes.120 Abraham Loopes.60 Elias Lopes Joodse gaham en soonen . . 60 ,. Isaac Baruch Lusado.20 Gradis Machiora.120 Salomon Maduro de oude.300 Isaac Maduro en moeder.360 Aron Levy Maduro zie bij Misquita. den boedel van Abraham Marchena . . 600 Aron Marchena.300 Orobio de Mattos.50 Jacob Molina.150 „ Abraham Henriques Moraon .... 2000

Jacob Abenater.30 pesos Sara Abendana.150 ,. de wed. Aboab en soon.60 ,. Isaac Abrahamsz.120 Jacob Andrado. waaronder de penningen van Grasia *).300 Jacob Belmonte.60 David Aboab Cacdosa. 240 ,. de wed. Aboab Cardosa.50 Daniël Aboab Cardosa.90 de wed. Carillo.150 Benjamin de Casseres.900 I. Daniël de Casseres.30 Elias de Castro.360 Jacob de Gastro.120 Mordechay de Crasto. w.o. 1/8 in het casko en cargasoen van de hoeker De Dorothea. 2600 Moses Chargie.50 Isaac de Chaves.60 Abraham de Chaves.200 Benjamin Cheef.50 Daniël Coheijn.90 Zeabaoth Collings.30 Manuel Alvares Correa, w.o. meede be¬ grepen de brigantijn De Hoop, Capt. Swart, met desselfs cargasoen sijn E(dele) aengaende 1 2). 3600 Doxter da Costa.120 de wed. Josua da Costa.50 Benjamin da Costa.90 Isaac Henriques Cotinho.80 „ David Loopes Dias. 1200 „ Isaac Loopes Dias.50 David Vaas Faaro.60 „ Joseph Fidanque.850

1) Deze bijvoeging komt bij andere ook soms voor en betekent, dat het bedrag voor een buit, welke Joseph Grasia, die niet aanwezig was, toebehoorde, in de aanslag was begrepen. 2) Dit is op een na het hoogste bedrag van de gehele aanslag. 3) Een plantage. *) Zie noot 1. 47

Abraham Rodrigues d'Aquilaar .... 200 Jacob Salom.60 David en Isacq Senior, w.o. van de gefinanticeerde penningen v. Joseph Grasia 700 Salomon Senior, w.o. de penningen van Grasia.120 Isaac Toero.120 Juda Toro.50 Tourauchon(?) . 200 Ab. en Abraham Ulhoa.320 David en Isaaq Buene Vivas .... 120 de vervallen boetens van de Joodse natie wegens de wagt.420

de wed. Jacob Henriques Moraon ... 30 pesos Daniël Moreno.480 „ Abraham Henriques de Misquita en Aron Levy Maduro.120 Moses Vaas de Oliuiera.90 de wed. Pardo.25 Elias Parera.480 Moses Parera.30 „ M(oses) Penso. 200 .. Abraham de Pina. 500 „ Josua de Pina. 300 David Pinjero.30 Aron Cohijn Rodrigues.60

Tezamen werd dus door de „Joodse natie" een bedrag van 32.920 pesos opgebracht, dat is bijna 22 % van de gehele brandschatting. Dat de Joden desondanks 2 jaar later - zoals wij hiervoor verhaald hebben - het Hebreeuwse Liefdadigheid Genootschap konden oprichten, bewijst wel dat deze aderlating hen niet ernstig geschaad heeft en dat hun han¬ delszaken winst opleverden. Dit blijkt ook hieruit, dat zij in 1722 gelden bijeenbrachten voor de aankoop van een commissie-vaarder. In een brief in 1720 ontvangen van de gemeente „Shearith Jacob" (later „Shearith Israël" geheten) van New York, d.d. 3 Shebat 5489, ondertekend door Moses Gomez, president, Benjamin Pachuo Jr. en Daniël Gomez, werd het verzoek gedaan om bij te dragen voor de oprichting van een synagoge aldaar, waarvoor de grond reeds gekocht was. 2 September 1720 zond ook de gemeente van Tucacas - hiervoor reeds genoemd - een brief ondertekend door Samuel R.ss. Gradis Gabbay, aan „Mikveh Israël" op Cura?ao, met een geschenk van 340 dollars voor de aankoop van een „Sepher Torah" met haar versieringen ten gebruike in de Curagaose synagoge. In die tijd was Raphael Jesurun i) opperrabijn op Cura?ao, hij was einde 1715 dit geworden, 3 jaar na het overlijden van zijn voorganger Rabbi Eliaho Lopez; tijdens zijn benoeming vertoefde hij te Amsterdam, waar zijn familie zeer bekend was, doch te voren had hij al op Cura?ao gewoond, waar hij lid van „Beth-Din" was geweest. Rabbi Raphael Jesurun vervulde zijn ambt 30 jaar lang tot zijn overlijden 6 Tishri 5509 (28 Sept. 1748). Tijdens zijn leven vielen allerlei belangrijke gebeurtenissen in de Joodse gemeente voor, b.v. in 1726 de oprich¬ ting van de z.g. Kaapvaartkas, welke aanvankelijk aanleiding had gegeven tot hevige onlusten. De kwestie was de volgende: daar bij de gevechten op zee tegen kaapvaarders veel zeelieden verwond werden en er daardoor dikwijls tegen op zagen het gevecht tegen deze boucaniers op te nemen, had de Gouverneur van Cura?ao Jan Noach du Fay voorgesteld om voor verwonde zeelieden een hospitaal te stichten en de kosten uit vrijwil¬ lige bijdragen te bestrijden: de zeelieden waren dan zeker bij verwonding kosteloos verpleegd te worden. Tegen dit voorstel verzetten zich de raadsleden Frederik Eek, Jan Martin en Cornelis Berch, die zeiden, dat als op verlangen van de Joden het recht van 1 % op Spaanse goederen niet was afgeschaft of in onbruik geraakt, er nu genoeg geld voor dit doel aanwezig zou geweest zijn, bovendien zou het stichten van een hospitaal enkel ten goede komen - volgens hen - aan de Joden, die zo goed als alle scheepvaart in handen hadden en zelf kapers uitrustten. Door deze uitspraak, gevolgd door onaangename woorden van Eek over de Joden en scheld¬ woorden geuit door Berch. ontstond een hevige ruzie. Daniël Senior, woordvoerder van de Joden, merkte op. ») Blijkens acte nr. 66 in het Secretarieel protocol van Cura?ao over 1722 had Raphael Jesurun, dan weduwnaar, op 20 Oct 1708 voor notaris Pleter Schabalje te Amsterdam huwelijkse voorwaarden gemaakt met Rachel Sasportas; hij zal nu (1722) hertrouwen met Ester Vaz Martines, jonge dochter van wijlen Jacob Vaz Martlnes en van Rachel de Leon Griedcs; hij maakt in die acte bepalingen inzake het moederlijk deel voor zijn 6 kinderen Judith, Moiseh, Ester. Abraham, Gracia en Isaac. Uit een volgende acte van 27 Mei 1722 in hetzelfde protocol blijkt, dat hij geboren was te Hamburg en dat zijn 2e vrouw Ester ook daar geboren is. 48

1

dat het 1 % recognitie-geld niet was afgeschaft op verzoek van de Joden, maar dat o.a. Eek zelf daarop had aangedrongen. Isaac Levy Maduro riep de Gouverneur toe of men gekomen was om zich te laten beledigen en de vergadering eindigde in een vechtpartij, waarbij de Gouverneur tussenbeide moest komen om de vechtenden te scheiden. (Zie Resolutiën en sententiën van 1727). Het hospitaal kwam wel tot stand, maar de Pamassim deden tegen Eek, Martin en Berch openlijk de ban afkondigen, verbiedende met hen handel te drijven. Voor dit feit werden de Pamassim door Gouverneur en Raden tot een boete van 2000 pesos veroordeeld, doch de Kamer van Amsterdam kwam tussenbeide ten gunste van de Joden en verzocht aan du Fay alles aan te wenden om de executie van dit vonnis te verzachten en deze zaak in der minne te schikken en de rust en de vrede op het eiland te herstellen. (Zie Brieven van de Kamer van Amsterdam van 6 Sept. 1727 en 27 Febr. 1728). 1) Ten slotte kwam deze stichting onder het beheer van 3 Christenen en 3 Joden. Onder het bewind van de Gouverneur du Fay over Curagao werd in 1731 de Synagoge vergroot; voor zijn toestemming tot die ver¬ groting betaalde de Joodse gemeente 800 pesos. Nadat de verbouwing voltooid was, had de inwijding plaats op Paasavond 5492 (1732) door de opperrabbijn Jesurun. 2) De Synagoge was van toen af de grootste en best gebouwde in West-Indië. Blijkens opschriften in het gebouw waren voor de verbouwing giften ontvangen van Moses van Abraham Chavez 7 Sivan van 5467 (1706), van Benjamin Henriquez Morao Fegarao 1 Ellul 5469 (1708) en van Mordichay van Isaack en Esther de Marchena 24 Kislev 5491 (1730). Van het jaar 1735 zijn in het archief van de W.I. Comp. 2 lijsten bewaard gebleven, n.1. een van het aantal slaven, dat elke bewoner van Curagao toen bezat en een van de aanslag in het z.g. familiegeld (van 18 Oct. 1735), dat de inwoners van het eiland moesten betalen. Van deze 2 lijsten volgen in één opgave hieronder in alfabetische volgorde de namen van vrijwel alle toen aanwezige Israëlieten:

Jacob Abenator. Abraham Aboab. Abraham da Costa d’Andrade . . Benjamin da Costa d'Andrade Daniël da Costa d’Andrade . . . Jacob Guardeloupe d'Andrade . . wed. Mordechay d’Andrade . . Mozes Parera Athias. Jacob Belmonte. Isaac Calvo. Abraham Aboab Cardozo . . . Daniël Aboab Cardozo .... David Cardozo. Isaac Carvallo. Benjamin de Casseres. Samuel de Casseres. Samuel Idanha Casseres .... Abraham Mendes de Castro . . Mordechay de Castro .... Benjamin de Chaves. wed. Isaac de Chaves. Mozes de Chaves . . David van Daniël Cohen .

. . .

. .

. . .

2 2 1 2 — 1 1 1 2 1 2 1 1 1 7 1 2 2 2 1

1 familie n geld 4 pesos 2 .. 2 ,. 2 „ 2 ,. 2 „ — „ 2 „ 2 ,. — „ 2 .. 2 „ 2 .. — „ 7 .. 4 „ 2 .. 2 .. 2 ,. 2 ., 2 ,. 7 ., — ..

slewen David van Mozes Cohen . . . Abraham Alvarez Correa . . . Mordechay Correa. Mozes Alvarez Correa .... wed. Raphael Alvarez Correa . . Abraham da Costa. Abraham Dias Coutinho . . . wed. Isaac Coutinho. David de Crasto. Aron Israël Santa Crus .... Jacob Santa Crus. jacob Curiel 3). wed. David Dias. Isaac Lopez Dias. Jacob Lopez Dias. Joseph Dovale. wed. David Faro. Samuel Ferro. Joseph Fidanque. wed. Abraham Lopez de Fonseca . Jacob Lopez de Fonseca . . . Mordechay Fundam. wed. Aron da Costa Gomez . . .

geld

1 2 7 10 4 2 2 . 11 1 — 2 . 1 2 . S 4 3 — 1 4 . 1 4 . 3 1 — . 2 2 2 1 . 1 — 1 2 4 . 5 . — 2 . — 2 . — 2 . 1 _ 4 — .

1) Hamelberg. De Nederlanders op dIe W.I. Eilanden, I, p. 136-139. 2) Zie hierover de beschrijving enz. door Corcos in rijn hiervoor reeds genoemd boek. 3) Jacob Curiel, Jongeman geboortig van Amsterdam, huwde voor de secretaris te Curagao 28 Febr. 1722 met Riboa da Gama, jonge dochter geboren op Curagao. 49

aantal familie aantal familie slaven geld slaven geld Jacob Millado.1 2 pesos Isaac Gomez.— 2 pesos Aron Molina.3 4 Isaac da Costa Gomez.1 2 David Molina.1 2 Joseph da Costa Gomez.1 4 „ Jacob en Isaac Monsanto .... 2 2 „ Samuel da Costa Gomez.— 2 „ Isaac van Jacob Henriquez Moron . — 2 „ Sara da Costa Gomez.— 2 Benjamin Motta.2 2 „ Abraham Jesurun Henriquez ... 2 4 Benjamin Naar.2 2 Benjamin Lopez Henriquez .... 10 — „ Jacob Naar.6 2 „ David de Jeudah Cohen Henriquez .14,. Daniël Vaz Nunez. 1 — .. David van Mozes Cohen Henriquez . — 2 wed. Samuel Orio. 1 2 ,, Eh'as Jesurun Henriquez .... 1 2 Josias Pardo.2 2 Ephraim Jesurun Henriquez .... — 2 Elias Parera.12 4 „ Francisco Lopez Henriquez .... — 4 Isaac Parera.1 2 „ Jacob de Ephraim Jesurun Henriquez . — 4 Jacob Parera.— 2 „ Jeosuah Henriquez.16 4 Mordechay Parera.1 2 „ Joseph Jesurun Henriquez .... 1 2 wed. Abraham Penso .... 2 4 „ wed. Mordichay Henriquez ... 4 4 Isaac Penso.2 4 Mozes Cohen Henriquez.3 4 Mozes Penso.6 4 „ wed. David Hoheb.2 4 Abraham Pimentel.— 2 „ wed. Abraham Jesurun.1 2 Abraham de Pina.2 4 „ Benjamin Jesurun.1 4 Jacob Pineda.— — •• David Jesurun.1 2 Rachel Pinero.—2 „ Jacob Jesurun.—• 2 Abraham Nunez Redondo .... — 2 „ Raphael Jesurun.— 4 Isaac Nunez Redondo. 1 — .. David Leon.— 2 Salomon Nunez Redondo .... 1 2 „ Elias Jeuda Leon.3 4 Jacob Salom. 1 2 „ Jacob Jeuda Leon.3 4 wed. Sarate(?).1 2 ., wed. Balth. de Leon.12 7 Abraham Sasportas.2 2 „ Mordechay Hisquia de Leon ... 8 — .. Abraham Sasso.— 2 „ David Levy . 1 2 Abraham van David Senior .... 2 4 ., Elias Levy.6 — „ Abraham van Isaac Senior .... 1 2 wed. Gabriel Levy.4 2 David Senior.12 4 „ Manuel Levy.— 2 „ David van Isaac Senior.1 2 Francisco de Lima.2 2 Jacob Senior.3 4 Manuel Lopez.1 2 Mordechay Senior.2 2 David van Mozes Baruch Louzado .22,, Abraham da Silva.— 2 „ Isaac Levy Maduro.6 4 David Suarez.— 2 „ Jacob Maduro.1 2 „ Isaac Touro.4 2 „ Mordechay Levy Maduro .... 1 2 Joseph Israël Touro.2 2 „ Samuel Levy Maduro.1 — .. Mozes Touro.2 2 „ Samuel Levy Maduro.1 4 „ Samuel Touro. 1 — ■. Jacob Manasse.— 2 „ wed. Abraham Ulloa.2 2 „ wed. Isaac Marchena.2 4 wed. Vaz.— 2 Abraham Vaz Martines.— 2 „ wed. Vivas.1 2 wed. Salomon Medina.1 2 Behalve verscheidene namen, welke reeds voorkomen op de aanslag in de brandschatting van 1713, vindt men op deze lijst van 1735 - 22 jaren later - vele nieuwenamen, b.v. die van Curiel, Monsanto en Naar, welke tot op deze tijd bekendheid hebben verworven. Onder de oudere familienamen valt op het grote aantal der dragers van de namen Henriquez en Jesurun in 1735. Ten aanzien van de aangeslagenen van 1735 wordt de aandacht 50

er op gevestigd, dat wanneer het bedrag van het familie-geld niet is opgegeven, dit meestal het bewijs is, dat de betrokkene nog geen 10 jaar op het eiland gevestigd was, tenzij nog onmondig; alle anderen woonden dus reeds sinds vóór 1725 op Curagao. In 1740 vormden de Joodse families op Otrabanda een kleine afzonderlijke gemeente, zij hadden er be¬ zwaar tegen om de afstand naar de synagoge in Willemstad, waarvoor zij moesten overvaren, langer af te leggen. Door Moses Penso werd hun in hun wijk kosteloos een woning ter beschikking gesteld, waar zij hun dienst konden houden tot hun synagoge gebouwd was. Uit het Secretariëel-Protocol van Curagao van 1743 blijkt zulks en uit dat van 1746 kan men lezen, dat Gouverneur en Raden toen bepaalden, dat de zaken op de oude voet zouden blijven doorgaan en dat het ver¬ zoek van de nieuwe gemeente - die „Neveh Salom" genoemd was - om onder hun eigen Pamassim 1) te staan en niet onder de synagoge in de stad, was afgewezen. Aanvankelijk volgde daarop in 1746 tussen beide partijen een verzoening. Intussen was de synagoge op Otrabanda in 1743 reeds voltooid; op Sabbath 12 van Ellul 5505 (1745) werd zij ingewijd, waarbij de dienst geleid werd door Samuel Levy Maduro, tot dusver assistent Hazan van de „Mikveh Israël". Mozes Penso en een 40-tal volgelingen wendden zich in 1746, na het hiervoor medegedeelde besluit van Gouverneur en Raden, tot de Kamer van Amsterdam met hun grieven en tegelijk zonden 235 van de voor¬ naamste Joden van het eiland een verzoekschrift aan de Pamassim van de Portugese gemeente te Amsterdam om bij de Kamer der W.I.C. aldaar wegens de grieven te protesteren. (Brieven van de Kamer van Amsterdam van 16 Maart en 12 Dec. 1748). Zulks gebeurde en die te Amsterdam gaven te kennen, dat de ontstane ge¬ schillen het gevolg waren van de invloed van een Italiaanse Jood David Aboab uit Jamaica, doch dat daar deze teruggekeerd was, vermeend werd, dat de onenigheden wel zouden worden bijgelegd. Dienovereenkom¬ stig werd van uit Amsterdam aan de Directeur Faesch geschreven. Maar de onenigheden tussen „Mikveh Israël" en „Neveh Salom” werden steeds groter; op de Joodse begraafplaats was reeds een stenen muur gebouwd om de doden der 2 partijen te scheiden en 13 Mei 1749 kwam het in de Herenstraat tot een vechtpartij tussen 30 leden 2), waarbij de pas aangekomen Rabbi Raphaël Samuel Mendez de Sola te vergeefs trachtte de vrede te herstellen. Kort daarna kwam het nog eens tot handtastelijkheden tussen de Pamassim, leden van de Mikveh Israël en 40 Joden van Otrabanda. Aangezien ernstige gevolgen voor de gemeenschap werden geducht, be¬ moeide de Regering in Holland er zich mede en bij een publicatie d.d. 's Gravenhage 30 April 1750 van de Stadhouder Willem IV3) werd gelast, „dat alle de dissenteerende Ledematen van de Portugeesche Joodsche „natie hun aanstonds na de publicatie deezes weeder zullen voegen bij de Vergadering, om volgens de Portu„geesche Joodsche kerkelijke constituiën (genaamt Eskamoth) als van ouds door Pamassim en Kerkenraad „geregeert te werden." Tevens dat ten bewijze van de verzoening op een door Gouverneur en Raden te bepa¬ len dag „een solemneele algemeene Dank- en Bededag" zou worden gehouden. Deze verzoening met feestviering werd 19 Aug. 1750 gehouden, waarbij door de bovengenoemde Rabbijn Mendez de Sola in het Portugees een leerrede werd uitgesproken, welke onder de titel van „Triumfo da Uniaö contre operniciosa vicio da Discordia" in 1751 in Amsterdam werd uitgegeven, vooraf gegaan door een opdracht aan de Prins van Oranje, die daarin „instrumente desta Paz" genoemd werd. De vrede was nu gesloten en werd voorlopig niet meer verstoord, maar de scheidingsmuur op de begraafplaats bleef gehandhaafd en is pas in 1858 afgebroken op last van de hieronder in noot 3 genoemde Hacham Chumaceiro. De hiervoor genoemde Rabbi Mendez de Sola - die een groot redenaar en Talmudist was - overleed 19 Mei 1761 en werd opgevolgd door Rabbi Isaac Henriquez Farro uit Amsterdam, die echter reeds 10 Juli 1762 op 46-jarige leeftijd overleed, waarna de gemeente 3 jaren vacant was. De gemeente nam nu steeds in aantal toe en fortuinen ontstonden; omstreeks 1750 zou zij ongeveer 2000 1) De Pamassim waren noch aan de Gouverneur en Raden, noch aan de Bewindhebbers der W.I.C verantwoording of open¬ legging van de stand hunner gemeente of tempelkassen verschuldigd; zij stelden zelf hun voorgangers aan en betaalden deze uit eigen middelen. De Compagnie liet de Joden volle vrijheid in de uitoefening van hun godsdienst. 2) Zie Secretariëel Protocol van Curagao over 1749, en Hamelberg I, p. 162. 3) Deze Publicatie is afgedrukt in; A. M. Chumaceiro Azn. Zal het kiesrecht Curagao tot het Kanibalisme voeren? 1895, en vertaald in het Engels in: J. M. Corcos. Synopsis of the History of the Jews of Curagao, 1897. De Publicatie is ook te vinden in de archieven van Curagao te Den Haag onder: Plakaten 1750. 51

lidmaten geteld hebben, waaronder meest gegoede kooplieden, doch niet alleen kooplieden, langzamerhand komen er onder hen ook als makelaars voor (in 1794 waren van de 25 beëedigde makelaars er 17 Joden), ter¬ wijl zij ook nog landbezit hadden, waarvan zij zich in loop van de 19e eeuw hebben ontdaan. De vacature na het overlijden van Rabbi I. Henriquez Farro in 1762 werd in 1765 weder vervuld, thans door een geboren Cura^aoenaar Jacob Lopez da Fonseca, leerling van Rabbi de Sola; hij studeerde tijdens zijn benoeming te Amsterdam en bleef 52 jaren op Curagao in dienst, waar hij in 1817 (5575) overleed, waarna de gemeente zeer vele jaren (tot 1856) zonder rabbijn bleef. Gebeurtenissen van belang voor de Joodse gemeente vielen in de jaren na 1765 vooreerst niet voor, de onafhankelijkheidsoorlog der Verenigde Staten tegen Engeland bracht door de smokkelhandel grote bedrijvig¬ heid op Curagao (ook op St. Eustatius) en daardoor veel geld binnen. Aan het openbare leven namen de Joden, wanneer nodig, steeds deel; meermalen werden leden hunner gemeente door het Bestuur met zendingen naar de naburige gebieden belast - vooral door hun geschiktheid om o.a. met de Spanjaarden te onderhandelen zoals in 1778 en 1779 naar Caracas, de Bahama's en Jamaica. In 1781 hielpen de Joden met hun slaven aan het verbeteren van de vestingwerken van Curagao. Na de revolutie in Frankrijk bleken zij overwegend antiFrans te zijn en ontstonden onenigheden onder hen, toen enige pro-Fransgezinde Joden op Curagao propa¬ ganda maakten voor de nieuwe denkbeelden, vooral in 1797-1799 toen de Jood Isaac Sasportas van Frans San Domingo daartoe op het eiland was gekomen. Reeds een paar jaren tevoren waren er in die onrustige tijd ten¬ gevolge van de revolutionnaire denkbeelden wanordelijkheden en twisten voorgekomen. In 1875 en daarna in 1797 blijkt uit de Rekwesten van die jaren in het oud-archief van Cura;ao, het bestaan van geschillen tussen de hoofdsynagoge „Mikveh Israël” met haar onvermengde Portugese Israëlieten - de aristocratie1) - en de lidmaten van de tempel „Neveh Salom”, die merendeels niet van dezelfde stand werden beschouwd, die zich trachtten te onttrekken aan de Pamassim van de eerstbedoelde en die dit standsverschil in tegenspraak vonden met de nieuwe denkbeelden van gelijkheid en broederschap. Waar toen nog de aanhangers van Sasportas er bij kwamen, welke laatste zelfs in officiële stukken de Israëlieten de grootste beledigingen naar het hoofd slingerde, nam de wanorde toe en beklaagden de Parnassim zich daarover bij de Raad (Rekwesten van 1797). Zij kregen van deze wel genoegdoende verklaringen, maar hun ontevredenheid bleef vooreerst bestaan.2) In deze tijd 1797 en 1798 hielpen de Joden op financiëel terrein het Bestuur aan leningen toen het door de oorlogstoestanden en de verbreking van het verkeer met Nederland in voortdurende moeilijkheden verkeerde. In 1804 hielpen zij op andere wijze, n.1. door het eiland tegen een overval onder Murray te verdedigen. In de voorafgaande jaren vindt men de Joden niet meer alleen bij de handel betrokken, maar ook reeds als medicus, chirurgijn, practizijn, translateur en onderwijzer; in 1797 vindt men Joodse officieren bij de Nationale Garde, later komen zij ook voor als districts- en wijkmeesters en schoolopzieners; in 1821 vindt men bij de Schut¬ terij een afzonderlijke Joodse Compagnie. Hoewel de emancipatie van de Joden in Nederland dateert van 1796, geschiedde deze voor Curagao pas in 1824. In 1830 kwamen zij in het gemeente-bestuur en in 1844 in de Koloniale Raad. Bij publicatie d.d. 12 Oct. 1825 van de Gouverneur en Raad van Cura;ao werden de 8 artikelen van het Kon. Besluit van 2 April 1825 nr. 149 gepubliceerd betreffende de kerkorganisatie van de Israëlietische ge¬ meenten in West-Indië, in verband met de afschaffing van de privileges aan de Israëlieten aldaar verleend en de toepassing zoveel mogelijk van de kerkorganisatie van de Israëlieten in Nederland. Bij publicatie van 4 Sept. 1826 werd bekend gemaakt, dat ingevolge aanschrijving van de Minister van de Marine en Koloniën de Joodse gemeente op Cura;ao voortaan de naam zou voeren van Nederlandse Portu¬ gese Israëlietische Hoofd-Synagoge. De Joden hadden in 1810 onder het Engelse tussenbestuur een eigen Weeskamer gekregen. In 1855 werd voor het eerst een tegemoetkoming gegeven uit de openbare kas (1000 gld.) aan de Israëlietische gemeente, welke tot dusver voor alles zelf had moeten zorgen. J) Chambers in zijn „History of the Jews in England" wijst reeds op de hoge posities, die de Spaanse Hebreeuwen in Spanje en Portugal hadden bekleed, een positie welke zelfs in hun verbanning het verschil tussen hen als geheel tegenover de Duitse en Oost Joden accentueerde. *) Jaarlijksch Verslag van de Vereniging voor Geschiedenis enz. te Willemstad, 1897, p. 49-50, Een veel bewogen tijdperk 1796-1804. 52

Waar nodig trad het Bestuur naar buiten ook steeds voor de Joden op. Toen in 1826 twee Joodse koop¬ lieden van Curagao, die provisiën geleverd hadden aan de Intendant te Maracaibo en daar in moeilijkheden geraakten en gevangen werden gezet, werd Z.M. „Panter" van Curagao daarheen gezonden, waarna bij het verdrag van 1829 hun schadevergoeding werd toegekend. Ook bij moeilijkheden met de nieuwe Republiek Vene¬ zuela in 1830 en bij de mishandeling en beroving van Joden te Coro in 1854, trad de Regering op door als regeringscommissaris P. van Rees en oorlogsschepen te zenden, waarna schadevergoeding werd toegekend. Wij herinneren voorts aan het bekende geschil tussen Nederland en Venezuela sinds 1870, begonnen met twisten tussen Guzman Blanco, de president van Venezuela, en de firma J. A. Jesurun & Zoon op Curagao. Deze firma was in de 19e eeuw bekend op scheepvaartgebied; reeds sinds 1845 had Jacob van Abraham Jesu¬ run een barkschip in de vaart op Amsterdam, in 1855 kwam daar een 2e schip bij, ook op New York werd gevaren; in Nov. 1865 nam zij het contract over van R. Todd met de regering van Venezuela voor de mail¬ dienst op St. Thomas; te voren had zij zich in 1861 verbonden om de Curagaose mail kosteloos naar St. Thomas te vervoeren, waar aansluiting was op de Engelse boten naar Europa. 'Het hiervoor bedoelde geschil werd in 1872 geregeld met Venezuela, welk land de vorderingen van de Jesurun's regelde, doch in 1875 verbrak deze Republiek opnieuw de betrekkingen met ons land. welke pas in 1894 werden hersteld, i) Wat de gebeurtenissen op godsdienstig gebied bij de Joden in deze tijd betreft, hiervóór hebben wij ver¬ haald, dat na het overlijden van Rabbi Jacob Lopez da Fonseca in 1817 zijn plaats lange jaren onvervuld bleef. In die tijd, althans vóór 1820, bestond de gemeente op Otrabanda niet meer. Eerst 19 Jan. 1856 kwam Hacham Aaron Moses Mendez Chumaceiro uit Amsterdam op Curagao aan. Deze zorgde al dadelijk voor een opgewekt geestelijk leven: in 1857 werd een tentoonstelling gehouden ten bate van de armen in vereniging met de Her¬ vormde predikant en de Roomse pastoor, de ontvangsten ƒ 2718.— werden verdeeld onder de 3 gezindten. In 1858 werd een Midrash (school) opgericht voor de bevordering van de Hebreeuwse en godsdienstige kennis onder de jongeren. In 1863 vond een scheuring plaats in de Portugees Israëlietische gemeente op Curagao; reeds vele jaren te voren waren onder hen onenigheden onstaan over het ontslag en de wederaanstelling van een Chazan (voor¬ zanger), doch in 1821 had een verzoening plaats gevonden en waren de afgescheidenen tot de hoofdsynagoge teruggekeerd. De scheuring van 1863 was echter definitief, de reformpartij had in 1862 de Vereniging „Porvenir” gesticht als gevolg van geschillen met de Parnassim en de voorbidders. Bij de reformpartij sloten zich enige Curagaose Joden aan, die in Europa hadden gestudeerd en vrijzinnige ideeën hadden opgedaan. Zij kwa¬ men in 1863 terug. Mede door hen ontstond in dit jaar de nieuwe gemeente, welke „Emanu El" genaamd werd. Ook in de gemeente „Mikveh Israël" werden enkele hervormingen aangebracht, doch zulks geschiedde tegen de zin van de Opperrabijn Chumaceiro, die orthodox in zijn opvattingen was en daarom aftrad en in 1869 naar Nederland terugkeerde. Hij was de laatste, die in het Portugees predikte. De nieuw gestichte Nederl. Hervormde Israëlietische gemeente was bij beschikking van 12 Mei 1865 als rechtspersoon erkend met bepaling, dat zij door die afscheiding ophield aanspraak te hebben op de bezittingen der Nederl. Portugees Israëlietische gemeente en op het genot harer instellingen. 17 Nov. d.a.v. werden de hoekstenen gelegd van de tempel „Emanu El", waar de ritus gevolgd zou worden van „Emanu El" te New York; de grond ervoor op Pietermaai was kosteloos door de Gouverneur afgestaan, de bouw werd bekostigd uit vrijwillige giften en een lening onder de leden (kosten ongeveer ƒ 40.000); haar president was J. A. Jesurun, haar eerste rabbijn was Josuah Naar. De gemeente kreeg een eigen begraafplaats en klom van 86 leden bij de oprichting, tot 195 in 1868; in 1934 telde zij 150 leden en de Mikveh Israël ongeveer 350, te samen circa 500 Sephardische Joden. Thans zijn deze getallen geringer door vertrek en sterfte. De in 1868 afgetreden Rabbi Chumaceiro werd opgevolgd door Haim Israël Sant Cross, die als Hazan en Hoofd de gemeenschap ruim 20 jaar diende en in 1889 naar Nederland terugkeerde. Zijn opvolger was de zoon van zijn voorganger, n.1. J. H. Chumaceiro, geboren te Amsterdam 3 Juli 1844, die reeds meerdere ambten in Amerika had bekleed en die tot 1891 op Curagao diende. Na enkele jaren vacant te zijn geweest, in welke tijd 2 geziene ouderlingen Benjamin de Casseres Jr. en Manuel Penso Curiel de gemeente vrijwillig *) Voor het een en ander zie men het voortreffelijk artikel van de historicus J. M. L. Maduro, verschenen in het Gedenkboek Nederland-Curacao 1634-1934, getiteld; „De Portugese Joden in Curagao". 53

als Hazan dienden, werden achtereenvolgens voorganger Eleazer Haim Polak van 1893 tot 1894, Joseph M. Corcos van 1896 tot 1898, David van Ishac Querido (overl. 1917), Mayer H. Battan (1921-1922), Baruch van David Duque (1923-1936), Dr. Isaac van Samuel Emmanuel (1936-1939), Is. Jessurun Cardozo (1939-heden). De voorgangers van de jongere gemeenschap „Emanu El" waren na Josuah Naar, Jacob Mendes de Solla, Moises Salas, Moises de Leao Laguna, Mortimer Alvarez Correa (1928-1943) en Dr. Maurits Goudeket (1946-heden). In 1932 werd tussen beide gemeenten een vriendschapstractaat gesloten: onderling trouwden de leden der twee gemeenten onder elkaar. De gemeenten zijn orthodox, maar niet helemaal zuiver. De gemeente Emanu El, thans genaamd Vrijzinnig Israëlitische gemeente volgt de ritus van de z.g. Liberale Synagoge, aangesloten bij de World Union for Progressive Judaism. i) Sinds de vestiging van het oliebedrijf is het aantal Duitse Joden en Oost Joden toegenomen, maar de raszuivere Portugese Israëlitische kolonie, met talrijke directe afstammelingen van de eerste Joodse kolonisten handhaaft, zich onverzwakt. In 1894 werd enige beroering onder de Joden op Cura?ao verwekt door een artikel in „Vragen van den Dag” van November van dit jaar, van de hand van de West-Indische ambtenaar J. H. J. Hamelberg, getiteld „Het kiesrecht in Cura?ao en de afscheiding van de eilanden boven de wind van de kolonie". In dit artikel trad de schrijver op als bestrijder van het toekennen van het recht aan de bewoners van Curagao om hun vertegen¬ woordigers voor hun wetgevend lichaam te kiezen. Voornamelijk om de volgende reden: het eiland telt ruim 27.000 inwoners, daarvan zijn ongeveer 3.500 blanken, de rest maakt de gekleurde en zwarte bevolking uit en is geheel Rooms-Katholiek. Onder de blanken zijn ongeveer 2.500 Protestanten en ongeveer 1.000 Israëlieten (Kol. Verslag 1893). Volgens Hamelberg zouden bij het toekennen van kiesrecht twee wegen gevolgd kun¬ nen worden: een hoge of een lage census. In het eerste geval zou een overwegende invloed aan de Joden worden toegekend, wat een groot gevaar voor de kolonie zou opleveren, want 1°. zijn zij voor het merendeel kooplieden van wie men dus verwachten kan, dat zij alle belangen van de kolonie aan de handel zullen ten offer brengen, en 2°. zijn zij noch door banden des bloeds, noch door die van de historie of traditie aan het moeder¬ land verbonden. Wordt tot een lage census besloten, dan valt het kiesrecht in handen van de gekleurde bevolking en dan zijn wij er veel erger aan toe. Curagao wordt dan een tweede Haïti met afgodendienst en mensenoffers, dierlijkheid en kanibalisme. Tegen deze conclusies kwam A. M. Chumaceiro Azn. op in een in 1895 te Curagao uitgegeven brochure, welke hij opdroeg aan de toenmalige Minister van Koloniën, getiteld: „Zal het kiesrecht Curagao tot het kani¬ balisme voeren?" Voor ons doel vermelden wij alleen zijn verweer tegen Hamelberg’s verkeerde zienswijze over de Joden. Chumaceiro wijst op de geschiedenis en betoogt, dat de Joden van Cura?ao, ofschoon van Portugese oorsprong wel door geschiedenis en traditie aan Nederland verbonden zijn; dat zij zich als trouwe en vreedzame burgers hebben doen kennen, waartoe hij de geschiedenis van hen op Cura?ao uitvoerig schetst, en verklaart, dat er steeds een band tussen hen en Nederland heeft bestaan en dat hun nationaliteitsgevoel en hun liefde voor Oranje en Nederland in de loop der eeuwen steeds gebleken zijn, waarvoor hij weer tal van voor¬ beelden aanhaalt. Ook uit deze brochure leert men de geschiedenis van de Joden op Curagao kennen, in het bijzonder ver¬ melden wij de geschillen met Venezuela in 1854 over de vervolging van Cura^aose Joden te Coro, waarbij de Nederlandse regering verklaarde, dat deze ondanks verschil van ras en godsdienst, Nederlandse onderdanen en geen vreemdelingen zijn. Ook in het artikel over de Portugese Joden op Curagao in het „Gedenkboek 1634-1934” kan men vol¬ doende bewijzen voor het vorenstaande vinden, ook ten aanzien van hun milddadigheid, niet uitsluitend aan eigen geloofsgenoten bewezen, maar ook aan andere gezindten, zowel in West-Indië als elders. Ten slotte vermelden wij volledigheidshalve, dat er eertijds op St. Eustatius ook een Joodse gemeenschap was: in 1739 gaven de Bewindhebbers der W.I. Comp. vergunning tot het bouwen aldaar van een synagoge: tot op heden zijn de ruïnen van dit ruime gebouw nog op dit eiland te zien, evenzo een aantal graven. Een¬ maal was daar dus een vrij grote Joodse gemeenschap, thans is er niets meer van over. De daar bloeiende *) In „The Jewish Eccydopedia". Vol. IV (New York en London 1903) vindt men p. 387-389 afbeeldingen van het inwen¬ dige van de Hoofdsynagoge en van de tempel „Emanu El" van buiten gezien. 54

„Honeu Dalim” ging na de plundering van het eiland in 1781 door Rodney verloren; in 1790 waren er nog 167 Joden met een voorganger en een koster. Op Bonaire en Aruba is geen synagoge, ook eertijds niet; in 1754 kreeg M. S. Levy Maduro als eerste Jood vergunning zich op Aruba te vestigen, doch een afzonderlijke gemeente ontstond daar niet. wel is er een Joodse begraafplaats. Zo nemen de Portugees Israëlietische Joden na 300 jaren een voorname plaats in op Curagao als kooplieden en reders, en bekleden zij aanzienlijke ambten. Het aantal der Joden bedraagt ongeveer 700; tot de gemeente „Emanu El" behoren 100, tot „Mikwé Israël" 300 leden. 2) 2) Zie: Rabbi Is. Jessurun Cardozo In zijn gedegen artikel „Ons Joods leven" in het Gedenkboek „Oranje en de zes Caraibische parelen".

VOORNAAMSTE JAARTALLEN IN VERBAND MET DE JODEN OP CURAQAO ■ 1634 1651 1652

1654 1656 1659 1674 1692 1693 1703 1713 1715 1732 1743 1750 1765 1856 1858 1863 1869 1880 1927

Samuel Coheno komt met het Hollands eskader onder Van Walbeeck als eerste Portugese Jood op Curagao aan. Joao de Ilhao, een Portugese Jood, sticht de eerste Joodse landbouwkolonie op Curagao. Tweede Joodse landbouwkolonie op Curagao gesticht door Joseph Nunes da Fonseca (alias David Nassy, ook bekend uit de geschiedenis van Cayenne en Suriname). De privileges verleend aan ge¬ noemde Fonseca vormen het eerste charter, waarbij aan de Joden in Amerika godsdienstvrijheid wordt gewaarborgd. Recife geeft zich aan de Portugezen over. De Hollanders verlaten Brazilië, een groep Portugese Joden vestigen zich op Curagao en vermoedelijk is toen de gemeente „Mikvé Israël" ontstaan. De eerste houten synagoge opgericht. Twaalf Portugees Joodse families uit Holland vestigen zich op Curagao en krijgen een stuk grond toe¬ gewezen bij Blenheim, waar de beroemde begraafplaats ontstond. Josiao Pardo, de eerste Opperrabbijn van Curagao, komt met zijn gezin uit Holland op dit eiland aan. Eerste synagoge in „Punda" gesticht. De tweede synagoge ingewijd. Een gezelschap Joden, ongeveer 90 personen, gaat van Curagao naar Noord-Amerika, waar zij zich te Newport, Rhode Island, vestigden. Ingebruikneming van de derde synagoge. Jacques Cassard brandschat Curagao. De Joden brengen een vierde deel van de grote som op. Reeds toen had men dus gefortuneerde Joden. Oprichting van het „Hebreeuwse Liefdadigheid Genootschap", dat op allerlei plaatsen steun heeft ver¬ leend, ook voor het bouwen van synagogen, o.a. te New York. De vierde, de nog bestaande synagoge, in gebruik genomen. De Joden van Otrabanda wijden de synagoge „Newèh Sjalom" in. Verzoening tussen de bestuurders van „Newèh Sjalom" en „Mikvé Israël”. De op Curagao geboren Opperrabbijn: Jacob van Aharon Lopez da Fonseca. Opperrabbijn Aaron van Jacob Mendez Chumaceiro uit Amsterdam komt 19 Januari met zijn gezin op Curagao aan. Het Kerkbestuur van „Mikvé Israël" sticht een „Midrash", d.i. een godsdienstschool. Scheuring in de gemeente „Mikvé Israël". Ontstaan van de Nederl. Herv. Isr. Gemeente, die zich thans „Vrijzinnig Israëlietische gemeente" noemt. Opperrabbijn Aaron Mendez Chumaceiro vertrekt naar Amsterdam met verlof en dient daar zijn ont¬ slag in. Nieuwe Joodse begraafplaats aan de Berg Altena ingewijd. Vestiging van Asjkenazische Joden, uit Oost-Europa vooral. 55

1933 Oprichting van de Club „Union" als vertegenwoordigend lichaam van de Asjkenazische Joden. 1940 Oprichting van het Maandblad „Mikvé Israël”. 1941 Stichting van het „Joods Hulp Comité". 1945 Het „Joods Noodfonds" gesticht. 1946 De Nederlandse Israëlietische gemeente op Aruba gesticht.

LITERATUUR OVER DE JODEN Joannes de Laet. Jaerlyck Verhael van de Verrichtingen der Geoctroyeerde West-Indische Compagnie in 13 boeken, uitgegeven door S. P. 1'Honoré Naber en J. C. M. Warnsinck. IVe dl., 1937, 12e boek, p. 184 (en 11e boek Bijlage d.d. 27 Aug. 1634). Eerste Jaarlijksch Verslag van de Geschiedkundige enz. Vereeniging te Willemstad, 1897. J. H. J. Hamelberg: Een veelbewogen tijdperk 1796-1804, p. 49-50. A. M. Chumaceiro Az.: Zal het kiesrecht Cura;ao tot het Kanibalisme voeren? Cura;ao 1895. Rev. Joseph M. Corcos: Synopsis of the History of the Jews of Curagao. Cura?ao 1897. J. H. J. Hamelberg: De Nederlanders op de West-Indische Eilanden, dl. I, 1909, p. 35. 64, 101, 102, 117, 136-139, 162, 163, 204: Documenten, p. 116 e.v. en 153 e.v. P. Wierink: History of the Jews in America. New York. 1912. Gedenkboek Nederland-Cura?ao 1634-1934. J. M. L. Maduro: De Portugeesche Joden in Cura?ao, p. 69-79. De West-Indische Gids, 1931, 12e jg., 13e dl., p. 360. P. A. Euwens O.P.: De eerste Jood op Curagao. Jg. 1934/35, 16e jg., 17e dl., p. 222 e.v. P. A. Euwens O.P.: De Joodse Synagoge op Curagao. Jg. 1941, 23e jg., 24e dl., p. 172. W. R. Menkman. Aantekeningen op Hamelberg's werken. Publications of the American Jewish Histor. Society, number I. 42-44: II, 96, 103: III, 17, 19: IV, 63: IX, 149-150 en nr. X, The Jews in Curagao. The Jewish Encyclopedia. New York & London, 1903. Vol. IV, p. 386-389. Max J. Kohier: The settlement of the Jews in North America, p. 9-11. Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië, 1914-1917. Staatkundig en staathuishoudkundig Jaarboekje. 1868, 20e jg., p. 115. Publicatie Blad voor CuraSao, 1825, nr. 95; 1826, nr. 103. A. H. Bisschop Grevelink: Beschrijving van het eiland St. Eustatius, in Bijdragen voor de kennis der Ned. en vreemde Koloniën. Utrecht, 1846, p. 6; 1847, p. 36, 199. Mr. H. J. Koenen: Geschiedenis der Joden in Nederland. Utrecht 1843. Dr. H. K. Brugmans en Drs. A. Frank: Geschiedenis der Joden in Nederland, 1940. J. S. da Silva Rosa: Geschiedenis der Portugeesche Joden te Amsterdam vanaf 1593 tot 1925. Amsterdam. Dr. I. S. Emmanuel: De Nederlandsche grafschriften op „Beth-Haim" of het oude Joodsche kerkhof op Curagao: in Geschiedkundige Opstellen, opgedragen aan den Heer W. M. Hoyer, 1943. Dr. I. S. Emmanuel: Het Oude Joodsche Kerkhof op Cura?ao, in het Maandblad Lux van Januari-Februari 1944, No. 4. Is. Jessurun Cardozo S.zn, S. A. L. Maduro en J. M. L. Maduro: Ons Joods leven, p. 106-122 in het „Gedenkboek: Oranje en de zes Caraïbische parelen". 1948.

56

II. ONZE HISTORICI EN ONZE HISTORIE

"•

.css Sf

20. In de zeventiende eeuw werd Fort Am de muren rondom Willemstad. In 1861 ivcrdc gesloopt. Het kaartje geeft het fort weer z

ï'ttlèt'jgfëjs&i'i sa* „

*-Sü^5üW^.arfflr

HET NIEUWE CURAQAO

«■ ..Het Franklin Roo.

OUDE FAMILIES OVERZICHT Het jaartal van aankomst op Curagao staat achter iedere familie. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.

DORCAS . vóór 1661 CROES . vóór 1670 DE MEY . vóór 1674 EVERTSZ . vóór 1674 MADURO . vóór 1674 VAN KINSWILDER. vóór 1680 SCHOTBORGH . 1683 BRUGMAN . vóór 1688 LAMONT . 1689 SALOMONSZ en SIMONSZ DONKER 1690 RIJKE(N) . vóór 1690 HEYER-DEN OUDE-EVERIT ... vóór 1695 VERPLAATS . 1697 ELLIS en MARTIN ELLIS . 1699 HOUTVAT . 1700 DRUSCHKE . 1702 VEERIS . 1705 MUSKUS . 1710 BERCH . 1710 MARTIN . vóór 1713 SEVERIJN . 1718 COLUMBA . 1720 VAN STARCKENBORGH . 1721 LAMPE . 1730 WEEBER . 1730 DE LANNOY . 1737 VAN DER MEULEN . 1747 SPENCER . 1750 BEELDSNIJDER . 1751 DE HASETH . 1753 BEAUJON . 1753

Oude Duitse Oude Franse Oude Engelse Oude Belgische Oude Deense Oude Zwitserse tugese familie is:

32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48: 49. 50.

NEUMAN . 1757 STATIUS MULLER . 1757 DE VEER . 1758 HOYER . 1759 EMAN . 1764 JUTTING . 1766 QUAST . 1770 GORSIRA - BROWN GORSIRA . 1771 LAUFFER . 1774 DEROCHEMONT. 1781 DEBROT . 1793 GAERSTE . 1793 HELLMUND . 1797 MULLER . 1798 FORBES . 1799 PERRET GENTIL . 1799 HAAYEN . 1800 VAN ROMONDT . in de Antillen 1804 ESKILDSEN - MÖLLER - DE HASETH MÖLLER . 1807 51. PRICE . 1814 52. VAN EPS . 1816 53. RAMMELMAN ELSEVIER. 1816 54. ZEPPENFELDT . 1816 55. HELDEWIER VIGNON . 1816 56. VAN DA ALEN . 1816 57. NUBOER . 1816 58. KRAFFT . 1844 59. VAN MEETEREN . 1846 60. CADIÈRES . 1848

families zijn: Evertsz, Weeber. Neuman, Statius Muller, Brugman, Hoyer, Eman, Jutting, Muller, Quast, Gaerste, Hellmund, Zeppenfeldt, Krafft. families zijn: Lamont, De Lannoy, De Haseth, Beaujon, De Rochemont, Cadières. families zijn: Martin, Spencer. Price, Forbes (uit Schotland). families zijn: Van der Meulen, Rammelman Elsevier, Heldewier Vignon. families zijn: Verplaats, Muskus. Eskildsen, Möller. families zijn: Lauffer, Debrot, Perret Gentil. Oude Poolse familie is: Druschke. Oude Por¬ Maduro. Oude Zweedse familie is: Severijn. 57

INLEIDING TOT DE GENEALOGIEËN VAN DE OUDE FAMILIES Van de geslachten, wier uitgewerkte genealogie wij gaan geven, kwam de stamvader van het geslacht Evertsz vóór 1675 op Cura;ao, die van het geslacht Schotborgh in 1683 en die van het geslacht Etlis vóór 1699. Deze drie geslachten leven nog steeds voort op Cura?ao; vele geslachten stierven óf uit in de 19de eeuw, óf hebben Cura;ao in het begin van de 19de eeuw verlaten, zoals b.v. Rijke (n). waarvan leden zich naar de Verenigde Staten hebben verplaatst, doch in de vrouwelijke lijn bestaan nog afstammelingen op Curagao van de meeste der te bespreken families, o.a. stammende uit de Mey. Druschke en van Starckenborgh. Vooral tus¬ sen 1795 en 1805 is een groot deel van de bevolking door de sterke achteruitgang van Curagao verspreid geworden over de naburige eilanden. Noemden wij hiervoor van de nog levende geslachten het geslacht Evertsz het oudste, wij maken een uitzondering voor het geslacht Dorcas. dat in 1661 en het geslacht Maduro, dat vóór 1674, reeds op Curagao voorkomt. Alle andere bekende oude Cura^aose geslachten, voor zover zij nog niet zijn uitgestorven, zijn echter pas omstreeks 1700 op Curagao gekomen. Wil men de geschiedenis van een geslacht gaan beschrijven, in een bepaalde stad of streek woonachtig, dan kan men dit alleen doen door vooraf de geschiedenis te leren kennen van de stad en de streek, waar dat geslacht gevestigd is geweest. Eerst dan krijgen de gebeurtenissen bij dat geslacht, de ambten enz. door leden ervan daar bekleed, hun bezit, hun aanhuwelijking, hun twisten en processen, enz. betekenis en leven, en zo zeggen de mededelingen over Curagaose geslachten ons weinig of niets, wanneer wij niet op de hoogte zijn van de geschiedenis van Curagao cum annexis en van de bronnen, uit welke men voor hun genealogie kan putten. Van de literatuur over Cura?ao (en ook over St. Eustatius en overige eilanden) voor zover die zich op historisch gebied begeeft, zijn de publicaties van wijlen J. H. J. Hamelberg, in leven gouvernements¬ ambtenaar in W.I.. nog steeds de belangrijkste, vooral ook op genealogisch gebied. Maar ook in de andere werken en tijdschriften genoemd in het hierachter volgend literatuur-overzicht vindt men tal van mededelin¬ gen over personen, op deze eilanden eertijds woonachtig, welke aan de genealogie van het geslacht, waartoe zij behoorden, waardevolle gegevens toevoegen en welke die genealogie daardoor belangwekkender maken. Van de handschriftelijke bronnen noemen wij in de eerste plaats de oude archieven van Curacjao c.a. en die van St. Eustatius c.a., welke in 1920 en 1924 - voorzover zij liepen tot 1828 - uit West-Indië naar het Algemeen Rijksarchief te Den Haag zijn overgebracht. Voor de genealogie komen daarvan de oude doop-, trouw- en begraafregisters uiteraard het eerst in aanmerking; deze boeken beginnen voor Cura;ao met 1714, voor St. Eustatius met 1709 en lopen dan met vele hiaten er tussen door tot resp. 1825 en 1826 1). Is het oude secretariële en notariële archief van St. Eustatius overigens geheel vernietigd bij de verwoesting van dit eiland door Rodney in 1781, van Cura?ao is nog veel oud-archief over, zij het ook dat van vóór 1720 slechts enkele fragmenten nog aanwezig zijn, alle oudere protocollen enz. zijn verdwenen. Voor genealogisch onderzoek komen dan na de kerkregisters in de eerste plaats in aanmerking de secretariële en notariële protocollen, welke behalve enige brokstukken van 1708/09, 1717-1720, vanaf 1721 tot Nov. 1828 aanwezig zijn, overigens met enige hiaten daartussen in. In deze belangrijke bron komen b.v. talloze testamenten voor, welke van belang zijn, omdat de testateurs en testatrices meestal daarin hun ouders noemen. Ook zijn alle huwelijken, welke niet kerkelijk werden voltrokken, doch voor de secretaris van de Raad werden gesloten, in deze boeken ingeschre*) De opgaven van de nog aanwezige oude kerkregisters vindt men gespecificeerd in het Verslag van het Algemeen Rijksarchief over 1920. Bijlage XII (Curagao) en dat over 1924. Bijlage VII (St Eustatius). 58

ven. Het zou echter enige jaren vorderen om bedoelde protocollen voor een genealogisch onderzoek naar de Curagaose families over dat tijdvak van 108 jaren geheel door te werken; er zijn n.1. ruim 350 delen aanwezig. Voegt men daarbij ongeveer 90 delen der hypotheekboeken. de boeken, waarin de resoluties en sententies van Directeur en Raden (vanaf 1720), de gerechtsrollen, de rekwesten, de placaten. om niet te spreken van het archief van de Wees- en Boedelkamer (vanaf 1709 met 24 delen), dan begrijpt men, welk een schat van materiaal nog aanwezig is, om uitvoerige familie-geschiedenissen daaruit samen te kunnen stellen. En dan behoren wij nog te noemen het oud-archief van de W.I. Compagnie (berustende op het Algemeen Rijksarchief), dat wel is waar ook over Brazilië, de kust van Guinee (d'Elmina), Suriname. Berbice, Essequebo en Demerara handelt, maar waarin over Curagao c.a. natuurlijk ook bizonder veel te vinden is. Als belangrijkste bronnen voor genealogisch onderzoek in dit omvangrijke archief noemen wij slechts de met 1675 aanvangende soldijboeken. de rantsoenlijsten en de brieven en papieren van Curagao aan de Kamer van Amsterdam. Voorts berust in het Classicaal Archief van Amsterdam de correspondentie met Curagao en die met de W.I. eilanden vanaf 1710. Van belang is het hier mede te delen, dat daarin voorkomt een copie van het oudste doopregister van Curagao van 29 Juli 1659 tot 3 Dec. 1662 en van de lidmatenlijst van 10 Aug. 1659 tot 16 November 1662 t), zomede de lidmatenlijst van 23 December 1730 * 2). Al het omvangrijke werk van nasporingen in het vrij omvangrijke oud-archief van Curagao wordt aan¬ merkelijk verlicht door het bestaan van de z.g. „Verzameling Hamelberg" sinds 1919 op de Handschriften¬ afdeling van de Koninklijke Bibliotheek. Deze veel te weinig geraadpleegde verzameling — welke een getui¬ genis is van het enorme werk, dat haar samensteller in zijn leven verricht heeft — bevat over zeer talrijke Curagaose families aantekeningen uit de hiervoor genoemde Curagaose bronnen, voornamelijk uit de secre¬ tariële en notariële protocollen (ruim 5000 acten in verkorte vorm) en uit de kerkelijke registers (ruim 700 acten). Deze aantekeningen lopen in het algemeen niet verder dan tot 1796, een enkele tot 1830. Voor de tijd vanaf 1831 (jaar van invoering van de Burgerlijke Stand op Curagao) is men aangewezen op de archivalia, welke zich te Willemstad bevinden, (zie Literatuuropgave). Bij het doorwerken van de oude Curagaose bronnen vallen de volgende opmerkingen te maken: le. het voortdurend onder elkaar trouwen van de leden der oude families; tenslotte vormde de niet buiten¬ tengewoon talrijke Europese maatschappij op Curagao in de tweede helft van de 18de eeuw één grote familie: een uit Europa komende jongeman (dienaar van de W.I. Comp. meestal) trouwde al spoedig met een dochter van een der Curagaose families en hij en zijn kinderen behoren dan weer tot die éne grote familie, die enerzijds door uitsterving der oudere geslachten verminderde, doch anderzijds door aanvulling uit het Oosten, zich steeds handhaafde. Tot zij door vertrek naar andere eilanden na 1795. door vermenging met kleurlingen en door grotere aanvoer van Europeanen na 1816, een ander karakter kreeg. 2e. de vele vreemdelingen, Duitsers, Denen, Fransen. Zwitsers, (weinig Engelsen), die zich in de loop der jaren op Curagao vestigden, hetzij meestal gewezen militairen na hun diensttijd onder de Compagnie, hetzij kooplieden, zeelieden, enz. afkomstig van de naburige Antillen (veelal van de Franse eilanden), die om allerlei redenen naar Curagao kwamen. I 3e. de naamgeving aan de kinderen bij de Curagaose families. Men had daar namelijk al vroeg de gewoonte om bij de doop van een kind dit behalve de toegedachte voornaam of voornamen, ook nog de familie¬ naam van de moeder of die van een der grootmoeders te geven, welke laatstbedoelde familienaam dan vóór de eigenlijke familienaam kwam, B.v. Abraham Evertsz., wiens moeder een Stuyling was, gaf zijn zoon de namen Johannes Stuyling Evertsz; Johannes Evertsz, wiens schoonvader Matthias Vermeulen heette, noemde een zijner zoons Matthias Vermeulen Evertsz. Later ging men nog verder en gaf aan kinderen vóór hun eigenlijke familienaam de volle namen van aangehuwde ooms en tantes, ja het gebeurde wel. dat het kind de naam van de doopgetuige - al was deze geen familie - vóór zijn familienaam erbij kreeg: zo ontstonden b.v. namen als Herman Tiberius Beeldsnijder Evertsz, Samuel de Lannoy Beeldsnijder. In sommige families ging men zover, dat als in een tak reeds een andere familienaam aan de eigen*) Gepubliceerd door Prof. Dr L. Knappert ln het Gedenkboek Nederland—Curagao 1634-1934, p. 34-53. 2) Gepubliceerd door dezelfde in De West-Indische Gids. 1938, 20e Jg. p. 214-224. 59

4e. 5e. 6e. 7e.

lijke naam was toegevoegd, latere generaties nog eens of nog 2 maal de gecombineerde naam met nieuwe familienamen verlengden, waardoor namen ontstonden als: Bennebroek van der Linde Schotborgh. Opge¬ merkt moet verder worden, dat in één gezin niet alle kinderen gecombineerde namen droegen, maar sommige weer alleen met de enkelvoudige familienaam werden ingeschreven. de meeste van deze families belijden de Protestantse godsdienst, pas in de laatste tijd zijn enkele overge¬ gaan tot het Katholicisme. voor vele Curagaoënaars was hun geboorte-eiland te klein en gingen zij zich vestigen in de' omgeving, zodat men vrijwel overal in de Caraïbische landen telgen van deze families aantreft, ook in de U.S.A. de families hebben zich steeds weten aan te passen aan de nieuwe omstandigheden, waarin ze geplaatst werden, dank zij de nieuw-aangekomenen, die veelal een Curagaose uitkozen als levensgezellin. de Cura?aoënaars wensen, dat hun eiland een onafscheidbaar deel van de Nederlandse Unie van het hervormd Koninkrijk in Nieuwe Stijl zal vormen. Zij voelen zich Nederlanders door traditie, wet en recht en willen verbonden blijven met het huis van Oranje.

DORCAS De familie Dorcas is wel één van de alleroudste van Curagao. Reeds in het doopboek van Willemstad, dat in copie van 29 Juni 1659 tot 3 Dec. 1662 nog bewaard is gebleven (zie Prof. Dr. L. Knappert in Gedenk¬ boek Nederland-Cura?ao 1634-1934, blz. 55), vindt men een Lijsbeth Dorcas. die gehuwd is met Meyndert Lubbertsz en die op 13 Nov. 1662 een zoon Lubbert laten dopen. I. Een familielid van deze Lijsbeth Dorcas zal geweest zijn Jan Dorcas. geb. voor 1660, die op 9 Maart 1713 als Jan Dorcas de oude voorkomt op de lijst van de brandschatting aan de Franse commandant Jacques Cassard, na diens verovering van Curaqao te betalen; hij is daarop aangeslagen voor het aanzien¬ lijke bedrag van 600 pesos. Blijkens J. H. J. Hamelberg in zijn bekend werk op blz. 91 werd Jan Dorcas de oude. omdat hij geen belasting wilde betalen, die in 1715 was ingevoerd, veroordeeld tot een boete van 250 pesos. En blijkens G. J. van Grol. De grondpolitiek in het W.I. Domein etc., dl. II. blz. 137, werd Jan Dorcas in 1716 ver¬ oordeeld wegens het onrechtmatig vergroten van zijn grond. Hij overleed in 1720 en was in eerste huwe¬ lijk getrouwd met Margaritha Jans, bij wie minstens 3 kinderen, en in 2e huwelijk met Alida de Wit, geb. Sommelsdijk, overl. Curaqao vóór 1733, dochter van Willem de Wit en van Belia Weli. Het notarieel protocol van 1722 bevat een aanvullende inventaris van de boedel van Jan Dorcas vol¬ gens opgaven van zijn weduwe Alida de Wit, d.d. 15 Mei. De eigenlijke inventaris was van 24 Oct. 1720 (deze is niet bewaard), kort tevoren zal hij dus overleden zijn. De aanvullende inventaris vermeldt als schuld o.a. huur van Crael Tubag tot 1 Dec. 1721. Hij was dus huurder van de Compagnies plantage Coraal Tabak. Misschien mede door zijn vermelde veroordelingen is het op een bankroet uitgelopen. In de genoemde acte wordt althans gesproken van zekere huishuur, die „buiten het bancrottie" door de weduwe is ontvangen, terwijl „met de afkomst van dien en andere clijnigheden (zij) haer en haer kin¬ deren tot dus-verre gealimenteert ende God beetert sober genoeg (heeft) moeten onderhouden." 9 Oct. 1722 komt Alida de Wit, weduwe van Jan Dorcas de oude. opnieuw in een acte van dit protocol voor, als zij te samen met haar familieleden de Wit volmacht geeft inzake de boedel van Dirk de Wit. Uit het eerste huwelijk van Jan Dorcas sproten: 1. Margaretha Dorcas. gehuwd met Jurriaan Jansz Exsteen. weduwnaar van Jannetje Martin. Hij is vóór 1738 gestorven. 2. Jan Dorcas. gehuwd met Anna Maria Weijts. wed. van Johan Arentsz. Jan Dorcas de jonge komt voor op de hierboven genoemde taxatie van 19 Maart 1713 van de brandschatting met een aanslag van 25 pesos. Hij en zijn vrouw staan ingeschreven op de lidmatenlijst van de gereformeerde gemeente te Willemstad van 23 Dec. 1730, als wonende bij het fort. Op de lijst van het familie- en zwarte hoofdgeld van 1735 komen hij en zijn vrouw niet meer voor. 3. Cornelis. volgt II. Uit het tweede huwelijk: 4. Willem Hendrik Dorcas. huwt Curaqao 28 Sept. 1721 Maria Boom. wed. van Johannes Christofjels Marquart, beide geboren aldaar. 5. Warnardus Dorcas. 6. Belia Dorcas, huwt 13 Juni 1724 met Evert Franken van Overschie. 7. Christina Dorcas. huwt 1°. 6 Juli 1730 Gerbrand Elias Eylbracht. in 1735 assistent in dienst van de 61 DORCAS

W.I.C.; huwt 2°. 4 Febr. 1748 Johan Adam Krell. Zij leefde met haar 2e man nog in 1757 en had uit haar le huwelijk een zoon en een dochter. II. Comelis Dorcas. geb. ongeveer 1690, overl. voor 1735, huwt Adriana de Koek, die 4 Mei 1748 als wed. haar testament maakt en daarin haar 3 kinderen noemt. Deze kinderen waren: 1. Margaretha Dorcas, overl. tussen 1748 en 1757, huwt Cura;ao 16 Febr. 1734 Evert Evertsz, geb. aldaar omstreeks 1708, ruiter in Comp. dienst, overl. in 1788, zoon van Hendrik en Ebbetje Stuylingh. Uit dit huwelijk sproten 9 kinderen (zie geslacht Evertsz, blz. 4, sub Illbis). Hij hertrouwde Curagao 17 Dec. 1757 met Poulina Houtschildt, wed. van Jacobus Vermeulen. 2. Cornelia Dorcas, overl. na 1787, huwt vóór 1737 Frederik Evertsz, geb. omstreeks 1710, schipper, overl. vóór 1779, broeder van de hiervoor genoemde Evert Evertsz. Uit dit huwelijk sproten 2 doch¬ ters. (Zie bij Evertsz, blz. 5, sub Illter). 3. Comelis, volgt III. III. Comelis Dorcas, geb. ongeveer 1720, overl. vóór 1782, huwt 5 Jan. 1749 Elisabeth Aletta Sterling, gest. 22 Maart 1813. Uit dit huwelijk: 1. Adriana Dorcas, geb. 1750, huwt 10 Sept. 1769 Jacob Radelief, weduwnaar van Catharina Eilborg. 2. Anna Dorcas, geb. ongeveer 1751, begr. 29 April 1808, gehuwd ongeveer 1773 met Comelis Berch, regeringscommissaris van Curagao met Abraham de Veer na de teruggave van dit eiland door de Engelsen, van 1803-1804, overl. 20 Aug. 1810, zoon van Jacob Bennebroek Berch en Cornelia Willemina Ellis. Uit dit huwelijk 2 kinderen (zie Berch, sub III). 3. Geertruida Margaritha Dorcas, geb. ongeveer 1752. 4. Comelis, volgt IV. 5. Emerentia Dorcas, geb. 1758, overl. 23 Febr. 1811, huwt 26 Dec. 1785 Nathaniël Frederik Weeber, geb. 1765, overl. 15 Dec. 1806, zoon van Sigismundus en Catharina Snijder Hansz. Uit dit huwelijk: Catharina Frederika Weeber, geb. 17 Oct. 1786 (zie Weeber). IV. Comelis Dorcas, geb. ongeveer 1754, huwt ongeveer 1772 Jannetje Lamont, gest. 18 Maart 1801, dochter van Isaac Lamont en Poulina Ellis (zie Lamont). Uit dit huwelijk: 1. Comelis Jesaias Dorcas, geb, ongeveer 1773. 2. Poulina Dorcas, ged. 25 Sept. 1774. Nazaten van deze familie zijn nog op Cura?ao aanwezig.

62 DORCAS

CROES Dit geslacht behoort tot de oudste Curagaose families, de eerste hunner moet daar reeds vóór 1670 zijn aangekomen. Sinds omstreeks 1754 woont de hoofdtak op Aruba. I.

Hendrik Croes. geb. omstreeks 1640, komt niet voor in de Soldijboeken welke met 1675 aanvangen; ver¬ moedelijk was hij zeevarende, tenminste zijn kinderen huwden in de kring van de schippers op Curagao. Hij overleed vóór 1713, want zijn naam komt niet voor op de lijst van de aangeslagenen in de brand¬ schatting van Cassard van dat jaar. Zijn weduwe leefde toen echter nog, want haar zoon Nicolaas Croes staat daarop mèt haar vermeld, te samen aangeslagen voor 60 pesos; helaas wordt haar naam niet ge¬ noemd, er staat n.1. alleen: „Claas Croes en moeder", zonder verdere aanduiding. Zij komt ook verder niet in acten voor en zal kort daarop zijn overleden. Uit haar huwelijk sproot dus bovengenoemde zoon Claas of Nicolaas. die volgt II.

II.

Nicolaas Croes, geb. omstreeks 1668. Daar zijn moeder in 1713 nog op Curagao woonde, is aan te nemen, dat zij een Curagaose was, toen zij huwde en dat haar zoon dus op Curagao geboren was; het tijdstip van zijn geboorte is ongeveer te bepalen uit het feit, dat zijn oudste zoon Hendrik reeds in 1715 daar huwde, dus ongeveer 1692 geboren was, waardoor het geboortejaar van deze Hendrik’s vader, Nicolaas Croes, omstreeks 1670 komt te liggen, terwijl vaststaat, dat deze laatste reeds in 1699 met zijn vrouw (wier 2e man hij was) op Curagao hun testament maken. Nicolaas overleed tussen 1715 en 1721,1) hij moet omstreeks 1690 zijn gehuwd met Marritje Isaacs de Wit. die toen weduwe met een zoon was van Steven Loret. Deze laatste was geboren te Vlissingen en was als hooploper 12 Sept. 1684 in dienst van de W.I. Comp. op Curagao gekomen. 22 Nov. 1685 werd hij gelicentiëerd om met het schip „Christina" te repatriëren; denkelijk is hij toen getrouwd en spoedig gestorven. Blijkens acte no. 213 in het protocol van 1729 maakt Marritje Isaac de Wit, weduwe van Nico/aas Kroes (in de oudere acten wordt de naam steeds met een K gespeld) haar testament; zij verklaart, dat van kracht blijft het testament van 3 Febr. 1699 voor notaris Willem Lamont met haar 2e man Kroes gepasseerd. Zij benoemt tot haar erfgenamen haar 8 kinderen, waaronder Jan Loret bij Steven Loret haar eerste man gekregen (van welke Jan later niets meer blijkt) en noemt haar 7 kinderen uit haar tweede huwelijk, waarvan haar oudste dochter dan reeds weduwe is en van welke haar 2e zoon Kroes dan reeds is overleden. Hierdoor zijn wij over de namen harer kinderen geheel ingelicht, zij volgen straks. In de tijd, dat de kinderen van Nicolaas Croes in het huwelijk traden, vestigde zich op Curagao uit Am¬ sterdam Hendrik Croesen, ook Kroese(n) geschreven, die 25 Nov. 1721 in het huwelijk trad met Catharina Raven, van Curagao. Hieruit blijkt, dat Croes of Kroes en Croese of Kroese twee verschillende ge¬ slachten zijn. Thans volgen de 7 kinderen van sub II Nicolaas Croes: 1. Anna Christina Croes. geb. omstreeks 1692, overl. voor 1755, huwt 1°. met Anthony Middelcoop, die *)

8 Jan. 1715 komt zijn vrouw nog voor als huisvrouw van Claas Kroes en 28 Febr. 1721 als weduwe van hem. 64

CROES

2. 3. 4.

5.

6. 7. III.

vóór 1729 overleed; zij huwt 2°. Curagao 27 Juni 1730 met Hans ]utgen Las. beiden komen voor op de lidmatenlijst van Dec. 1730 als wonende in de Keukestraat. Uit haar le huwelijk sproot Anthony Middelcoop. die 5 Sept. 1755 op Curagao ondertrouwde met Helena Koos. waarbij getuige was Ni¬ co/aas Croes (Illter). Hendrik, volgt III. Isaac, volgt Illbis. Neelt je Croes. geb. Curagao, overl. Curagao 17 Jan. 1777, huwt aldaar 8 Jan. 1715 Pieter Bernjé (Bernier). geb. Rouaan, schipper. Zij waren in Dec. 1730 nog als lidmaten op Curagao ingeschreven, wonende aan „de Overzij". Als huisvrouw van Pieter Bernjé testeerde zij 5 Maart 1735, zij had toen 6 kinderen; als weduwe testeerde zij opnieuw in 1765 (acte no. 92); nog 12 jaar leefde zij nadien. Maria Croes, geb. Curagao, overl. tussen 1730 en 1751, in eerstgenoemd jaar komt zij en haar man nog op de lidmatenlijst voor, eveneens wonende „aan de Overzij"; zij was 18 Maart 1721 gehuwd met Adam Arentz. jongman van Curagao; haar moeder was haar getuige. Nicolaas, volgt Illter. Lourens, volgt Illquater.

Hendrik Croes. geb. Curagao omstreeks 1692, huwt Curagao 5 Nov. 1715 Belia Vos. geb. aldaar, waar¬ bij getuigen waren Jan Visser en Anna Margaretha Wytbaha. weduwe van Sibert Jansz. Op de lidmaten¬ lijst van Dec. 1730 komen zij niet voor en hij evenmin op de lijst van het familiegeld van 1735. Uit hun huwelijk sproot; 1. Susanna Croes, die 9 Nov. 1738 voor de Secretaris haar huwelijk liet voltrekken met Abraham Wil¬ lem du Pon. geboren te Leiden. Zij maakten hun testament 12 Febr. 1739, doch verdere gegevens over hen ontbreken. 2. Anna Margaretha Croes. die in 1743 als huisvrouw van Jan Gellinghuysen getuige was voor Maria Croes (zie Illbis, 3) bij haar huwelijk met Jacob Houtvat. Zij werd als weduwe van Jan Gillinghuysen op 20 Sept. 1788 begraven.

Illbis.

Isaac Croes, geb. Curagao omstreeks 1694, overl. vóór 1729 blijkens het testament van zijn moeder van dat jaar, huwt ± 1714 Susanna Christiaansz. Zij hertrouwt 8 Maart 1735 met Juan Pedro Jansz, schipper, weduwnaar van Anna Barbera Charjé.1) Blijkens het secretarieel protocol van 1735 bewijzen zij elk op genoemde datum hun kinderen uit hun vorig huwelijk, resp. hun moederlijk en hun vaderlijk goed, en wel Jansz zijn 3 kinderen en de wed. Croes haar 5 kinderen. Susanna Christiaans wed. I. Kroes komt aldus voor op de lidmatenlijst van Dec. 1730, wonende aan de Zeekant. Haar le man komt in het oudste trouwboek van Curagao in 1715, 1717, 1718 en 1720 voor als huwelijksgetuige voor andere personen, maar overigens werden geen acten over hem gevonden. Haar 2e man komt daarentegen wel in acten voor en staat op de lijst van het familie- en hoofdgeld ingeschreven met 1 slaaf en een aanslag van 2 pesos. Susanna Christiaansz was in 1748 overleden, want acte no. 123 van het protocol van dit jaar vermeldt het advies van de fiscaal in zake het proces tussen de kinderen en schoonzoons van Susanna Christiaansz eerst weduwe van Isaac Croes. contra Juan Pedro Jansz, haar 2e man; uit deze acte blijkt, dat er dan 3 kinderen van haar nog in leven zijn. De kinderen van Isaac Croes waren. 1. Anna Margaretha Croes, overl. tussen 1735 en 1748. 2. Nicolaas Croes. overl. tussen 1735 en 1748. 3. Maria Croes, overl. tussen 1748 en 1751, huwt 7 April 1743 Jacob Houtvat. zoon van Jannes Houtvat en Margaretha van Gorcum. hij hertr. 18 Juli 1751 met Elisabeth Verloo.

*) Hij was met haar op Cura?ao gehuwd 24 Juni 1721, beide geboortig van daar. Beide lidmaten aldaar Dec. 1730. wonende aan de Werf; haar vader en haar broeder waren Frans Charjé (gehuwd met Margaretha Verwit) en Willem Charjé, in 1735 nog assistent in dienst van de W.I.C. 65 CROES 2

4. Anna Croes, gehuwd met Arnoldus Senenbergh, beide in 1748 in leven. 5. Jacoba Croes, voor 1748 gehuwd met Johannes Charjé, dit echtpaar testeerde op .8 Aug. 1760. Illter. Nicolaas Croes, in 1729 genoemd in het testament van zijn moeder; hij was gehuwd met Maria de Jong(h), die weduwe met 1 zoon en 3 dochters was van Nicolaas Blonkebijl. 1) Zij was een dochter van Gijsbert de Jong en van Willemina Pietersz. Nicolaas Croes komt in 1735 voor op de lijst van het familiegeld en zwarte hoofdgeld met 1 slaaf en een aanslag van 2 pesos. In Sept. 1755 is hij huwelijksgetuige voor zijn neef Anthony Middelcoop, hiervoor sub II, 1 genoemd. Nicolaas en zijn vrouw zijn 3 Maart 1766 nog in leven als zij getuigen zijn bij het huwelijk van Johan Frederik Neuman met Antonia Schoop. Maria de Jongh eerst weduwe van Nicolaas Blonkebijl en dan gehuwd met Nicolaas Croes, testeert in 1741 (acte no. 180) en vermeldt uit haar le huwelijk 1 zoon en 3 dochters en uit haar 2e huwelijk één zoon, deze heette: 1. Isaac Croes, van wie overigens geen gegevens bekend zijn. Illquater. Lourens Croes, jongste zoon van Nicolaas Croes en Maria de Wit, geb. Curagao in 1707, immers blijkens het protocol van „Interrogatoriën" was hij op 28 Sept. 1752 45 jaar oud; hij was toen opzichter van de werf van Christoffel Raphoen. Van 1754 tot 1756 was hij commandeur van Aruba. Op de lijst van het familie- en zwarte hoofdgeld van 1735 is hij vermeld met een aanslag van 2 pesos en geen slaven. Hij overleed in 1756 en werd als commandeur van Aruba opgevolgd door Jan van der Biest. Hij huwde Curagao 22 Sept. 1731 met Susanna van der Westen, dochter van Jacomo van der Westen en Regina Smith. Zij geeft 3 Aug. 1742 een volmacht tot ontvangst van de Franse W.I. Comp. van het tractement van wijlen haar vader, die bij die Compagnie in dienst was geweest. In Jan. 1773 leefde zij nog. Uit hun huwelijk sproten (volgorde onbekend): 1. Nicolaas. volgt IV. 2. Gilles, volgt IVbis. 3. Lourens Croes. 4. Rachel Croes. in 1773 getuige bij de doop van een kind van haar broeder Nicolaas. 5. Jacobus Croes, huwt Curagao 3 Dec. 1764 met Dina Elisabeth Veeris, dochter van Jacques Veeris en Antoinette Wijmers. 6. Maria Croes, ondertr. Curagao 16 April 1779 Johan Michiel Eman. van Harperscheid, uit welk huwe¬ lijk de tegenwoordige familie Eman op Aruba stamt. IV.

Nicolaas Croes, geb. Curagao 1732, overl. Aruba na 1787, huwt Curagao 1 Nov. 1770 Maria van der Biest, geb. Curagao, bij welk huwelijk o.a. getuige was Neeltje Croes, weduwe van Pieter Bernier. tante van de bruidegom. Aan Nicolaas Croes werd in 1778 toegestaan om als fungerend schoolmeester van de school aan de Over¬ zijde op te treden. In 1783 komt hij voor als vice-commandeur op Aruba. Uit zijn huwelijk sproten 7 kinderen: 1. Hendrik, volgt V. 2. Lourens. volgt Vbis. 3. Anna Catharina Croes. huwt Curagao 18 Mei 1788 Jan van der Biest, waarbij o.a. getuige was haar tante Maria Eman geb. Croes; hij was een zoon van Harmen van der Biest en Susanna van der Woestijne. 4. Anna Elisabeth Croes. ged. 29 Juli 1770, huwt Curagao 6 Juli 1800 Jan Hendrik Godfried Eman, ged. aldaar 28 Maart 1780. zoon van Johan Michiel Eman en Maria Croes (vermeld Illquater, 6). 5. Regina Jacomina Croes, ged. 14 Oct. 1781, huwt Curagao (op dezelfde dag als haar zuster no. 4) 6

1) Claas Blonkebijl, j.m. van Vllssingen, huwde Cura;ao 3 Dec. 1720 met Maria de Jong, j.d. van Curagao; zij waren Dec. 1730 nog lidmaten aldaar, wonende „aan de Overzijde". 66

Juli 1800 Michel Benoit Solagnier. geb. Rion, dép. Landes (de landstreek aan de kust van Biskaye tot de Gironde). Uit dit huwelijk 7 kinderen. 6. Jan van der Biest, volgt Vter 7. Anna Catharina Thyssen Croes, geb. Aruba 30 Sept. 1787, huwt Cura?ao in Maart 1806 Joseph Antonio Yarzagaray, geb. Fontarabiens, Biscaye. Uit dit huwelijk 4 kinderen. IVbis. Gilles Croes, huwt Maria Catharina Koek, uit welk huwelijk sproot: 1. Anna Catharina Croes, van wie verder niets bekend is, tenzij dat zij dezelfde is als Johanna Catha¬ rina Croes, die 30 Oct. 1806 op Curagao begraven is als weduwe van Jan Hansz. Wellicht moet hier ook geplaatst worden Elisabeth Croes, die als jonge dochter geboortig van Cura?ao daar 13 Jan. 1782 huwde met Jan Odubert Roe, jongman van Merselje (Marseille?), bij welk huwelijk getuigen waren Hendrik Eman en Catharina Jacobsz zijn vrouw, en Nicolaas Croes en Maria van der Biest, diens vrouw. Deze Elisabeth Croes kan geen dochter zijn geweest van laatstgenoem¬ de echtelieden, daar deze pas in 1771 waren gehuwd. V.

Hendrik Croes. geb. Aruba 15 Oct. 1769, gehuwd met C/ara Poppe. Uit dit huwelijk: 1. Cornelia Elisabeth Croes, geb. Aruba 15 Nov. 1796. 2. Jacobus Croes, volgt VI. 3. Anna C/ara Croes. geb. Aruba 20 Jan. 1805. 4. Pieter Croes, geb. Aruba 10 Oct. 1806. 5. Gilles Croes. geb. Aruba 22 Dec. 1807. 6. Johanna Catharina Croes. geb. Aruba 15 Dec. 1809. 7. Isaak Croes, geb. Aruba 16 Dec. 1812. 8. Maria Louisa Croes, geb. Aruba 10 Nov. 1814. 9. Jan Daniël Croes. geb. Aruba 15 Maart 1820.

VI.

Jacobus Croes, geb. Aruba 10 Sept. 1798, huwt Abigael Geertruida Croes. Hun kinderen waren: 1. Hendrik Croes, geb. Aruba 7 Oct. 1830. 2. Frans Mulder Croes. geb. Aruba 3 Maart 1833.

Vbis. Lourens Croes, geb, Cura;ao 7 Jan. 1773, de datum van zijn doop is in het doopboek niet bijgeschreven, doch de doopgetuigen waren Susanna van der Westen weduwe Lourens Croes en Rachel Croes. Hij leef¬ de nog in 1832 en huwt 1°. in 1801 op Aruba met Magdalena Specht, bij wie 10 kinderen. Blijkens het Burgerregister van Cura?ao in 1831 was hij toen gehuwd met Catharina Elisabeth Laclé, die dus zijn 2e vrouw was. De kinderen uit het eerste huwelijk waren: 1. Magdalena Gerardina Croes. geb. A. 16 Febr. 1802, gest. 4 Jan. 1881, huwt Jacob Thielen, zoon van Jan Thielen en Maria Christina Piednoir. Jacob Thielen was commandeur van Aruba van 1821-1826. Hij stierf 2 Nov. 1843 en was eerst gehuwd geweest met Anna Elizabeth Gtaval en daarna geschei¬ den. Uit het eerste huwelijk: a. Johanna Magdalena Joubert Thielen. geb. 1794. Uit het tweede huwelijk: b. Maria Christina Constancia Thielen. geb. A. 1831. c. Jacob Thielen. geb. A. 28 Sept. 1834. d. Jan Lourens Thielen. geb. A. 1837, gest. 1838. 2. Elisabeth van der Biest Croes, geb. A. 18 Sept. 1839, huwt Frederik Johannes van der Biest, zoon van Harmen van der Biest en Maria Catharina van der Biest, Hij hertrouwt Anna Catharina Eman, dochter van Jan Hendrik Godfried Eman en Suzanna Elisabeth Croes. 67

3. Suzanna Maria Croes, geb. A. 28 Maart 1805, gest. 1885, huwt Bartholomeus Henry Schultz. 4. Nicolaas Croes, geb. A. 3 April 1807, gest. 1869, huwt Jeanette Emonet. 5. Borchard Specht, volgt VI. 6. Maria Elizabeth Croes. geb. A. 27 Jan. 1811, gest. 1887, huwt 1°. Johan Frederik Waters Graven¬ horst. geb. Curagao 14 Juni 1801. Na zijn overlijden huwde zij 2°. Jean Oduber, geb. ongeveer 1810, zoon van Lourens Oduber en Maria Catharina Ras Bistik. 7. Jean George Specht Croes. geb. A. 14 Jan. 1813, gest. 1843, huwt Adriana Carolina Dijkhoff. 8. Catharia Thijssen Croes. geb. A. 14 Juli 1815, gest. 1874, ongehuwd. 9. Anthony van der Biest Croes. geb. A. 22 Mei 1817, ongehuwd gestorven. 10. Regina Jacomina Croes, geb. A. 10 Nov. 1819, gest. 1897, huwt 1°. Louis Bazin, huwt 2°. Pedro Joseph Frigerio. Uit het tweede huwelijk: a. Victorio Francisco Plinio Americo Frigero, huwt Anna Catharina Quant. Uit dit huwelijk zes kin¬ deren. b. Angiolina Clotilda Frigerio, huwt Benjamin Titus Henriquez. c. Magdalena Guissepina Frigerio, huwt 1°. Gerard Evert Zeppenfeldt, zoon van Evert Lodewijk en Maria Constancia Schotborgh, en 2°. Juan Natalio Capriles. VI.

Borchard Specht Croes. geb. A. 19 Febr. 1809, gest. 1882, huwt 9 Jan. 1839 Johanna Sabina Specht, dochter van Cornelis en Gijsbertha Vos. Uit dit huwelijk: 1. Magdalena Specht Croes. geb. A. ongeveer 1840. huwt Willem Frederik Croes, zoon van Jan van der Biest Croes en Maria Elizabeth Specht. 2. Elizabeth Croes. jong gestorven. 3. Frederik Croes, is naar Venezuela gegaan. 4. Anna Sophia Croes, huwt Jan Vos Specht, zoon van Cornelis en Gijsbertha Vos.

Vter. Jan van der Biest Croes, geb. A. ongeveer 1785, huwt 1809 1°. Anna Elizabeth Oduber, geb. A. onge¬ veer 1794, dochter van Jean Oduber en Elizabeth Croes; huwt 2°. 27 Aug. 1834 Maria Elizabeth Specht. dochter van Cornelis en Gijsbertha Vos. Uit het eerste huwelijk: 1. Jean Oduber Croes, geb. A. 11 Juni 1810, huwt Suzanna Maria Oduber. dochter van Jean en Eliza¬ beth Croes. 2. Nicolaas Croes, geb. A. 15 Aug. 1811, jong gestorven. 3. Daniël Oduber Croes. geb. A. 11 Dec. 1812, gest. 1835. 4. Anthony Croes, geb. A. 1 Oct. 1816, huwt Anna Christina Specht, dochter van Cornelis en Gijs¬ bertha Vos. 5. Lourens Croes, geb. A. 16 Febr. 1819, huwt Regina Clementina Oduber, dochter van Lourens en Maria Catharina Ras Bislik. 6. Maria Christina Croes, geb. A. ongeveer 1820, huwt Michiel Pabiot Solagnier, zoon van Benoit Solagnier en Regina Jacomina Croes. Uit het tweede huwelijk: 7. Willem Frederik. volgt VI. 8. Maria Croes. geb. A. 1839, huwt Carmelo Lopez. 9. Anna Catharina Croes, geb. A. ongeveer 1840, huwt Bruin Govertsz Quant, zoon van Simon van der Veen Quant en Johanna Catharina van der Biest. Uit dit huwelijk: a. Simon van der Veen Quant. geb. A. 1865, huwt Johanna Felepina Kuiperi. b. Anna Elizabeth Quant. geb. A. ongeveer 1866, huwt Jacoba Bautista Arends. c. Johanna Catharina Quant, geb. A. ongeveer 1867, huwt Luis Lorenzo Oduber. d. Suzanna Maria Quant. geb. A. ongeveer 1868, huwt Lorenzo Justiniano Arends. c. Mathilda Lucretia Quant, jong gestorven. 68

10. Anna Margaretha Croes. geb. A. ongeveer 1841, huwt A. 13 Febr. 1861 Frans Valentijn Croes, geb. A. 3 Nov. 1840, zoon van Jan Pieter en Cathacina Tromp-[zie jongste tak Croes). 11. Jan Croes. geb. A. ongeveer 1842, huwt Eva van der Biezen. VI. Willem Frederik Croes. geb. 1 Mei 1838, huwt 1861 Magdalena Specht Croes. dochter van Borchard Specht Croes en Johanna Sabina Specht. Uit dit huwelijk: 1. Johanna Croes. geb. A. ongeveer 1862. 2. Anna Catharina Croes. geb. A. 18 Sept. 1863. 3. Lucretia Croes. geb. A. ongeveer 1864. 4. Herman, volgt VII. 5. Johan Omar, volgt Vllbis. VII. Herman Croes, geb. ongeveer 1870. woont in Venezuela, huwt Natalia Martinez. Uit dit huwelijk: 1. Guillermo. volgt VIII. VIII. Guillermo Croes. geb. ongeveer 1895, huwt twee maal. Bij de eerste vrouw geen kinderen, bij de tweede vrouw vijf kinderen. Zij wonen in Venezuela. 1. Natalia. 2. Guillermo. 3. Sai. 4. Monica. 5. Antonieta. Vllbis. Johan Omar Croes. geb. 10 Sept. 1879, huwt 22 April 1908 Rosa Maria Pietersz. geb. Cura?ao 1884, dochter van Jean Hilarion en Rosina Martina Frieme. Uit dit huwelijk: 1. Anna Cornelia Croes. geb. A. 20 Jan. 1909,huwt 14 Sept. 1944 Anthon Oslin Schollen, geb. 28 Sept. 1921. Uit dit huwelijk: a. Douglas Oslin Scholten, geb. 13 Dec. 1945. 2. Ernest Everard. volgt VIII. 3. John Arthur. volgt VlIIbis. 4. Willem Frederik. volgt VlIIter. 5. Hendrik Albert Croes, geb. A. 1918, gest. 1920. 6. Elva Rosa Croes. geb. A. 1922, gest. 1922. VIII. Ernest Everard Croes. geb. 12 Dec. 1910, huwt 29 Nov. 1941 Vera Violet Ruiz, geb. 21 Aug. 1911, dochter van Maximiliano en Anna Clementina de Veer. Uit dit huwelijk: 1. Rodney Everard Croes. geb. A. 8 April 1945. VlIIbis. John Arthur Croes. geb. A. 5 Oct. 1912, huwt 1 Oct. 1941 Hyacinth Ludmilda de Veer. geb. A. 4 Nov. 1913, dochter van Constant en Ida Maria Constancia Beaujon. Uit dit huwelijk: 1. John Arthur Croes. geb. A. 17 Mei 1947. VlIIter. Willem Frederik Croes. geb. 23 April 1915, huwt 25 Oct. 1939 Grietje Posner, dochter van Elsas Posner en Emorgen Simmons. Uit dit huwelijk: 1. Rosé Marie Croes. geb. A. 12 April 1940. 69 CROES 6

2. John Raymond Croes, geb. A. 15 April 1942. 3. Robert William Croes. geb. A. 27 Febr. 1944. 4. Annabella Croes. geb. A. 12 Jan. 1949.

JONGERE

TAK

Van wie Frans Muller Croes, geb. Aruba 1 Jan. 1778 de zoon is, hebben wij, zonder daarnaar speciaal onderzoek te doen, niet kunnen vinden. Te oordelen naar de namen van de kinderen van Frans moet hij tot dezelfde familie behoren als de hierboven behandelde. Bovendien huwen enkele leden van deze familie met leden van de vorige tak, waaruit misschien ook valt te concluderen, dat zij familie van elkaar zijn. I.

Frans Muller Croes, geb. A. 1 Jan. 1778, grondeigenaar, huwt Catharina Theresa Tromp, een lid van een zeer bekende Arubaanse familie. Uit dit huwelijk: 1. Abigael Geertruida. geb. A. 3 Maart 1809. 2. Maria Christina. geb. A. 4 Oct. 1811. 3. Pieter. geb. A. 2 Juli 1813. 4. Jan Pieter. volgt II. 5. Jacobus. geb. A. 22 Juni 1817. 6. Jan Lourens. geb. A. 10 Nov. 1819. 7. Simon Anthony. geb. A. 4 Oct. 1821. 8. Jan Hendrik, geb. A. 28 Maart 1823. 9. Casper Theodorus. geb. A. 17 Mei 1824.

II.

Jan Pieter Croes, geb. A. 15 Febr. 1815, gest. 28Dec. .1904, huwt Sarah Zacharia Gastro, dochter van Juan Chabaya Castro en Anna Dorothea Henriquez. Uit dit huwelijk: 1. Frans Valentijn, volgt III. 2. Anna Dorothea, geb. A. 1845. 3. Maria Christina, geb. A. 1848. 4. Juan Chabaya, volgt Illbis. 5. Johanna. geb. A. 1853. 6. Jacoba Elisabeth, geb. A. 1855. 7. Constant, volgt Illter. 8. Catharina, geb. A. 1860, huwt Chebalie Maduro. 9. Theodor, geb. A. 1862, vertrokken naar Parijs.

III.

Frans Valentijn Croes. geb. A. 3 Nov. 1841, huwt 13 Febr. 1861 Anna Margaretha Croes. geb. A. 1840, dochter van Jan van der Biest Croes en Maria Elizabeth Specht. Uit dit huwelijk: 1. Anna Elizabeth Croes, geb. A. 2 Maart 1871, gest. 1899, huwt 28 Juli 1894 Jan Meinhardt Lampe. geb. 1859, grondeigenaar. Deze huwt 2°. Regina Quant Eman, weduwe van Pieter Johan Philip Lampe. dochter van Jan Hendrik Godfried Eman en Anna Catharina van der Biest. 2. Thomas Croes. geb. A. 1872, huwt Anna Catharina Lampe. Uit dit huwelijk: a. Sarah Domasa en b. Mercedes Elisabeth Croes. 3. Harmen Croes. geb. A. 2 Jan. 1873. 4. Janette Jasinta Croes. geb. A. 1876, huwt 30 Sept. 1897 Harmen Jan Schreuder. geb. Cura^ao 1866, onderwijzer, zoon van Gerardus Hendrik en Helena Margarita Brunow. weduwnaar van Marie Ca¬ tharina Zeppenfeldt. 70

5. Willem Frederik Croes, geb. A. 1878, huwt 1°. Simotosea Herceea. huwt 2°. N. Guadaloupe. Hij heeft nazaten. 6. Elizabeth Made Croes. geb. A. 1 Oct. 1880, huwt 28 Dec. 1901 Leonatdo Johan Macabeo Henriquez. Uit dit huwelijk twaalf kinderen. Illbis. Juan Chabaya Croes. geb. A. 27 Dec. 1857, handelaar, gest. 1919, huwt 16 Juni 1878 Jeannette Zep¬ penfeldt. geb. A. 26 Jan. 1856, dochter van Evert Lodewijk en Maria Constancia Schotborgh. Uit dit huwelijk: 1. Essiltha Isidora Croes, geb. A. 4 April 1879, huwt Gustaaf Adolf Kuipen, zoon van Herman Esajes en Johanna Olivet. 2. Edith Marceliana Croes, geb. A. 18 Juni 1880, ongehuwd. 3. Aledinda Croes. geb. A. 31 Dec. 1882, huwt Cornelis Hendrik Eman. zoon van Jan Henddk God¬ fried en Anna Catharina van der Biest. 4. Leopold Zeppenfeldt Croes, geb. A. 7 Oct. 1884, huwt Laura Moran, overl. te Amsterdam. Uit dit huwelijk: a. Laura Croes. huwt Edmund Zeppenfeldt Lampe, zoon van Henri Everard en Ida Croes. 5. Ida Croes, geb. 17 Sept. 1885, huwt Henri Everard Lampe, geb. 7 Mei 1884, oud-Gouv. ambtenaar, zoon van Hendrik Meynhardt en Sophia Romelia Zeppenfeldt. Uit dit huwelijk 3 kinderen, zie Lampe. 6. Addison Winfried. volgt IV. 7. Godfried, volgt IVbis. IV.

Addison Winfried Croes. geb. A. 26 Sept. 1887, koopman, huwt 18 April 1914 Johanna Graciela Henriquez, geb. A. 1887, dochter van Benjamin Titus en Angiolina Cleotilde Frigerio. Uit dit huwelijk: 1. Herbert Sidney, volgt V. 2. Daisy Croes, geb. A. 16 Sept. 1916, huwt Juan Chabaya Lampe. geb. A. 26 April 1920, zoon van Henri Everard en Ida Croes. Uit dit huwelijk: a. Vivian Lampe. geb. A. 8 Febr. 1947. 3. Violet Croes. geb. A. 8 Maart 1920, huwt Adrianus Potvliet, geb. Zierikzee 19 Juni 1915, zoon van Mr. Hendrik en Hendrika Margaretha Wesseling. Uit dit huwelijk: a. Pearl Ingrid Potvliet, geb. 30 Jan. 1943. b. Gretchan Marsha Christine Potvliet, geb. 25 Dec. 1945. c. Kenneth Addison Hendrik Potvliet, geb. 16 Maart 1949.

V.

Herbert Sidney Croes, geb. A. 5 Juni 1915, huwt 9 Aug. 1944 Elena Bruynette Raven, dochter van Aquiles en Esaja Quant. Uit dit huwelijk: 1. Helen Hedwig Croes. geb. A. 19 Jan. 1945. 2. Esther Madeline Croes. geb. A. 6 April 1947.

IVbis. Godfried Croes, geb. A. 8 Febr. 1890, huwt 1°. Elka Jones. dochter van Charles en Julia de Veer: huwt 2°. Sarah Catharina Croes, geb. 4 Oct. 1896, dochter van Constant en Anna Margaretha Lampe. Uit het eerste huwelijk: 1. Charles August, volgt V. 2. John Godfried Croes, geb. Caracas 18 Dec. 1918, huwt Virginia Mac Nelson. V.

Charles August Croes. geb. Caracas 25 Dec. 1916, huwt Marina Cordova. geb. Portorico. Uit dit huwelijk: 1. Charles Godfried Croes, geb. New York 15 Sept. 1945. 2. Bradford Richard Croes. geb. A. 27 Aug. 1949. 71 CROES

Illter. Constant Croes, geb. A. ongeveer 1859, huwt A. 1889 Anna Margaritha Lampa, geb. A. 4 April 1860, dochter van Pieter Johan Casper en Anna Catharina Maack. Uit dit huwelijk: 1. Pieter Johan Lampe, volgt IV. 2. Wilton Maack Croes. geb. A. 26 Oct. 1892, huwt Petronella van Beelen, geb. Cura^ao 1888, doch¬ ter van Johannes Stephanus. geb. Nederland, gest. 1909, en Johanna Cornelia van Coevenhoven. gest. Curagao 1 Nov. 1898, deze was een dochter van Abraham Cornelis van Coevenhoven en van Wilhelmina Hoger. Zij hebben geen kinderen en wonen op Margarita (eiland van Venezuela). 3. Theodor Teofilo Francisco Croes. geb. A. 11 Maart 1894, gest. Maart 1918. 4. Sarah Catharina Croes. geb. A. 4 Oct. 1896, huwt Godfried Croes, geb. A. 8 Febr. 1890, zoon van Juan Chabaya en Jeanette Zeppenfeldt. 5. Enny Croes. geb. A. 21 Maart 1898, gest. 1918. IV.

Pieter Johan Lampe Croes, geb. 16 Sept. 1890, huwt 17 Aug. 1918 Maria Cornelia van Beelen, geb. Curagao 12 Juli 1889, dochter van Johannes Stephanus en Johanna van Coevenhoven. Uit dit huwelijk: 1. John Edgard, volgt V. 2. Maria Margaritha Croes. geb. La Guaira 9 Sept. 1929.

V.

John Edgard Croes, geb. La Guaira 23 Febr. 1921. huwt 17 Juli 1947 Xenia Maria Nadal. geb. Ciudad Trujillo. Dominicaanse Republiek. 19 Aug. 1926. Uit dit huwelijk: 1. Pieter Alfred Croes. geb. 2 Oct. 1948. 2. Jeanna Marie Croes, geb. 27 Sept. 1949.

72

DE OUDE CURAgAOSE SCHEEPSKAPTEINSFAMILIE DE MEY EN DE ARUBAANSE FAMILIE DE MEY In Nederland, voornamelijk in Zuid- en Noord-Holland en Zeeland, ook in Vlaanderen, kwam in de 17e en 18e eeuw de naam De Mey reeds in verschillende plaatsen voor; al deze naamdragers behoorden echter niet tot één en hetzelfde geslacht. Zo is het ook begrijpelijk, dat, behalve de vóór 1670 tot 1850 op Curagao gevestigde uitgebreide familie De Mey, er op verschillende tijdstippen andere personen van deze naam voorkomen op Curagao en Aruba, die niet verwant waren aan het geslacht, waarvan wij hier de genealogie gaan mededelen. Wij beperken ons tot de vermelding van twee families De Mey. Evenals de naam „Evertsz'’ geografisch en biologisch verbonden is aan Curagao, want wie kent niet de berg Jack Evertsz, die zo sierlijk ligt aan de linkeroever van onze blanke Piscaderabaai en wie kent niet de Jacob Evertsz vis, die verbasterd werd tot Jacopeper, zo is ook de naam „De Mey" verbonden aan onze stad. want Pietermaai werd afgeleid van het terrein Pieter de Mey, gelegen aan Altena. Hamelberg vertelt van Nicolaas van Liebergen, die van 1679-1682 gouverneur was, dat hij op het door hem in openbare veiling gekochte „terrein aan Altena, anders in de wandeling genaamd Pieter de Mey", drie huizen liet bouwen. Daar¬ door weten we. dat Pieter de Mey reeds ongeveer 1674 op Curagao geweest moet zijn. Hij was scheepskapi¬ tein, was omstreeks 1650 geboren en overleed tussen 1706 (jaar van zijn testament) en 1713 (wanneer zijn vrouw als weduwe voorkomt). Van hem zelf is weinig bekend, slechts, dat hij en zijn vrouw op 21 Juni 1706 voor de secretaris van de Raad van Curagao Willem Lamont testeren en dat hij gehuwd was met Anna van• Ruyven, die hem lang zou overleven. Zij behoorde tot de oudste familie van het eiland, omstreeks 1660 daar reeds zeer bekend en hoewel het oudste doopboek van Curagao met 1727 aanvangt, is haar doop toch gevon¬ den, doordat er in het classicaal archief van Amsterdam zich een afschrift bevindt van het door Ds. Adriaan van Beaumont aangehouden doopboek van Curagao van 29 Juni 1659 tot 3 Dec. 1662 en een lidmatenlijst van 10 Aug. 1659 tot 16 Nov. 1662. i) Daarin komt haar doop als volgt voor: „3 Dec. 1662 Anna, ouders Laurens van Ruyven, commissaris, en Magdalena Beunder, getuigen: Jan Jacobs Bruyn, vaandrig, en Geertruyd Tays. Ook de doop van haar zuster Sara van Ruyven op 28 Sept. 1659 komt in dit afschrift voor; deze zuster huwde er later met de toen bekende Nicolaas Briard en werd de stammoeder van vele Schotborghen. Haar ouders „Laurens van Ruyven, commissaris, en Magdalena Beunder, sijn huisvrouw", staan aldus als aangeno¬ men lidmaten op 6 Aug. 1659 op de lidmatenlijst ingeschreven, evenals zijn broeder Johannes van Ruyven, boekhouder, op 3 Juni 1660 als lidmaat met attestatie. Hun meer bekende broeder was Cornelis van Ruyven, secretaris van Peter Stuyvesant, gouverneur van Nieuw-Nederland. o.a. nog in 1664 te Nieuw-Amsterdam (New York). Behalve Sara en Anna voomoemd had Laurens van Ruyven nog een zoon Jan van Ruyven, die in 1730 lidmaat van de Gereformeerde gemeente op Curagao was en in 1737 nog in een Curagaose acte genoemd wordt. Laurens zelf ging in 1668 als gewezen commissaris en auditeur op Curagao naar Holland en wordt nog ge¬ noemd in 1670 en 1671. Naar hem en zijn vrouw Magdalena noemde zijn schoonzoon Pieter de Mey zijn tweede zoon Laurens en één zijner dochters Magdalena. Anna van Ruyven had van haar man 10 kinderen en overleed pas einde 1737, ongeveer 30 jaren na hem. Als 9 Maart 1713 door de Directeur van Curagao Jeremias van Collen en zijn Raden met dé voornaamste kooplieden, burgers en opgezetenen de taxatie opgemaakt wordt in de aanslag van 115.000 stukken van achten, met de gedane onkosten totaal 150.000 stukken van achten, ter betaling van de brandschatting door de Franse commandant Jacques Cassard aan Curagao opgelegd bij diens verovering van het eiland, staat zij als „weduwe i) Zie: Gedenkboek Nederland-Curasao 1634-1934 „,De eerste jaren der Protestantsche gemeente op Curagao", p. 34-53. 73

Pieter de Mey" daarop voor het aanzienlijk bedrag van 450 pesos aangeslagen. Alléén haar twee oudste zoons komen ook op deze lijst voor, de andere waren toen nog onmondig. In het oudste register van huwelijken van Curagao van 1714-1722 komt Anna van Ruyven. weduwe Pieter de Mey, enige malen als getuige bij een huwelijk voor, o.a. in 1716 en 1722, en later nog in 1732. In 1727 komt zij met al haar kinderen in een uitvoerige acte in het secretarieel protocol van genoemd jaar (acte no. 44) l) voor: in verkorte vorm houdt deze acte in, dat alsdan compareren Anna van Ruyven, wed. Pieter de Mey, als voogdes over haar 2 minderjarige kinderen Cornelis en Sara de Mey. krachtens het testa¬ ment op 21 Juni 1706 met wijlen haar man gemaakt voor de secretaris Willem Lamont, voorts Pieter, Laurens, Nicolaas en )an de Mey, Sigismundus Druschky. als man van Cecilia de Mey, Theophilus Borel Reyke, als man van Maria de Mey en Gijsbert Vos als man van Magdalena de Mey, alle als enige erfgenamen van hun respectieven zoon. broeder en behuwdbroeder Hendrik de Mey, ongehuwd en ab intestato (zonder testament) in 1724 overleden, en geven zij volmacht aan Thomas Noortwijns te Amsterdam, om de gelden te innen, die de overledene op het schip „La Prudencia" onder capiteyn Daniël te Velde verdiend heeft. Uit deze acte leren wij dus alle kinderen van wijlen Pieter de Mey Sr. kennen. Op de lidmatenlijst der Gereformeerde gemeente van 23 Dec. 1730 komt Anna van Ruyven wed. Pieter de Mey voor als wonende „achter het fort". (De W.I. Gids 1938, 214-224). In acte no. 337 van 1733 herroept Anna van Ruyven al haar vorige testamenten en begeert, dat haar erfenis verdeeld zal worden, alsof zij ab intestato gestorven is, Op de lijsten van het zwarte hoofdgeld en het familiegeld van 18 October 1735 komt zij voor met 18 slaven en een aanslag van 2 pesos. 26 April 1736 geeft zij notarieel consent tot het voorgenomen huwelijk te Amsterdam van haar na te noemen zoon Cornelis de Mey, opperstuurman. 17 Juli 1737 maakt zij een nieuwe beschikking over haar nalatenschap, zij noemt haar dan nog in leven zijnde 7 kinderen en geeft een legaat aan haar broeder Jan van Ruyven. Op 21 Januari 1738 is sprake in een acte van de „erfgenamen" van Anna van Ruyven. Zij was dus toen overleden. Uit het huwelijk van Pieter de Mey sproten dus 10 kinderen, waaronder 6 zonen, die op één na alle zee¬ varenden waren: 1. Pieter de Mey. volgt II. 2. Laurens de Mey. volgt Ilbis. 3. Cecilia de Mey. geboren Curagao omstreeks 1690, overleden aldaar 3 Aug. 1745: zij huwde er om¬ streeks 1707 met Sigismundus Druschky, sedert 1702 chirurgijn der W.I. Comp. op Curagao, over¬ leden aldaar 2 Aug. 1739. Als huisvrouw vanSfigismundujs Druskey komt zij voor op de lidmatenlijst van de Gereformeerde gemeente van 23 Dec. 1730, wonende binnen het fort Amsterdam. Haar man komt op deze lijst niet voor, hij zal wel Luthers zijn geweest. Zij hadden zes kinderen. 4. Maria de Mey, geboren Curagao omstreeks 1695. overleden, aldaar na 1730: zij huwde er 29 Sept. 1716 met Theophilus Borel Rijke, geboren Curagao omstreeks 1690, overleden aldaar kort voor 23 Jan. 1737 na vóór 1735 hertrouwd te zijn met Ida Scholts, de kinderloze weduwe van Nicolaas de Mey, welke laatste een broeder van zijn eerste vrouw was. Uit zijn eerste huwelijk sproten 6 kinderen, uit zijn tweede nog een dochter, voor hen en deze kinderen verwijzen wij naar het artikel over de familie Rijke, waar men ook zal zien, dat zijn 2e vrouw op 17 Juni 1738 nog weer hertrouwde met Pieter Legendre, een weduwnaar. 5. Nicolaas de Mey, geboren .Curagao omstreeks 1698, overleden aldaar 5 Oct. 1731. huwt Curagao 19 Aug. 1721 Ida Scholts (ondertr. 1 Aug. t.v.), waarbij getuigen Pieter de Mey (zijn broeder) en Anna Meulkes huisvr. van Pieter Scholts (haar ouders). Zij hertrouwde - zoals wij hiervoor mededeelden met Theophilus Borel Rijke, de weduwnaar van haar mans zuster Maria en huwde ten 3e male met de hierboven genoemde Pieter Legendre. Uit haar huwelijk met Nicolaas de Mey waren geen kinde¬ ren. Deze zelf heet in een acte van 1721 [actoor der Compagnie, d.i. opzichter van de Comp. plan¬ tages. Hij wordt genoemd in de hiervoor vermelde volmacht van 1727 met zijn moeder, broeders en behuwdbroeders en komen hij en zijn vrouw als „Claas de Mey en Ida Scholte. zijn vrouw, 1) Deze acte is in regest (d.i. in verkorte vorm) ook gepubliceerd in De Navorschcr 1934, p. 175-176. 74

wonende achter het fort" (waar al de de Mey's op Cecilia na woonden) voor op de copie-lijst van lidmaten op Cura;ao van 23 Dec. 1730. Daar achter zijn naam staat bijgeschreven: „obiit 5 October", werd ons daardoor de datum van zijn overlijden bekend, Onder de Compagnies-inventarissen, voorko¬ mende in het protocol van 1731, komt 6 Febr. 1731 nog voor die van Nicolaas de Mey. factoor, en kort voor zijn overlijden testeren hij en zijn vrouw (acte no. 336), in welke acte zij hun beider moe¬ ders vermelden, die beiden dan weduwe zijn. 6. Jan de Mey. geboren Cura^ao omstreeks 1700, ongehuwd overleden in Maart 1739: genoemd in de hoger bedoelde volmacht van 1727: hij staat op de .lidmatenlijst van 23 Dec. 1730 en komt voor op de lijst van 18 Oct. 1735 van het zwarte hoofdgeld en het familiegeld met 1 slaaf en een aanslag van 2 pesos. Hij testeert in Maart 1739 (acte no. 90) en benoemt tot zijn erfgenamen zijn broeders en zusters en zusters kinderen, n.1.: Pieter de Mey. Cecilia de Mey gehuwd met Sigismundus Druschke. Laurens de Mey. de kinderen van wijlen Maria de Mey bij wijlen Theophilus Borel Rijke, Magdelena de Mey gehuwd met Gijsbert Vos. Cornelis de Mey en Sara de Mey gehuwd met Nathaniel Frederik Weeber; hij geeft legaten aan zijn neef Frans Rekouw (aldus gespeld in de acte), (Reeao) en aan diens vrouw Mietje (Maria) Druschke. aanzijn nichten Sara Druschke en Leent je (Helena) Vos en aan zijn „cozijn" Gijsbert Vos, zoon van zijn zwager G. Vos. Zijn boedel werd 13 Maart 1739 geïnven¬ tariseerd, hij was dus toen overleden. 7. Magdelena de Mey. geboren Cura^ao omstreeks 1702, overleden 11 Dec. 1779, huwt Curasao 24 Nov. 1722 Gijsbert Vos. (ondertrouwt 6 Nov. t.v.: ..Gijsbert Vos, j.m. met Magdalena de Mey. j.d., beyde „geboren op Cura?ao, getuygen Jan Durand en Anna van Ruyven, wed. Pieter de Mey. alle hier „wonende"). Hij was een zoon van Jacob Vos en van Anna Sophia Schut. Zij worden beiden ge¬ noemd in de hiervoor vermelde volmacht van 1727; beiden staan ook op de lijst van de lidmaten der Gereformeerde gemeente van 23 Dec. 1730. Op 14 Juli 1738 maken zij hun testament. Op de lijst van het zwarte hoofdgeld en het familiegeld van 18 Oct. 1735 staat hij vermeld als assistent der W.I. Comp. met 2 slaven en een aanslag van 2 pesos. Later is hij factoor van de Comp.. en overleed hij voor 1764. In dit jaar testeert zijn vrouw als weduwe, uit de acte blijkt, dat zij toen nog in leven had een zoon Jacobus Vos (tr. Maria Ryninck) en een dochter Magdalena. die dan weduwe is van Marten Copius en dat een andere dochter van haar gehuwd met Dirk de Windt dan reeds is overleden met achterlating van een zoon Willem de Windt; de in 1739 genoemde tweede zoon Gijsbert Vos was blijkbaar toen zonder nakomelingen reeds overleden. 8. Hendrik de Mey, geboren ongeveer 1704, ongehuwd overleden in 1724 als zeevarende op het schip „La Prudencia”, blijkens de hiervoor medegedeelde volmacht van 1727 tot ontvangst te Amsterdam van zijn verdiende gelden. 9. Cornelis de Mey. volgt liter. 10. Sara de Mey. geboren Cura?ao omstreeks 1710, onmondig genoemd in 1727, op de lidmatenlijst van Dec. 1730 voorkomende onder de nieuw aangenomenen. overleden in of voor 1755, huwt 1°. Curagao (ondertr. 11 Juli) 1732 met Nathaniël Frederik Weeber, overl. tussen 1739 en 1742, in 1735 assistent in Comp.dienst en dan op de lijst van het zwarte hoofd- en familiegeld voorkomende met 2 slaven en een aanslag van 2 pesos. Kort na hun huwelijk testeren zij in 1733 (acte no. 179) zij vermeldt haar moeder daarin; beiden worden nog genoemd in het testament van haar broeder Jan de Mey van 1739, maar in 1742 is zij al hertrouwd met Frederik Willem Schotten (ook voorkomende als Scholts). chirurgijn der W.I. Comp. Onder de acten van de secretaris Pottey van 1742 bevat acte no. 139 hun huwelijks¬ voorwaarden, hij ondertekent als Schotten. Reeds een jaar later is hij overleden, want in 1743 komt Sara de Mey als zijn weduwe voor (acte no. 51). Uit haar eerste huwelijk sproot Pieter Frederik Weeber, in 1755 gehuwd met Adriana Evertsz. die 20 Sept. 1755 als zoon van wijlen Sara de Mey. laatst weduwe van Frederik Willem Scholts zijn erfportie ontvangt: uit haar 2e huwelijk was in 1743 een zoon Scholts in leven. 75

Alvorens onze mededelingen over de gehuwde zoons van de Ile generatie aan te vangen, willen wij er op wijzen, dat tegelijk met het hierboven beschreven gezin er enige andere de Mey's toen op Curagao woonden, die meer dan waarschijnlijk niet tot dit geslacht behoorden, althans nooit te samen in acten er mee vermeld worden. Die andere de Mey's zijn de volgende: 1. Jacobus de Mey. in 1709 eigenaar van de plantage Klein St. Joris op Curajao en schoenmaker blijkens een acte in het secretarieel protocol van 1721 (acte no. 223) in welke Jacob Houtvat een verklaring aflegt over een door hem in 1709 gemaakt accoord met Jacobus de Mey. Deze wordt genoemd in 1713 in de berichten over de gevechten bij de verovering van Curagao door de Franse commandant Cassard (o.a. bij Hamelberg, Documenten, p. 136) en komt dan ook voor op de taxatie in de aanslag voor de brandschatting van 9 Maart 1713 met een bedrag van 120 pesos. Dat hij geen zoon was van Pieter de Mey en Anna van Ruyven is zeker, omdat hij nimmer genoemd wordt onder hun kinderen, hij behoorde trouwens tot de generatie van dit echtpaar, want een zoon van hem was de Jaco¬ bus de Mey. die in een acte van 4 Aug. 1752 verklaart 51 jaar oud te zijn, dus geboren was in 1701. De oudere Jacobus was in 1721 overleden, want 6 Juni 1721 legt Pieter de Mey, zoon van wijlen Jacobus de Mey, in leven eigenaar van de plantage Klein St. Joris, een verklaring af (acte no. 141). Of de in hetzelfde jaar 1721 in een eerdere acte (no. 101) voorkomende Jacobus de Mey. bootsman, de vader of de in 1701 geboren zoon is, is niet zeker. 2. Tezelfder tijd leefden op Curagao een Jan de Mey en zijn 3 zusters, alle geboren omstreeks 1700, dus in dezelfde tijd als de kinderen van Pieter de Mey en van Jacobus de Mey. Jan de Mey. meerderjarig jongman, testeert in 1743 (acte no. 32), hij geeft legaten aan zijn 3 zusters Maria de Mey gehuwd met Pieter de Veer. Jozijntje de Mey. ongehuwd overleden op Curagao 6 Dec. 1787. en Elizabeth de Mey. overl. aldaar 9 Nov. 1771, gehuwd met Jacob Mahol; erfgenamen zijn Eva Constantia en Leonora Anthonia. dochters van wijlen Hendrik Zeeman en van Catharina Zeeman. Maria de Mey vd. geb. Aug. 1695, was 24 April 1724 op Curagao gehuwd met Pieter de Veer (geen familie van de bekende De Veer's). Als zijn vrouw en wonende in de Wintstraat komt zij 23 Dec. 1730 voor onder de lidmaten van de Gereformeerde gemeente. Hij zelf staat op de lijst van het zwarte hoofd¬ geld van 1735 met 1 slaaf; zij komt als zijn weduwe nog voor als getuige op 20 Juni 1745; pas op 28 Nov. 1772 overleed zij op Curagao oud 77 jaar en 3 maanden. Haar broeder Jan de Mey voomoemd maakt 23 Juli 1749 (los vel in dit protocol) een nieuw testa¬ ment, waarin hij aan elk zijner 3 zusters, van welke de beide gehuwde dan weduwe zijn, weder een legaat geeft, doch tot zijn erfgenaam benoemt de vrije negerin Esperanse. Verder kwamen wij tegen: 3. Jan de Mey, van Ostende, matroos, 15 Mei 1696 in dienst, doch reeds 25 Augustus 1696 overleden op Curagao. 4. Ten slotte delen wij mede, dat ook blijkens het Soldijboek op 12 Aug. 1709 een Pieter de Mey, van Gent, als soldaat op Curagao in dienst was genomen, die 1 Mei 1710 er tot ruiter was aange¬ steld en 8 Aug. 1720 door de Comp. gelicentieerd was geworden, wel een bewijs van de vele naam¬ genoten, die er op het eiland waren.

II.

Wij gaan thans verder met generatie II. Pieter de Mey. geboren Curagao omstreeks 1688, overleden voor 1745, scheepskapitein, huwt circa 1713 Anna Maria Willingh. overleden na 1745, dochter van Thomas Willingh. uit 's Gravenhage, en van Rachel de Graaff. Als scheepskapitein komt hij voor in 1713 in de Brieven en papieren van Curagao 1700-1711 (archief W.I. Comp.); hij wordt in dat jaar ook vermeld bij de gevechten bij de verovering van Cura;ao door Cassard, en komt op de taxatie van 9 Maart 1713 van de aanslag in de brandschatting voor met een bedrag van 120 pesos. Hij wordt in de eerder vermelde volmacht van 1727 genoemd als oudste zoon; op de lijst van de lidmaten op Cura?ao van 23 Dec. 1730 komen zijn vrouw en haar moeder (als weduwe) 76

voor wonende achter het fort. 19 Dec. 1731 herroepen Pieter de Mey en zijn vrouw Anna Maria Willingh de volmacht, die zij 29 Maart 1715 gegeven hebben aan Philips van Teteringen en in diens ab¬ sentie aan Arent van Heusden en machtigen zij thans Robbert van Texel, notaris te Den Haag, om van Ph. van Teteringen voomoemd verantwoording te vorderen wegens het beheer van een huis en erf te Den Haag genaamd „de Gouden Leeuw", aan Anna Maria Willingh aanbestorven uit de nalatenschap van haar grootmoeder Maria van Leeuwarden, weduwe van Nicolaas Willingh. Op de lijst van het zwarte hoofdgeld en familiegeld van 18 Oct. 1735 staat hij met 4 slaven en een aan¬ slag van 2 pesos. Het laatst komt hij voor in 1741 (acte no. 73) als hij volmacht geeft aan Sara Obbens. weduwe van Abraham van der Valk te Amsterdam, om van de reeds hierboven genoemde Robbert van Texel te Den Haag gelden te ontvangen, In 1745 heet zijn vrouw weduwe, als zij een hypotheek verstrekt groot 4600 pesos (acte no. 348), een bewijs van hun gegoedheid. Waarschijnlijk is hij de de Mey. wiens voornaam niet is ingevuld, in een acte van 24 Juni 1721, in welke zijn schoonmoeder Rachel de Graaff. weduwe van Thomas Willingh ...de Mey. thans naar patria gaande, machtigt, in zake de erfenis van Maria Bors van Waveren. laatst weduwe van George Hendrik Willingh. Immers Maria Bors, later genaamd Bors van Waveren. dochter van Jan Bors, en geboren te Firando (de plaats in Japan waar aanvankelijk de factorij van de O.I. Comp. was), was in 3e huwelijk te Amsterdam 31 Mei 1681 ondertrouwd met George Hendrik Willingh. geboortig van Den Haag; als diens weduwe overleed zij hoogbejaard te Amsterdam en werd daar 29 Nov. 1720 in de Walenkerk begraven; zij woonde op het Rapenburg bij de West-Indische pakhuizen, 1) waardoor het gewoonte zal zijn geweest, dat mensen uit West-Indië bij haar aan huis kwamen als deze te Amsterdam vertoefden, en waardoor dan het huwelijk van Pieter de Mey met Anna Maria Willingh - die wel een nichtje van Maria Bors van Waveren is geweest - tot stand is gekomen. Uit het huwelijk van Pieter de Mey sproten 3 kinderen: 1. Rachel de Mey. geboren omstreeks 1712, overleden Curagao 5 Oct. 1799, huwt Cura?ao omstreeks 1736 Laurens Pletsz. geboren aldaar, assistent in Comp. dienst, overleden voor 1781, zoon van Laurens Pletsz, schoolmeester op Curagao. en van Johanna de Koek. Op gedane examinatie wordt Rachel de Mey (die uiteraard genoemd was naar haar grootmoeder Rachel de Graaf f) na 23 Dec. 1730 aangenomen tot lidmaat van de gemeente op Curagao. Haar man komt voor op de lijst van het zwarte hoofdgeld en familiegeld met 1 slaaf en een aanslag van 2 pesos; hij heet dan assistent, evenals reeds in 1730. Na het overlijden van zijn vader volgde hij deze als schoolmeester op, wat hij tot 1762 bleef. 2) Kort na hun huwelijk, 5 Nov. 1736, maken hij en zijn vrouw hun testament, zij noemen beiden daarin hun ouders, die dan nog alle in leven zijn. Eerst in 1781 testeert Rachel de Mey. dan weduwe zijnde, opnieuw (dl. II, acte no. 211), uit deze acte blijkt, dat zij dan 5 kinderen heeft. 2. Anna de Mey. geboren Curagao omstreeks 1716, huwt aldaar 17 Mei 1739 Hendrik Pletsz. broeder van haar zwager Laurens Pletsz. Zij beiden testeren 17 Febr. 1740 en noemen hun beider ouders daarbij, zijn vader is dan overleden. Overigens werd over hen niets meer gevonden. Wellicht is zij de Anna de Mey. die 3 Febr. 1788 op Curagao overleed. 3. Thomas de Mey. geboren Curagao omstreeks 1720, huwt aldaar 4 Juli 1745 Anna Houtvat. dochter van Johannes Houtvat en van Catharina Schotborgh. In 1746 maken zij hun testament (acte no. 138), waarin hij zijn moeder noemt Anna Maria Willingh. weduwe Pieter de Mey. Van kinderen uit dit huwelijk bleek ons niets, na 1746 komt dit echtpaar niet meer voor. Ilbis. Laurens de Mey, tweede zoon van Pieter de Mey en van Anna van Ruyven. (genoemd naar zijn groot¬ vader, de commissaris en auditeur Laurens van Ruyven). geboren Curagao omstreeks 1690, constabel in !) Zie Elias' Vroedschap van Amsterdam. a) Hamelberg I, p. 182, noot 2. 77 DE MEY

Comp. dienst, overleden in 1741, huwt omstreeks 1712 Helena Koos, overleden Curagao in 1746. Bij de taxatie van de aanslag in de brandschatting van Cassard van 9 Maart 1713 staat hij opgegeven voor 120 pesos. 23 Maart 1716 is hij op Curagao getuige bij een huwelijk. Vanaf 1721 komt hij voor in de dan aanvangende protocollen van Cura?ao, hij heet dan constabel in dienst der Compagnie (b.v. acte no. 91). In hetzelfde jaar treedt hij met Harmanus Stork op als executeur-testamentair bij de inventarisatie van de boedel van zijn dan overleden oom Nicolaas Briard 1) (acte no. 183). Met zijn vrouw staat hij op de lijst van de lidmaten der gemeente Cura?ao op 23 Dec. 1730 als wonende achter het fort. Op de lijst van het zwarte hoofdgeld en het familiegeld van 1735 komt hij voor met 12 slaven en een aanslag van 4 pesos. 6 Febr. 1731 bij de inschrijving van Compagnies inventarissen heet hij nog constabel. Met zijn zwager Sigismund Druschke was hij in 1739 en 1740 executeur van de boedel van hun zwager Theophilus Borel Rijke en voogd over diens kinderen. Kort daarna is hij overleden, want in 1741 deponeert zijn vrouw als weduwe hun besloten testament ter secretarie. Zij komt ook in 1742 als weduwe voor (acten van secr. Pottey no. 164 en dl. III, acten no. 38-40); in deze laatstbedoelde acten schenkt zij een huis aan elk harer 3 kinderen Pieter, Laurens en Anna de Mey. Dat zij in 1746 overleden is, volgt uit de acten van notaris J. van Schagen (2e gedeelte, acte no. 37), waarin de inventaris van de nalatenschap van Helena Koos wed. Laurens de Mey is ingeschreven. Uit hun huwelijk sproten: 1. Anna de Mey, geboren omstreeks 1713, overleden Cura$ao 9 October 1743, huwt aldaar in Aug. 1734 met Jurriaan Scholten, weduwnaar met 1 zoon van Magteld van Nes. Hij was schipper of scheepskapitein en ging 30 Mei 1722 als schipper van de „Elisabeth" van Cura?ao naar Amsterdam. 13 Aug. 1734 maakte hij als weduwnaar van Magteld van Nes huwelijksvoorwaarden met Anna de Mey, die daarbij geassiteerd werd door haar vader Laurens de Mey. Op de lijst van het zwarte hoofdgeld en familiegeld van 18 Oct. 1735 staat hij ingeschreven met 2 slaven en geen aanslag. In 1742 (acte no. 163) verklaart Anna de Mey. weduwe van Jurriaan Scholten. dat haar man op 7 Aug. van dat jaar op de Spaanse kust (d.i. Venezuela) is overleden, nalatende een voorzoon Pieter Scholten bij zijn eerste vrouw en een zoon (Laurens de Mey Scholten) 2) bij haar zelf. Zijn inventaris komt voor in het protocol over 1743, acte no. 142; haar testament in hetzelfde protocol, acte no. 18. terwijl uit een latere acte daarin (no. 207) blijkt, dat zij 9 Oct. 1743 op Curagao overleden is. 2. Pieter de Mey. volgt III. 3. Laurens de Mey. volgt Illbis. liter. Cornelis de Mey. jongste zoon van Pieter de Mey en van Anna van Ruyven, geboren Cura?ao in 1702, overleden na 1749. huwt te Amsterdam (aldaar ingetekend 6 Sept.) 1737 3) met Hendrika Runneken. geboren te Amsterdam in 1714, overleden op Cura;ao 9 Mei 1749, dochter van Hendrik Runneken. Cornelis de Mey wordt in de volmacht van 1727 nog minderjarig genoemd en was later opperstuurman, als hoedanig hij meestal van Cura?ao afwezig was. Zo komt 26 April 1736 zijn moeder ter secretarie op Curagao en passeert een acte, waarin zij toestemming geeft in zake het voorgenomen huwelijk van haar zoon Cornelis, opperstuurman, met Hendrika Runneken te Amsterdam. Zo compareert hij zelf op Curagao in acte no. 146 van 1746 als Cornelis de Mey, thans alhier; hij geeft dan volmacht aan notaris Benjamin Phaff te Amsterdam. Zo compareert 10 Mei 1749 voor de secretaris Pottey op Curagao Gijsbert Vos, factoor der Compagnie, en geeft kennis van het overlijden op 9 Mei t.v. van zijn behuwdzuster Hendrika Runneken, gehuwd met zijn zwager Cornelis de Mey, die thans op zee is. Nadien vonden wij hem niet meer vermeld. Uit zijn huwelijk sproot: 1. Cornelis de Mey. volgt Illter. *) Deze was gehuwd met Sara van Ruyven. zuster van Anna van Ruyven: de andere executeur Stork was gehuwd met a) Deze huwde later Margaretha van Munnikhoven. die 23 October 1815 als weduwe op Cura;ao overleed. a) Alsdan wonende te Amsterdam op de Zeedijk, geboortig van Curafao en 35 jaar oud. 78

III.

Pietec de Mey, zoon van Laurens de Mey en van Helena Koos. geboren Curagao omstreeks 17M, over¬ leden aldaar 5 Sept. 1777, huwt Cura?ao 1 Maart 1739 Elisabeth Vos. overleden tussen 1760 en 1769. dochter van ]acob Vos en van Anna Sophia Schut. Pieter de Mey Laurenszn was in 1740 boekhouder van de kerkeraad op Curayao en in 1744 een der twee diakenen. l) Voor notaris Van Schagen testeert hij met zijn vrouw in 1742, beiden noemen daarin hun moeders, die beide dan weduwe zijn. Haar moeder testeert zelf in 1748 en benoemt haar 6 kinderen, waaronder Elisabeth. huisvrouw van Pieter de Mey Laurenszn. tot haar erfgenamen. In het testament van 25 Sept. 1760 van Rachel Vos wed. van David Sterling noemt deze nog haar zuster Elisabeth als gehuwd metPieter de Mey. doch als op 3 Jan. 1769 Pieterde Mey Lzn. zelf testeert, is zijn vrouw overleden, hij noemt zich weduwnaar en benoemt zijn 3 kinderen Helena gehuwd met Godfried Niepage. ]acob en Lau¬ rens de Mey tot zijn erfgenamen. Nadien komt hij niet meer voor. Zijn kinderen waren: 1. Helena de Mey. geboren Cura?ao omstreeks 1740, overleden aldaar 21 Sept. 1772, huwde er vóór 1768 met Godfried Niepage, overl. 1 Febr. 1800, zoon van Martinus Niepage en van Anna Rijke. Uit het huwelijk Niepage-de Mey. sproten 2 kinderen,n.1. a. Martinus Niepage. ged. in Maart 1768, waarbij als doopgetuigen Pieter de Mey Lzn., Anna Rijke wed. Martinus Niepage en Maria Hendrina Niepage: hij overl. 10 Juni 1822; en b. Elisabeth Niepage. ged. 18 Sept. 1770, waarbij getuigen Jan Hendrik Rudeloff en Elisabeth Niepage. Godfried Niepage hertrouwde in 1784 met Elisabeth Verplaats, overl. 25 Januari 1812, weduwe van Nicolaas Schotborgh; vóór hun trouwen bewijzen zij elk het resp. moederlijk en vaderlijk goed aan de kinderen uit elks eerste huwelijk, n.1. hij aan Martinus en Elisabeth Niepage en zij aan Matthias Schotborgh (acte no. 84 van dl. II van 1784). 2. Jacob de Mey, alleen genoemd in 1769 in het testament van zijn vader. 3. Lourens de Mey. gedoopt Curagao 3 Dec. 1755, doopgetuigen Nicolaas Hendrikszn Vos en Rachel Vos. wed. David Sterlingh (alle Luthers); hij overleed te Amsterdam 13 Febr. 1768 blijkens een in¬ schrijving van 13 Mei 1769 in het Journaal van ontvangst voor begraven op Curagao, waarbij bekend gemaakt werd, dat Lourens de Mey Jr. in Amsterdam de 13 Febr. 1768 overleden is.

Illbis. Lourens de Meij. zoon van Lourens de Mey en van Helena Koos. geboren Cura;ao omstreeks 1715, overleden aldaar 13 Dec. 1797, huwt Curagao omstreeks 1744 Jannetje Brugman, geboren aldaar, dochter van Matthias Brugman en van Perina Weyns. welke laatste in 1727 hertrouwd was met Gebhard Lupke. Hij wordt het eerst genoemd in 1742 als zijn moeder aan elk van haar 3 kinderen een huis op Curagao schenkt. In 1743 wordt hij vermeld in het testament van zijn zuster Anna weduwe Jurriaan Scholten. Omstreeks 1744 is hij gehuwd met een dochter uit de toen zeer bekende Cura?aose familie Brugman. o.a. in die tijd verwant aan de familie Schotborgh; van zijn 5 in leven gebleven kinderen werd het jongste in 1752 geboren, het doopboek vóór dit jaar ontbreekt helaas. Hun kinderen waren: 1. Matthias de Mey, volgt IV. 2. Perina de Mey, geboren Cura;ao omstreeks 1747, overleden aldaar 27 Dec. 1812, huwt in 1769 Jurriaan Crisson. geb. Curagao, overleden aldaar in 1790, zoon van Hendrik Crisson en van Elisabeth Exsteen. Dit laatste blijkt uit het testament, dat hij op 12 Oct. 1769 met zijn vrouw maakt. Zij wordt met haar broeders en zusters genoemd in het testament van 1775 (dl. II, acte no. 108) van haar moeders halve zuster Maria Lupke, die als ongehuwde vrouw dan tot haar universele erfgenamen be¬ noemt haar nichten en neven, n.1. Perina de Mey gehuwd met Jurriaan Crisson. de 4 kinderen van wijlen Helena de Mey bij Jan Hendrik Jutting. Anna Sibilla Sofia de Mey gehuwd met Marten Reuvenhagen. het kind van Matthias de Mey. Gebhard de Mey. Andries George. zoon van wijlen haar halfzuster Catharina Brugman bij Jan Paul George, haar zuster Anna Sibilla Sofia Lupke gehuwd met Wigboldus Rijnink, haar halfbroeder is Pierre Brugman; haar nichtje Jannetje de Mey Matthiasdr. ontvangt een legaat. J) De West-Indische Gids 1939, blz. 35. 79 DE MEY 7

** * «•» -*—te ,m '• — - ■*>•hii 's daarop gestorven, zij ruim 22 J““* Qrisson, ged. 21 Dec. 1775 en Lourens de Mey Crisson. Uit hun huwelijk sproten o.a. gedoopt 15 Februari 1778. j 747 ongehuwd op Curagao overleden 22 Sept. 1775. Hij wordt 3. Gebhatd ?"*»**£ testament van zijn tante Maria Lupke van 1775 en testeert zelf genoemden je ^ ^ ac(e nQ 437^ zijn universele erfgenamen zijn zijn broeder en zijn 2 zusters en 4

geboren Curagao 24 Mei 1748. overleden aldaar 29 Sept. 1774, huwt Curagao 24 Sept 1769 Jan Hendrik Jutting. geboren te Vollen in Oost-Friesland 31 Mei 1743. overleden te Amersfoort 2 Juli 1827, zoon van Ds. Theodor Jutting. Luthers predikant te Vollen (O.-Fr.) en van Anna Sophia Telting. Zij testeren in 1770. in deze acte noemt hij zijn ouders als wonende te Leer. Na het overlijden van Helena de Mey. bij wie hij 4 kinderen had, hertrouwde Jutting 7 Mei 1775 met Sara Maria van Starckenborgh. Vóór zijn hertrouwen bewijst hij 19 April 1775 aan zijn 4 kinderen hun moederlijk goed (acte no. 177). 5. Anna Sibilla Sofia de Mey. gedoopt Curagao Jan. 1752, waarbij doopgetuigen Jan Paul George en Anna Sibilla Sofia Lupke; zij overleed 7 Nov. 1783, en huwde 1°. Curagao 28 Juni 1772 1) Matten Reuvenhagen. geboren te Colberg, overleden Curagao als admiraliteitsheer 21 Mei 1781, zoon van George en Maria Wendorp en weduwnaar met één kind Margaretha, van Margaretha Kier (die 24 Jan. 1772 was gestorven). Uit het huwelijk met de Mey sproten 2 kinderen Maria en Jannetje Reuven¬ hagen. Een op 11 Oct. 1778 gedoopt zoontje George Matten Reuvenhagen was toen reeds overleden. Zij huwde 2°. Curagao 1 Dec. 1782 met Christian Ludewig Gerding. geboren op het stift Borstell in het hoogstift Osnabriick, overl. 10 Oct. 1806, zoon van Johann Ernst Gerding. ambtman te Borstell en van Margaretha Wilhelmina Elisabeth Feltrup. Ook dit huwelijk werd door de secretaris voltrokken blijkens diens protocol van 1782, dl. III, acte no. 59. Met deze tweede echtgenoot maakt zij in 1783 een testament (acte no. 269), hij noemt daarin zijn ouders te Borstell en zij haar 2 kinderen uit haar eerste huwelijk. In een acte van 1787 (dl. III, no 158) komt hij nog als weduwnaar voor. ^ Illter. Comelis de Mey. zoon van Cornelis de Mey en van Hendrika Runneken. geboren te Amsterdam in 1738 overleden Curagao 15 April 1788, huwt 1°. Curagao (ondertrouwt 24 Juni 1768) met Helena Eva R(e)ijnink. dochter van Claas Rijnink en van Jannetje Daal. geboren Curagao. overleden aldaar 14 Oct. 1775uit dit huwelijk sproten 3 kinderen. Hij huwde 2°. met Eva Huijbling. die in 1788 (dl. I acte no 101) als zijn weduwe voorkomt en die 4 Maart 1811 op Curagao overleed. Met zijn eerste vrouw testeert hij in 1771 kort na zijn huwelijk (acte no. 295). Hun 3 kinderen worden genoemd in het testament van 1780 (dl. IV. acte no. 694) van Elisabeth Grootestam. wed. Jurriaan de Pool. die daarin legaten geeft aan de kinderen van wijlen Helena Eva Rijnink bij Cornelis de Mey. In 1788 wordt de inventaris van Cornelis' nalatenschap opgemaakt op aangeven van zijn weduwe Eva Huiiblina (dl. II. acte no. 165). u Uit zijn eerste huwelijk sproten: 1. Comelis de Mey. geboren omstreeks 1772, genoemd in 1780 in bovenbedoeld testament met zijn twee broeders. 2. Nicolaas de Mey, volgt IVbis. 3. Pieter de Mey. volgt IVter. IV. Matthias de Mey. zoon van Lourens de Mey en van Jannetje Brugman, geboren Curagao omstreeks 1745, overleden aldaar 3 October 1778, huwde er in 1772 met Anna Barbara Sandtrock. overleden na 1789* i) HIJ was Luthers, zij huwden voor de secretaris blijkens diens protocol over 1772, dl. IV acte no. 154. 80 DE MEY 8

dochter van Johan Eckhard Sandtrock en van Poulina Ellis. Matthias en zijn vrouw maken na hun huwelijk in 1772 hun testament, hij noemt erin zijn broeder Gebhard en zijn 3 gehuwde zusters; zij noemt haar vader en haar zuster Margaretha Elisabeth Sandtrock (overl. 7 April 1825), gehuwd met Pietec Frangois Diedenhoven (overl. 2 Oct. 1816). Zijn vrouw wordt als weduwe van Matthias de Mey gelegateerd in het testament van 1783 van Jean Rodier. gouverneur van Curasao, en diens vrouw Anna Elisabeth Ellis. Zij leefde nog in 1788 als zij volmacht geeft aan haar schoonzoon Jan Schotborgh. Uit hun huwelijk sproten: 1. Jannetje de Mey. geboren Curagao in 1773, overleden na 1796, huwt 1°. Curagao 23 Sept. 1789 Jan Schotborgh, geboren aldaar 18 Maart 1770, eerst luitenant-ter-zee, daarna luitenant der artillerie al¬ daar, er overleden 21 Mei 1795, zoon van Claes Schotborgh Janszn en van Johanna Cornelia van Starckenborgh. Uit dit huwelijk sproten 4 kinderen. Zij huwt 2°. Cura;ao 13 Maart 1796 George Thomson. ged. Yperen 18 Nov. 1767, luitenant van de militie op Cura?ao, zoon van John en Engelina Biesthorst. 2. Poulina de Mey. gedoopt Curagao 6 Febr. 1774, doopgetuigen Jan Hendrik Jutting en Margaretha Elisabeth Sandtrock, begraven aldaar 30 December d.a.v. IVbis. Nicolaas (Claas) de Mey, zoon van Cornelis de Mey en van diens eerste vrouw Helena Eva Rijnink. geboren Curagao 17 Febr. 1774, er gedoopt 3 April d.a.v., doopgetuigen Catharina Abigaêl Rijnink wed. Horst, Magdelena Fleischer geb. Vos, Jan Arnoud en Marten Pieterse Rijnink. Hij huwde omstreeks 1798 met Helena Eva Bulté. uit welk huwelijk sproot: 1. Cornelis de Mey, gedoopt Curagao 29 Aug. 1799, getuigen Pieter de Mey en Jacoba Christina Druschke Beaujon geb. Bulté, begraven aldaar 23 Mei 1800. IVter. Pieter de Mey, zoon van Cornelis de Mey en diens eerste vrouw Helena Eva Rijnink. geboren Curagao 20 Sept. 1775, er gedoopt 15 Oct. d.a.v., doopgetuigen Gerard Rijnink. Clara Elisabeth Rijnink vrouw van Jan Lesire. Maria Rijnink vrouw van Jacob Vos en Michael Fleischer. Hij was in 1807 ouderling van de Gereformeerde gemeente op Curagao en overleed er 16 Juli 1811. Hij huwde 1°. omstreeks 1796 met Johanna Willemina Tepasque, uit welk huwelijk een hieronder te noemen dochter sproot. In 1806 of 1807 huwde hij 2°. met Johanna Poulina Columba, bij wie hij nog twee kin¬ deren won. Uit het eerste huwelijk 1. Helena Eva de Mey, geboren 19 Oct. 1797, gedoopt Curagao 6 Febr. 1798, waarbij doopgetuigen waren Johan Christiaan Schuller en Maria Rijnink wed. Vos. Zij huwde Curagao 18 Aug. 1816 met Frans Nyssing, geboren te Valkenswaard, toen 2e chirurgijn bij het 11e bataljon jagers. Uit het tweede huwelijk: 2. Anthony de Mey, geboren 29 Sept. 1807, gedoopt Cura^ao 17 October d.a.v. 3. Elizabeth Frederica de Mey. geboren 16 October 1810, gedoopt Cura;ao 20 November d.a.v. Het einde van dit geslacht de Mey bleek ons niet, in het eerste Burgerregister van 1831 komen zij niet

DE ARUBAANSE FAMILIE DE MEY Toen het hiervoor behandelde geslacht de Mey in zijn laatste en voorlaatste generatie nog op Curagao vertegenwoordigd was, kwam daar een andere familie van deze naam, n.1. Pieter Hansz de Mey. die 11 Mei 1788 op Curacao huwde met Catharina Elisabeth Tromp, die aldaar 29 Juni 1794 overleed. Zij hadden 2 kinderen: 1. Willem de Mey, geb. 19 Jan. 1788, ged. Curagao 17 April d.a.v., waarbij getuigen waren Louis Gavaso, 81

Anthonia Gavaso, Cornelis Laclé en Anna Christina Laclé (beiden ingeschreven als Laclee). Hij woonde op Aruba en huwde met Helena Adriana Laclé. bij wie hij won: a. Cornelis Alexander de Mey, geboren Aruba 22 Oct. 1810, gedoopt Curagao 22 Aug. 1813, getui¬ gen: Alexander Paret en Antonetta Batista Gavasso. b. Catharina Elisabeth de Mey, geboren Aruba 15 Aug. 1812, ook gedoopt Curagao 22 Aug. 1813, getuigen: Dirk Neuwan en Jacoba Duwanie wed. Chr. Bekker. 2. Maria Helena de Mey. gedoopt Curagao 29 Mei 1791, waarbij doopgetuigen waren Jan Bontekoe Hoppe en Maria Susanna Huybling, overleden Curagao 20 Aug. 1808. De Arubaanse familie de Mey stamt nu verder van hogergenoemde Willem af, wiens moeders familie Tromp en vrouws familie Laclé zeer bekende families op Aruba zijn. Een Adriaan de Mey Willemszn testeert met zijn vrouw op Curagao in 1813 en alleen in 18M; misschien is hij een zoon van de Willem de Mey. die aldaar 15 Jan. 1780 was overleden en die gehuwd was met Susanna Exsteen. overleden aldaar 16 Juni 1811. En nadien komen er nog andere personen van deze naam voor, die evenmin als de voorgaande tot het aloude Curagaose geslacht de Mey behoren.

82

EVERTSZ Dit geslacht is één der oudste van de Cura;aose geslachten, dat nog niet is uitgestorven. De stamvader der familie moet vóór 1678 op Cura?ao zijn gekomen, want van één zijner zoons staat vast, dat deze daar in 1679 is geboren. Zijn eigen naam en zijn persoon bleven ons onbekend; de Soldijboeken beginnen pas met 1675, hij staat dus ingeschreven in het niet meer bestaande deel, dat daaraan vooraf gaat. Zijn 2 zoons en 2 dochters moeten omstreeks 1680 zijn geboren, maar waar de protocollen van Cura?ao geregeld pas met 1721 beginnen, en waar hij en zijn vrouw dan blijkbaar reeds overleden waren, zijn er geen acten over hen gevonden. Men heeft wel gedacht, dat de stamvader de Jan Evertsz is, die als geboortig van „Dilburgh" in 1678 als militair op Cura?ao kwam. Deze persoon echter, die op het jacht „de Hoop” 6 Febr. 1678 op handgeld uit Holland naar West-Indië ging, is blijkens het Soldijboek (dl. 1675-1700) als soldaat met het fregat „de Fortuyn" op 13 Januari 1680 verongelukt; zijn overgebleven plunje werd verkocht; van een vrouw of kinderen blijkt niets, daarvoor was zijn verblijf op Curagao ook te kort geweest. Wellicht was hij een broeder van de stamvader der Evertszen op Curagao, die wij dus noemen: I. N. Evertsz, geboren omstreeks 1650; wellicht was hij ruiter, hetgeen zijn afstammelingen 3 generaties lang geweest zijn. Als de archieven geregelder aanwezig zijn (circa 1720), komt zijn naam dus niet meer voor, ook de naam van zijn vrouw blijkt niet, zodat zij dan overleden zullen zijn. Wel blijkt, dat hij enige kinderen gehad moet hebben, waarvan wij de volgende vonden en waarvan de eerstgenoemde als zijnde geboren in 1679, het oudste kind kan zijn geweest, terwijl van de andere de volgorde niet vaststaat. 1. Cornelis Evertsz, volgt II. 2. Maria Evertsz. geboren Curagao omstreeks 1680, overleden tussen 1730-1734, huwt 1°. omstreeks 1700 Adriaan Blom, bij wie 2 dochters Elisabeth Blom en Cornelia Blom; zij huwde 2°. met Gerrif van der Weyden, en ten slotte 3°. vóór 1720 met Gerrif Striddels. die bij haar 2 zoons kreeg: Gabriel Striddels, die in 1734 overleed en Samuel Striddels. in 1734 nog minderjarig. Deze 3e man van Maria Evertsz is later hertrouwd. Ten bewijze van al dit vorenstaande geven wij de inhoud op van de hen betreffende acten: a. In een acte van 1721 wordt het testament vermeld van Jannetje Vos wed. van Hendrik van Grootdavelaar, wier zoon Cornelis dan gehuwd is met Elisabeth Blom, die een dochter van Maria Evertsz heet. b. 4 Januari 1734. Gerrif Striddels compareert en verklaart, dat hij en zijn minderjarige zoon Samuel de enige erfgenamen zijn van hun resp. zoon en broeder Gabriël, verwekt bij zijn eerste huisvrouw Maria Evertsz. c. 1746. Gerard Striddels, weduwnaar van Maria Evertsz, die weduwe is geweest van Adriaan Blom en van Gerrit van der Weyden, donateert zijn stiefdochter Cornelia Blom. d. Maria Evertsz, huisvrouw van Gerrit Striddels is 24 Maart 1720 getuige bij de ondertrouw van Cornelis Grootdavelaar met Elisabeth Blom. e. Op de lidmatenlijst van 30 December 1730 komt nog voor: Maria Evertsz vrouw van G. Striddels. in de Kuyperstraat. 3. Hendrik Evertsz. volgt II bis. 4. Elisabeth Evertsz. was in 1717 de vrouw van Jacob Franken, als hoedanig zij 17 Juli van dat jaar getuige is bij een huwelijk op Curagao. Achter haar naam staat een L, dus Luthers. Als weduwe van Jacob Franken en wonende in de Breestraat, komt zij voor op de lijst der lidmaten van 30 Dec. 1730. 83

II.

Comelis Evertsz. geboren in 1679, ruiter, werd 10 Aug. 1708 bevorderd tot commandant aan de Oost¬ punt, hij is overleden na 1761, huwt Anna Christina Erasmus, overleden 25 Juni 1800, dochter van Claes Erasmus1) en van Geertruid Exsteen. In een acte van 1721 wordt Comelis Evertsz weder vermeld, hij is dan nog commandeur aan de Oostpunt. 4 Juli 1738 verklaart in een getuigenverhoor (interrogatoria) Comelis Evertsz, ruiter in dienst van de Compagnie. 59 jaar oud te zijn; hij was dus geboren in 1679, men ziet hier welk een oude lieden de Com¬ pagnie nog als militair in dienst hield. In 1746 wordt hij schoonzoon genoemd van Geertruid Exsteen, wed. Claas Erasmus, en hoe zijn vrouw heette, blijkt uit een acte van 1780 bij zijn dochter te vermelden. Op de lijst van de lidmaten der gereformeerde gemeente van 30 Dec. 1730 komen hun namen niet voor. Zij waren dan ook Luthers: op de lijst van intekening voor het tractement van de eerste Lutherse predi¬ kant op Curagao van 1755 tekent zij in als Anna Christina Evertsz voor 5 pesos. In 1761 leefden beiden nog. zij is dan getuige bij het huwelijk van haar achterneef Nicolaas Evertsz (blz. 8). Uit hun huwelijk sproot: 1. Ebbetje Evertsz vermeld in 1780 in het testament van Johannes Westman en Geertruid de Jongh als Ebbetje Evertsz, petekind van de testatrice en dochter van Comelis Evertsz en van Anna Christina Erasmus. Zij overleed ongehuwd op Cura;ao 26 December 1787.

Ilbis. Hendrik Evertsz. geboren omstreeks 1682, hij werd 10 Aug. 1708 benoemd tot corporaal van de ruiterij, later cornet der ruiterij, opperfactoor, rooimeester en opperhoofd op Hato, overleden tussen 1753 en Febr. 1754, huwt omstreeks 1705 Ebbetje Stuyling, behorende tot een uitgebreide oude Curajaose familie, over¬ leden als weduwe na 4 April 1756. Wij delen over hen de volgende acten mede. In het oudste trouwboek van Curagao, aanvangende met 1714, vindt men Hendrik Evertsz als getuige op 9 Januari 1716 en 6 September 1719 vermeld, de laatste keer met bijvoeging van „corporaal der ruiterij". Als zodanig wordt hij ook genoemd in een acte van 30 Aug. 1720 in het oudste secretarieel protocol van Curagao. Blijkens een dergelijke acte koopt hij in 1721 de plantage De Schrale Berg. terwijl hij 12 Sept. 1721 een verklaring aflegt over de grenzen van de plantage Groot St. Joris, toebehorende aan de heer Van Taerlingh. In 1725 is hij cornet der ruiterij, 4 Juni van dat jaar wordt hij benoemd tot hoofd van de commissie tot opneming van alle Compagniesgronden, bossen en landerijen op Curagao van de Westpunt tot de Oostpunt. 2) In 1731 heet hij cornet der ruiterij en opperfactoor der Comp. (d.i. hoofdopzichter der Comp.-plantages). In een acte van 1733 komt hij ook voor als cornet en opperhoofd op Hato. In deze zelfde kwaliteit en nog als rooimeester komt hij voor op de gecombineerde lijst van 18 Oct. 1735 van het hoofd- en familiegeld en het aantal slaven met een aanslag van 2 pesos en geen slaven. Zijn kinderen hadden wel slaven. In 1740 is hij als cornet ook lid van de krijgsraad. Nog in een acte van 1 Juni 1742 heet hij cornet en opperfactoor, terwijl hij in 1753 genoemd wordt als eigenaar van 3 slaven, die geëxecuteerd werden wegens deelneming aan de grote slavenopstand van dat jaar. Dit is de laatste keer, dat wij hem vermeld vinden; als zijn vrouw 8 Februari 1754 getuige is bij de ondertrouw van haar zoon Jan, heet zij Ebbetje Stuyling weduwe van Hendrik Evertsz; achter haar naam staat een L. dus Luthers, het echtpaar komt dan ook niet voor op de lidmatenlijst der gereformeerde gemeente van 1730. Uit hun huwelijk sproten minstens 8 kinderen (volgorde onbekend): 1. Johannes (Jannes) Evertsz, volgt III. 2. Evert Evertsz. volgt Illbis, blz. 4. *) Op de taxatie van ieders aanslag in de te betalen brandschatting van Maart 1713 aan Cassard na diens verovering van Curagao komt Claas Erasmus voor met het bedrag van 200 pesos. *) G. J. van Grol. De grondpolitiek in het West-Indisch Domein. 1942, dl. II, p. 134. 84

III.

3. Fcederik Evertsz. volgt Illter, blr. 5. 4. Abraham Evertsz, volgt Illquater, blz. 5. 5. Susanna Clasina Evertsz, geboren Curagao omstreeks 1720, overleden 5 Juli 1800 als weduwe, zij huwt 1745 Caspar Snijder Hansz., overleden voor 1774. waarschijnlijk zoon van Paulus Snijder Hansz., Luthers, en van diens eerste vrouw Christina de Goyer. Caspar Snijder Hansz. en Susanna Clasina Evertsz deponeren hun besloten dispositie ter registrering in 1745 (acte nr. 77) op de secretarie. Op 13 November 1753 wordt hun zoon Hendrik gedoopt 1), waarbij getuigen waren Evert Evertsz en Margaretha Gerarda Stuyling, huisvr. van Jan van Lennip; achter de namen van de ouders en van de getuigen staat een L, allen waren dus Luthers. Zij hadden ook een dochter Elisabeth 2), die in het testament van 1775 (acte nr. 438) van haar vaders zuster Christina Snijder Hansz. wed. Jacob Coets, dan genoemd wordt dochter van de over¬ leden Casper bij Susanna Clasina Evertsz: en een dochter Christina de Goyer Snijder Hansz. gehuwd met Gerard van Groot Davelaar, blijkens hun beider testament van 1774 (dl. III, acte nr. 373). Dat Susanna Clasina voornoemd ook een zoon Jan Gerard had, blijkt ten slotte uit een acte van 1782 (dl. IV, nr. 216), waarin deze zoon door zijn moeder, weduwe zijnde, gevolmachtigd wordt. 6. Johannis (Jan) Evertsz, volgt Illquinquies, blz. 6. 7. Gerardus Evertsz, gedoopt Cura;ao 28 Juli 1729, huwt aldaar 26 Mei 1754 Anna Cornelia Houtvat, geb. Curasao, overl. 14 Juli 1769, dochter van Johannes en Margaretha van Gorcum. Over hen werd geen enkele acte gevonden, ook als doopgetuigen bij de kinderen van hun broeders komt hun naam niet voor. Zij hertrouwt met Gijsbertus van Heumen. overl. 9 Oct. 1771. 8. Jacob Evertsz, deze wordt alleen in 1775 genoemd als cornet der ruiterij en zoon van Hendrik Evertsz, in een afgelegde verklaring door Hamelberg, II, 194, medegedeeld, zonder dat wij enige acte over hem vonden; het is mogelijk dat Hamelberg verkeerd citeerde en dat in plaats van Jac. Evertsz er in de originele acte Jan Evertsz staat, deze laatste was cornet der ruiterij in 1774 nog, er zijn tegelijker¬ tijd geen 2 cornets geweest en Jan was zelfs nog cornet in 1783. 9. Annetje Cornelia Evertsz, gedoopt Curaqao 14 Maart 1732. Johannes (Jannes) Evertsz3), geboren Cura?ao omstreeks 1706, overl. aldaar 3, en begraven 4 Nov. 1774, huwt Cura;ao 2 Februari 1731 Elisabeth Harris, vermeld in 1733 en 1741, dochter van James Hards en Geertruid den Oude. Na zijn huwelijk wordt hij het eerst vermeld in 2 opeenvolgende acten in het protocol van 1733, in acte nr. 248 worden n.1. genoemd Jan Harris en Elisabeth Harris, gehuwd met Jannes Evertsz, als kinderen van wijlen Geertruid den Oude, wed. James Harris, en in acte nr. 250 vindt men het testament van Jannes Evertsz, zoon van Hendrik Evertsz en Ebbetje Stuyling, en diens vrouw Elisabeth Harris. Op de lijst van het hoofd- en familiegeld en het aantal slaven van 18 Oct. 1735 komt hij voor als heb¬ bende 3 slaven en geen aanslag. In het testament van 1745 van zijn zwager Jan Harris, die dan weduwnaar heet van Anna Dreekx, worden hij en zijn vrouw benoemd tot voogden over diens onmondige zoon Jan Dreekx Harris. In 1756 is hij doopgetuige bij de doop van het oudste kind van zijn broeder Jan Evertsz, in 1768 is hij getuige bij de doop van zijn oudste kleinzoon Johannes. Overigens komt hij zelden voor. hij had een plantage, welke hij in 1737 aan zijn vader verkocht, terwijl hij tegelijkertijd de plantage van zijn broeder Frederik kocht. Bij zijn begraven op 4 Nov. 1774 staat vermeld „wonende aan het ruiterquartier". Uit acte nr. 446 van protocol 1774, dl. III blijkt de datum van zijn overlijden en tevens dat hij 4 zoons en een overleden zoon had. Eerst in 1782, dl. IV, acte nr. 7 is zijn testament ingeschreven, daarin worden zijn zoons genoemd Hendrik, Johannes. Gerrit den Oude, Samuel en Nicolaas. De kinderen waren dus: 1. Hendrik Evertsz Jzn., volgt IV, blz. 7. ') Het doopregister vóór 1752 ontbreekt. -) Daar deze dochter met Jan Hendrik Evertsz huwde, wordt zi] op blz. 7 genoemd. 3) Hij Is wel te onderscheiden van zijn broeder Johannis Evertsz, die ook voorkomt als Jan Evertsz. 85

Illquater. Abraham Evertsz (van blz. 2), zoon van Hendrik Evertsz en van Ebbetje Stuyling. geboren op Curagao omstreeks 1715, overleden 5 Febr. 1803, huwt Curagao 27 October 1748 Maria Legendre, 1) overleden 18 Sept. 1797, dochter van Pieter Legendre en kleindochter van Maria Jansz, wed. Jan Legen¬ dre. Dit blijkt uit het testament van laatstgenoemde van 1 Mei 1749, waarin zij' een donatie doet aan haar kleindochter Maria Legendre gehuwd met Abraham Evertsz. Abraham zelf en zij'n vrouw testeerden 6 Mei 1749, hij noemt zijn ouders Hendrik Evertsz, cornet, en Ebbetje Stuyling. Zijn vrouw leefde nog 21 Nov. 1779 als zij doopgetuige is bij een kind van haar dochter Ebbetje Severijn geb. Evertsz; hemzelf vinden wij alleen vermeld als zodanig bij de doop op 1 Maart 1778 in de Lutherse kerk van een kind van deze dochter Ebbetje. Uit hun huwelijk sproten: 1. Ebbetje Evertsz, geboren op Curagao omstreeks 1752, overleden na 1787, huwt op Curacao 21 Maart 1777 Christiaan Samuel Severijn, geboren Carlskrona in Zweden, overleden tussen 1782 en 1787, weduwnaar van Alida Eylbracht (zie familie Severijn, blz. 3). 2. Hendrik Evertsz Azn., volgt IVsexties, blz. 10. 3. Anna Maria Evertsz, gedoopt te Cura?ao 8 Mei 1755, getuigen Frederik Evertsz en Anna Maria van Bambergen. jong gestorven. 4. Pieter Gerard Evertsz, volgt IVsepties, blz. 10. 5. Johannes Stuyling Evertsz, huwt 10 Juli 1785 Anna Magdelena Krell. overleden 20 Maart 1811, van wie niets anders gevonden werd dan hun testament van 1786 (acte nr. 319), waarin hij zich zoon noemt van Abraham Evertsz en van Maria Legendre. 6. Frederik Evertsz, gedoopt Curagao 21 Dec. 1762, doopgetuigen: Ernst Houtschildt en Elisabeth Verloo. 7. Anna Maria Evertsz, gedoopt Curagao 31 Jan. 1768, doopgetuigen: Jurriaan Brugman en zijn vrouw Anna Maria Everit. overleden als weduwe 5 October 1799. Zij huwde Curagao 29 Augustus 1784 2) met Charles Nicolaas Guyot. met wie zij in acte nr. 50 van dl. II van 1790 genoemd wordt met zijn moeder Christina Thiesing, wed. van Nicolaas Charles Guyot. Illquinquies. Johannis (Jan) Evertsz (van blz. 3), zoon van Hendrik Evertsz en van Ebbetje Stuyling, geb. Curagao omstreeks 1720, overleden na 1783. Ter onderscheiding van zijn oudere broeder Johannes (Jannes) werd hij genoemd Johannis (Jan); hij huwde 4 maal. 1°. Curagao ondertrouwd 8 Februari 1754 met Sophia Striddels. beiden geboren Curagao, zijn moeder, weduwe dan is getuige; deze overleed spoedig, hierbij 1 zoon: 2°. Curagao 4 Sept. 1757 (beiden Luthers zijnde) met Anna Sophia Houtschildt. die 27 Januari 1771 begraven werd en bij wie 5 kinderen; huwt 3°. Curagao in 1773 met Elisabeth de Veylder, weduwe met 1 zoon van Jan Theunis Vos, zij werd begraven Curagao 19 September 1775, en huwt 4°. Curagao kort daarna met Helena Stuyling. die er reeds 19 Aug. 1776 werd begraven. Beide laatste huwlijken waren kinderloos. In 1753 heet hij ex-corporaal der ruiterij, thans factoor op Hato. 17 Juli 1758 komt hij voor als kornet en als opperfactoor ten dienste van de Compagnie en certificeert hij in laatstgenoemde hoedanigheid de overlevering van een verkochte plantage aan de koper. 3) Als kornet der ruiterij wordt hij nog genoemd in 1775, zelfs in 1783 heet hij nog zo (secr. protocol). In 1773 (dl. III, acte nr 10) maakt hij kort na zijn 3e huwelijk met Elisabeth de Veylder zijn testament en noemt hij zijn 5 kinderen bij zijn vorige huisvrouw, n.1. Jan Hendrik, Ebbetje, Nicolaas Houtschildt. Maria en Cornelis Plier Evertsz. In 1781 (dl. V, acte nr. 943) heet hij weduwnaar van Elisabeth de Vylder, die erfgename was van haar zuster Margaretha de Vylder, gesepareerde huisvrouw van Cornelis Dorcas Evertsz (zie blz. 5, sub 6). 1) Zij was een zuster van Helena Legendre gehuwd met Frederik de Wit: een gelijknamige Helena gehuwd met Claes Schotborgh (zie aldaar blz. 3). was haar tante. 2) Blijkens secretarieel protocol over 1784, dl. IV. s) G. J. van Grol. De grondpolitiek, enz., dl. II, 1942. p. 230. 88

Ten slotte is in een acte van 1782 (dl. III, nr. 191) weer sprake van de kinderen van Jan Evertsz, „de oude kornet" en van Anna Sophia Houtschildt. Uit zijn eerste huwelijk sproot: 1. Hendrik Evertsz, gedoopt Cura;ao 4 April 1756, getuigen Johannes Evertsz en Ebbetje Stuyling wed. van Hendrik Evertsz (ouders en getuigen alle met een L achter hun naam, dus Luthers): jong gestorven. Uit het tweede huwelijk sproten: 2. Jan Hendrik Evertsz, geb. Cura?ao 1758, huwt aldaar 3 Sept. 1779 zijn nicht Elisabeth Snijder Hansz.. dochter van Casper Snijder Hansz en van Susanna Clasina Evertsz. genoemd op blz. 3. Zij wordt vóór haar huwelijk genoemd in 1775 als zij van haar tante Christina Snijder Hansz wed. Jacob Co ets een legaat ontvangt, en na haar huwelijk in een acte van 1781 (dl. III) als gehuwd zijnde met Jan Hendrik Evertsz. Daarna komen zij niet meer voor en kinderen werden van hen niet gedoopt. Zij overleed Januari 1797. 3. Ebbetje Evertsz, geboren omstreeks 1760, overleden als weduwe 19 Dec. 1815; vermeld in het testa¬ ment van haar tante Anna Elisabeth Houtschildt, gesepareerde huisvrouw van Roelof Meyboom, van 1773 (dl. III, acte nr. 87), waarin zij en haar zuster en broeder Maria en Cornelis Plier Evertsz een legaat ontvangen. Zij huwde Cura$ao 20 Nov. 1778 met Willem Pletsz, zonder dat over hen iets meer bekend is. 4. Nicolaas Houtschildt Evertsz, geboren omstreeks 1761, huwt Cura?ao 31 October 1784 (blijkens secretarieel protocol, dl. IV) met Johanna Cecilia Gruys, weduwe van Hendrik de Nijs. zij overleed 23 Aug. 1806. Ook van hen of over kinderen van hen werd niets gevonden. Bij haar overlijden heet zij echter „gesepareerde huisvoruw van N. H. Evertsz." 5. Maria Elisabeth Evertsz. gedoopt Curagao 9 Jan. 1763, waarbij getuigen Cornelis Stuylingh en Maria Jacoba Houtschildt; aldaar gehuwd 1 Maart 1782 met Jacob Schouten, geb. Amsterdam, over¬ leden na 1786, zoon van Jan Schouten en van Elisabeth Cloribus. Kort na hun huwelijk testeren zij (protocol 1782, dl. III, acte nr. 20), zij noemen hun ouders daarbij; in 1786 komt hij nog in een acte voor met zijn vrouw (nr. 814), maar verdere gegevens ontbreken. 6. Cornelis Plier Evertsz. gedoopt Cura^ao 12 December 1769, vermeld in 1773 in de 2 hierboven ge¬ noemde testamenten, doch verder niet gevonden. IV.

Hendrik Evertsz Jzn. (van blz. 3), zoon van Johannes (Jannes) Evertsz en van Elisabeth Harris. ge¬ boren Cura^ao omstreeks 1732, korporaal der ruiterij, begraven als zodanig aldaar 3 Juni 1773, huwt Curagao 30 Nov. 1755 Margaretha Crisson. geb. Curagao, begraven aldaar 15 Februari 1770, dochter van Hendrik Crisson en van Elisabeth Exsteen. Margaretha Crisson testeert kort voor haar overlijden (protocol 1770, dl. II. acte nr. 12). zij bepaalt daarbij, dat haar dochter Elisabeth na haar overlijden onder hoede zal blijven van haar (Margaretha's) ouders. Haar man testeert in 1773 eveneens kort voor zijn sterven (dl. III, acte nr. 129), hij benoemt tot zijn erfgenaam zijn enige dochter Elisabeth Geertruida en vermeldt ook zijn broeder Johannes, die dan 2 kin¬ deren heeft Johannes en Elisabeth. Uit zijn huwelijk sproot dus: 1. Elisabeth Geertruida Evertsz. geb. Cura?ao, overleden 4 Augustus 1820, huwt 1°. Cura^ao 13 Mei 1787 Jan Krul, geb. te Leipzig; zij huwde 2°. voor 1799 Johan Philip Nieuweel van Schmidt, die na 1820 stierf en bij wie kinderen geboren vanaf 1799. In het testament van haar grootvader Hendrik Crisson van 1782 (dl. I, nr. 178), weduwnaar van Elisabeth Exsteen, benoemt deze zijn 5 kinderen en zijn kleindochter Elisabeth Geertruida. dochter van testateurs overleden dochter Margaretha Crisson bij Hendrik Evertsz Johanneszn tot zijn erfgena¬ men. In 1785 geeft zij volmacht aan haar oom Jacob Crisson.

IVbis. Johannes Evertsz (van blz. 3), zoon van Johannes (Jannes) Evertsz en van Elisabeth Harris. gebo¬ ren Curagao, overleden 22 Mei 1797, huwt 1°. Cura^ao 2 September 1766 Barbara Franken, geboren 89 EVERTSZ 7

Curagao. aldaar overleden in 1778; huwt 2°. Curagao 22 Januari 1779 Jannetje Vermeulen, overleden 7 Jan. 1813, dochter van Matthias Vermeulen en van Ebbetje Evertsz (van blz. 5). Met deze 2e vrouw testeert hij in 1781 (dl. V, acte nr. 1195), in deze acte noemt hij zijn 5 voorkinderen bij zijn le vrouw verwekt. Uit zijn eerste huwelijk sproten: 1. Johannes Evertsz, gedoopt Curagao 25 Januari 1768, begraven aldaar 9 Aug. 1770. 2. Jan Evertsz, geb. 1769, overleden 13 Jan. 1786, in het begraafregister staat achter zijn naam bijge¬ schreven: „oudste zoon van Johannes Evertsz Joh.zn, kapt. van de Indiaan in ’t land begraven." 3. Elisabeth Evertsz, gedoopt Curagao 2 Juli 1771, overleden ongehuwd 30 Maart 1815. 4. Matthias Evertsz, gedoopt Curagao 7 Juli 1773, overleden 9 September 1823. 5. Hendrik Evertsz, gedoopt Curagao 4 October 1775, overleden 26 Januari 1825. 6. Evert Evertsz, gedoopt Curagao 4 Februari 1778, overleden 20 Februari 1825. Uit het tweede huwelijk sproten: 7. Elisabeth Evertsz, geboren Curagao 1788, overleden 6 April 1812, huwt Curagao in 1799 Samuel de Lannoy Beeldsnijder, gedoopt Cura?ao 18 April 1799, overleden na 1812, zoon van Her¬ man Tiberius Beeldsnijder en van diens 2e vrouw Maria Vermeulen (zie het artikel Beeldsnijder). Uit haar huwelijk sproten 5 kinderen. 8. Jacobus Evertsz, gedoopt Curaago 21 Augustus 1781. 9. Matthias Vermeulen Evertsz, ged. Curagao 26 October 1783. 10. Matthias Carel Lodewijk Evertsz, geb. Curagao 2 Sept. 1785, er gedoopt 9 October 1785, begraven 23 Jan. 1813 „op het tuyntje van zijn broeder Matthias Evertsz". 11. Frederik Willem Evertsz, geb. Curagao 25 Juli 1786, er gedoopt 30 Juli 1786, getuige o.a. Adriana Hendrika Evertsz. 12. Jan Willem Evertsz, gedoopt Curagao 18 Nov. 1787, getuige o.a. Christina Dorcas Eilbracht. overle¬ den 7 Juni 1806. 13. Adriaan Evertsz, volgt V, blz. 10. 14. Herman Tiberius Beeldsnijder Evertsz, geboren 20 Februari 1792, gedoopt Curagao 3 April 1792, getuigen Herman Tiberius Beeldsnijder, Maria Beeldsnijder geb. Vermeulen, Jan Hendrik Raven en Dorothea Willemina Raven geb. Beeldsnijder, ongehuwd overleden Curagao 21 Augustus 1834. 15. Ebbetje Evertsz, gedoopt Curagao (Luthers) 2 Maart 1794, getuige o.a. Geertruid Evertsz. wed. Gruijs, er zijn van Juli 1794 tot Febr. 1796 en van Sept. 1796 tot begin 1798 geen inschrijvingen in het gereformeerde doopboek door afwezigheid van een predikant, overleden 21 Maart 1803. 16. Geertruida Evertsz. geboren Curaago 5 October 1795, er gedoopt 1 Maart 1796, getuigen Hendrik Evertsz Johanneszn en Geertruida Evertsz, weduwe Gruijs. IVter. Nicolaas Evertsz (van blz. 4) jongste zoon van Johannes (Jannes) Evertsz en van Elisabeth Harris, geboren Curagao. overleden 22 Mei 1815, huwt Curagao 3 September 1761 t) Eva Lackrum. geboren Curagao, overleden 15 Dec. 1812, dochter van Willem Lackrum en van Barbara Exsteen. Nicolaas Evertsz. die in een straks bij zijn oudste zoon te vermelden volmacht van 1783 voorkomt en die in 1789 zijn vrouw volmacht geeft, had 14 kinderen: 1. Cornelis Gerardus Evertsz, geboren Curagao omstreeks 1763, sedert 1783 in zeedienst, in welk jaar zijn vader volmachtig maakt met vaderlijke macht Albertus Delvos, commandeur van 's lands schip van oorlog „De Arend”, over zijn zoon Cornelis Gerardus, die als cadet daarmee naar patria gaat (acte nr. 339): in 2 Curagaose acten van 1790 heet hij luitenant ter zee: hij sneuvelde 1 Januari 1807 op het fregat van oorlog „Kenau Hasselaer” bij de verrassing van Curagao door de Engelsen als kapitein-kolonel ter zee en commandant van de haven van Curagao, en werd daags daarna begra¬ ven op de plantage te Hato. waar zijn grafschrift nog te zien is. 2) T) Getuige was Christina Erasmus. vrouw van Cornelis Evertsz, van blz. 2. *) De West Indische Gids 1919/20. le jg. 2e dl., p. 262 en idem 1942, 25e jg. 90

9 Nov. 1804 doet hij als commandant-ter-zee op Curagao ondertrouw met Helena. een dochter van de weduwe de Rochemont geb. Ellis (zie aldaar); daags daarna komt de tijding, dat hij in Holland trouwbeloften aan een ander had gedaan en hoewel 25 Nov. het 3e gebod werd afgekondigd, werd het huwelijk gestuit, want de betrokken juffer, n.1. Sophia Pieternella Exsteen. kwam daags daarna 26 Nov., via St. Thomas, zelf op Curagao, dat zij van uit Holland, waar Nicolaas Evertsz haar op de hoogte van zijn zoons plannen had gebracht, over de Kaap de Goede Hoop nog juist op tijd had kunnen bereiken. 6 Jan. 1805 wordt haar (n.1. van mej. Exsteen) huwelijk met Cornelis Gecardus Evertsz voltrokken, dat nauwelijks 2 jaar zou duren; hijzelf herdacht in 1806 zijn 25-jarige zeedienst kort voor zijn sneuvelen. 2. Willemina Evertsz. geboren Curagao omstreeks 1764, overleden als wed. B. L. Rappard 9 Nov. 1819; trouwt 1°. 3 Maart 1782 Antoni Hoogland Steelingh, geboren te Groningen, lid van de Kleine Raad van Curagao, zoon van Jan Steelingh en van Cornelia de Vries. Op 5 Augustus 1785 testeert zij met haar man; hij is kort daarna gestorven, haar 2 kinderen nalatende; in 1790 heet zij weduwe. Zij huwde 2°. omstreeks 1795 met Bernard Leonard Rappard, luitenant. Deze wordt bij de verovering van Curagao door de Engelsen op Nieuwjaarsdag 1807 krijgsgevangen genomen en over Frankrijk naar Holland gezonden. Daar zijn vrouw in 1809 nog niets van hem gehoord had, wendt zij zich in dit jaar bij rekest tot het Bestuur van Curagao om inlichtingen te bekomen. Hij zelf wordt vermeld in De West-Indische Gids 24e jg., p. 375. Uit dit huwelijk werd 19 Juli 1807 als jongste van meer kinderen op Curagao een zoon Cornelis Gerardus Evertsz Rappard geboren. 3. Willem Lackrum Evertsz, gedoopt Curagao 21 Juni 1768, getuigen Hendrik Matthias Evertsz i) en Jannetje Lackrum, begraven Curagao 27 Juli 1781. 4. Barbera Evertsz. gedoopt Curagao 12 Juni 1770, begraven aldaar 25 December 1770. 5. Matthias Exsteen Evertsz. gedoopt Curagao begin 1773 (achterin het doopboek onder de onge¬ dateerde inschrijvingen) doopgetuigen Willem Lackrum en Barbera Exsteen. In het Journaal van ontvangst van begraven op Curagao, dl. 1792-1831 staat 15 Mei 1804 ingeschreven: „Bekendgemaakt „door Nicolaas Evertsz dat zijn zoon Matthias Exsteen Evertsz te Essenberg in Duitsland 2)' is over. „leden.” 6. Nicolaas Evertsz, volgt Vbis, blz. 11. 7. Hendrik Coenraad Evertsz, ged. Curagao 5 Juli 1775; hij huwde met Henriette van Genderen. geb. Demarara 25 Maart 1806, overl. Maastricht 25 Oct. 1879; zij hertr. met George Severijn de Veer. die weduwnaar was van Jannetje Constantia Schotborgh. 8. Barbara Evertsz, geboren Curagao 20 Aug. 1776, er gedoopt 8 October 1776, overleden Cura$ao 4 Mei 1836, huwt 1°. aldaar 30 Maart 1794 Abraham Guillaume Emers. geb. te Maastricht, luitenant der artillerie op Curagao. Zij huwt 2°. M. E. van der Dijs. 9. Alexander Evertsz, volgt Vter, blz. 11. 10. Frederica Evertsz. gedoopt Curagao 15 Juli 1780, getuigen Jan Frederik Berewout en Frederica Berewout; wellicht is zij dezelfde als Maria Frederica Evertsz. die ongehuwd op Curagao 15 Mei 1838 overleed. 11. Willem Hoogland Evertsz, gedoopt Curagao 17 Augustus 1781. 12. Jannetje Koek Evertsz. gedoopt Curagao 21 Augustus 1782, overleden aldaar 25 September 1800. 13 Eva Evertsz, gedoopt Curagao 14 Sept. 1783, getuigen Anthony Hoogland Steelingh en zijn vrouw Willemina Evertsz (oudste zuster van de dopeling). 14. Albertus Evertsz. gedoopt Curagao 29 Febr. 1788, getuigen Cornelis Gerard Evertsz (oudste broe¬ der van de dopeling) en Geertruida de Jongh. IVquater. Adriaan de Koek Evertsz (van blz. 5), zoon van Evert Evertsz en van diens eerste vrouw Margaa) Het is ons niet gebleken of deze tot de onderwerpelijke familie Evertsz behoorde; in een acte van 1783 (acte nr. 35) noemt hij zich Hendrik Matthias Evertsz, koopman op Curagao, onderdaan van de Koning van Pruissen en burger van de stad Embden; te voren in 1777 was hij fd.klerk ter secretarie op St. Eustatius en later, in 1787 heet hl] oud-vaandrig der burgerij van Curagao. 2) Essenberg bij Meurs( Rheinland). 91

retha Dorcas. geboren Curagao omstreeks 1745. overleden aldaar 14 April 1800, huwt Curagao 28 April 1771 Vrouwtje Elisabeth Eylbracht. dochter van Gerbrand Elias Eylbracht en van Christina Dorcas (zie blz. 5). Inzake de erfenis van Hendrik Eylbracht. overleden in Bengalen, een broeder van wijlen Gerbrand Elias E.. geeft Adriaan de Koek Evertsz namens zijn vrouw, volmacht in 1773 (vergelijk bij Severijn). Uit dit huwelijk sproot: 1. Margaretha Dorcas Evertsz, gedoopt te Cura?ao, begraven aldaar 16 Maart 1775. IVquinquies. Johannes Evertsz Ezn. (van blz. 5), zoon van Evert Evertsz en van diens eerste vrouw Mar¬ garetha Dorcas. geboren omstreeks 1750, overleden 13 September 1801, huwt Cura^ao 19 Dec. 1784 1) Dorothea Willemina Martin, dochter van Willem Martin en van Aletta Vermeulen; en wed. van Samuel Franciscus Daniël Roguen. Het echtpaar testeerde 1 Juni 1785. Dorothea Willemina Martin, gesepareerde vrouw van Abraham (?) Evertsz. werd 26 Mei 1825 begraven Uit dit huwelijk werden geen kinderen gedoopt op Cura^ao gevonden. IVsexties. Hendrik Evertsz Azn. (van blz. 6), zoon van Abraham Evertsz en van Maria Legendre. geboren Curagao 20 Maart 1753, overleden 5 Juni 1815, huwt Curacjao 17 Mei 1772 Johanna Cornelia Krell, overleden 25 Aug. 1809, dochter van Jan Adam Krell en van Christina Dorcas. Uit dit huwelijk sproten: 1. Abraham Evertsz. volgt Vquater, blz. 11. 2. Johan Adam Krell Evertsz. geboren Bonaire 4 December 1774. overleden Cura;ao 1 Februari 1831. 3. Johannes Philippus Evertsz. volgt IVquinquies, blz. 11. 4. Christina Dorcas Evertsz, ged. Curagao 31 Mei 1778. overl. 7 Februari 1813, ongehuwd. 5. Maria Helena Evertsz. ged. Cura^ao 30 April 1780, overleden aldaar 3 Januari 1813, huwt Curagao in 1799 Jacob Frederik Iden. geb. aldaar 27 April 1778, overleden na 1831, zoon van Ludwig Johan Iden en van Susanna Jacoba van Starckenborgh. (Zie de familie van Starckenborgh. blz. 3). Uit dit huwelijk sproten kinderen, die Luthers werden gedoopt, doch jong stierven behalve Susanna Jacoba van Starckenborgh Iden. geb. 13 Juli 1800. 6. Frederik de Wit Evertsz -), gedoopt (Luthers) Cura?ao 13 Juni 1784. 7. Alida Geertruida de Wit Evertsz. geboren Cura^ao 25 Januari 1786, er gedoopt 9 April d.a.v., overleden 16 September 1825, huwt Cura?ao 18 Mei 1800 Abraham Severijn. gedoopt te Cura?ao 21 November 1779, overleden na 1832, zoon van Christiaan Samuel Severijn en van diens 2e vrouw Ebbetje Evertsz (van blz. 6). Uit dit huwelijk sproten 5 kinderen. 8. Gerbrand Elias Evertsz. gedoopt Cura?ao 24 Juli 1788, getuigen Martin Oesterreich en Luc. Oesterreich. overleden 5 November 1788. 9. Maria Sophia Evertsz. geboren Cura?ao 20 Sept. 1789. er gedoopt 29 Nov. d.a.v., getuigen Martin Oesterreich en Luc. Oesterreich geb. van Swol. 10. Pieter Gerard Evertsz, gedoopt Cura?ao 20 Mei 1793, getuigen Abraham Evertsz Hzn. en Christina Dorcas Evertsz. 11. Ebbetje Elizabeth Evertsz, ged. Cura?ao (Luth. bij afwezigheid van een gereformeerd predikant, doch daarna in het geref. doopboek overgeboekt) 24 Mei 1798, getuigen Johan Abraham Crell Evertsz en Maria Helena Evertsz (broeder en zuster van de dopelinge). IVsepties. Pieter Gerard Evertsz (van blz. 6). zoon van Abraham Evertsz en van Maria Legendre. geboren Cura;ao in 1760, overleden 1787, huwt Curacao 22 Januari 1779 Cornelia Vermeulen, geb. Cura?ao, overleden na 1787, dochter van Matthias Vermeulen en van Ebbetje Evertsz (van blz. 5). *) Het huwelijk staat ingeschreven in het secretarieel protocol van 1784, dl. IV. *) Aldus genaamd naar Frederik de Wit, gehuwd met Helena Krell, zuster zijner moeder. 92

Uit dit huwelijk sproten: 1. Maria Elisabeth Evertsz. gedoopt Curagao 12 Nov. 1779. getuigen Abraham Evertsz en Comelia Dorcas wed. van Frederik Evertsz. zij overleed 8 Juli 1804 als vrouw van Hermanus Solicoffer Veeris, die ged. was Curagao 15 April 1775 als zoon van Abraham Gijsbert Veeris en Dorothca Barbara Solicoffer. Hij overleed 11 Aug. 1809. 2. Ebbetje Evertsz. gedoopt Curagao 1 October 1782. 3. Abraham Evertsz Pzn., volgt Vsexties, blz. 12. 4. Johanna Adriana Evertsz, gedoopt Curagao 17 Juni 1787, getuigen Johannes Evertsz en Ebbetje Evertsz wed. Christaan Samuel Severijn. V.

Adriaan Evertsz (van blz. 8). zoon van Johannes Evertsz Joh.zn. en van diens 2e vrouw Jannetje Ver¬ meulen. gedoopt Curagao 17 Augustus 1790, doopgetuigen Hendrik Evertsz Abr.zn., Adriana Hendrica Evertsz. Matthias Everts Johanneszn en Elisabeth Evertsz. Hij overleed Curagao 7 September 1829 en huwde vóór 1815 met Catharina Elisabeth Wassenaar. Uit dit huwelijk sproten: 1. Perina Veeris Evertsz. geboren Curagao 8 April 1815, er gedoopt 4 Juni 1815, overl. 30 Januari 1846, huwde Philip Andreas Muller, geboren Curagao 5 Juni 1810, overleden voor 1846, zoon van George Christiaan Muller en van Elisabeth Christina Muller en weduwnaar van Gijsbertha Magdalena Ellis (zie het artikel Ellis). 2. Johannes Willem Evertsz. volgt VI blz. 12.

Vbis. Nicolaas Evertsz Nzn. (van blz. 9), zoon van Nicolaas Evertsz en van Eva Lackrum. gedoopt Curacao 1 Dec. 1773, huwt 1°. Curagao 26 Juni 1796 Maria Elisabeth Huybling. geb. aldaar, er overleden 26 Maart 1803. Uit dit huwelijk geen kinderen. Hij huwde 2°. Cura?ao 4 Juni 1813 Comelia Steeling. weduwe Johannes Brands. Uit het 2e huwelijk sproten: 1. Nicolaas Evertsz. volgt VIbis, blz. 12. 2. Eva Lackrum Evertsz. gedoopt 6 Nov. 1816, getuigen o.a. Hendrik Coenraad Evertsz en Willemina Steeling geb. Kamp. 3. Jacob Steeling Evertsz. volgt VIter, blz. 12. Vter. Alexander Evertsz (van blz. 9), zoon van Nicolaas Evertsz en van Eva Lackrum. geboren 13 Mei 1779, gedoopt Curagao 11 Juli 1779, was in 1807 districtmeester op Curagao tijdens de Engelse bezetting l) en in 1828 plantage-eigenaar, overleden na 1831, huwt Curagao in 1804 Geertruida Berch. ged. 13 Jan. 1774 aldaar, overleden Curagao 5 Maart 1826 als gesepareerde vrouw van Alexander Evertsz. dochter van Jacob Bennebroek Berch en Anna Sophia Urdaal. Uit zijn huwelijk sproten 3 kinderen: 1. Nicolaas Evertsz. geboren Curagao 22 Aug. 1805, er gedoopt Luthers 31 Oct. 1805, getuigen Nico¬ laas Evertsz en Anna Sophia Berch. overleden 25 Maart 1807. 2. Jacob Bennebroek Evertsz. volgt VI quater, blz. 12. 3. Eva Sophia Evertsz, geboren Curagao 21 Januari 1811, gedoopt 6 Februari 1812. Vquater. Abraham Evertsz Hzn. (van blz. 10), zoon van Hendrik Evertsz Azn. en van Johanna Comelia Krell, gedoopt Curagao 30 Mei 1773, overleden aldaar 3 April 1830, huwt Maria Helena Gtaval, over¬ leden Curagao 9 December 1805. Uit dit huwelijk sproot vermoedelijk geen nakomen. Vquinquies. Johannes Philippus Evertsz (van blz. 10), zoon van Hendrik Evertsz Azn. en van Johanna Cornelia Krell. geboren 21 April 1776 op Bonaire, gedoopt Curagao 29 September 1776, hij was plantage1) De W.I. Gids, jg. 1944/5, De Kolonie Curacao onder Engelsch Bestuur 1807 tot 1816. 93

eigenaar in 1828; overleden 28 Maart 1862, huwt Curagao 2 Aug. 1812 1) Anna Elisabeth de Haseth. geb. Bonaire 16 Nov. 1795, overl. 5 Dec. 1872, dochter van Carel Zacharias de Haseth en van Dorothea Lammers. Uit dit huwelijk sproten 11 kinderen; 1. Dorothea Evertsz. geb. Bonaire 1 April 1813, overl. 14 Juni 1882, huwt 11 December 1833 Christoffel Steinmeier Gorsira, geb. 14 Maart 1807, zoon van Pieter en Hendvina Zeijll. Uit dit huwelijk sproten 3 zoons en 1 dochter, zie geslacht Gorsira, blz. 3, Illbis. 2. Johanna Cornelia Evertsz, geb. 10 Jan. 1816, huwt 22 Jan. 1840 William Charles Gaerste, geb. 23 Juni 1813, overl. 3 Juni 1893, zoon van David Gaerste en Elisabeth Niepage. Uit dit huwelijk sproten 4 zoons en 3 dochters. 3. Christina Dorcas Evertsz, geb. Cura?ao 5 Oct. 1817, gedoopt 4 Nov. 1817, overleden aldaar 17 Dec. 1818. 4. Christina Dorcas Evertsz, geb. 29 April 1819, er gedoopt 27 Juli 1819. 5. Maria Helena Evertsz, geb. Curagao 13 Nov. 1821, er gedoopt 8 Augustus 1822. 6. Hendrik Evertsz, volgt Vlquinquies, blz. 13. 7. Carel de Haseth Evertsz. volgt VIsexties, blz. 13. 8. Pieter Lourens Evertsz, volgt VIsepties, blz. 13. 9. Benjamina Carolina Evertsz, geb. 29 Nov. 1831, huwt 17 October 1855 Cornelis Jacobus Neuman. geb. 6 Juni 1829, zoon van Johannes Frederik Neuman en Jannetje Magdalena de Windt. Zij hadden 2 zoons en 3 dochters, zie Neuman. blz. 3, V. 10. Jannetje Evertsz. geb. 6 Oct. 1833, huwt 1 Febr. 1860 Jan Frederik Hart Gorsira, geb. 19 Juli 1833, districtmeester, zoon van Cornelis Gorsira en Johanna Jacoba de Haseth. Uit dit huwelijk 2 zoons, zie Gorsira. blz. 2, IVter. 11. Frederik de Wit Evertsz, volgt Vlocties, blz. 14. Vsexties. Abraham Evertsz Pzn. (van blz. 10), zoon van Pieter Gerard Evertsz en van Cornelia Vermeulen, geb. Curagao 31 Maart 1785, er gedoopt 24 April d.a.v., doopgetuigen Hendrik Evertsz Abrah.zn, Christiaan Nicolaas Guyot, Adriana Henderica Evertsz wed. Ernst Houtschilt en Christina Dorcas Eylbracht. Hij was plantage-eigenaar in 1828 en huwde Curagao 28 April 1811 Gerarda Jacoba Abel. met als getuigen Christoph Hasselmeijer en Anna Frederica Hasselmeijer. Uit dit huwelijk sproten: 1. Pieter Gerard Evertsz. geb. 4 Maart 1812, ged. 26 April 1812, overleden 17 November 1815. 2. Anna Elisabeth Evertsz. geb. 24 April 1814, ged. (Luth.) Cura?ao 26 Juni 1814, getuigen Johanna Magdalena Abel en Dirk Carl Neuman, overleden 31 Augustus 1815. 3. Hendrik Cornelis Evertsz, volgt VInonies, blz. 14. 4. Anna Cornelia Evertsz. geb. 29 Maart 1822, ged. (Luth.) Cura?ao 16 Juni 1822, getuigen Christoffel Hasselmeijer en Anna Sophia Hasselmeijer. 5. Maria Carolina Evertsz, geb. 4 April 1824, ged. (Luth.) Curagao 8 Aug. 1824, getuigen Karei Fre¬ derik Abel en Catharina Elizabeth Hasselmeijer. 6. Pieter Gerard Evertsz. geboren Cura;ao 11 December 1827. 7. Jacob Frederik Evertsz. geb. Curagao 16 November 1830. VI.

Johannes Willem Evertsz (van blz. 11). zoon van Adriaan Evertsz en van Catharina Elisabeth Wasse¬ naar, geboren 14 Dec. 1816, gedoopt 23 Febr. 1817, huwt Paulina Brugman. Uit dit huwelijk sproot: 1. Maria Elisabeth Evertsz. geb. 22 April 1841, overl. 25 Januari 1844.

VIbis. Nicolaas Evertsz (van blz. 11), zoon van Nicolaas Evertsz en van Cornelia Steeling. geboren 23 Maart i) „Met speciale permissie van hogerhand Augustus 2, 1812 doen ondertrouw aan mijn huis johannes Pieter Evertsz met Eli¬ sabeth Degaseth(l). getuigen Hendrik Evertsz en Carel Degaseth. Voltrokken op denzelfden dag." 94

1814, gedoopt (Luth.) 22 Mei 1814, huwt Maria Conception Terry. Uit dit huwelijk sproten: 1. Nicolaas Evertsz. geb. 22 Juli 1839. 2. Maria Henriëtte Eveling Evertsz, geb. 20 Maart 1841. 3. Henry Willem Evertsz, geb. 4 October 1844. 4. Jan Evertsz, geb. 15 Februari 1847. 5. Emelie Evertsz, geb. 15 Februari 1847. VIter. Jacob Steeling Evertsz (van blz. 11), zoon van Nicolaas Evertsz en van Cornelia Steeling, gedoopt 5 Mei 1822, huwt Anna Catharina Henricus. Uit dit huwelijk sproten: 1. Jan Hendrik Evertsz. geb. 22 September 1846. 2. Simon Duany Evertsz, geb. 25 December 1850. 3. Jan Hendrik Obergh Evertsz. geb'. 25 December 1850. 4. Nicolaas Simon Evertsz. geb. 25 Februari 1855. Vlquater. Jacob Bennebroek Evertsz (van blz. 11), zoon van Alexander Evertsz en van Geertruida Berch. geb. Curagao 30 Dec. 1806, er gedoopt 11 Maart 1807, waarbij doopgetuigen waren Albert Berch, Johan Hen¬ drik Gravenhorst, Eva Lackrum en Sophia Petronella Exsteen. Hij vestigde zich later met zijn gezin in Suriname, waar hij eigenaar was van de plantage Lust en Rust en administrateur van de plantage Voorburg, tevens lid van de Koloniale Raad tot zijn overlijden. Hij stierf te Paramaribo 30 Maart 18601) Huwde op Curagao omstreeks 1830 met Johanna Catharina Rojer. die na hem overleed. Uit hun huwelijk sproten o.a.: 1. Geertruida Sophia Evertsz, geb. Curagao 22 November 1831. 2. Herman Nicolaas Bennebroek Evertsz, geb. Curagao 14 Mei 1837, plantage-eigenaar in Suriname, overl. Paramaribo 26 Mei 1895, huwt 1°. Louise Henriëtte van Wijhe, geb. 5 Jan. 1839, overleden Paramaribo 30 Juli 1859; huwt 2°. Cornelia Elizabeth Conradi, geb. 28 Mei 1841, overl. Paramaribo 21 Febr. 1861; huwt 3°. ’s-Gravenhage 16 Sept. 1863 Elisabeth Margaretha Prager. geb. Poerworedjo (Java) 10 Juli 1843, overl. Paramaribo 25 Oct. 1877. Vlquinquies. Hendrik Evertsz (van blz. 11), zoon van Johannes Philippus Evertsz en van Anna Elisabeth de Haseth, geb. Curagao 8 April 1824, er gedoopt 1 Oct. 1824, zeehandelaar en koopman, overl. Curagao, huwt 18 September 1850 met Rudolphina Lorencia de Haseth, geb. 26 Sept. 1833, dochter van Philip Frederik de Haseth en van Maria Belt. Uit dit huwelijk sproten 12 kinderen, alle geboren op Curagao: 1. Maria Eliza Evertsz, geb. 16 Juli 1851, ongehuwd overleden. 2. Anna Elisabeth Evertsz, geb. 13 Aug. 1853, overl. 24 Febr. 1931, huwt 22 Jan. 1876 Arnoldus Johan¬ nes Cornelis KraJJt, geb. 18 Juni 1849, overl. 18 November 1927, zoon van Pieter Theo doms KraJJt en Jannetje Emerentia Spencer. Uit dit huwelijk sproot 1 zoon, zie geslacht Krafft. 3. Dorothea Evertsz. geb. Tl Juli 1855, overl. 26 September 1874. 4. Johannes Philippus Evertsz, geb. 23 April 1859, overl. 14 Januari 1860. 5. Dr. Philip Frederik de Haseth Evertsz, volgt VII. 6. Carel de Haseth Evertsz, geb. 14 Juni 1863, overl. 11 Augustus 1864. 7. James Belt de Haseth Evertsz. geb. 28 April 1865, ongehuwd overleden. 8. Dr. Johannes Philippus Evertsz, geb. 28 April 1869, Gouv. geneesheer, overl. te ’s-Gravenhage, huwt in 1901 Rudolfina Lorencia Gorsira, geb. 14 Sept. 1868, dochter van Pieter Carel Gorsira en van Anna Dorothea de Haseth. Dit huwelijk was kinderloos. 9. Constancia Charlotte de Haseth Evertsz, geb. 26 April 1871, ongehuwd overleden. Op zijn grafsteen Is zijn wapen ingehakt. 95 EVERTSZ 13

10. Johanna Comelia Evertsz, gcb. 1 Augustus 1873, ongehuwd overleden. 11. Carolina Evertsz. geb. in 1875, overl. in 1888. 12. Maria Helena Evertsz, geb. 1 Juli 1877, ongehuwd overleden in 1939. VIsexties. Carel de Haseth Evertsz (van blz. 11), geb. Curajao 20 October 1825, koopman eerst Santo Do¬ mingo, daarna op Curajao, huwt Santo Domingo, thans genaamd Ciudad Trujillo, 10 Mei 1848 Maria del Carmen Travieso. Uit dit huwelijk sproten 11 kinderen, w.o.: 1. Rosa Francisca Evertsz. geb. Ciudad Trujillo 3 December 1849. 2. Anna Elisabeth Evertsz. geb. als boven 8 Dec. 1851, zij huwde 4 Sept. 1878 met Johannes Andreas de Haseth. geb. 28 Juli 1853. Uit dit huwelijk 10 kinderen, zie de Haseth. 3. Johannes Philippus Evertsz. geb. alsvoor 3 Maart 1854, hij huwde met Pelegrina Ricart uit Ciudad Trujillo en had 2 zoons en 9 dochters. 4. José Maria Travieso Evertsz. geb. Curagao 3 Juli 1857, hij is gehuwd en heeft 1 zoon Carel de Haseth Evertsz. 5. Hendrik Evertsz. volgt VII bis. 6. Joseph Alfred Evertsz. geb. Curagao 31 Maart 1860, geneesheer, ongehuwd gestorven. VIsepties. Pieter Lourens Evertsz (van blz. 12), geb. Cura?ao 12 Juni 1827, grondeigenaar, er overleden in 1907, huwt 2 April 1851 Johanna Catharina Gaerste, geb. 11 April 1828, overl. 27 April 1881, dochter van Johan Casper Gaerste en van Susanna Jacoba Neuman. Uit dit huwelijk sproten (alle geboren op Cura?ao): 1. Johannes Philippus Evertsz. volgt Vllter. 2. Johan Casper Gaerste Evertsz, geb. 28 April 1854, overleden 16 Augustus 1856. 3. Johan Casper Gaerste Evertsz. volgt VII quater. 4. Susanna Jacoba Evertsz. geb. 25 April 1859, overleden 12 Juli 1859. 5. David Evertsz. volgt Vllquinquies.

Vlocties. Frederik de Wit Evertsz1) (van blz. 12), geboren Cura;ao 1 Juni 1835, huwt 26 November 1862 Carolina Alida de Haseth. geb. Curagao 10 Maart 1837, dochter van Philip Frederik de Haseth en Maria Elisabeth Belt. Uit dit huwelijk sproot: 1. Maria Eliza Evertsz, geboren Curagao 6 Nov. 1863, gehuwd met Hendrik Evertsz. geb. 26 Sept. 1858, zoon van Carel de Haseth Evertsz en Maria del Carmen Travieso (zie VII bis). VInonies. Hendrik Cornelis Evertsz (van blz. 12), zoon van Abraham Evertsz Pzn. en van Gerarda Jacoba Abel. geboren Curagao 14 Mei 1817, huwt Maria Helena Pietersz. Uit dit huwelijk sproten: 1. Willem Coenraad Evertsz, geb. Curagao 19 December 1854. 2. Anna Catharina Evertsz. geb. Curagao 9 April 1857. 3. Nicolaas Jacob Evertsz, geb. Curagao 1 Mei 1861. 4. Anna Frederika Evertsz. geb. Cura;ao 26 December 1864. VII. Dr. Philip Frederik de Haseth Evertsz (van blz. 13), zoon van Hendrik Evertsz en van Rudolphina Lorencia de Haseth, geb. Cura;ao 6 Dec. 1860, president van het Hof van Justitie, ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, overleden in 1940, huwt Jeanne Bervoets. Uit dit huwelijk sproot: 1)

Aldus genaamd naar zijn vaders broeder Frederik de Wit Evertsz (zie aldaar). 96

EVERTSZ 14

1. Jeanne Evertsz. geboren 20 Januari 1887, ongehuwd wonende te 's-Gravenhage, als enige van deze tak. Vllbis. Hendrik Evertsz, zoon van Carel de Haseth Evertsz en van Maria del Carmen Travieso, geb. Curara?ao 26 September 1858, huwt met Maria Eliza Evertsz, geb. 6 November 1863, dochter van Frederik de Wit Evertsz en van Carolina Alida de Haseth. Uit dit huwelijk sproten: 1. Carolina Alida de Witt Evertsz. geb. 3 Oct. 1891. 2. Maria del Carmen de Witt Evertsz. geb. 7 Januari 1895. 3. Frederik de Witt Evertsz, volgt VIII. 4. Carel Alfred de Witt Evertsz, geb. 18 Sept. 1897, overl. 23 Febr. 1900. 5. Henri Philippe de Witt Evertsz. geb. 25 Maart 1900, wonende te Caracas. 6. Else Marie de Witt Evertsz, geb. 10 Sept. 1901, gehuwd 25 Maart 1925 met Cornelis Gorsira, geb. 6 Nov. 1893, zoon van Cornelis en Helena Elisabeth Daal. Hieruit 2 zoons, zie geslacht Gorsira. blz 3, VIII. 7. Carel AIJred de Witt Evertsz, geb. 31 Maart 1903, geneesheer, ongehuwd overleden. Vllter. Johannes Philippus Evertsz (van blz. 13), zoon van Pieter Gaerste, geb. Cura;ao 13 Juli 1851, handelaar, overleden 11 Catharina Haayen, geb. 3 Nov. 1849, overl. 17 Febr. 1919, na Maria Schoonewolf. Uit dit huwelijk sproten: 1. Johanna Catharina Evertsz. geb. Cura?ao 21Aug. 1873, de Veer Abrahamsz. 2. Jan Frederik Evertsz, volgt VUIbis.

Lourens Evertsz en van Johanna Catharina Mei 1932, hij huwt 9 April 1873 Johanna dochter van Jan Frederik Haayen en Johan¬

overl. 17 Sept. 1908, huwt Eduard Stejanus

Vllquater. Johan Casper Gaerste Evertsz, geb. 18 Jan. 1857, overl. 26 Mei 1937, huwde met Maria Ernestina de Haseth. geb. 28 Jan. 1857, overleden 12 Juli 1940. Uit dit huwelijk sproten: 1. E. L. Evertsz, geb. 21 October 1877, gehuwd met Betsie Mariana Comperts. Uit dit huwelijk sproten: a. Johan Casper Gaerste Evertsz, geb. 1905, overleden 1915. b. David Evertsz, geb. 1907, overleden 1908. 2. Martinus del Carmen Evertsz. geb. 9 Mei 1886. 3. Johanna Catharina Evertsz, geb. 6 Febr. 1895, gehuwd met Otto Marent: uit dit huwelijk een zoon en twee dochters. 4. Johanna Cornelia Evertsz. geb. 23 Sept. 1897. Vllquinquies. David Evertsz (van blz. 14), zoon van Pieter Lourens Evertsz en van Johanna Catharina Gaerste. geb. Curaqao 30 Juni 1865, overl. 11 April 1938, hij huwde Anna Elisabeth Neuman. geb. 5 Oct. 1863, overl. 15 Juli 1944. Hun kinderen zijn: 1. Benjamina Carolina Evertsz. gehuwd met Casper Pietersz Neuman. 2. Pieter Lourens Evertsz. volgt VlIIter. 3. Johanna Catharina Evertsz, gehuwd met Pieter Obediente. VIII. Frederik de Witt Evertsz. geb. 12 Maart 1896, woont te Panama, huwt Anna Elisabeth de Haseth. geb. 3 Jan. 1896, dochter van Johannes Andreas de Haseth en Anna Elisabeth Evertsz (zie VIsexties, 2). VUIbis. Ir. Jan Frederik Evertsz, geb. 31 Maart 1875.huwt Jeanette Clarissa Möller, geb. 12 Febr. 1881, doch97 EVERTSZ 15

ter van Joseph en Johanna Henriette de Haseth. Uit dit huwelijk sproten: 1. Catharina Henriette Evertsz. geb. 16 Maart 1907, gehuwd met Johan Georg Matie Reynders, bij wie 3 dochters. 2. Joseph Philip Evertsz, geb. 7 Mei 1908, overl. 17 Sept. 1908, 3. Philip Joseph Evertsz, volgt IX. 4. John Henry Evertsz. geb. 12 Nov. 1911, overleden 27 Dec. 1924. 5. Ira Alcina Evertsz, geb. 8 Oct. 1913, huwt 23 Aug. 1933 Ir. August Joseph van Romondt, geb. Sint Maarten 19 Jan. 1907, ingenieur, zoon van Wilfred Elbert en Maria Eliza Möller, uit welk huwe¬ lijk 3 zoons en 3 dochters; zie Van Romondt, blz. 2, XII. VUIter. Pieter Lourens Evertsz. geboren 21 Juni 1889, huwt 25 Juni 1924 Henriette Wilhelmina Heldewier Vignon, geb. Curagao 15 Aug. 1894, dochter van Jean Louis Theodore en Henriette Juanita Daal. Uit dit huwelijk sproten: 1. David Louis Evertsz, geb. 12 April 1925. 2. Willem Benjamin Evertsz. geb. 27 Nov. 1927. 3. Henriette Elisabeth Evertsz. geb. 4 Sept. 1929, overl. 1 Nov. 1929. 4. John Henry Gerard Evertsz. geb. 15 Jan. 1933. 5. Harold Evertsz. geb. 14 September 1935. IX.

Philip Jozef Evertsz. geb. 13 Sept. 1909, secretaris van de Curagaose Toeristen Commissie, huwt 5 April 1935 Louise Henriette Kromhout, geb. Rijswijk 21 Febr. 1912, dochter van Joachim Hendrik Kromhout en Louise Frederika Ladestein. Uit dit huwelijk 3 kinderen, die dus de 10e generatie Evertsz op Cura;ao vertegenwoordigen: 1. Jan Frederik Evertsz, geb. 's-Gravenhage 26 Februari 1936. 2. Henry Philip Evertsz. geb. Cura?ao 17 October 1940. 3. Louise Frederika Evertsz, geb. Curagao 26 September 1944.

MADURO

MADURO Deze genealogie is grotendeels in 1926-1938 samengesteld door de historicus J. M. L. Maduro, tijdens zijn verblijf in Europa, waar hij en zijn vrouw geruime tijd moesten verblijven in verband met de opvoeding van hun kinderen. Van zijn hand is het buitengewoon interessante opstel „De Portugese Joden in Curagao" in het „Gedenkboek Nederland-Curagao 1634-1934”. Deze genealogie, zoals verder zal blijken, steunt op authen¬ tieke gegevens, opgeleverd door de uitgebreide nasporingen door hem gedaan in: Het Arquivo Nacional da Torre de Tombo, Lissabon (waar de Inquisitie-processen berusten), Handschriften (autos-da-fé) op de Bibliotheca Nacional, Lissabon, Het archief van de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie (Rijksarchief, Den Haag), Het Gemeente Archief van Amsterdam, Het archief van de Port. Isr. Gemeente te Amsterdam, Het archief van de Santa Companhia de dotar Orphas e Donzellas, Amsterdam, Het oud-archief van de Port. Isr. Gemeente „Mikveh Israël" op Curagao, Geboorte-, Trouw- en Sterfteregisters van de Burgerlijke Stand, Curagao, Oude familiekronieken van Port. Joden op Curagao. De familie Maduro stamt af in mannelijke lijn rechtstreeks van Moseh Levy, die te Amsterdam in 1619 huwde met Rachel, dochter van Antonio Rodrigues Maduro en van Elisabeth Rodrigues. Het bestaan van deze echtparen en van hun kinderen blijkt uit authentieke acten, gevonden in het oud-Gemeente Archief van Amsterdam, in de archeiven van de Portugees-Israëlietische Gemeente en in de „Libros de Termos" van de aloude „Santa Campanhia de dotar Orphas e Donzellas", beide eveneens van Amsterdam, welke hier¬ onder vermeld zullen worden. Waar de tegenwoordige familie Maduro dus haar naam ontleent aan de stammoeder Rachel Rodrigues Maduro, daar vangen wij de genealogie aan met haar overgrootouders, ook al omdat hun namen in de acten, welke het bewijs van de afstamming leveren, voorkomen. I. Antonio Roiz*) gehuwd met Leanor Roiz woonde te Soural „tres legoas de Trancoso" in Portugal. Beiden stierven vóór 1612 en waren Nieuw-Christenen. Volgens het Inquisitie-verhoor (Mago 749, Processo no. 7309, berustende op het Arquivo Nacional da Torre de Tombo) hadden zij drie kinderen: 1. Diogo Roiz Maduro, volgt II. 2. Luis Roiz, gehuwd met Brites Gongalves. Deze woonden in 1612 te Trancoso en zijn vermoedelijk de stamouders van een tak van het geslacht Rodrigues Maduro, die nog steeds in Portugal verblijft, woon¬ achtig in Vianna do Castello en waarvan de heer J. M. L. Maduro tijdens zijn verblijf in Portugal in 1934 alle leden persoonlijk heeft ontmoet. Een dochter van het echtpaar Luis Roiz en Brites Gon¬ galves bevond zich in 1619 te St. Jean de Luz in Zuid-Frankrijk, waarschijnlijk als uitgewekene, vol¬ gens een lijst van „Donzelas que tem pay habitantes en outras paizes" voorkomende in het „Libro de Termos A" van bovengenoemde Santa Companhia, fol. 79 verso, dat vermeldt: „I filha de Lujs Rodrigues Maduro en Joan de Luz”. 3. Isabel Roiz gehuwd met Antonio Mendes. Zij woonden in 1612 „em Castela junto a Tolledo", dus in Spanje. Dit doet vermoeden, dat het geslacht Rodrigues Maduro oorspronkelijk in Toledo bloeide, totdat het in 1492, bij de verdrijving der Joden en Moren uit Spanje, naar Portugal was uitgeweken, *) Rodrigues (in het Spaans Rodriguez), d.w.z. de zoon van Rodrigo, werd in de oude tijd veelal verkort in Roiz. Het wapen van het geslacht Rodrigues Maduro is te vinden in een der supplementen van het zeer bekende wapenboek van Rietstap. 100 MADURO 1

waar het zich in Trancoso (een ommuurd stadje dicht bij de Spaans-Portugese grens) neerzette. Hier moeten dan ook de leden van dit geslacht tot het Rooms-Katholieke geloof zijn overgegaan (immers in de Portugese archivalia worden zij doorgaans „Nieuw-Christenen" genoemd), hetgeen ongetwij¬ feld plaats vond toen - kort na hun aankomst in Portugal - de vervolging der Joden ook aldaar ter hand werd genomen, in verband waarmede een eeuw later enkele leden van dit geslacht, zoals wij verder zullen zien, de wijk moesten nemen eerst naar St. Jean de Luz (waar zij bijstand van de toen nog pas opgerichte Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam vroegen en verkregen) en kort daarop naar Amsterdam zelf, waar zij weer openlijk tot het oude Joodse geloof van hun Spaanse voorvaderen toetraden, tenzij zij dit reeds in St, Jean de Luz hadden gedaan. II.

Diogo Roiz Maduro gehuwd met Clara Roiz, beiden Nieuw-Christenen en wonende te Trancoso in 1612. Clara was de dochter van Antonio Lopes en van Mor Lopes, die beiden vóór 1612 overleden. Volgens het eerder aangehaalde Inquisitie-verhoor hadden zij acht kinderen, t.w.: 1. Antonio Roiz o Maduro, volgt III. 2. Luis Lopes gehuwd met Branca Roiz. 3. Simao Lopes gehuwd met een dochter van Fernao Roiz uit Sabugal. Dit echtpaar woonde eveneens te Trancoso in 1612. 4. Leanor Roiz gehuwd met Manoel Lopes. 5. Isabel, 25 jaar oud in 1612, ongehuwd. 6. Manuel Lopes, 23 jaar oud in 1612, ongehuwd. 7. Guiomar, ongeveer 20 jaar oud in 1612, ongehuwd. 8. Duarte, 14 of 15 jaar oud in 1612. Het Inquisitie-verhoor vermeldt nog dat Clara Roiz, de vrouw van Diogo Roiz Maduro. een broer en een zuster had, t.w.: 1. Duarte Lopes gehuwd met Clara Nunes, wonende te Guarda in 1612. 2. Brites Fernandes gehuwd met Domingos Femandes, „que da Guarda se foi vivir a Castella; vem muitas vezes a Guarda e trata em negros e negras", dus handelaar in negerslaven.

III.

Antonio Roiz o Maduro d'alcunha (d.w.z. bijgenaamd Maduro 1) ), geboren te Trancoso in 1570, aldaar wonende in 1612, „Christao baptizado na Igreja de Sam Joam de Trancoso. nao sabe quem o baptizou, mas foi sua madrinha a molher de Joan Femandes Mazotes e o padrinho foi Anbrique d'Afonsequa". Hij werd gevangen genomen door de Inquisitie van Coimbra „por aver informagao que elle commeteo culpas contra nossa Santé Fee Catholica, especialmente de guardar a lei de Moysés". Later werd hij op 28 Aug. 1616 levend verbrand bij „auto publico da fé que se foz na Pra?a da Cidade de Coimbra” (Bibliotheca Nacional de Lisboa, Manuscript A 4, 34-37, Inventaris 166-169). Een volledige copie van het lange proces, ingebonden in een lijvig deel, is in het bezit van de heer J. M. L. Maduro, zomede een copie van het auto-da-fé zelf. Blijkens het proces van Antonio Roiz o Maduro werden tegelijk met hem ook zijn vader Diogo Roiz Maduro, zijn broer Luis Lopes en zijn zwager Manuel Lopes (gehuwd met zijn zuster Leanor Roiz) door de Inquisitie gevangen genomen. Wat van hen geworden is wordt in het proces niet vermeld. Ver¬ moedelijk werden zij vrijgesproken, althans alleen van Antonio is het auto-da-fé gevonden, waaruit blijkt dat hij - na zijn „execomunhao maior" en de inbeslagneming van al zijn goederen - levend werd verbrand als zijnde „confitente, diminuto, revogante e impenitente”. Tegelijk met hem werden levend verbrand Alvaro da Fonseca, uit Trancoso: Diogo Henriques, uit Escarragia en Henrique Nunes Rozado, uit Vizeu, allen drie eveneens Nieuw-Christenen. Het auto-da-fé vermeldt bovendien: „Sahirao mais quatro Estatuas, tres de pessoas defunctas nos carceres e hun ausente".

') Hieruit blijkt duidelijk, dat Maduro oorspronkelijk een bijnaam was. Waar deze bijnaam eigenlijk op doelde, kon tot dus¬ verre niet met zekerheid worden vastgcsteld. Het kon „de Oude" betekenen om hem te onderscheiden van een jongere Antonio Roiz (ook genoemd in het Inquisitie-proces) die bijgenaamd werd „Barbao", klaarblijkelijk, omdat deze een baard droeg. Deze veronder¬ stelling is echter niet steekhoudend, wanneer men ziet. dat ook de vader van onze Antonio de bijnaam „Maduro" droeg. 101

Antonio Roiz o Maduro was gehuwd met Isabel (Elisabeth) Roiz. eveneens een „Christao Nova", dochter van Manoel Femandes uit Ponte (Termo de Cemancelhe). Zoals eerder gezegd woonden zij te Trancoso en het Inquisitie-verhoor van 1612 vermeldt dat zij vier kinderen hadden, t.w.: 1. Diogo. 18 jaar oud. „que este ano (1612) se foi para a Mancha de Aragao". 2. Clara, 16 jaar oud. 3. Francisco. 4 jaar oud. 4. Manoel. l*/£ jaar oud. Francisco en Manoel moeten jong zijn gestorven, terwijl Diogo en Clara geen anderen kunnen zijn dan de later in Nederland bekend geworden David en Rachel, die klaarblijkelijk deze Bijbelse namen hebben aangenomen, toen zij uit Portugal waren gevlucht. Diogo (David) in 1612 naar Aragón en Clara (Rachel) naar St. Jean de Luz. tegelijk met haar moeder in 1616, hetzelfde jaar dus waarin Antonio Roiz o Maduro levend werd verband, en het Joodse geloof van hun voorvaderen opnieuw hadden aanvaard. Immers in het protocol van notaris Hendrik Baddel (no. 968) in het Gemeente-archief van Amsterdam komt een attestatie voor van 13 Mei 1653; daarbij verklaren Duarte Fernandes Correa. oud 76 jaar, Diego de Herrera, oud 65 jaar, en Gaspar Dias, oud 62 jaar, dat Raquel (Rachel) Levi Madura i) de dochter is van wijlen Antonio Rodrigues Maduro en van wijlen Elisabeth Rodrigues, die in hun leven gewoond hebben in Trancoso in Portugal, dat zij een volle zuster is van wijlen David Maduro. in zijn leven gewoond hebbende op 't Recief in Brazilië, en dat declaranten bekend is, dat hij vandaar wederom naar hier komende op het verongelukte schip „d'Eendracht" onderweg gebleven is en verder geen broer of zuster nagelaten heeft. Deze verklaring was nodig om te bewijzen, dat Raquel (Rachel) de enige erfgename ab intestato was van haar om het leven gekomen broer David, die bezittingen had nagelaten op 't Recief (Pemambuco), zoals ook nog blijkt uit de notulen van de Staten-Generaal van 27 Maart en 5 Sept. 1663 en 14 Jan. 1664. Raquel (Rachel) komt ook nog voor in het „Libro de Termos A" van de reeds genoemde Santa Companhia de dotar Orphas e Donzellas van Amsterdam en wel: 1 ) in 1616, fol. 24. onder „Donzelas que tem paj que ficaram admitidas pella balotagam", als volgt: „1 filha de Anto. Rois natural de Trancoso qu'esta na inquigissan e elle esta com sua maj en Jan de Lus"; 2) in 1647, fol. 49. onder „Donzelas orphans ausentes en Juan de Luz". als volgt: „1 filha de Isabel Roiz veuva de Antonio Roiz Maduro que padeseo neste auto de Coimbra, forao de Trancoso". Isabel (Elisabeth) Roiz, de weduwe van Antonio Roiz o Maduro, stierf vermoedelijk in St. Jean de Luz. althans haar naam komt nergens voor in de registers van de Portugees-lsraëlietische Gemeente te Am¬ sterdam. noch is haar graf te vinden op de bekende Joodse begraafplaats te Ouderkerk a. d. Amstel. Van de vier kinderen van Antonio en Isabel (Elisabeth) sub III waren er dus, zoals hierboven uiteen¬ zet, slechts twee overgebleven, n.I.: 1. David Maduro. die 20 Sept. 1635 van de West-Indische Compagnie, Kamer Amsterdam, ene vergun¬ ning kreeg om als barbier en vrijman met zijn vrouw naar Brazilië te gaan. Blijkens bovenvermelde attestatie verongelukte hij met het schip „d'Eendracht" op terugreis naar Nederland zonder nakome¬ lingen na te laten. Zijn vrouw, wier naam wij niet kennen, is dus klaarblijkelijk in Brazilië gestorven. 2. Rachel Rodrigues Maduro, volgt IV. IV.

Raquel Rodrigues Maduro. geboren te Trancoso in Portugal in 1596. Blijkens de notariële acte van 13 Mei 1653 was zij de volle zuster en enige erfgename ab intestato van David Maduro en de dochter van Antonio Rodrigues Maduro (in 1616 te Coimbra levend verbrand) en van Elisabeth Rodrigues (die zoals gezegd waarschijnlijk in St. Jean de Luz stierf en wel omstreeks 1618). In een acte van 3 Sept. 1648 in het protocol van notaris Willem Hasen te Amsterdam (deel no. 1592) komt zij voor als Raquel Levy en als Raquel Levy Madura 1) en blijkt, dat zij een huis in Brazilië bezat, hetwelk zij van haar aldaar gewoond hebbende broeder David zal hebben geërfd. Zij was in 1619 reeds gehuwd met Moseh Levy, hetgeen

1) Toenmaals werd bij de vrouwen, indien de familienaam op een o eindigde, deze letter veranderd in een a. Vandaar dat men vindt: Parda. Pineda, Penna, Plnta, Morena, Crespa, Madura. 102 MADURO

blijkt uit het Puyboek van Amsterdam (D. T. 8 B. no. 609) 1), waarin op fol. 18, d.d. 27 Juli 1622 is inge¬ schreven, dat Moseh Levy en Rachel Levy verklaren „omtrent drye jaaren geleden naer haer gewoonte getrout te wesen". Getuigen waren Samuel de Crasto en Isaacq Frances. De eerste Sephardische Joden, die naar Amsterdam kwamen, hadden bezwaren om voor de Magistraat te verschijnen om hun huwelijk van de pui van het Stadhuis (vandaar de naam Puyboek) te doen afkon¬ digen en inschrijven. Zij zeiden, dat het geen gewoonte was voor hun vrouwen om overdag uit te gaan, dat zij door de Magistraat in het Hollands werden aangesproken, welke taal zij niet verstonden, waarom zij huiverig waren te compareren. De Magistraat bepaalde ten slotte desondanks, dat de Portugese Joden voor hem moesten verschijnen om hun burgerlijk huwelijk te laten proclameren en voltrekken, tevens dat degenen, die reeds eerder een kerkelijk huwelijk hadden gesloten, voor de Magistraat moesten verschij¬ nen om het alsnog te doen inschrijven. Vandaar de inschrijving op 27 Juli 1622 van het 3 jaar te voren gesloten huwelijk. Raquel (of Rachel) moet in Amsterdam zijn overleden; haar graf of aantekeningen omtrent de sterfdatum, zijn echter niet gevonden. Haar man, Moseh Levy, stierf te Amsterdam op 1 Januari 1640, volgens de registers van de Portugees-Israëlietische begraafplaats te Ouderkerk a. d. Amstel. Opmerkelijk is, dat hij daarin genoemd wordt Moseh Levy o Maduro, waaruit blijkt dat hij, via zijn vrouw, ook die bijnaam had gekregen, waarvan de eigenlijke betekenis nog niet is komen vast te staan. Van het echtpaar Moseh Levy o Maduro en Rachel Rodrigues Madura zijn twee kinderen bekend, t.w.: 1. Salomon Levy2) Maduro, volgt Va. 2. David Levy 2) Maduro. volgt Vb. Va.

Salomon Levy Maduro. geboren in 1629 te Amsterdam, chirurgijn, overleden aldaar in 1699. Hij onder¬ trouwde te Amsterdam 27 October 1648 met Hanah de Crasto, geboren aldaar in 1634, van welk huwelijk de acte van uitroeping van de Puy als volgt luidt (D. T. ö B.. no. 680, fol. 81vso): „Salomon Levy. van Amsterdam, chyrurgyn, out 20 jaer, geassisteert met Rachel Levy, op Vloyburgh, & Chana de Crasto, mede van Amsterdam, out 15 jaer. woonende als vooren, geassisteert met Samuel de Crasto". Te voren had hij voor notaris Willem Hasen (dl. no. 1592, fol. 37) te Amsterdam op 3 Sept. 1648 huwelijksvoorwaarden gemaakt; hij heet in die acte Salomon Levy, zoon van Raguel Levy, ook genaamd Raguel Levy Madura: zijn a.s. vrouw Channa de Crasto is daarbij geassisteerd door haar vader Samuel de Crasto. Tevens wordt in deze acte de verzoening ingeschreven tussen Salomon en zijn schoonvader Samuel de Crasto. In de acte wordt vermeld, dat de oorspronkelijke huwelijksvoorwaarden waren opgemaakt en getekend „onder de handt sedert 8 Elul 5407” (1647) en dat deze thans ten overstaan van de notaris opnieuw gepasseerd worden. Salomon ondertekent de notariële acte als Salomao Levy, waar¬ uit zijn Portugese afkomst duidelijk blijkt. Hij werd begraven op de bekende Joodse begraafplaats te Ouderkerk a. d. Amstel; zijn grafschrift luidt: „Sepultura do bemaventurado de Selomo Levi Madura; faleceo em 29 de Yiar de 5459” (1699). Het graf van zijn vrouw is nog niet gevonden; naast Salomon is zijn hieronder te noemen dochter Ester begraven. Van zijn vele kinderen, waarvan er 3 naar Curagao en 1 naar Jamaica gingen (evenals later enige klein¬ kinderen) werden de volgende bekend: 1. Moses Levy Maduro. volgt Vla. 2. Samuel Levy Maduro; is gegaan naar Jamaica. Daar de oudste kerkelijke archieven van dit eiland incompleet zijn, kunnen zijn nazaten moeilijk worden nagegaan.

M D. T. G B. betekent steeds: Doop-, Trouw- en Begraafrcgisters van Amsterdam. a) De naam Levy bedoelt de afstamming aan te geven van de Levieten (tempeldienaren): het is dus geen eigenlijke tweede naam bij de familienaam, maar een aanduiding van een erfelijk ambt en bepaalde prerogatieven in de kerk. Waar in Spanje en in alle Spaans sprekende landen de gewoonte bestaat om de familienaam van de moeder aan die van de vader te hechten — bewijs van wettige geboorte —, daar ontstond de naam Levy Maduro. waaronder zij nog steeds in de Synagoge bekend zijn, zij het ook dat tegenover de nlet-gcestelljke autoriteiten in alle landen, waar hun descendenten verblijf houden, zij langzamerhand bekend zijn als eenvoudig Maduro. 103 MADURO 4

3. Isaac de Salomon Levy Maduro. volgt VIb. 4. /rmiao (of Jermiyau) Levy Maduro; hij vestigde zich op Curagao, waar hij 4 Yiar 5470 (1710) over¬ leed. Zijn naam blijkt bij een „rogativa" (gebed voor herstel van gezondheid) veranderd te zijn in Jermiyau Raphael. Hij was gehuwd met Sara Machorro de Leon (waarschijnlijk een dochter van zijn zuster Ribca gehuwd met David Machorro de Leon) en hij is kinderloos gestorven, althans zijn plan¬ tage aldaar werd verdeeld tussen de kinderen van zijn oudste broer Moses (Oud-archief van Curaqao, secretaris-protocol d.d. 24 Febr. 1736). Zijn vrouw is niet naast hem begraven. Zijn graftombe en die van zijn broeder Aron staan op de oude Joodse begraafplaats van Curagao in de nabijheid van die van hun oudste broeder Moses en diens vrouw. 5. Aron Levy Maduro; ook hij vestigde zich op Curagao. Op de taxatie van ieders aandeel in de brand¬ schatting door de Franse commandant Cassart na diens verovering aan het eiland opgelegd, welke taxatie door de daartoe benoemde commissie (waarin ook 2 Joden zaten) 1) op 9 Maart 1713 werd opgemaakt, komt voor: Ab.m. Henriques de Misquita en Aron Levy Maduro, met een aanslag te samen van 120 pesos. Daar Aron gehuwd was met Ribca Henriquez de Mesquita (Oud-archief van Curaqao. Plakkaten 1748, no. 78), is aan te nemen, dat voornoemde Abraham zijn schoonvader was: haar 2e zoon ontving trouwens de voornaam Abraham.2) Tijdens de verovering van Cura?ao door Cassart was Aron luitenant der burgerij. 3) Aron Levy Maduro en zijn vrouw Ribca waren eigenaars van de plantage Cleyn St. Marten op Curagao in 1710 (Oud-archief a.v. Journaal van de Weeskamer, Invent. no. 1228). Aron overleed op Curaqao 26 Tamuz 5487 (1727), zijn vrouw - die niet naast hem begraven blijkt te zijn - overleed vele jaren later: 20 Juni 1748 leefde zij nog, toen zij haar slavin Maria Rosa volle vrijheid gaf tegen betaling van 450 pesos. Tot hun kinderen behoorden: 1. Salomon (genoemd naar diens vaderlijke grootvader). 2. Abraham (genoemd naar de moederlijke grootvader). 3. Moses (genaamd naar zijn vaders oudste broeder). Deze kinderen zijn niet verder nagegaan: zij woonden echter in 1735 niet meer op Cura?ao blijkens de lijsten van het familiegeld van dat jaar. 6. Rachel Levy Madura. 7. Ester Levy Madura. begraven naast haar vader te Ouderkerk 13 Adar 5483 (1723). 8. Ribca Levy Madura. die op 9 Juni 1684 als Ribca Levi Madoera van de Puy te Amsterdam, oud 20 jaren, wonende op Vloyenburg en geassisteerd met haar vader Salomon Levi Madoera, werd uitgeroepen wegens haar huwelijk met David Machorro de Leon, van Zalee, oud 20 jaar, op Vloyen¬ burg, geassisteerd met .. zijn moeder te Zalee (D. T. & B. no. 694, fol. 64vso). 9. Deborah Levi Madura. geb. te Amsterdam in 1669/70, die 14 Maart 1687, oud 17 jaren, wonende op Vloburgh, geassisteert met haar vader als boven, werd uitgeroepen van de Puy met Moses Nunes. van Amsterdam, oud 25 jaren, op de Houtgracht, „geassisteert met vaders consent” (D. T. 6 B. no. 695, fol. 169); deze vader heette Abraham Nunes. Vb.

David Levy Maduro, zoon van Moseh Levy o Maduro en van Raquel Rodrigues Madura, was geboren te Amsterdam omstreeks 1635; dat hij een broeder was van Salomon Levy Maduro bovengenoemd, blijkt uit de hieronder te vermelden acte van zijn dochter Rachel, die daarin Salomon haar oom noemt. David stierf in 1689 en werd te Ouderkerk begraven; zijn grafschrift luidt: „Sepultura David Levi Madura; faleceo em 12 Tamus 5449”. Hij was gehuwd tussen 1651 en 1654 met 1°. Judith Peres, een zuster van Isaac Peres, blijkens het „Libro de Termos C”, fol. 106, van de Santa Companhia de dotar Orphas e

’) N.l. Gabriel Levy en Mordechay de Crasto; de brandschatting bedroeg 115.000 pesos, met de onkosten 150.000 pesos (stuk¬ ken van achten). *) Onder de Portugese Joden was het toen gebruikelijk de oudste zoon te noemen naar de vaderlijke grootvader en de tweede zoon naar de moederlijke grootvader, de derde zoon naar de vaders oudste broer en de vierde naar de moeders oudste broer. *) Aldus komt hij voor in een toenmaals gedrukt pamflet op deze verovering. Zie De West-Ind. Gids 1936/37, p. 355, noot 7. 104 MADURO

Donzellas ; zij overleed 24 Nisan 5422 (13 April 1662), waarop David in 5423 (1663) hertrouwde met 2°. Debora Gomez (een wees), die in 1678 overleed en wier grafsteen het opschrift heeft: „Sepukura Debora mulher de David Levi Madura; faleceo em 17 Tebet 5439.” Van de kinderen van David zijn de volgende gevonden: 1. Moses van David Levy Maduro. deze huwde met Abigail de Isaac Ribera, van Madrid, op 2 Sivan 5461 (1701), blijkens het „Livro de Quetuboth" van de Portugees-Joodse Gemeente te Amsterdam, ter¬ wijl de proclamatie van het huwelijk ook voorkomt in het Puyboek, D. T. G B. no. 702, fol. 132, van 1701. De afstammelingen uit dit huwelijk, die grotendeels te Amsterdam leefden, kunnen worden nagespoord tot het midden van de 19e eeuw: het geslacht Maduro is thans in Nederland uitgestorven. 2. Samuel Levy Maduro. leefde nog in 1702. 3. Rachel Levy Madura, geboren te Amsterdam omstreeks 1669: de proclamatie van haar huwelijk is als volgt in het Puyboek ingeschreven: ,,10 Augustus 1697, Rachel Levi Madoura, van Amsterdam, out 28 jaren, in de Leprosenstraat, ouders doot, geassiteert met haar oom Salomon Levi Madoura. G Abraham Armandel, van Penjorade, 1) out 36 jaren, in de Laseres Steeg, geassisteert met zijn moeder Sara Armandel" (D. T. G B., dl. no. 700, fol. 87). In hun Ketubah zijn hun namen opgeno¬ men als Rachel de David Levi Maduro en Abraham de Aron Armandel (Livro de Quetuboth van de Portugees-Joodse Gemeente te Amsterdam. 11 Elul 5457). 4. Hanah Levy Madura. geboren te Amsterdam omstreeks 1674; haar huwelijk is in het Puyboek inge¬ schreven: „7 July 1702, Hanna Levy Maduro, van Amsterdam, out 28 jaren, in de Nieuwe Amstelstraat ouders doot, geassisteert met haer broeder Samuel Levy Maduro, G Isaac Cordoveiro, van Venetia, out 27 jaren, op Flojenburgh, ouders doot, geassisteert met Matatia Cohen" (D. T. G B., dl. no. 703, fol. 54). In hun Ketubah heten zij Hana de David Levy Maduro G Isay de Abraham Cordovero (Livro etc. als boven, 16 Tamus 5462). Vla. Moses Levy Maduro, oudste zoon van Salomon Levy Maduro en van Hanah de Crasto, geboren te Amsterdam omstreeks 1649. De proclamatie van zijn huwelijk in het Puyboek aldaar luidt: „27 Juni 1670, Moses Levi, van Amsterdam, toebac wercker, out 21 jaren, geassisteert met zijn vader Salomon Levi, woont op Vloonburg, G Hester Sarde, van Bordeaux, out 23 jare, ouders in Vranckrijc, woont in de Swaneburgstraat". Hij ondertekent deze acte als „Moseh Levy Maduro" (D. T. G B„ dl. no. 688, fol. 53vso). Dat hun huwelijk op 13 Juli 1670 is voltrokken blijkt uit het Trouwboek no. 948, waarin men leest: „Huyden den 13 July 1670 zijn door den ondergen. Heeren Scheepenen in den echt bevesticht Moises Levi en Hester Zarde”. Niet lang na hun huwelijk zijn zij naar Cura^ao vertrokken, waar hij sinds 1674 voorkomt als Hazan, Shochet G Bodek op dat eiland, blijkens een kroniek niet lang geleden onder de papieren van wijlen de heer Manuel S. L. Maduro aldaar gevonden. Het vroegste officiële stuk, waarin zijn naam daar gevonden is, is een gedrukt pamflet van 1683, getiteld: „Vertoog gedaan maken, en aan de Ed. Groot-Agtbaare Heeren Bewinthebberen van de Generaale Geoctroyeerde West-Indische Compagnie der Vereenigde Nederlanden, in haar Ed. Groot-Agtb. Vergaderinge van Tienen, tot Amsterdam, overgegeven uit den naame ende van wegen Balthazar Beek, Capitein Lieutenant van de Burgerije op ’t Eilant van Curagao, als mits desen sig verantwoordende, tegen de valsche beschuldigingen, wegens muiterije, calumnien ende machinatien te sijnen laste gemoveert, omme daer op bij haar Ed. Groot-Agtb. verklaart te worden, van al het selve puur suiver en innocent te zijn". In dit document komt de naam van Moses Maduro herhaaldelijk voor ten gunste van Balthazar Beek, die ook Raad van Cura^ao en factoor (opziener) van het Asiento (slavenhandel) was - een man behorende tot een familie die bekend stond als zijnde zeer fel tegen de Joden. Moses en zijn vrouw Ester zijn beiden begraven op het oude Joodse kerkhof van Cura^ao, hetwelk be¬ schouwd wordt als de alleroudste begraafplaats van blanken in het Westelijk Halfrond die bewaard is J) Penjorade is de verkeerde spelling van Peyrehorade, een plaats gelegen dicht bij Bayonnc in Zuld-Frankrijk; belde en ook Bordeaux waren in die dagen belangrijke centra der Marranen, zoals de Nieuw-Chrlstenen genoemd werden. 105 MADURO

gebleven; zijn graftombe heeft het volgende opschrift: „Sepultura do gloriozo e bema venturado varao o docto e famozo Mosseh Levy Maduro, Hazan e Rabi do K.K. Mikveh Israël": hij stierf 27 Hesvan 5469 (1708). Zijn vrouw overleed 12 Tisri 5480 (1719) en ligt naast hem begraven. Hun beider tomben zijn van wit marmer en de fraaiste op die oude Joodse begraafplaats; dicht daarbij vindt men die van zijn broeders Jermiyau (f1710) en Aron (f1727). In de notariële protocollen van Cura?ao van het jaar 1722, acte no. 306, is te vinden de boedelscheiding van hun nagelaten goederen op 28 Dec. 1722 tussen hun kinderen, waaruit de namen van deze. n.1. Salomon, Samuel, Isaacq en Irmiau Haim, blijken en ook welk onroerend bezit verdeeld werd. Daaronder vindt men vermeld de plantage Klein St. Michiel met 5 slaven, de plantage Montagnie, een huis in de Jodenkerkstraat en een huis in de Windstraat, benevens meubelen, huisraad, enz. en contanten. Toen in Maart 1713 op Curagao de aanslag voor alle bewoners in de brandschatting van Cassart werd opgeschreven was Moses Levy Maduro reeds overleden, maar zijn vrouw stierf eerst in 1719, zodat zij op de lijst van die aanslag moet voorkomen: hoewel men haar naam daarop niet vindt, is het duidelijk, dat zij voorkomt bij de vermelding van haar zoon Isaac, waar men immers leest: Isaac Maduro en moeder 360 pesos. Zij woonde dus blijkbaar in bij deze zoon. In bovenvermelde boedelscheiding heet zij in plaats van Ester- Sarde, Ester Dias, doch haar eigenlijke familienaam was Dias Sardo, een bekende Marrano-familie van Bordeaux, waar Ester immers geboren was. In het opstel „Les Marranes de Guyenne et 1'Inquisition” door Dr. Cecil Roth van Londen (Parijs 1932) leest men de naam van Manuel Dias Sardo, alias Henriquez, alias Don Antonio Correa, van Bor¬ deaux, een van de verzoenden op het auto-general-dé-fé te Madrid in 1680 gehouden. Volgens Théophile Malvezin („Histoire des Juifs a Bordeaux", 1875, p. 139) was Manuel Dias Sardo „originaire de Estremoz en Portugal et habitant de Bordeaux". Misschien was hij de broeder van Ester. In 1680, toen hij zich naar Spanje had begeven, werd hij met 3 andere Marranos door de Inquistie gegrepen. De 4 zonen van Moses en Ester waren: 1. Salomon Levy Maduro, volgt Vila. 2. Samuel Levy Maduro, volgt Vllb. 3. Isaac Levy Maduro, geboren op Curagao in 1676, overleden aldaar 1 Adar Seni 5516 (3 Maart 1756), huwde met Sarah Touro, overleden Cura?ao 3 Sebat 5525 (25 Jan. 1765). Zoals eerder vermeld is, komt Isaac met zijn moeder voor op de aanslag in de brandschatting van Cassart van 1713 met een bedrag van 360 pesos. Op de lijsten van het aantal slaven bij de inwoners van Curagao aanwezig en van de aanslag in het familiegeld, gedateerd 18 Oct. 1735, komt Isaac Levy Maduro voor met 6 slaven en een aanslag van 4 pesos. Van Isaac zijn 3 acten gevonden in de secretariële protocollen van Cura^ao: in het protocol over 1731 een van December van dat jaar. in welke Nicolaas Houtschild, Comelis van Grootdavelaar, Mozes Penso en Isaac Levy Maduro optreden als curators van de „gerepudieerde" boedel van de vroegere gouverneur Jan Noach du Fay. In acte no. 69 van 1740 verklaren enige Cura?aose inwoners, waaronder Isaac Levy Maduro en David Cohen Henriques, dat het hun zeer wel heugt, dat de oud-gouvemeur Juan Pedro van Collen in 1715 met de schipper Pieter Robijn als passagier naar Holland is gegaan en in 1718 als vendumeester is teruggekomen. En in een „interrogatie" van 1745 (acte no. 110) verklaart Isaac Levy Maduro, dat hij dan ruim 69 jaar oud is en op Curacao is geboren. 4. Irmiau Haim Levy Maduro, kinderloos overleden op Curagao 15 Menachem 5491 (17 Aug. 1731): hij was gehuwd met Abigail Aboab Cardozo, geboortig van Curagao. Zij hertrouwde op Curacao 28 Aug. 1736 met Salomon Nunes Redondo, geboortig van Amsterdam en vermoedelijk een neef van haar eerste echtgenoot, wiens tante Deborah van Salomon Levy Maduro immers in 1687 te Amsterdam gehuwd was met Moses van Abraham Nunes (zie sub Va, 9 hiervoor). Dat hij geen kinderen naliet, blijkt uit zijn boedelscheiding van 24 Febr. 1736, voorkomende in het protocol van Curacao van dat 106 MADURO

jaar; zijn nagelaten goed werd onder zijn 3 broeders verdeeld. VIb. Isaac Levy Maduro. 3e zoon van Salomon Levy Maduro en van Hanah de Crasto, geboren te Amster¬ dam omstreeks 1650; hij is in tegenstelling met zijn 4 broeders niet naar West-Indië gegaan, doch te Amsterdam gebleven, waar hij in 1688 reeds overleed en op het kerkhof te Ouderkerk a. d .Amstel 2 Ab 5448 (1688) werd begraven. Hij huwde blijkens het Ketuboth Boek van de Portug. Isr. Gemeente te Amsterdam 29 Elul 5439 (1679) met Ester van Jacob Rodrigues; vermoedelijk is zij na zijn spoedig over¬ lijden hertrouwd; haar overlijden of begraven is niet gevonden. Tot zijn nakomelingen kunnen behoord hebben: 1. Jahacob Levy Maduro. die in 5492 (1732) voorkomt met zijn zoon Ishac van Jahacob Levy Maduro als Mohelim op Curagao en aldus vermeld worden in „Berit Ishag" uitgegeven door Salomon Levi Maduro (zieVIIb, 2), gecorrigeerd door diens zoon Abraham Levi Maduro, gedrukt in Amsterdam door Gerard Johan Jansen ten huize van Israël Mondovy in 't jaar 5528 (1768). *) Jacob Maduro komt ook voor op de lijsten van het aantal slaven en van de aanslag in het familiegeld d.d. Curagao 18 Oct. 1735 met 1 slaaf en 2 pesos aanslag. Vila. Salomon Levy Maduro. oudste zoon van Moses Levy Maduro en van Ester Dias Sardo. geboren om¬ streeks 1671, overleden op Curagao 20 Nisan 5511 (1751), gehuwd met Deborah N„ die aldaar overleed 15 Kislev 5488 (1727). Bij de verkoop door de weduwe van de gouverneur Jeremias van Collen van haar plantage Puerto Marie aan Daniël Lesire wordt o.a. Salomon L. Maduro genoemd als eigenaar van de plantage Engelenberg, 4 Aug. 1717. Op de aanslag in de brandschatting van Cassart van 9 Maart 1713 - hiervoor reeds vermeld - komt hij voor als Salomon Levy Maduro de oude met een aanslag van 300 pesos. De bijvoeging „de oude" bewijst, dat er toen ook op Curagao een jongere Salomon Maduro moet zijn geweest; deze kan geen andere zijn, dan de Salomon, oudste zoon van Aron Levy Maduro. hiervoor sub Va, 5 genoemd als broeder van Moses, de vader van Salomon „de oude". Op de lijsten van het te betalen familiegeld en het aantal slaven van 1735 komt Salomon niet voor, hoewel hij toen nog in leven was. zodat hij in dit jaar niet op Curagao verblijf hield. 2) Uit zijn huwelijk zijn 2 dochters bekend, die achtereenvolgens met haar na te noemen neef Isaac van Samuel Levy Maduro huwden, n.1.: 1. Esther van Salomon Levy Maduro, overleden op Curagao 30 Juli 1759, gehuwd met Isaac van Samuel Levy Maduro (sub VlIIb). 2. Sarah van Salomon Levy Maduro. die in eerste huwelijk getrouwd was met David Motta en op Curagao 21 Augustus 1763 hertrouwde met haar bovengenoemde zwager Isaac van Samuel Levy Maduro (sub VlIIb). 3. Mozes van Salomon Levy Maduro. die beschouwd wordt als één der eerste blanke kolonisten, die zich op Aruba hebben gevestigd. In 1754 werden hem gronden afgestaan op dit eiland. *) Verscheidene andere boekjes, aanwezig in de boekerij van de heer J. M. L. Maduro, zijn door deze en andere Maduro's in Amsterdam uitgegeven. a) Vele Maduro's vestigden zich in Coro (Venezuela) en op de toenmaals Deense eilanden St. Thomas en St Croiz. Een enkele ook op Aruba (zie Hamelberg, De Nederlanders op de West-Indische Eilanden), St. Eustatius, Jamaica, Puerto Rlco, Haïti, Santo Domingo en in Suriname. Gedurende de laatste 40 Jarcn gingen enkele ook nog naar New York en Havana (Cuba). Er waren ook zeelieden onder de Curacaose Maduro's, d.w.z. kooplieden, die als Supercargo, dikwijls met hun eigen met allerlei waren geladen zeilschepen, naar de omringende landen gingen om die waren te verkopen of tegen inheemse producten te ruilen. Op St. Eus¬ tatius bestond een vrij aanzienlijke Joodse Gemeente; het kerkhof en de ruïnes van de grote Synagoge aldaar zijn er nog. Op St. Thomas is er nog altijd een Joodse Gemeente, maar het archief daarvan is helaas door brand grotendeels vernield, waardoor het thans niet goed meer na te gaan is, hoe de takken van het geslacht Maduro, welke daar bloeiden, aan de Curacaose hoofdstam aan¬ sluiten. Tot één dezer St. Thomas-takken behoorde Isaac Levy Maduro. die later met zijn gezin in Llmón (Costa Rica) woonde. Een zijner zoons, Frank Levy Maduro, gehuwd met Eva Lobo, uit Caracas (Venezuela), dochter van Dr. David Lobo, eveneens van Curagaose oorsprong, vestigde zich met zijn vrouw enige jaren geleden op Aruba. Een zoon van dit echtpaar, Ricardo Maduro Lobo, woont al enige tijd op Curagao en is gehuwd met Rachel Moron, dochter van Próspero Moron. Minstens 2 andere St. Thomastakken, die wij kennen, zijn uitgestorven; tot de ene behoorde Clara Levy Maduro, gehuwd met Benjamin de Marchena, ouders van wijlen Moisés Benjamin de Marchena, een der eerste Curacaose Joden, die zich op Cuba vestigden; tot de andere behoorde wijlen Jacob Levy Maduro, in de volksmond bekend als Jacob Godden. omdat hij werkzaam was op het kantoor van de Engelse mijningenieur John Godden op Curagao. 107 MADURO 8

VHb. Samuel Levy Maduro, 2e zoon van Moses Levy Maduro en van Ester Dias Sardo. Evenals zijn vader was hij Hazan op Curagao. zoals ook uit zijn grafschrift blijkt; hij overleed daar namelijk 22 Nisan 5512 (1752) en ligt begraven op het oude Joodse kerkhof van Curagao. Blijkens de oude kroniek, gevonden onder de nagelaten papieren van wijlen de heer Manuel S. L. Maduro, was hij op 12 Tamus 5457 (1697). op zijn vader Moses’ verzoek, gekozen tot assistent-Hazan, Shochet en Bodek. In 5468 (1708) was hij na zijns vaders dood bevorderd tot Hazan en Riby. Op de aanslag in de brandschatting van Cassart van 1713 komt hij niet voor, vermoedelijk woonde hij toen evenals zijn moeder bij zijn broeder Isaac in en is hij in diens aanslag begrepen geworden. Daarentegen komt hij wel voor als Samuel Levy Maduro op de lijsten van het aantal slaven en het familiegeld van 1735 en wel met 1 slaaf en een aanslag van 4 pesos. Hij was gehuwd met Ester Vieyra. die op Curagao overleed 2 Nisan 5508 (29 Maart 1748) en die naast haar man begraven ligt. Uit zijn huwelijk sproten verschillende kinderen, o.a.: 1. Moses van Samuel Levy Maduro, volgt Villa. 2. Salomon Levy Maduro, hij is wel dezelfde die te Amsterdam in 1768 het hiervoor genoemde boekje „Berit Ishag" uitgaf, gecorrigeerd door zijn zoon Abraham Levi Maduro. 3. Isaac Levy Maduro, volgt VTIIb. ■4. Mordcchay Levy Maduro. hij komt voor op de lijsten van het aantal slaven en het familiegeld van 1735 met 1 slaaf en een aanslag van 2 pesos. Verder is niets over hem gevonden.

Villa. Moses van Samuel Levy Maduro. uit hem stamt de tak, die de naam Peixotto aannam, onder welke naam zijn nazaten nog in de U.S.A. bekend zijn. Immers zijn zoon Samuel van Moses van Samuel Levy Maduro was gehuwd met Leah van Daniël Cohen Peixotto en deze waren de ouders van Moses van Samuel van Moses van Samuel Levy Maduro. aldus met deze namen voorkomende in de Hebreeuwse tekst van zijn Ketubah in het Livro de Quetuboth (no. 6. p. 46) van de Port. Isr. Gemeente „Mikveh Israël" op Curagao. waaruit dus zijn directe voorvaders onomstotelijk vast staan. Deze laatste Moses hechtte zijn moeders naam aan die van zijn vader en werd bekend als Moses Levy Maduro Peixotto. Hij was geboortig van Curagao en huwde aldaar 15 Elul 5549 (6 Sept. 1789) Rachel van Ishac Jesurun Sasportas, ook geboortig van Curagao, een afstammelinge van Curagao’s Opperrabijn Raphael Jesurun. Zijn vrouw Rachel overleed op Curagao 6 Elul 5553 (14 Aug. 1793) en hij hertrouwde te Amsterdam 23 Nisan 5557 (19 Juli 1797) met Judith van Samuel Lopez Salzedo. Hij had een broer, Isaac Levy Maduro Peixotto. en ook nog een zuster. Deze beiden zijn op Curagao gebleven, waar de naam Peixotto thans uitgestorven is. Uit zijn reis naar Amsterdam teruggekeerd op Curagao dreef Moses Levy Maduro Peixotto een uitge¬ breide handel, ook met eigen schepen: 11 Juni 1807 landde hij met een dezer schepen in de Verenigde Staten. Tengevolge van de oorlogstoestand en de aldaar uitgevaardigde „Embargo Acts” was het hem niet mogelijk met zijn goederen naar Curagao terug te keren en bleef hij in de Staten, waar hij Ameri¬ kaans burger werd en waar hij zijn uitgebreide koopmanszaken te New York in Front Street voortzette. Toen de Gemeente „Shearith Israël” aldaar haar Rabbi Gershom Mendes Seixas verloor, bood hij vrij¬ willig haar zijn diensten aan. welke hij vele jaren verrichtte, eerst zonder loon als waarnemend Rabbi en later als Rabbi. Hij vervulde dit ambt tot zijn dood in 1828. Van hem stammen af een aantal op de voorgrond tredende Amerikaanse burgers, die zich hebben onder¬ scheiden in politiek, wetenschap en kunsten, waarvoor verwezen wordt naar The Jewish Encyclopedia en naar The Encyclopedia Americana onder „Peixotto”. De mededeling in eerstgenoemde uitgave, dat de oorspronkelijk naam was Maduro. maar dat nog in Spanje zijnde een Maduro met een Peixotto huwde en de naam van zijn vrouw aannam, is zuiver fantasie, zoals bewezen wordt door de hierboven vermelde authentieke acten. Al zijn kinderen noemden zich - evenals hun vader - Levy Maduro Peixotto, maar de 108 MAUCBO

1

latere generaties lieten geleidelijk eerst de naam Levy weg, daarna die van Maduro, totdat zij thans bekend zijn als Peixotto, in plaats van Levy Maduro, wat hun eigenlijke familienaam toch is. Moses Levy Maduro Peixotto speelde ook nog een voorname rol in de vrijmetselarij in de Verenigde Staten. Een zoon van hem, Daniël Levy Maduro Peixotto, verwierf grote naam in New York als medicus: hij verwijlde enige tijd op Curasao en van zijn hand verscheen een medische verhandeling in De Curagaose Courant. VlIIb. Isaac van Samuel Levy Maduro, hij was evenals zijn vader Samuel en zijn grootvader Moses een Hazan van de Gemeente „Mikveh Israël" op Curasao, hetgeen blijkt uit zijn grafschrift en uit een origineel manuscript, gedateerd 13 Nov. 1771, in bezit van de heer J. M. L. Maduro. Hij leidde Sabbath 12 Elul 5505 (1745) de inwijdingsdienst van de nieuwe tempel der Jooodse Gemeente „Neveh Shalom" op Otrabanda (Curagao). Acte no. 92 van het protocol van Curasao over 1781, dl. II, houdt een verklaring in van Isaac Jesurun, Jacob Moreno en Isaak de Samuel Levy Maduro, dat de familie Mendes1) van mulatten afstamt. Hij overleed op Curasao 12 Yiar 5544 (1784), volgens opgave van de vroegere Rab¬ bijnen op Curasao, B. D. Duque en Dr. I. S. Emmanuel, zijnde het in 't Hebreeuws gestelde opschrift op zijn grafsteen, waarin het jaartal schuilt, niet door een leek te ontcijferen. Hij huwde 2 malen, eerst met Esther Levy Maduro, die op Curasao 30 Juli 1759 overleed, en daarna aldaar 21 Aug. 1763 met Sarah Levy Maduro, weduwe van David Motta, beide dochters van zijn oom Salomon Levy Maduro (zie Vila hiervoor). Uit zijn eerste huwelijk sproten minstens een zoon en een dochter, t.w.: 1. Samuel Levy Maduro, volgt IX. 2. C/a ra van Isaac van Samuel Levy Maduro, zij huwde op Curasao 28 Yiar 5556 (1796) met Abraham van Jacob van Mordechay Israël de Andrade. IX.

Samuel van Isaac van Samuel Levy Maduro, geboren Curasao 23 Elul 5497 (1737), overleden aldaar 21 Tisri 5583 (1822). Hij was gehuwd met Deborah van Abraham Levy Maduro, zoals uit acten in de Protocollen van Curasao blijkt; wellicht was zij een dochter van de Abraham van Salomon Levy Maduro genoemd onder Vllb. 2 hiervoor. Deborah van Abraham Levy Maduro geeft 10 Nov. 1796 volmacht aan haar echtgenoot Samuel Levy Maduro te Curasao. Hij koopt 13 Maart 1801 voor haar 't tuintje „Stad-, Zee- en Landzicht” op de berg Altena, „beoosten de gemene gang na Parera, benoorden de brede weg van het Oosten, bewesten en bezuiden de gronden van de vrijheden". Dit perceel verkocht hij weer 20 Maart 1812. Ook had hij 13 Maart 1801 voor zijn vrouw een huis met verdere gebouwen verkocht genaamd „Lest den Dorst", beoos¬ ten de plantage Paradijs en bewesten de zoutpan; alles blijkens acten in de Protocollen van Curasao van de genoemde jaren. Tot hun kinderen behoorden: 1. Isaac Levy Maduro. 2. Abraham Levy Maduro, gehuwd Curasao 10 Kislev 5553 (1792) met Rachel van Jeosuah Touro; hun dochter Deborah huwde haar sub X, 1 te vermelden neef Samuel Levy Maduro. 3. Salomon Levy Maduro, volgt X. 4. Sarah Levy Maduro, overleden als kind 11 Yiar 5535 (1775). 5. Hanah Levy Maduro, gehuwd op Curasao 9 Nisan 5569 (1809) met Samuel van Jacob Haim Rodrigues Pereira. 6. C/ara Levy Maduro. gehuwd op Curasao 27 Sivan 5569 (1809) met Isaac van Jacob Henriques Morao (Moron). 2).

*) Dit geslacht is op Curagao uitgestorven. a) „ao" wordt in 't Portugees als „on” uitgesproken: vandaar dat familienamen als Morao en Leao in de loop der Jaren, naar¬ mate t Portugees - de oorspronkelijke taal der Sephardische Joden op Curagao - vervangen werd door 't Spaans, als gevolg van hun nauw contact met de inwoners van de naburige Spaans-sprekende landen, verspaansd werden In Morón en León. 109 MADURO 10

X.

Salomon van Samuel van Isaac van Samuel Levy Maduro. aldus met deze namen voorkomende in de Hebreeuwse tekst van zijn Ketubah in het Livro de Quetuboth van de Cura^aose Gemeente „Mikveh Israël" (Boek no. 6. p. 67). waaruit zijn directe voorvaders afdoende blijken. Hij was geboren op Cura?ao 11 Tebet 5532 (1771) en overleed er 27 Kislev 5572 (1811). Hij huwde op Cura?ao 14 Adar Seni 5554 (16 Maart 1794) met Johebet van Eliao van Mosheh Hisquiau Lopes Fonseca. l) Zij is kort voor Febr. 1813 gestorven blijkens na te noemen acten uit het oud-archief van Curagao. Uit die acten blijkt ook. dat zij de plantage Klyn St. Michiel bezaten en een huis in Willemstad bewesten de Keukenstraat op de hoek van de eerste dwarsweg naar de Heerenstraat. Klyn St. Michiel had eerder behoord tot de nalatenschap van Mosseh Levy Maduro en diens vrouw Esther Dias Sardo, welke in 1722 verdeeld werd zoals vermeld sub Vla hiervoor. Hunne kinderen waren: 1. Samuel Levy Maduro, gehuwd op Curagao 14 Febr. 1813 met zijn bovengenoemde nicht Deborah van Abraham van Samuel van Isaac Levy Maduro. Hij huwde op dezelfde dag als zijn broeder Eliao (zie XI) 14 Febr. 1813. Op 3 Febr. t.v. hadden beiden aan de Gouverneur van Curagao (John Hodgson, daar het eiland toen nog door de Engelsen bezet was) gerekwestreerd inzake hun moederlijke goederen. Zij verklaarden daarbij, dat hun moeder onlangs was gestorven en dat haar nagelaten goed onder bewind van de Directeuren van de Weeskamer der Port. Isr. Gemeente was gekomen, wijl haar kin¬ deren alle nog minderjarig waren. Tot hare goederen behoorden een plantage in het Midden-District, een huis in de stad. een aantal slaven, enz., al hetwelk publiek verkocht zou worden op 15 Febr. 1813; zij verklaarden op het punt te zijn van een hitwelijk te sluiten en de bedoelde plantage te willen kopen, teneinde daardoor de middelen te krijgen om henzelf en hun familie te onderhouden, wat zij beter en met meer gemak zouden kunnen doen. dan van de interest, welke de netto-opbrengst van deze hun zou opleveren. Desondanks werd op de publieke vendutie van 15 Febr. 1813 de plantage. Klijn St. Michiel voor 11.470 pesos verkocht aan Mordechay van Rafael Alvares Correa. en het huis te Willemstad aan Isaac en Moses Haim Abinun de Lima voor 2730 pesos. De Weesmeesters van de Port. Isr. Gemeente te Willemstad gaven 5 Febr. 1813 een verklaring af, „dat zij in hunne voormelde hoedanigheid in het huwelijk door hunne pupillen Samuel & Eliao, onmondige kinderen van Salomon van Samuel Levy Maduro & Johebeth van Eliao Lopes 1) consenteeren" (ondertekend door David H. Dovale 6 Moise Cardoze). (Oud-archief van Cura^ao, invent. no. 1459). Hij huwde dus op Curagao 14 Febr. 1813 met zijn nicht Deborah van Abraham van Samuel van Isaac Levy Maduro (zie IX, 2). 2. Eliao Levy Maduro. volgt XI. 3. Isaac Levy Maduro. huwde op Cura^ao 25 Aug. 1816 Gracia van Jacob van Manuel Abenatar. Dit echtpaar woonde daarna te Coro (Venezuela). 4. Jeosuah Levy Maduro. hij woonde op Paraguana (Venezuela) en noemde en tekende zich J. L. M. 5. Deborah Levy Maduro; zij huwde met Joseph van Jacob Curiel, woonden te Coro en hadden de vol¬ gende kinderen: Jacob, Salomon, David, Abraham. Johebet en Sarah Curiel. Laatstgenoemde dochter huwde met Eliao Lopes; zij hadden een aantal kinderen, w.o. Salomon Lopez Fonseca gehuwd met Engracia Alvares Correa, welk echtpaar enkele jaren op Cura?ao gewoond heeft.

XI.

Eliao Levy Maduro. hiervoor met zijn broeder Samuel reeds vermeld; hij was op Curagao geboren 22 Juli 1796 (8 Tamuz 5556) en overleed er 16 Juli 1830 (25 Tamuz 5590). Hij huwde Curagao 14 Febr.

1) Zij was een afstammelinge van Curagao's tweede Opperrabljn, Eliao Lopes, die gehuwd was met een Fonseca; vandaar de familienaam Lopes Fonseca. Opmerkelijk is het evenwel, dat alle leden dezer familie, welke de voornaam Eliao hadden, zich noemden Eliao Lopes, met weglating van Fonseca, terwijl alle anderen de dubbele familienaam Lopes Fonseca gebruikten. Deze traditie moet klaarblijkelijk haar oorsprong te danken hebben aan de wens, om de naam van de vermaarde Opperrabbijn onveran¬ derd te doen voortleven. 110 MADURO 11

1813 met Esther Levy Maduro1), geboren aldaar 15 Jan. 1787 en er overleden 3 Sept. 1857; zij was de dochter van Salomon van (Ribi) Mordechay van Salomon Levy Maduro en van diens nicht Judith van Samuel (Haim) van Salomon Levy Maduro. Hoe deze laatste Salomon Levy Maduro en zijn zoons (Ribi) Mordechay en Samuel aansluiten aan de hoofdstam der familie is niet nagegaan.'-) Eliao en Ester hadden de 3 volgende kinderen: 1. Salomon Elias Levy Maduro. volgt XII. 2. Mordechay Levy Maduro. geboren Curagao 7 Nov. 1815, ongehuwd overleden aldaar 5 October 1842. 3. Johebet Levy Maduro, geboren Curagao 6 Febr. 1818, overleden aldaar 1 Maart 1888, gehuwd aldaar 7 Febr. 1849 met Moses van Samuel Rodrigues Pereira, geb. Curagao 2 Sept. 1822, gest. Cur. 25 Febr. 1888, wiens moeder was Hanah van Samuel van Isaac van Samuel Levy Maduro (zie IX, 5). XII. Salomon Elias Levy Maduro. geboren3) 14 Jan. 1814 (11 Sebat 5574) .overleden 20 Sept. 1883 (18 Elul 5643). Hij ving 24 Jan. 1937 zijn zaken aan, verkreeg in 1860 concessie om de muren en for¬ tificaties om Willemstad te slechten en daarop kantoren en bergplaatsen te bouwen en was eigenaar van de plantage „Rooi Katochi", van het grote herenhuis „Cerro Bonito" aan de Pietermaaiweg (door zijn gezin bewoond) en van kantoren en bergplaatsen gebouwd op de terreinen waarop vroeger de stads¬ muren en batterijen stonden (n.1. aan het gedeelte van de Prinsenstraat, hetwelk bij de viering van het eeuwfeest der firma in 1937 de naam kreeg van Madurostraat). Op 1 Jan. 1874 werden zijn twee oudste zoons Elias en Mordechay opgenomen als vennoten in zijn zaak, die toen de naam kreeg van S. E. L. Maduro 6 Sons. Deze firma was geruime tijd eigenaresse van de electrische centrale en van de water¬ leiding, bezit werven en eigen schepen en heeft filialen in New York en Havana (Cuba), op welk eiland zij een suikerfabriek exploiteert. Hij huwde 28 Maart 1849 met Rebecca Curiel, geboren 22 Nov. 1832, overleden 22 Juli 1922, dochter van Eliao van Ephraim Curiel en van Rachel van Manuel Penso. Hun 7 kinderen waren: *) Esther was een zuster van Rev. Samuel Levy Maduro Jr.,geboren Curagao 27 Mei 1798, overleden op St Thomas 22 Jan. 1867, Hazan op St. Thomas en assisteht-Hazan op Cura?ao (van 1 April 1844 tot 31 Jan. 1845), waarna hij zijn functie op St Thomas weer opnam. Hij was daar gehuwd met Judith, dochter van Abraham en van Leah Sasso, uit welk huwelijk gesproten zijn: a. Salomon Levy Maduro, gehuwd met Esther van Jeosuah Plza, wed. van Henry Mendes Belisarlo. b. Abraham Levy Maduro, gehuwd met Anna van Judah Sasso. c. Esther Levy Maduro, gehuwd met Moses Osorio de Gastro. d. Mordechay Levy Maduro, gehuwd met Clara van Salomon Bravo. e. Jacob Levy Maduro, gehuwd met Esther van Jacob Fidanque. f. Moses Levy Maduro, gehuwd met Sarah van Isaac Sasso. Deze waren de grootouders van Mllton Haim Levy Maduro. geboren te San José (Costa Rica) 20 Jan. 1898, overleden op zee 27 Oct. 1948 aan boord van het s.s. „Alcoa Cavalier" op weg naar Curacao, waar hij geruime tijd in dienst was van de firma S. E. L. Maduro & Sons. g. Elias Levy Maduro. gehuwd met Anita van Jacob Jesurun Lindo. Deze waren de grootouders van Dr. Robert Maduro te Parijs. h. Julia Levy Maduro, geboren 19 Kislev 5595 (1834), ongehuwd. I. Emma Levy Maduro, gehuwd met Joseph van Jacob Fidanque. De meeste dezer kinderen vertrokken van St. Thomas naar Panamé en Costa Rica; de sub g. genoemde Elias vestigde zich ten slotte met zijn gezin in Parijs, waar hij overleed en op het kerkhof van Montparnasse werd begraven. 2) Evenmin is nagegaan hoe een andere op Curajao nog bestaande tak van het geslacht Maduro (waartoe de dames Estrella, Aurora en Romelia Levy Maduro, wonende aan de Scharlooweg, behoren) aan de hoofdstam der familie aansluit. Degenen, die thans op Curagao de familienaam Maduro Lopez voeren zijn niet vermaagschapt aan de Maduro's, doch zijn leden van het geslacht Lopez Henriquez. De familienaam Maduro Lopez is immers ontstaan toen Jacob van Josias Lopez Henriquez aan¬ genomen werd als kind van Samuel van Mordechay Levy Maduro en zijn naam veranderde in Jacob Maduro Lopez. Deze Samuel. die zich ook Samuel L. Maduro Jr. noemde, gelijk de in bovenstaande noot *) vermelde Hazan van St. Thomas, was eerst in Coro gevestigd, later op Curagao, waar hij eigenaar werd van de plantage „Zeelandia" en de firma Maduro Jr. 6 Co. oprichtte. Hij was gehuwd met Sarah van David Namias de Crasto, een tante (moeders zuster) van Jacob van Josias Lopez Henriquez: zij hadden geen eigen kinderen. Deze Samuel was de broeder van Salomon van Mordechay Levy Maduro, gehuwd met Rachel van David Cohen Henriquez, die ook in Coro woonachtig was en de grootvader was van de zoeven genoemde dames Estrella, Aurora en Romelia Levy Maduro. Een derde broeder, Jeremiah (Irmiau) geheten, vestigde zich met zijn gezin op St. Thomas en overleed te Colón (Panamé). s) Wanneer van hier af bij geboorte, huwelijk en overlijden geen plaatsnaam meer is vermeld, wordt steeds Curagao bedoeld. 111 MADURO 12

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Elias Salomon Levy Maduro. volgt XlIIa. Mordechay Salomon Levy Maduro. volgt XlIIb. Esther Levy Maduro. geboren 24 April 1853, overleden 9 Maart 1854. Ephraim Salomon Levy Maduro. volgt XIIIc. Hanah Esther Levy Maduro. volgt XlIId. Manuel Salomon Levy Maduro, geboren 9 Maart 1861, ongehuwd overleden 14 Nov. 1932. Moses Salomon Levy Maduro. volgt XlIIe.

Hiermede tot de 13e generatie gekomen zijnde, worden nu ook de afstammelingen in de vrouwelijke lijn medegedeeld. XlIIa. Elias Salomon Levy Maduro, geboren 19 April 1850, overleden 24 April 1911, huwde 15 December 1880 Sarah Jesurun Henriquez, geboren 12 Mei 1862, overleden 3 Januari 1938, dochter van Elias van Elias Jesurun Henriquez en van Deborah van David Dovale. Uit dit huwelijk sproten: 1. Salomon Elias Levy Maduro. geboren 19 Sept 1881, ongehuwd, wonende te New York. 2. Eleazar Henriquez Levy Maduro, volgt XlVa. 3. Mordechay Mozes Montefiore Levy Maduro. volgt XlVb. 4. Rebecca Deborah Levy Maduro. volgt XIVc. 5. Deborah Rebecca Levy Maduro, volgt XlVd. XlIIb. Mordechay Salomon Levy Maduro, geboren 30 October 1851, overleden op zee aan boord van het s.s. „Philadelphia" van de Red „D" Line 15 Nov. 1918, huwde 16 Juni 1880 Emma Lopez Penha, geboren St. Thomas 15 Aug. 1856, overleden 28 Aug. 1935. dochter van David van Jacob Lopez Penha en van Rebecca van Joseph Henriquez. Uit dit huwelijk sproten: 1. Salomon Mordechay Levy Maduro, volgt XlVe. 2. Rebecca Levy Maduro. geboren 8 Dec. 1882, ongehuwd. 3. Esther Levy Maduro. geboren 26 Maart 1884, overleden 13 October 1885. 4. Rachel Amelia Levy Maduro, volgt XIVf. 5. David Mordechay Levy Maduro. volgt XlVg. 6. Deborah Dilia Levy Maduro. volgt XlVh. 7. Sarah Levy Maduro, volgt XlVi. 8. Jael Levy Maduro. volgt XlVj. XIIIc. Ephraim Salomon Levy Maduro. geboren 27 Dec. 1854, overleden 12 Aug. 1893, huwde 28 Dec. 1887 Serafina Jesurun, geboren 13 Oct. 1865, dochter van Abraham van Jacob Jesurun en van Esther van David Jesurun. Uit dit huwelijk sproten: 1. Rebecca Levy Maduro. volgt XlVk. 2. Salomon Abraham Levy Maduro, volgt XIV1. 3. Abraham Levy Maduro. volgt XFVrn. XlIId. Hanah Esther Levy Maduro. geboren 27 Nov. 1856, overleden 10 Juni 1940, huwde 17 Maart 1875 Moise Haim Penso, geboren 7 Aug. 1841, overleden 12 Oct. 1924, zoon van Elias van Moses Penso en van Sarah van Manuel Penso. Uit dit huwelijk sproten: 1. Elias Penso. geboren 4 April 1876, overleden 17 Maart 1878. 2. Sarah Penso. volgt XlVn. 3. Rebecca Penso, geboren 16 October 1879, ongehuwd. 4. Salomon Maduro Penso. geboren 5 Augustus 1882, ongehuwd. 112 MADURO

XlIIe. Moses Salomon Levy Maduro. geboren 24 Aug. 1863. overleden 17 Maart 1911, huwde 31 Aug. 1887 Adela Naar, geboren 23 Mei 1865, overleden New York 20 Oct. 1918, dochter van Jeosuah van Abra¬ ham Naar en van Sarah van Elias Pereira Brandao. Uit dit huwelijk sproten: 1. Rebecca Levy Maduro, volgt XIVo. 2. Salomon Mozes Levy Maduro, volgt XIVp. 3. Joshua Levy Maduro, volgt XlVq. 4. Benjamin Levy Maduro, geboren 5 Maart 1897, ongehuwd. 5. Elias Levy Maduro, volgt XlVr. 6. Sarah Levy Maduro, volgt XIVs. XlVa. Eleazar Henriquez Levy Maduro, 12 Jan. 1928 werd zijn naam wettelijk veranderd in Charles Maduro, geboren 5 October 1883, overleden New York 4 October 1947, huwde New York 2 Juli 1941 Eloise Faire Roe, geboren Patchogue, Long Island, N.Y. 23 Sept. 1908, dochter van John Judson Roe en van Effie Josephine Smith. Uit dit huwelijk sproten geen kinderen. XlVb. Mordechay Mozes Monte[iore Levy Maduro, 15 April 1947 werd zijn naam wettelijk veranderd in Montefiore Leonard Maduro, geboren 24 Oct. 1884, huwde 22 Mei 1915 Edith Rachel Baiz, geboren 27 Nov. 1897, dochter van Prospero- van Isaac Baiz en van Julie van Benjamin Pereira Brandao. Dit huwe¬ lijk werd door echtscheiding ontbonden 22 Nov. 1923, waarna zij 12 Febr. 1925 hertrouwde met Salomon Alfred Senior. Uit het eerste huwelijk sproot: 1. Eiste Levy Maduro, volgt XVa. XIVc. Rebecca Deborah Levy Maduro, geboren 6 Oct. 1895, huwde 20 Mei 1915 Joshua Levy Maduro, ge¬ boren 12 Oct. 1891, zie sub XlVq., waar ook hun kinderen. XlVd. Deborah Rebecca Levy Maduro, geboren 24 Jan. 1899, huwde 6 Juni 1917 Henry da Costa Gomez, geboren 8 Febr. 1894, zoon van Haim da Costa Gomez en Aurora Cohen Henriquez. Uit dit huwelijk sproot: 1. Elaine da Costa Gomez, volgt XVb. XlVe. Salomon Motdechay Levy Maduro, geboren 29 Juni 1881, overleden 21 Jan. 1938, huwde 25 Maart 1908 Rebecca Levy Maduro, wier voornaam 27 Nov. 1930 wettelijk veranderd werd in Bequita, geboren 4 Juni 1888, dochter van Moses Salomon Levy Maduro en van Adela Naar (XlIIe), (zie haar sub XIVo). Uit dit huwelijk sproten: 1. Emma Levy Maduro, volgt XVc. 2. Motdy Salomon Levy Maduro, geboren New York 12 Sept. 1921, ongehuwd. XIVf. Rachel Amelia Levy Maduro, geboren 30 Jan. 1886, huwde 29 Juni 1910 Arturo Delvalle Henriquez, wiens naam 26 Sept. 1919 wettelijk veranderd werd in Arturo Delvalle, geboren 7 Oct. 1876, overleden Panama 17 April 1930, zoon van Moses van David Delvalle Henriquez en van Miriam van Elias Penso. Uit dit huwelijk sproten: 1. Max Delvalle, volgt XVd. 2. Eric Delvalle. volgt XVe. XlVg. David Mordechay Levy Maduro. geboren 30 April 1887, huwde 4 Dec. 1912 Clara de Marchena, geboren 23 Maart 1893, dochter van Moisés van Benjamin de Marchena en van Julia van Isaac de Marchena. 113 MADURO 14

Uit dit huwelijk sproten: 1. Emma Levy Maduro. volgt XVf. 2. Elsa Levy Maduro. volgt XVg. XIVh. Deborah Dilia Levy Maduro. geboren 25 Juni 1888. overleden 27 Sept. 1933. huwde 12 Maart 1932 Horacio Semah de Valencia, geboren 15 Juni 1885, zoon van Julio van Isaac Semah de Valencia en van Amelia van David Lopez Penha. Uit dit huwelijk sproot: 1. Sybel Semah de Valencia. geboren 20 Sept. 1933, overleden 23 Sept. 1933. XlVi. Sarah Levy Maduro. geboren 20 Juni 1889, huwde 20 Juni 1912 Joseph Alvares Correa, geboren 17 Sept. 1881. zoon van Samuel van Mordechay Alvares Correa en van Judith van José Gomes Casseres. Uit dit huwelijk sproten: 1. Yvonne Alvares Correa. volgt XVh. 2. May Alvares Correa. volgt XVi. XIVj. Jael Levy Maduro. geboren 25 Aug. 1890, huwde 1 Maart 1933 Edward Lopez Penha, geboren 10 Aug. 1890. overleden New York 30 Juni 1937, zoon van Julius van David Lopez Penha en van Esther van Jacob Naar. Uit dit huwelijk sproten geen kinderen. XlVk. Rebecca Levy Maduro. geboren 16 April 1889. huwde 15 Oct. 1916 Julius Lopez Penha Jr.. geboren 28 Febr. 1886. zoon van Julius van David Lopez Penha en van Esther van Jacob Naar. Uit dit huwelijk sproten: 1. Edna Lopez Penha. volgt XVj. 2. Olga Lopez Penha. volgt XVk. XIVL Salomon Abraham Levy Maduro. geboren 7 April 1891, huwde 24 Juni 1917 Rachel Louise Brandao, geboren 24 Juni 1898, dochter van Joseph William Brandao en van Sarah van Jacob Delvalle. Uit dit huwelijk sproot: 1. Ena Levy Maduro. volgt XVI. XIVm. Abraham Levy Maduro. 12 Nov. 1935 werd zijn naam wettelijk veranderd in Abraham Efraim Levy Maduro. geboren 11 Februari 1893, huwde New York 25 Aug. 1930 Lillian Lloyd Lee, geboren Asbury Park, N.Y. 8 Juni 1905, dochter van John Lloyd Lee. Ph. D. & D. D„ in leven „Pastor of the Westminstér Presbyterian Church in New York", en van diens tweede vrouw Lillie Dietz. Na het overlijden van Dr. John Lloyd Lee. hertrouwde Lillie Dietz met Henry J. Havnor. Uit dit huwelijk sproot: I. Glenna Lee Maduro. geboren New York 31 October 1936. XlVn. Sarah Penso. geboren 30 Maart 1877, huwde 20 Febr. 1901 Elias Delvalle Henriquez, zich noemende en schrijvende Elias Penso Delvalle (26 Sept. 1919 werd de weglating van de naam Henriquez wettelijk goedgekeurd), geboren 4 Febr. 1871, overleden 12 Febr. 1927, zoon van Moses van David Delvalle Henriquez en van Miriam van Elias Penso. Uit dit huwelijk sproten: 1. Alvin Delvalle. geboren 3 Maart 1902, ongehuwd. 2. Harold Delvalle. geboren 23 Aug. 1903, ongehuwd. 3. Vera Delvalle, geboren 26 April 1905, ongehuwd. 4. Nilda Delvalle. volgt XVm. 5. Frank Delvalle. geboren 7 Sept. 1910, ongehuwd. 114

XIVo. Rebecca Levy Maduro, 27 Nov. 1930 werd haar voornaam wettelijk veranderd in Bequita, geboren 4 Juni 1888. huwde 25 Maart 1908 Salomon Mordechay Levy Maduro, geboren 29 Juni 1881. overleden 21 Jan. 1938, zoon van Mordechay Salomon Levy Maduro en van Emma van David Lopez Penha (zie XlIIb, 1). Hun kinderen zijn vermeld sub XlVe. XlVp. Salomon Mozes Levy Maduro. zich noemende en schrijvende Salomon Levy Maduro, geboren 8 Sept. 1890, huwde 18 Aug. 1915 Abigail Abinun de Lima, geboren 29 Juli 1890, overleden Havana 15 Juni 1947, dochter van Jeudah van Isaac Abinun de Lima en van diens eerste vrouw Abigail Lopez Henriquez. Uit dit huwelijk sproten: 1. Robert Maduro, volgt XVn. 2. Adrienne Maduro. volgt XVo. XlVq. J osu ha Levy Maduro. zich noemende en schrijvende Joshua Moses Levy Maduro, geboren 12 Oct. 1891, huwde 20 Mei 1915 Rebecca Deborah Levy Maduro (zie sub XIVc), geboren 6 Oct. 1895. dochter van Elias Salomon Levy Maduro en van Sarah van Elias Jesurun Henriquez (XlIIa). Uit dit huwelijk sproten: 1. George Joshua Maduro. wiens naam 29 Nov. 1928 wettelijk veranderd werd in George John Lionel Maduro, geboren 15 Juli 1916, overleden in het concentratiekamp Dachau 9 Febr. 1945.1) 2. Sybil Lois Maduro. volgt XVp. XlVr. Elias Levy Maduro. zich noemende en schrijvende Elias Maduro, geboren 3 April 1902, overleden Havana 12 Juli 1936, huwde Havana 25 Nov. 1930 Graziella Victoria Maria Parraga y Ponce de León, geboren Havana 10 Maart 1905, dochter van Carlos Ignacio Parraga y Fernandez en van Maria Luisa Ponce de León y Bachiller. Zij hertrouwde New York 13 Juni 1940 met Emesto de Blanck. Uit het eerste huwelijk sproten: 1. Cristina Maduro. geboren Havana 7 Maart 1932. 2. Vivienne Adele Maduro. geboren Havana 23 Mei 1935. XIVs. Sarah Levy Maduro. geboren 24 Aug. 1906, huwde 28 Maart 1928 Frank Brandao, geboren 14 Oct. ber 1902, zoon van Mauritz van Elias Brandao en van Delia van Samuel Alvares Correa. Uit dit huwelijk sproot: 1. Marjorie Brandao. volgt XVq. XVa. Elsie Levy Maduro. geboren 5 Aug. 1923, huwde Port-of-Spain (Trinidad) 17 April 1943 Laurens Clemens Luckmann, geboren Medan (Sumatra) 12 Sept. 1917, luitenant ter zee 2e kl., zoon van Clemens Anton Theodoor Luckmann en Jonkvrouwe Anna Matie de Stuers. Uit dit huwelijk sproot: 1. Marie Madeleine Luckmann. geboren 20 Maart 1945. *) Hij studeerde aan de Leldse Universltcit, was candidaat in de Rechten en nam als reserve 2de luitenant der Huzaren deel aan de verdediging van Nederland in Mei 1940. Na de capitulatie werd hij 2 keer gevangen genomen en in Scheveningen opge¬ sloten. daarna dook hij onder en trachtte in 1943 Spanje te bereiken: door verraad van een Belg in handen van de Gestapo gevallen aan de grens tussen België en Frankrijk, werd hij eerst cellulair opgesloten in Saarbrückcn en in November 1944 naar het beruchte concentratiekamp Dachau vervoerd, waar hij 9 Februari 1945 aan vlektyphus stierf. Hij werd posthuum benoemd tot Ridder 4de klasse in de Militaire Willemsorde met de volgende citatie: „Heeft zich in de strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden, door op 10 Mei 1940 als Commandant van een peloton jonge soldaten met veel beleid en op eigen initiatief de vermeestering te ontwerpen en voor te bereiden van de achter de Vliet bij Rijswijk door de vijand bezette villa „Leeuwenburg" (Dorrepaal). Met zeer veel moed aan het hoofd van twee groepen de onder vijandelijk mitrailleurvuur liggende brug over de Vliet overschreden, de aanval op het versterkte steunpunt (Villa „Leeuwenburg") persoonlijk geleid en bij de stormaanval als eerste binnengedrongen, het verzet aldaar gebroken en de bezetting krijgsgevangen gemaakt." (Koninklijk Besluit van 9 Mei 1946, No. 6). Hij is de enige Curagaoënaar aan wie de Militare Willemsorde ooit verleend is geworden. 115 MADURO IC

XVb. Elainc da Costa Gomez, geboren 8 Maart 1918, huwde 8 Mei 1947 Adriaan van der Kwast, geboren Amsterdam 11 Juli 1915, ingenieur, zoon van Adriaan van der Kwast en Gerhardine Everborg. Uit dit huwelijk sproot: 1. Henry Adriaan van der Kwast, geboren 18 Aug. 1948. XVc. Emma Levg Maduro, geboren 21 April 1910, huwde 13 Aug. 1933 Richard Abram Cohen Henriquez, geboren 31 Maart 1911, zoon van Abraham van Rafael Cohen Henriquez en van Rachel van Jacob Delvalle. Uit dit huwelijk sproten: 1. Myrna Cohen Henriquez, geboren Panama 11 September 1934. 2. Tanya Corina Cohen Henriquez, geboren 12 September 1938. XVd. Max Delvalle, geboren Panama 27 Febr. 1911, huwde 12 Nov. 1933 Yvonne Alvares Correa, geboren 27 October 1913, dochter van Joseph van Samuel Alvares Correa en van Sarah van Mordechay Levy Maduro (XlVi). Uit dit huwelijk sproot: 1. Vilma Delvalle, geboren Panama 30 Juni 1936. XVe. Eric Delvalle, geboren Panama 12 Juni 1913, huwde Panama 4 Maart 1936 Abigail Judith Cohen Hen¬ riquez, geboren Panama 9 Dec. 1916, dochter van Eugene van Rafael Cohen Henriquez en van Ana van Manuel Delvalle Henriquez. Uit dit huwelijk sproten: 1. Eric Arturo Delvalle, geboren Panama 2 Februari 1937. 2. Raül Eugenio Delvalle. geboren Panama 27 Juli 1939. 3. Ana Raquel Delvalle, geboren Panama 27 Juli 1945. XVf. Emma Levy Maduro, geboren Havana 1 Oct. 1914, overleden 30 Nov. 1936, huwde Havana 21 Dec. 1935 Victor Pinedo. geboren 17 Nov. 1906, zoon van Mozes Michael Pinedo en van Rebecca Curiel. Hij hertrouwde met Elsa van Jacob Naar Cohen Henriquez. Uit het eerste huwelijk geen kinderen. XVg. Elsa Levy Maduro. geboren Havana 18 Nov. 1916, huwde 1 Nov. 1936 Victor Brandao, geboren 20 Jein. 1912, zoon van Mauritz van Elias Brandao en van Delia van Samuel Alvares Correa. Uit dit huwelijk sproten: 1. Victor Sergio Brandao, geboren Havana 27 Augustus 1940. 2. Frank Brandao. geboren Havana 19 Januari 1947. XVh. Yvonne Alvares Correa, geboren 27 October 1913, huwde 12 November 1933 Max Delvalle. geboren Panama 27 Februari 1911, reeds vermeld met hun dochter sub XVd. XVi. May Alvares Correa. geboren 6 Mei 1915, huwde 6 November 1935 Max Fréderic Henriquez, geboren Caracas 8 October 1909. zoon van Morris van Rafael Cohen Henriquez en van Dalia van Marius AlvaUit dit huwelijk sproot: 1. Diane Monique Henriquez, geboren 10 Januari 1937. XVj. Edna Lopez Penha. geboren 14 Juli 1917, huwde 5 April 1943 Jan de Jong, geboren Amsterdam 23 Dec. 1919, luitenant ter zee 2e kl., zoon van Hermanus Lambertus de Jong en Christina Slot. Uit dit huwelijk sproten: 1. Diane de Jong. geboren 4 Januari 1945. 116 MADURO

2. Christine de ]ong. geboren 2 September 1947. XVk. Olga Lopez Penha. geboren 25 Oct. 1918, huwde 1°. 24 Januari 1940 Egon David Baiz, geboren 8 Jan. 1915, zoon van Isaac van David Baiz en van Alicia van Rafael Cohen Henriquez; dit huwelijk werd 23 Mei 1944 door echtscheiding ontbonden, waarna hij in 1946 hertrouwde met Blanche Halpem. Geen kinderen. Zij hertrouwde Washington, D.C. 2 Oct. 1945 met Josephus Antonius Maria Beekman, gebo¬ ren Leiden 23 April 1912, zoon van Johan Hendrik Herman Beekman en van Agnes Johanna Marai Ta¬ verne. Uit het tweede huwelijk sproten: 1. Martin Anthony Beekman, geboren Leiden 9 December 1947. 2. Josette Madeleine Beekman, geboren Boston 7 Januari 1949. XVI. Ena Levy Maduro. geboren 2 April 1920, huwde 2 April 1946 Emile Dankmeijer, geboren Kraksaan (Java) 14 Nov. 1907, luitenant ter zee le kl., zoon van Louis Frederik Dankmeijer en van Charlotte Louise Baier. Geen kinderen. XVm. Nilda Delvalle, geboren 26 April 1909, huwde 14 Maart 1937 Isidore Pinedo, geboren 10 Aug. 1903. zoon van Alvarez Correa Pinedo en van Rosamalia Moreno. Uit dit huwelijk sproten: 1. Glenda Pinedo, geboren 13 Juli 1938, overleden 8 December 1946. 2. Gilda Pinedo, geboren 2 Februari 1948. XVn. Robert Maduro, geboren Havana 27 Juni 1916, huwde Havana (wereldlijk) 27 Jan. 1940 en (kerkelijk) 28 Jan. 1940 Isolina Rosa Olmo y Fernandez Garrido, geboren Havana 7 Juni 1919, dochter van Felipe Olmo y Munilla en van Narcisa Fernandez Garrido y Suarez. Uit dit huwelijk sproten: 1. Roberto Maduro, geboren Havana 30 December 1940. 2. Felipe Maduro, geboren Havana 2 Februari 1942. 3. Adela Maduro. geboren Havana 8 Maart 1944. 4. Jorge Maduro. geboren Havana 28 Juli 1947. XVo. Adrienne Maduro. geboren Havana 5 Maart 1918, huwde Havana (wereldlijk) 12 Febr. 1945 en (ker¬ kelijk) 15 Febr. 1945 Frank de Marchena, geboren 27 Dec. 1916, zoon van Mario van Efraim de Marchena en van Celina van Ignacio Moron. Uit dit huwelijk sproten: 1. Adriana Maria Teresa de Marchena. geboren Havana 13 Maart 1947. 2. Frank de Marchena, geboren Havana 16 Juli 1948. XVp. Sybil Lois Maduro. geboren 26 Sept. 1917, huwde New York 10 Aug. 1946 Jacob Constant Michiel Alvares Correa, geboren Amsterdam 8 Maart 1907, ingenieur, zoon van Dr. Michel van Marius Alvares Correa en van Rosabelle van Jacob Penso. Uit dit huwelijk sproten: 1. George Maduro Alvares Correa. geboren Santiago de Chile 10 Juli 1947. 2. Michel Roland Alvares Correa, geboren Santiago de Chile 20 October 1948. XVq. Marjorie Brandao. geboren 8 Jan. 1929, huwde 6 Maart 1948 Frank da Costa Gomez, geboren Maracaibo 16 Oct. 1924, zoon van Joshua van Haim da Costa Gomez en van Adele van Prospero Baiz. Geen kinderen.

117 MADURO

SLOT Er bestaan nu 6 takken van het geslacht Maduro. waarvan de telgen allen nazaten zijn van het echtpaar Antonio Roiz en Leanor Roiz (zie I). in hun leven gewoond hebbende te Soural bij Trancoso (Portugal), ouders van de na te noemen Diogo Roiz Maduro en Luis Roiz Maduro, t.w.: 1. 2.

3. 4.

5. .

6.

De nakomelingen (grotendeels op Curagao woonachtig) van het echtpaar Eliao Levy Maduro en Esther Levy Maduro (zie XI), in hun leven gewoond hebbende op Cura;ao. De nakomelingen (grotendeels te Panama woonachtig) van het echtpaar Rev. Samuel Levy Maduro Jr. en Judit Sasso (zie noot 1 op blz. 12), in hun leven gewoond hebbende op St. Thomas. (De kinderen van de bovenvermelde twee echtparen waren volle neven en nichten, immers Esther (de vrouw van Eliao Levy Maduro) was een zuster van Rev. Samuel Levy Maduro Jr.). De nakomelingen (thans woonachtig in Costa Rica, Panama, Venezuela, U.S.A., Aruba en Cura?ao) van Isaac Levy Maduro (zie noot 2 op blz. 8), in leven gewoond hebbende te Limón (Costa Rica). De nakomelingen, (thans woonachtig in Coro en op Cura?ao) van Salomon van Mordechay Levy Maduro (zie noot 2 op blz. 12), in zijn leven gewoond hebbende te Coro (Venezuela). (Daar het grootste gedeelte der Synagogale archieven van Jamaica en St. Thomas door brand werd ver¬ woest en geen Geboorte-, Trouw- en Begraafregisters van de Joden in Coro werden gehouden, kan niet worden vastgesteld in welke graad de laatstgenoemde takken aan elkaar en aan de twee eerste takken verwant zijn). De nakomelingen (allen thans woonachtig in de U.S.A.) van het echtpaar Samuel van Moses van Samuel Levy Maduro en Leah van Daniël Cohen Peixotto (zie Villa), in hun leven gewoond hebbende op Curagao. waarvan de latere generaties geleidelijk eerst de naam Levy weglieten, daarna die van Maduro, totdat zij thans bekend zijn als Peixotto. De oudste tak, die nog steeds in Vianno do Castello (Portugal) bloeit en die vermoedelijk afstamt van het echtpaar Luis Roiz Maduro en Brites Gongalves (zie I, 2), in 1612 in Trancoso wonende. De andere 5 takken (waarvan de telgen allen buiten Portugal wonen) stammen af van het echtpaar Diogo Roiz Maduro en Clara Roiz (zie II), in 1612 in Trancoso wonende, zoals in deze genealogie is aangetoond.

118 MADURO 19

VAN KINSWILDER Hans "Willem van Kinswilder woonde reeds omstreeks 1680 op Curagao en huwde met Geertntida Koek op 25 Januari 1681. Hij was vóór 1710 overleden en moet tot de rijkste inwoners van Curagao behoord heb¬ ben, zijn weduwe bezat een der grootste plantages daar, n.1. „Knip". Zij overleed eerst in 1729 op Cura?ao. Daar Ds. Nicolaas Verkuyl oom genoemd wordt van haar kinderen, zal deze predikant gehuwd zijn ge¬ weest met een zuster van haar, dus ook met een Cura?aose Koek, welke familie indertijd op het eiland wèl bekend en zeer talrijk was. Ds. Verkuyl was geboortig van Utrecht, waar hij in 1663 als student aan de Hoge School was ingeschreven, was eerst predikant bij de Nederlandse gemeente te Yarmouth (Engeland) en werd van daar beroepen naar Curagao, waar hij 7 Juni 1679 zijn intrede deed. Hij vervulde dit ambt ruim 33 jaar en overleed op Curagao 23 Januari 1713 t), ruim één maand vóór de verovering van Curagao door de Franse Admiraal Cassard, Daar hij geen kinderen naliet en hij de oom was van de kinderen van Kins¬ wilder staat op de taxatie van de aanslag in de aan Cassard te betalen brandschatting van 9 Maart 1713 het volgende vermeld: „Hans Willem van Kinswilder en de erfgenamen van wijlen Nicolaas Verkuyl ... 3600 pesos, zijnde dit één der hoogste bedragen. Geertruida Koek weduwe van Kinswilder, 2) geeft 10 Sept. 1721 volmacht aan haar na te noemen schoon¬ zoon Harmen Winkier. In 1729 was zij overleden, want in dit jaar wordt haar erfenis geregeld, welke in zeven parten verdeeld moest worden. In het secretariëel protocol van Curagao van 1729 komt een volmacht voor, waarin Nathaniël Ellis. gehuwd geweest met Anna van Kinswilder, als voogd van zijn 4 bij haar verwekte kinderen, en als administrateur over het 1/7 deel in de gehele erfenis van Geertruida Koek. in leven weduwe van Hans Willem van Kinswilder, beiden alhier overleden, en de van Kinswilder's als erfgenamen van hun moeder voornoemd, volmacht geven aan mevrouw Boreel, weduwe van Jan Deutz. in leven schepen van Am¬ sterdam en heer van Assumburg, en aan William Gideon Deutz. schepen van Amsterdam, tot verkoop van de goederen van hun moeder voornoemd, berustende onder de gemachtigden. Uit het huwelijk van Kinswilder-Kock sproten de volgende kinderen: 1. Anna, geb. October 1681, gestorven 24 Dec. 1714, aldaar gehuwd in 1700 met Nathanaël Ellis. raad en plantage-eigenaar op Cura^ao, aldaar hoogbejaard overleden 13 Mrt. 1771. Hij hertrouwde Cura?ao 28 Sept. 1717 met Anna Catharina Mooy en had uit zijn eerste huwelijk 4, en uit zijn tweede huwelijk 5 kinderen, waarvoor verwezen wordt naar de genealogie Ellis. 2. Jacobus, geb. Dec. 1682, overl. 13 Maart 1711. 3. Maria, geb. 24 Dec. 1683: zij testeert op Curasao in 1727 als weduwe met 3 kinderen en benoemt dan tot haar executeurs haar zwagers A/exander Currie en Daniël Welshuysen. Zij woonde blijkens de lidmatenlijst van 23 Dec. 1730 in de Breestraat op Cura;ao, doch overleed te New-York, blijkens een bij haar kinderen te vermelden acte, vóór 1748. Zij huwde op Curagao 1 Mei 1718 met Hendrik Veldtman, geboren te Groningen 19 Nov. 1669, eerst ritmeester in dienst der Verenigde Nederlan¬ den, later luitenant-militair der West-Indische Compagnie en raad op Curagao: hij noemt zich bij zijn hertrouwen „heer van Rienmand(?) in Brabant en weduwnaar van Johanna Maria van der Hoeven, baronesse van Breugel, geboren te Mechelen. Hendrik Veldtman overleed op Curagao 22 Juli 1723 en was de zoon van Hendrik Feckes Veldtman. raadsheer van Groningen, en van Aaltje Wedda. 3) *) Hamelberg I, blz. 97. 3) Gedenkboek Nederland-Curagao 1634-1934. p. 50. 3) In de genealogie van dit geslacht Veldtman gepubliceerd in Alg. Nedcrl. Familieblad, Jg. 1901, staat wel zijn overlijden op Curagao vermeld, maar geen van zijn beide huwelijken en evenmin zijn kinderen. 119 VAN KINSWILDER 1

4. 5. 6. 7.

8.

9.

10.

11.

Uit zijn 2e huwelijk sproten drie kinderen: a. Hendrik Veldtman. geb. Curagao 1719, woonde in 1748 te Oost New Jersey; b. Hans Willem Veldtman. geb. Curagao 1721, wonende in 1746 Staten Eiland in het graafschap Richmond der provincie New York: c. Geertruida Veldtman. geb. Cura;ao 1722, gehuwd vóór 1748 met John Penhorn wonende te New York. Deze 3 kinderen passeren voor notaris Richard Nicholls te New York op 31 Maart 1748 een volmacht op Daniël Ellis en Nicolaas Gouverneur op Curagao, inzake de erfenis van hun te New York overleden moeder. Beide gevolmachtigden substitueren deze volmacht ten overstaan van de notaris van Schagen in 1748 (acte nr. 83) aan Johannes Bruch. Uit een Curagaose acte van 1749 (acte nr. 28) blijkt, dat de kinderen van wijlen Anna Ellis geb. van Kinswilder en de 3 kinderen Veldtman dan een proces hebben over de erfenis van hun groot¬ moeder geb. Koek in revisie hangende bij de Staten-Generaal. Bastiaan. geb. 15 Maart 1685, gestorven 24 Januari 1700. Hans Willem, geb. 6 Nov. 1686, genoemd bij de aanslag in de brandschatting van 1713, gestorven 15 Juli 1714, ongehuwd overleden. Geertruida. geb. 11 Oct. 1688, gestorven 26 Maart 1698. Magtilda. geb. 4 Juni 1690, huwde Curagao 9 Febr. 1728 met Hendrik de Wit. geboren te Amsterdam 19 Sept. 1679, die bij zijn huwelijk oud-raad van Cura?ao heet. Het echtpaar komt voor op de lidznatenlijst van Dec. 1730 als wonende in de Kuyperstraat. Hij overleed op Curagao 17 Febr. 1739; zijn grafsteen, waarop zijn wapen is nog aanwezig op de Prot. begraafplaats op Otrabanda. 1) Elisabeth. geb. 4 Juni 1690, gestorven 2 October 1747, huwt 1°. Curagao 10 Maart 1716 Gerrit Vriesenburgh. geb. te Amsterdam, overl. Cura;ao in 1724, zij huwt 2°. Curagao 6 Maart 1725 Alexander Currie, geb. Lintigow in Schotland, overl. Curagao 15 April 1728, zij huwt 3°. met Van der Dussen. lsabella. geb. 18 Januari 1697, huwt 21 Januari 1725 met Daniël Welshuysen. geb. te Carlshaven in Zweden. Zij komt voor op de lidmatenlijst van C. van 23 Dec. 1730 als zijn huisvrouw en wonende aan de Zeekant. In 1749 wordt Daniël Welshuysen in een Curagaose acte genoemd als wonende in Zuid-Carolina. Geertruida, geb. 23 Nov. 1698. overl. 30 Mei 1751, huwde Curagao 31 Mei 1719 met Herman WinkIer, geboren te Batavia, kapitein-luitenant van de militie en raad op Cura?ao; omstreeks 1721 uit zijn ambt ontzet en te New York overleden 27 Maart 1736. Uit hun huwelijk sproten: a. Maria Magdalena Winkler, geb. 1720, gehuwd met Nicolaas Gouverneur, wonende te New York: b. Hans Willem van Kinswilder Winkler, gehuwd 1°. in 1752 met Anna Berch (zie aldaar) en 2°. in 1759 met Jannetje Vos, jongste dochter van Jacob Vos en van Anna Sophia Schutt; hij was geboren 20 Dec. 1720 en gestorven 11 April 1764: .. c. Nicolaas Verkuyl Winkler; d. Louis Adolf Winkler, secretaris van Hilversum. Clasina, geb. 11 Juli 1702, huwde Curagao 17 Februari 1728 met Ds. Johannes Ferrarius. geboren te Groningen, student in de theologie aldaar sinds 1714, predikant op Curagao, doch aldaar enkele maan¬ den na zijn huwelijk 6 Juni 1728 overleden. Ook zijn grafsteen, waarop zijn wapen, is nog aanwezig. Als zijn weduwe staat zij vermeld op meerbedoelde lidmatenlijst, ook wonende in de Kuyperstraat even¬ als haar voorgaande zuster. Dit huwelijk was kinderloos.

*) Medegedeeld in „Beurs- en Nieuwsberichten" 30 Mei 1947: De oudste grafstenen van de Protestantse Begraafplaats op Otrabanda door Dr. A. J. C. Krafft. Hij was gedoopt in de Nieuwe Kerk te Amsterdam 20 Sept. 1679, vader Abraham de Wit, moeder Duddje van Belcamp. Deze vader was als Abraham de Wit van Haarlem, coopman, 1 Oct. 1664 poorter van Amsterdam

120

III. ONZE KERKHOVEN, GODSDIENSTIGE GEBOUWEN EN VOORGANGERS

HIER LEYT

BECRAAVEN den

HEER HENDfUCK DE 'WIT GEBOOREN IN AMSTERDAM DEN JJ} SEPTEMBER J) In Archief W.I. Comp., no. 582. Brieven en papieren van Curagao. 1734-1735. 179 DRUSCHKY-DRUSCHKE 1

testament inhoudt; zij benoemt dan haar 6 kinderen tot haar erfgenamen, n.1. Johannes. Anna thans gesepa¬ reerd van Johan Georg Rudeloff, Maria gehuwd met Frans Hendrik Recao, Petronella gehuwd met Bernardus van Starckenborgh, Johanna Christina gehuwd met Cornelis van Starckenborgh en Sara gehuwd met Jan Schotborgh. Het erfdeel van haar zoon Johannes. gehuwd met Susanna Reessen, moet fidei-commis blijven aan zijn kinderen; de 4 kinderen door Rudeloff bij haar dochter verwekt, n.1. George Sigismundus, Anna Cecilia. Johan Christiaan en Jan Pieter treden in hun moeders plaats als erfgenamen. Een acte in het notarieel protocol van J. van Schagen van 1746 (acte no. 49) houdt een verklaring in, dat Cecilia de Mey, weduwe Sigismundus Druschke - beiden hier overleden - tot enige erfgenamen heeft achter¬ gelaten 5 dochters en dan volgen haar namen met die van hun voornoemde echtgenoten met dien verstande, dat Johanna Christina thans weduwe Cornelis van Starckenborgh heet, terwijl de zoon Johannes en zijn kinderen niet meer genoemd worden, Sigismundus Druschke en Cecilia de Mey hadden dus 6 kinderen: 1. Johannes Druschke. geboren omstreeks 1708. Hij trad in Jan. 1723 als „busschieter" in dienst van de W.I. Comp-1), en is overleden tussen 1742 en 1746. Hij huwde met een Amsterdamse, n.1. Susanna Reessen. behorende tot een toen aldaar bekende Doopsgezinde familie, welke in die tijd 2 maal door huwelijk verwant was aan de toen nog eveneens Doopsgezinde familie (Bierens) de Haan. Zijn vrouw was een dochter van Jacob Reessen blijkens een volmacht in 1742 (dl. IV, acte no. 20) op Curagao gepasseerd, in welke Johannes Druschke als man van Susanna Reessen. dochter en medeerfgename van Jacob Reessen, overleden op 16 Juni 1741 te Amsterdam, volmacht geeft aan zijn behuwdbroeder Christofjel Reessen aldaar inzake de nalatenschap. Johannes Druschke. die in 1741 nog in het testament van zijn moeder met zijn vrouw en als hebbende kinderen genoemd wordt, komt niet meer voor in 1746 na het overlijden van zijn moeder, omdat dan verklaard wordt dat de door haar achtergelaten erfgenamen alleen haar 5 dochters zijn; hij en zijn jonge kinderen waren toen dus reeds gestorven. Zijn vrouw was eerder gehuwd geweest met een Janzen; een acte van 1765 (dl. III, no. 75) bevat het testament van Hendrik Willebord van der Grijp en Elizabeth Janzen, die daarin ver¬ klaart, dat zij een dochter is van Susanna Reessen. laatst weduwe van Johannes Druschke. Susanna Reessen leefde in 1751 nog op Curagao, daar zij 18 Juni van dat jaar met Bernardus van Starcken¬ borgh aldaar getuige is bij een huwelijk. 2- Anna Druschke. geboren Cura^ao omstreeks 1710. overleden tussen 1757-1774, huwt 1°. Cura?ao 3 October 1728 2) Johan George RudeloJJ, geboren te Maagdenburg, chirurgijn in dienst van de W.I. Comp., overleden tussen 1747 en 1757. Op de lijst van het familiegeld en zwarte hoofdgeld van 18 October 1735 komt Joh. George Rudeloff. chirurgijn, voor met een aanslag van 2 pesos en 1 slaaf. Dit huwelijk werd ontbonden blijkens een rekest van 30 Oct. 1739, waarin Anna Druschke verklaart, dat zij op 3 Oct. 1728 is gehuwd met - en op 26 Nov. 1736 is gescheiden van tafel en bed van - Johan George Rudeloff. dat zij daarna onderstand genoten heeft van haar vader Sigismund Druschke. die 2 Aug. 1739 is overleden, waarom zij thans onderstand eist van haar man, die zich daartoe op 22 Oct. 1739 bereid verklaart, hoewel hij de kinderen tot zich heeft genomen. (Resoluties en sententies van Directeur en Raden. dl. 1727-1758). In Mei 1747 werd Rudeloff echter voor eeuwig van het eiland verbannen en in 1757 was hij overleden, want 14 Aug. 1757 hertrouwde Anna Druschke als weduwe van Jan Rudeloff met Marlen de Pool. geboren te Dantzig, weduwnaar van Aaltje Litmann. Uit haar le huwelijk sproten de 4 hiervoor in 1741 genoemde kinderen, waarvan in Aug. 1759 nog in leven was de dochter Anna Cecilia Rudeloff gehuwd met Frederik Christiaan Göbel. Uit het tweede huwelijk waren geen kinderen. Marten de Pool overleed hoogbejaard zonder afstammelingen na te laten in 1786; acte no. 45 van dat jaar bevat de opening van zijn besloten testament van 1774. Hij geeft daarin vooraf legaten aan 4 personen, n.1. aan zijn 2 peetkinderen Adriaan Weever, zoon D 2)

Blijkens de Rantsoenlijst van 4 Maart 1724, archief W.I. Comp. fol. 103 van no. 208. Getuigen: Pieter de Mey de oude, Cecilia de Mey huysvrouw van Sigismundus Druschke hier wonende.

DBUSCHKY-DRUSCHKE 2

180

van Willem Weever en aan Aaltje Post. dochter van Pieter Adriaansz Post. en aan zijn behuwd¬ zuster Maria Recao (geb. Druschke) en zijn neef Johannes Recao. Zijn erfgenamen zijn 15 met namen genoemde neven en nichten, elk voor 1/15 part, kinderen van zijn 4 behuwdzusters Recao geboren Druschke. van Starckenborgh geb. P- Druschke, later weduwe Bulté. van Starckenborgh geb. /. C. Druschke en Schotborgh geb. S. Druschke, latere weduwe Rijke, zodat geen Rudeloff's daarbij meer genoemd worden. Executeurs-testamentair zouden zijn zijn behuwdneef Jan Nicolaas van Starckenborgh en diens zwager Ludwig Johan Iden. Het testament heeft op de omslag het zegel van Matten de Pool. Marten de Pool was evenals de familie Druschke Luthers. Op de lijst van 1755 voor het tractement van de eerste Lutherse predikant op Cura^ao tekende hij in voor 15 pesos. 3. Maria Druschke, geboren Curagao omstreeks 1713, overleden na 1774, huwt voor 1739 Frans Hendrik Recao. die in 1743 schipper op een bark genoemd wordt- In het testament van Jan de Mey van 1739 (bij de familie de Mey te vermelden) legateert deze aan zijn behuwdneef Frans Rekouw (aldus ge¬ schreven) en diens vrouw Mietje Druschke. Blijkens het bovenvermelde testament van Marten de Pool van 1774 leefde zij toen nog en behoorde haar zoon Johannes Sigismundus Reeao1) tot de 15 erfgenamen van deze behuwdoom. 4. Petronella Druschke. geboren Cura^ao 12 Mei 1717, begraven Curagao 29 Febr. 1796, als laatste van hare familie, huwt Cura?ao 6 April 1738 Bernardus van Starckenborgh, geboren te Rhenen 5 Maart 1718, assistent in dienst der W.I. Comp. op Curagao 1736, magazijn- en waagmeester aldaar, commis¬ saris over de slavenhandel en de recognitiën en vendumeester, overleden Curagao 27 Juli 1767, zoon van Jan Nicolaas van Starckenborgh en van Susanna Jacoba Perné. Uit hun huwelijk sproten 3 zoons, waarvan er 1 jong overleed, en 3 dochters, uit welke een talrijk nageslacht. In 1772 (dl. IV, acte no. 33) compareert Petronella Druschke. weduwe van Bernardus van Starcken¬ borgh. als mede-erfgenaam van „jonevrou" Maria Geertruida van Son. en als moeder en voogdes van Petrus Bernardus van Starckenborgh op de Academie te Groningen, en geeft volmacht aan haar zoon Jan Nicolaas van Starckenborgh. vaandrig der militie en raad alhier, op vertrek naar Amsterdam staan¬ de. om van J. A. Prijn, notaris te Delft, haar gemachtigde, rekening en verantwoording te vorderen van de boedel van „jonevr.” van Son voornoemd, die een broeder had Johan George van Son. van wie zij geërfd had. Vijftien jaar later geeft Petronella Druschke nog eens een volmacht af; in 1787 (dl. IV, acte no. 128) machtigt zij haar schoonzoon Jan Hendrik Jutting te Amsterdam, om van de notarissen J. A. Prijn en Sam: Prijn te Delft, als executeurs van het testament van jonevr. M. G. van Son, bet bedrag te vorderen, dat haar toekomt wegens het onderhoud van de overleden Anna Catharina Tabbers. Diezelfde dag (acte no. 130) maakt zij een nieuw testament, erfgenamen zijn haar 5 kinderen, haar kleindochter Sara Schotborgh, huisvrouw van de capitein in 's lands dienst May. krijgt een legaat. Aanvankelijk begrepen wij niet hoe de weduwe van Starckenborgh-Druschke. erfgenaam kon zijn van „jonevrou van Son", maar het vinden van enkele acten leverde onderstaand stamtafeltje op. waaruit de verwantschap blijkt: Jan v. StarckenborghY.\°. 30 Sept. 1679 Margaretha KeppelX2°. 11 Jan. 1691 Adriaan v.Son, ritmeester overl. 16 April 1704 Jan Nicolaas van Starckenborgh overl. Curagao 18 Maart 1735 Dr. Jan George van Son Maria Geertruida van Son X med. dr. en schepen van ongehuwd overleden Susanna Jacoba Perné Breda, overl. 3 Dec. 1743 Delft 17 Sept. 1764 overl. Cura?ao 3 Maart 1735 nalatende kinderen Bernardus van Starckenborgh overl. Cura;ao 1768 X Petronella Druschke *) Deze verliet later Curacao en huwde met Maria de Windt van volmachtigt 1772 en 1787 St. Eustatius, uit welk huwelijk een zoon Cornelis Recao. 181 DRUSCHKY-DRUSCHKE

5. johanna Christina Druschke. geboren Cura;ao omstreeks 1718, overleden kort voor 1784, huwt 1°Cura;ao 25 October 1739 Córnelis van Starckenborgh. gehoren Rhenen, korporaal van de ruiterij ten dienste der W.I. Comp., overleden Cura;ao vóór 1746, broeder van de hiervoor genoemde Bernardus van Starckenborgh. Uit dit huwelijk sproten 2 gehuwde zoons voor welke verwezen wordt naar het artikel van Starckenborgh. Zij huwde 2°. Curagao 27 Aug. 17471) met Jeronimus Bulté. geboren te Amsterdam, overleden tussen 1774 en 1782. Uit dit 2e huwelijk sproten nog 4 kinderen, o.a. genoemd in het hiervoor besproken testament van Marten de Pool van 1774, n.1. Alida Jacoba, Salomon. Cecilia en Petronella Bemardina Bulté. Als Johanna Christina Druschke. laatst weduwe van Jeronimus Bulté Janszn. van Amsterdam, in 1782 (acte no. 135) haar testament maakt, heeft zij nog deze 6 kinderen uit twee huwelijken. 6. Sara Druschke. geboren Curagao 16 Nov. 1721, overleden aldaar 23 Sept- 1766, huwt 1°. Cura?ao 6 Dec. 1739 Jan Schotborgh, geboren aldaar 2 Nov. 1713, overleden Curagao 21 Jan. 1755. zoon van Claes Schotborgh en van Adriana Brugman. Uit dit huwelijk sproten een dochter en een zoon, bei¬ den gehuwd met een van Starckenborgh. wij verwijzen naar het artikel over de familie Schotborgh. Zij huwde 2°. Cura;ao 2 October 1756 met haar volle neef Pieter Rijke, weduwnaar van Sybrecht Houtvat; bij was geboren Cura;ao omstreeks 1720, overleden aldaar 5 Febr. 1788, na hertrouwd te zijn in 1767 met Anna Jansz. 2), en was zoon van Theophilus Borel Rijke en van diens eerste vrouw Maria de Mey. Uit haar 2e huwelijk sproot behalve een jong gestorven zoon nog een dochter, terwijl haar 2e man uit zijn 3e huwelijk nog 6 kinderen kreeg; zie voor dit alles bij de familie Rijke. Door deze onderlinge huwelijken de Mey - Rijke - Druschke - v. Starckenborgh - Schotborgh - Janszn ontstond een bijna onontwarbaar familiekluwen op Cura?ao, waarom het goed leek, deze families hier uitgeplozen te publiceren. 1) a)

Hierbij waren getuigen Hendrik Bulté en Maria Druschfae huisvrouw van Frans Recao. Deze was weer een dochter van Córnelis Jansz en van Maria Schotborgh.

DRUSCHKY-DRUSCHKE

182

VEERIS Het geslacht Veeris, waarvan omstreeks 1705 een lid op Cura^ao kwam en de stamvader daar werd van een talrijke nakomelingschap, komt het eerst te Amsterdam voor. Melchior Barends Veeris, geboren in 1586 en overleden in 1652, had uit elk zijner beide huwelijken, resp. met Aaltje Martiens en met Jannetje Reiniers, een zoon. Uit het eerste huwelijk sproot Pieter Veeris, geb. in 1611, overl. 20 Jan. 1682, die uit zijn 2e in 1633 gesloten huwelijk met Janneke Sladus (f1648) een tak Veeris stichtte, welke te Amsterdam leefde en waarvan bekend is zijn zoon Ds. Melchior Veeris, geb. Amsterdam 6 Juni 1643, o.a. predikant te Assendelft (1679-1712), overl. te Beverwijk 2 April 1721. Hij gaf verschillende werken uit, men zie over hem het Nieuw Nederl. Biogr. Woordenboek, dl. III. Evenals zijn oudere broeder Mattheus Veeris liet hij nakomelingen na. Uit het tweede huwelijk van eerstgenoemde Melchior Barends Veeris sproot een zoon Barend, geboren omstreeks 1620, die in 1674 voorkomt als drogist te Amsterdam. Hoewel een uitgebreid onderzoek te Amster¬ dam veel gegevens over deze oudere generaties zal opleveren, lag dit minder op onze weg en beginnen wij de genealogie van de Cura?aose familie Veeris met een kleinzoon van laatstgenoemde Barend, n.1.: I. Abraham Veeris, geboren te Amsterdam omstreeks 1680, die omstreeks 1705 op Curagao kwam en die in 1714 voorkomt als assistent der W.I. Comp. op 25 gld. ’s maands. Op de lijsten van de Compagniesdienaren op Curacao van 1711 staat hij soms ingeschreven als Abraham Feris: in 1717 en 1721 heet hij deurwaarder. Bij de aanslag van 6 Maart 1713 ter betaling van de brandschatting van de Franse comman¬ dant Jacques Cassard komt hij voor'met een bedrag van 120 pesos. Hij overleed voor 1729 en was omstreeks 1705 gehuwd met Anna Maria van den Nieuw burg, die van af 1729 als zijn weduwe genoemd wordt en die hem lang overleefde, zij stierf in 1754; de inventaris van haar nalatenschap vindt men in het secretariëel protocol van 1754/55, acte no. 4. Uit haar huwelijk sproten 9 kinderen, waarvan het jongste in 1748 nog onmondig was en omtrent welke kinderen men ingelicht wordt door haar uitvoerig testament van 1748 (protocol van dit jaar, 2e dl., acte no. 229); al haar 9 kinderen (7 zoons en 2 dochters) worden er in genoemd, haar twee dochters zijn dan reeds gehuwd. Nog op 8 April 1753 komt zij als getuige bij een doop voor en op de lidmatenlijst van de Gereformeerde gemeente van Dec. 1730 is zij vermeld als de weduwe Abraham Veeris. De lijst van 18 Oct. 1735 van het aantal slaven en de aanslag in het familiegeld vermeldt haar met 16 slaven en 2 pesos. De 9 kinderen waren: 1. Abraham Boom Veeris, volgt II. 2. Jacques Veeris, volgt Ilbis. 3. Jan Veeris, volgt liter. 4. Sara Gijsbertha Veeris, geb. Cura^ao omstreeks 1712, overl. als weduwe na 27 Sept. 1764, huwt kort voor 27 April 1735 (op welke datum zij met haar man testeert) met Hermanus Rojer Pieterszn.. die in 1744 voorkomt als ouderling te Willemstad en die tussen April 1753 en Oct. 1754 overleed. Uit dit huwelijk sproten kinderen uit welke - zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn - een talrijke nakomelingschap (zie o.a. bij Severijn, sub IV). 5. Gerrit Veeris; hij wordt alleen in 1748 genoemd in het testament van zijn moeder en zal kort daarna zijn overleden. 6. Anna Aletta Veeris, bij het opmaken in 1754 van de inventaris van haar moeders nalatenschap ge183 VEERIS 1

schiedde zulks op haar aangeven, zij was toen reeds weduwe en komt in 1760 en 1770 nog als zodanig voor. Zij was gehuwd met Jan Alberts Plate. van Amsterdam, die tussen 1748 en 1754 overleed. 7. Comelis Veeris, volgt Ilquater. 8. Hendrik Daniël Veeris, genoemd in het testament van zijn moeder in 1748, vertrok daarna naar Aruba, waar hij in Juli 1774 overleed. Op gevorderde leeftijd maakte hij in 1773 (acte no. 201) nog huwelijksvoorwaarden met Willemina Rasmijn. overl. 13 Febr. 1817, wed. van Steven Rasmijn: zijn huwelijk was kinderloos. 9. Barend Veeris, volgt Ilquinquies. II.

Abraham Boom Veeris, geboren omstreeks 1705, wordt in Cura;aose acten vermeld sedert 1727. Hij overleed in 1748 en was op Cura^ao 19 April 1729 gehuwd met Maria Middelkoop, geboren aldaar. Zij overleed 28 Jan. 1761, nalatende onmondige kinderen, waarvan ons bekend zijn: 1. Maria Adriana Veeris, ged. Curagao 5 Mei 1729. overleden voor 1761. 2. Anna Maria Veeris, ged. Cura;ao 12 Juli 1731, ondertrouwt aldaar 24 Oct. 1766 Jacobus Wernard Elling. geb. Curagao. 3. Abraham Gijsbert Veeris, volgt III. 4. Maria Veeris, geb. omstreeks 1747, gehuwd met Abraham Veeris Bzn., vermeld sub Illter.

Ilbis. Jacques Veeris, vermeld op de lijst van het aantal slaven en het familiegeld van Oct. 1735 met 1 slaaf en een aanslag van 2 pesos. Hij wordt in acten van 1734, 1739, 1748 en 1760 nog genoemd en huwde op Curagao 13 Mei 1732 met Antoinetta Elisabeth Wijmers. die vóór 24 Sept. 1760 overleed met nalating van haar man en 7 kinderen. Zulks blijkt uit het testament van deze datum van haar moeder Dina van Eyken. weduwe van Olphert Wijmers. waarin zij o.a. de met namen genoemde kinderen van haar dochter gehuwd met Jacques Veeris tot haar erfgenamen benoemt. Deze kinderen waren: 1. Abraham Veeris, ged. Curagao 5 Febr. 1733, overleden na 1760. 2. Dina Elisabeth Veeris, ondertr. Curagao 30 Nov. 1764 met Jacobus Croes. beiden geb. op Curagao. 3. Anna Maria Veeris, geb. Curagao, overl. als weduwe 30 Oct. 1811, ondertr. aldaar 4 Maart 1759 met Abraham Staats, geboren te Amsterdam. 4. Anna Aletta Veeris, geb. Curagao. ondertr. aldaar 19 April 1765 Nicolaas Hendrik Weerenberg, geb. in het Hannoverse. 5. Sara Gijsberta Veeris, geb. Curagao, ondertr. aldaar 10 Febr. 1769 Joannes Arnoldus van Hasendonck. die Rooms was en geboren te Aarschot. 6. Jacoba Adriana Veeris, geb. Curagao, ondertr. aldaar 26 October 1764 met Archibald Campbell, van Edinburg. 7. Jannetje Comelia Veeris, geb. Cura?ao (de doopboeken ontbreken van 1734-1752), overleden na 1760. liter. Jan Veeris, vermeld in Curagaose acten sinds 1739, hij is dan accijnsmeester en echtgenoot van Aaltje Koek. een dochter van Andries Willemszn. Koek. Veel later sloot hij 27 Sept. 1760 nog een tweede huwe¬ lijk met Willemina Lix Raven, weduwe (met een dochter Catharina) van Arnoldus Senenbergh. Zij was geb. 1 Dec. 1733, haar ouders waren Gabriel Lix Raven en Catharina de Wit. Jan Veeris, die uit zijn eerste huwelijk geen kinderen had en uit zijn veel later 2e huwelijk nog een zoon won, overleed op Curagao 10 Dec. 1769. Zijn vrouw, die in 1780 testament maakte (acte no. 1560) en daarin haar dochter en haar zoon vermeldt, overleed 31 jaar na Jan Veeris op 7 Dec. 1800. Hun zoon was: 1. Gabriel Veeris, volgt Illbis. Ilquater. Comelis Veeris, vermeld sedert 1748 en overleden 16 Jan. 1798. Hij huwde 1°. Curagao 8 April 1753 met Maria Aarts Kool. welk huwelijk kinderloos was; hij huwde 2°. aldaar 8 Maart 1767 Maria Rasmijn. 184

dochter van Steven Rasmijn en Maria Hiel Bell. Zij testeerden samen in 1774 (acte no. 434), zij leefde nog in Maart 1808 en overleed 4 Nov. 1814. Uit dit 2e huwelijk sproten: 1. Steven Veeris, ged. 29 Sept. 1768, overleden 9 Mei 1776. 2. Abraham Veeris, geb. 11 Sept. 1771, ged. 20 Oct. 1771; hij huwde Curacjao 13 Maart 1808 met Maria Elisabeth Veeris, waarbij getuigen waren Gabriel Veeris en Maria Rasmijn wed. Comelis Vee¬ ris; zij was ged. (Luth.) 11 Juli 1784 en dochter van Gabriel Veeris en van Anna Catharina Veeris (zie Illbis). 3. Jan Willem Veeris, ged. 28 Dec. 1774, overleden 17 Dec. 1780. 4. Steven Veeris, ged. 19 Jan. 1779. overleden 21 Jan. 1779. 5. Anna Maria Veeris, ged. 29 Januari 1783. Ilquinquies. Barend Veeris, in 1748 nog minderjarig, overl. 2 Juni 1798, huwde 1°. 13 Oct. 1754 met Jannetje Aarts Kool, uit een bekende Cura) Blijkens zijn nog aanwezige lakken op 2 acten als secretaris ln 1734 en 1736 (resp. in protocol 1754-55 en 1753) zegelde hij met een wapen, dat op belde lakken niet gelijk is. 2) Deze Pieter van de Wall Perné Is een broeder van de hiervoor genoemde Maria Perné, en Is een zoon van de Benjamin Pcmé, schout van Soest en van Baarn, gehuwd met Hermlna van de Wall, wiens dochter Susanna Jacoba Perné door haar huwelijk met Jan Nicolaas van Starckenborgh in 1721 op Curagao was gekomen. Men ziet al die latere Curagaoënaars waren dikwijls reeds aan elkaar verwant 197 SEVERIJN

?ao 21 Maart 1777 Ebbetje Evertsz, geb. Curagao circa 1752, overleden na 1787, dochter van Abraham Evertsz en van Maria Legendre. Christiaan Samuel Severijn werd 25 Dec. 1765 tot lidmaat van de Lutherse gemeente aangenomen en liet de kinderen uit zijn 2e huwelijk ook Luthers dopen. Zijn le vrouw komt in de volgende acten voor: 1757, dl. II, nr. 8: Maria Eylbracht, Gerbrand Elias Eylbracht. Alida Eylbracht. huisvrouw van Christiaan Samuel Severijn. en Christina Dorcas. eerder wed. van Gerbrand Elias Eylbracht en nu huisvrouw van Jan Adam Krell, voor haar 2 minderjarige kinderen Dirk van der Meer Eylbracht en Vrouwtje Elias Eylbracht. volmachtigen Maria Geel weduwe van Casparus Eylbracht te Amsterdam, inzake de erfenis van Ds. Elsnerus te Nijmegen, die weduwnaar was van hun aller nicht Eylbracht. aldaar overleden. 1772, acte no. 157: Alida Eylbracht. huisvrouw van Christiaan Samuel Severijn geeft opnieuw volmacht inzake de erfenis van Ds. Elsnerus. 1773, dl. III, acte no. 103: Christiaan Samuel Severijn. gehuwd met Alida Eylbracht, wonende op Bonaire, is belanghebbende in de boedel van haar oom Hendrik Eylbracht in Bengalen overleden. Wellicht was zijn vrouw een dochter van Johannes Philippus Eylbracht die van 1750-1756 commandeur op Bonaire was en daar in laatstgenoemd jaar overleed. Uit zijn le huwelijk sproot: 1. Samuel Hendrik Severijn. volgt II. Uit zijn 2e huwelijk sproten: 2. Samuel Christiaan Severijn. gedoopt (Luthers) Curagao 1 Maart 1778, doopgetuigen Abraham Evertsz. Maria Eylbracht. Pieter Gerard Evertsz en Anna Pieternella de Witt; overl. Curagao 17 Jan. 1782. 3. Abraham Severijn. volgt Ilbis. 4. Christiaan Hendrik Severijn. gedoopt Curagao 27 April 1781, waarbij doopgetuigen waren Pieter Ge¬ rard Evertsz en Anna Maria Evertsz. II.

Samuel Hendrik Severijn. geboren omstreeks 1755, overleden Curagao 3 Maart 1810, huwt omstreeks 1775 (de huwelijken zijn in die tijd niet ingeschreven) Helena Elisabeth Graval. behorende tot een familie die toen zowel op Curagao, als op St. Eustatius vertegenwoordigd was: zij overleed na haar man. Uit dit huwelijk sproten: 1. Samuel Hendriks Severijn. gedoopt Curagao 17 Dec. 1775, doopgetuigen Christiaan Samuel Severijn. Maria Hiel Bell wed. Stephen Rasmijn. Hendrik Evertsz Abrahamsz en Anna Magdalena Hendriks Krell. begraven aldaar 31 Maart 1776. 2. Samuel Severijn. volgt III.

III.

Samuel Severijn. geboren omstreeks 1777, huwt omstreeks 1802 (de huwelijken van 1796-1800 en 18021806 ontbreken) met een familielid en naamgenote van zijn moeder, ook geheten Helena Elisabeth Graval. Rooms gedoopt Curagao 28 Juli 1776, dochter van Nicolaas Graval en van Maria Joubert. Hun beider overlijden werd niet gevonden, doch zij lieten de volgende kinderen dopen: 1. Nicolaas Samuel Severijn. geboren Curagao 11 December 1802, gedoopt (Luth.) 24 Dec. d.a.v.1), ongehuwd overleden Curagao 5 Juli 1839. 2. Helena Elisabeth Severijn. geboren Curagao 28 Dec. 1806, gedoopt 15 Jan. 1807, overleden Curagao 20 April 1833 en gehuwd met Isaac David Freeman. 3. Susanna Aletta Severijn. geboren Curagao 7 Juli 1810, gedoopt 15 Juli d.a.v., waarbij doopgetuige de weduwe Helena Elisabeth Graval. d.i. grootmoeder van het kind.

Ilbis.

Abraham Severijn. gedoopt Curaago 21 Nov. 1779, doopgetuigen Hendrik Eman, Maria Legendre en Anna Pieternella de Wit. Hij bezat de plantage Klein Bloemhof (1825) en woonde o.a. op Bonaire en overleed na 1832. Hij huwde Curagao 18 Mei 1800 Alida Geertuida de Wit Evertsz, waarbij getuigen

*)

Doopgetuigen Pieter Gorsira en zijn vrouw Hendrina Zeyll. 198

waren voor hem Frans Rojer en Maria Eilbracht en voor haar Hendrik Evertsz Azn. en Johanna Comelia Evertsz. Zij was geb. Cura?ao 25 Jan. 1786, er begraven 16 Sept. 1825, dochter van Hendrik Evertsz Azn en van Johanna Comelia Krell. Uit dit huwelijk sproten: 1. Christiaan Samuel Severijn. gedoopt (Luth.) Curagao 13 Dec. 1803, doopgetuigen Hendrik Evertsz en Johanna Comelia Krell bovengenoemd. Hij overleed na 21 Juni 1827. want op deze datum roept zijn vader de bescherming van het Gouvernement in tegen deze zoon van hem wegens diens schandelijk en aanstotelijk gedrag, hetwelk hem in zijn rust verstoort en zijn leven meer dan eens in gevaar brengt. De Gouverneur liet deze zoon daarop aan boord van 's Rijks stoompakket „Curagao” brengen om als lichtmatroos 3e kl. daar te dienen en met aanschrijving aan de Commandant om hem binnen scheepboord te houden en naar Nederland over te voeren ten einde aldaar hem te engageren of af te danken, zoals de Minister daar zal bevelen. 2. Johanna Comelia Severijn, geb. Curagao 26 Juni 1806, er gedoopt 11 Sept. 1806, begraven Curagao 11 December 1806. 3. Johanna Comelia Severijn, geb. Curagao 10 Nov. 1807, gedoopt (Luth.) 7 Jan. 1808, begraven aldaar 9 September 1811. 4. Hendrik Evertsz Severijn. ged. Cura^ao 21 Mei 1810, begr. 1 Januari 1813. 5. Bernardus Anthomj Severijn, geboren omstreeks 1812, begraven Curagao 7 Augustus 1815. 6. Johannes Severijn, volgt Illbis. 7. Ebbetje Evertsz Severijn. geboren Curagao 19 Sept. 1816, aldaar gedoopt (Luthers) 20 Dec. 1816, waarbij getuigen Jan Evertsz en Anna Elisabeth Evertsz geb. de Hachette (aldus is de naam in het doopboek ingeschreven): ongehuwd overleden na 1863. In 1863 ontving zij een bedrag van 200 gld. van het Gouvernement als vergoeding voor de emancipatie van haar slaven. 8. Hendrik Evertsz Severijn. geboren omstreeks 1818, begraven Cura?ao 6 Mei 1821. Illbis. Johannes Severijn. geb. omstreeks 1817, vermeld met zijn zuster Ebbetje bij de afkoop van hun slaven in 1863, ontvangende zij te zamen 800 gld. Hij was planter en bezat de plantage „Severijn" en had bij Catharina Zejrien (een huwelijk werd niet gevonden) de 8 volgende kinderen: 1. Wilhelmus Severijn. geboren 21 October 1837, schoenmaker. 2. Amalia Severijn. geboren 8 Augustus 1840. 3. Francinette Josefina Severijn. geboren 4 October 1844. 4. Franciscus August Severijn. geboren 2 April 1851, leerlooier. 5. Anton Bartholomeus Severijn. geboren 23 Augustus 1853, schoenmaker. 6. Hendrik Elizius Severijn, geboren 1 December 1855, schoenmaker. 7. Catrijn Francisca Severijn, geboren 29 Januari 1858. 8. Alida Gertuida Severijn. geboren 15 Maart 1860. Blijkens de „Staat der plantagien te Cura^ao op primo Januari 1828" 1) was in dat jaar Barend Severijn plantage-eigenaar, misschien is hij een zoon van bovengenoemde Abraham. Nazaten van deze familie Severijn wonen nog op Cura?ao; er komen enkele Severijns op de Kiezers¬ lijsten voor.

J) Zie: Bijlage B van het verslag van de Commissaris-Generaal J. van den Bosch aan de Minister. (Bijdragen en Medcdeelingen van het Historisch Genootschap, dl. LI, 1930). 199 SEVERIJN 5

COLUMBA Deze familie is na 1713 op Curagao gekomen, want bij de taxatie in de aanslag voor de aan Cassard te betalen brandschatting komt haar naam nog niet voor. I. Willem Columba. de eerste van deze naam moet echter niet lang daarna op het eiland zijn gekomen, want op 4 Febr. 1720 is hij een der getuigen bij het huwelijk van Bruyn Govertsz Veen met Regina Maron. Op de lijst van de aanslag in het zwarte hoofdgeld en het familiegeld van 1735 komt hij voor met 4 slaven en een aanslag van 4 pesos. In 1737 was zijn vrouw echter weduwe en uit hun beider testament van 17 Mei 1737 blijkt, dat haar man en zij in 1716 een eerder testament hadden gemaakt, zodat zij in dat jaar gehuwd zullen zijn en dat hij in 1737 is overleden. In een acte van 1727 heet hij chirurgijn. Zijn vrouw heette Barbara den Uyl en bij het huwelijk in 1737 van haar oudste dochter heet zij weduwe van Willem Columba. Uit de opening van haar als weduwe gemaakt besloten testament van 1742 blijkt, dat zij 12 Aug. 1742 was overleden (acte no. 49 van deel III van het protocol over 1742). Uit hun huwelijk sproten 8 kinderen, alle genoemd in laatstbedoeld testament: 1. Adriana Columba. lidmaat der gereformeerde gemeente na gedane examinatie Dec. 1730, overl. 21 Febr. 1781; huwt in Mei 1737 met Johannes Clements, vaandrig van de burgerij, overleden vóór 1747, zoon van Albertus Clements en Anna Maria Rappert. Over de voltrekking van dit huwelijk door de predikant Ds. Rasvelt kreeg deze hevige ruzie met verschillende bewoners van Curagao, die een klacht over hem bij Heren X indienden, waarover men kan lezen in De West-Indische Gids 1939. 2e jg. „Wigbold Rasvelt en zijn gemeente op Curagao 1730-1757", door Prof. L. Knappert. 2. Johanna Columba. 3. Harmen Columba. 4. Niesje Columba. overl. 24 Febr. 1798; zij huwde met Johannes Stuyling Samuelszn. en testeerde als diens kinderloze wed. in 1782 (acte no. 50 van prot. 1782/83): tot erfgenamen benoemt zij haar 2 min¬ derjarige neven Willem Columba en Matthias Exsteen Columba. hierna te vermelden; voorts geeft zij verschillende legaten. n.I. aan de armen van de gereformeerde gemeente, aan de kinderen van haar be¬ huwdzuster Aletta Stuyling bij Nicolaas Dam. aan die van haar behuwdzuster Cornelia Stuyling bij Theophilus Borel Jansz.. aan Maria Henricus, vrouw van Gerrit Rademaker. aan Theodorus Brion. zoon van Pierre Brion en Maria Detrox. aan Aletta Stuyling weduwe Nicolaas Dam voornoemd en aan Elisabeth Schotborgh. vrouw van Willem Columba; haar behuwdzuster Maria Stuyling weduwe Jan Herman Schuman wordt genoemd, maar krijgt geen legaat. In 1785 maakte zij echter een nieuw testament (acte no. 275), zij geeft alsdan alleen legaten aan de voomoemde kinderen Dam en Jansz. en aan Theodorus Brion en diens zuster Helena Brion; erfge¬ namen blijven haar 2 voornoemde neven Columba. met dien verstande, dat als Willem Columba sterft zijn portie zal komen aan zijn vrouw en zijn kinderen, en dat als Matthias sterft diens portie ver¬ deeld zal worden tussen de kinderen van voornoemde Schuman, Dam en Jansz. en die van Willem Columba. Uit deze testamenten blijkt, dat haar andere broeders en zusters overleden waren zonder kinderen na te laten. 5. Albertus Columba. 6. Johannes Columba. 200

7. Willem Columba, volgt II. 8. Pieter Columba. II.

Willem Columba. geboren omstreeks 1730, overleden na 1782, huwt Cura^ao 22 Maart 1772 met Elisabeth Schotborgh, geb. in 1754, dochter van Jan Paul Schotborgh en van Maria Hansz Heyn: zie de genealogie Schotborgh. Uit dit huwelijk sproten: 1. Hermanus Columba. gedoopt 19 October 1774, jong gestorven. 2. Hermanus Columba. gedoopt 12 fan. 1776, getuige was Niesje Columba, wed. Johannes Stuylingh Samuelszn., jong gestorven. 3. Willem Columba. 4. Matthias Exsteen Columba. beiden in 1785 in leven. 5. Johanna Poulina Columba. geboren na 1785, gehuwd omstreeks 1806 met Pieter de Mey, geboren Cura?ao 20 September 1775, weduwnaar van Johanna Willemina Tepasque en zoon van Cornelis de Mey en Helena Eva Rijnink; zie de genealogie de Mey.

Tot deze familie zal behoord hebben Nicolaas Columba. wiens weduwe Maria Magdalena Ferdinand 4 Januari 1820 begraven werd. Het geslacht is nog op Curagao in leven.

201 COLUMBA

VAN STARCKENBORGH Van dit geslacht is nimmer een genealogie verschenen; hoewel het reeds is uitgestorven, hebben de leden ervan bijna 125 jaren op Cura?ao geleefd, één lid was daar zelfs waarnemend gouverneur, het geslacht was er vermaagschapt aan verschillende oude Cura?aose families en tal van personen stammen langs vrouwelijke lijn uit een Van Starckenborgh en tellen deze naam dus onder hun kwartieren; dit alles wettigt de opname van dit ge¬ slacht in deze uitgave. Ook blijkens de „Geschiedkundige sprokkelingen" in het Koloniaal Weekblad van 11 Oct. 1928 was men geheel onwetend over de genealogie van dit geslacht en is de publicatie van het navolgende dus nog meer gewenst. Dat dit geslacht Luthers zou zijn geweest, zoals men in 1928 meende, is ook onjuist. Aanvankelijk schreven de leden ervan zich Van Sterckenborgh. doch vóór hun verblijf op Curagao werd de naam veranderd in Van Starckenborgh. om bij de laatste afstammelingen aldaar weder enkele malen Van Sterckenburg te worden.

I.

De genealogie vangt aan met: Jan of Johan van Sterckenborgh, geboren te Batavia in 1658 of 1659, schepen en raad van Wijk bij Duurstede, overleden in 1687 of 1688. Hij huwde te Amerongen 30 Sept. 1679 - na op 22 Sept. te voren te Amsterdam te zijn ingetekend - met zijn nicht Margaretha Keppel, gedoopt te Amerongen 28 Juni 1661, overleden vóór 1707, dochter van Ds. Bernardus Keppel. predikant te Beesd (1653), daarna van Amerongen en Leersum van Dec. 1654 tot zijn overlijden in Juli 1712, en van diens eerste vrouw’) Maria van Sterckenborgh, die te Amerongen in 1686 was gestorven, een dochter van Anthonis Gijsbertszn van Sterckenborgh. schout van Werkhoven (1656) en van Alberta Jansdr. van Oostrum. De kerkelijke intekenacte te Amsterdam van 22 Sept. 1679 luidt: „sijn op de acte van Ds. Bernardus Keppel. predicant tot Amerongen, ingeteekent Johannes van Sterckenborgh, j.m., van Batavia, oud 20 jaren, op de Korteprinsegragt, en Margaretha Keppel. van Ameronken, j(onge) d(ochter) aldaar wonende. Acte verleent (om te trouwen) 8 October 1679". De bruidegom ondertekent de acte met: J. v. Sterckenburgh. De predikant en schoonvader te Amerongen had echter het betoog uit Amsterdam niet afgewacht, want blijkens de inschrijving van het huwelijk te Amerongen is het jonge echtpaar „na voorgaande proclamatie en betoon van Amsterdam, tot „Amerongen getrouwt den 30 September 1679". Zij vestigden zich in het nabij gelegen Wijk bij Duurstede, waar hij raad en schepen werd, reeds in 1680, doch in 1687 of 1688 na slechts ruim 8 jaar getrouwd geweest te zijn, overleed hij. Zijn vrouw komt n.I. op 2 April 1688 en daarna op 21 Dec. van dat jaar in notariële acten dier stad voor als „juffr. Margare¬ tha Keppel. weduwe Johan van Sterckenburgh. in sijn leven schepen en raad van Wijk bij Duurstede". Zij overleed aldaar 16 April 1704 en hertrouwde te Leersum 11 Jan. 1691 met Adriaan van Son. toen¬ maals cornet der cavalerie, later ritmeester, uit welk 2e huwelijk nog een dochter en een zoon Jan George van Son geboren werden, waardoor diens nalatenschap in 1782 en 1787 vanuit Curagao nog ter sprake komt, zoals wij straks zullen zien. Uit hun huwelijk sproten: 1. Jan Nicolaas van Sterckenburgh. gedoopt te Wijk bij Duurstede 31 Juli 1681, jong gestorven. 2. Jan Nicolaas. die volgt sub II.

1) Ds. Bernardus Keppel, wiens voornaam daardoor in de familie van Starckenborgh gebruikelijk werd. hertrouwde nog, meer dan 26 jaar na zijn eerste huwelijk met Geertruida van Swolle, weduwe van Ds. Cornelis van Loon. predikant te Driebergen. 202 VA» STABCKRiBOP.GH 1

II.

Jan Nicolaas van Sterckenborgh. later van Starckenborgh. gedoopt te Wijk bij Duurstede 21 Sept. 1683. overleden op Curagao 18 Maart 1735, huwt 1°. te Amerongen 19 Nov. 1703 (na te Wageningen en te Wijk bij Duurstede 18 Nov. t.v. te zijn ingetekend) met Eva Alexandrina Vermeer, wonende te Wage¬ ningen. Bij dit huwelijk heet hij voor het eerst „Van Starckenborgh". Hij verhuisde toen van Wijk bij Duurstede naar Wageningen, waar hij voorkomt als burgemeester en waar zijn vrouw overleed, waarna hij naar Utrecht verhuisde. Aldaar ondertrouwde hij 2 Nov. 1710 als Jan Nicolaas van Sterkenborg en huwde er 25 Nov. d.a.v. met Susanna Jacoba Pernê. De acte heeft de bijschrijving: „sponsus majorensis et viduus, sponsae consensu Zijn 2e vrouw, die hem naar Curagao volgde, was een dochter van Benjamin Perné. eerst drost van Soest en Baam, sinds 27 Mei 1703 burger van Utrecht, (begr. aldaar 18 April 1705) en van Hermina van de Wall. i) Jan' Nicolaas van Starckenborgh verbond zich in 1720 bij de West-Indische Compagnie en vertrok met zijn vrouw en zijn kinderen, voor zover deze niet jong gestorven waren, naar Curagao, waar hij 22 Juli 1721 als kapitein-luitenant van de militie van Amsterdam met „d'Eendragt" aankwam 2) en in deze func¬ tie tevens als raad werd opgenomen in de Raad van Politie aldaar. Als Jan van Starkenburg, comman¬ dant over de militie, tekent hij 7 Febr. 1730 het adres aan Heren X om Ds. Rasvelt te benoemen als pre¬ dikant op Curagao. Bij brief van Jan Nicolaas van Starckenborgh aan de Vergadering van X - aldaar gelezen 7 Nov. 1733 - schrijft hij, dat „hij al 12 jaar als capitein-luitenant dienst doet en verzoekt hij inplaats van de overleden Cornelis A. van der Burgh. tot commissaris van train en vivres te worden benoemd „tot maintenu van mijn swaare familie"3). Anderhalf jaar later overleden zijn vrouw en hij er kort na elkaar. In een brief van zijn zoon Bernatdus van Curagao 30 Juni 1735 aan de „WelEdele Groot Achtbare Heeren der W.I. Compagnie" deelt hij deze mede „dat zijn papa op 18 Maart 1735 door de Almogenden God uyt deze werelt in zijn Hemelrijk is gehaalt en dat zijn mama op den 4en Maart in den Heere is overleden”, en verzoekt hij ootmoedig de bediening als vaandrig van de militie over dit eiland.4) De inventaris van zijn nalatenschap wordt 27 Maart 1735 ten overstaan van twee weesmeesters opge¬ maakt: er was een aantal slaven onder, waarvan er enige aan zijn dochter toebehoorden. Hun kinderen waren: 1. Benjamina Hermina van Starckenborgh, geboren te Wijk bij Duurstede 1712, overleden na 1764, huwt 1°. voor 1739 Isaac Hendrik Wierman. assistent der W.I. Comp. op Curagao. overleden aldaar 21 Juni 1747 (protocol van dit jaar, acte nr. 251), zonder kinderen na te laten. Hij was een zoon van Jan Pieter Wierman en van Adriana de Bordes. Zij huwde 2°. Curagao in April 1748 Pieter Koek. geb. Curagao, weduwnaar van Eva Helena Pletsz en zoon van Jan Koek. Onder de op geloofsbelijdenis aangenomen lidmaten wordt zij vermeld kort na 30 Dec. 1730. Met haar eerste man komt zij voor in acte no. 87 van 1739 en opnieuw in 1741 (acte no. 75). als zij beiden hun mutieel testament maken. Als deze eerste echtgenoot in 1742 naar patria gaat, benoemt hij haar tot zijn gemachtigde (actenr. 129, protocol 1742, dl. II). In 1764 komt zij als zijn weduwe voor: van kinderen uit beide huwelijken blijkt niets. 2. Jan van Starckenborgh, gedoopt te Lienden 9 Febr. 1714, trad reeds 8 Sept. 1721 als adelborst in dienst van de W.I. Comp., werd later vaandrig op St. George d'Elmina (Guinee) in dienst van deze Comp. was tot 1742 nog aldaar als oppercommies en raad. 3. Bernardus van Starckenborgh, volgt III, blz. 3. 4. Cornelis van Starckenborgh, volgt Illbis, blz. 4.

*) meester *) a) •>)

ZIJ was gedoopt tc Arnhem 29 April 1670, dochter van Peter van de Wall. ontvanger van het ambt Renkum en rent¬ van St. Agnleta te Arnhem, en van Cornelia Acrsscn van Alfen. Soldljboekcn, No. 227, fol. 114 en 124: dl. 1701-1744. Brieven en papieren van Curagao aan de Kamer van Amsterdam 1723-1739 fol. 580. Als boven 1734-1735, fol. 81. 203 VAN STARCKENBORGH 2

III.

Bemardus van Starckenborgh. geboren te Rhenen 5 Maart 1718. trad 8 Febr. 1723 als adelborst in dienst van de W.I. Comp.; in Jan. 1736 staat hij op de ..Rantsoenlijst van de Compagnies bedienden" (fol. 376) vermeld als assistent. 21 April d.a.v. verzoekt hij per brief aan de Bewindhebbers der Compagnie om de vaandrigplaats opengevallen door het „avancement" van de vaandrig Christofjel Radewies. Tijdens de twisten tussen de Gouverneur Jan Gales met de burgerij wordt hij in 1739, nog assistent zijnde, door Gales in arrest gesteld, omdat hij de kapitein-luitenant Bernagie niet beleefd gegroet zou hebben, i) Begin 1742 wordt hij gemachtigde van zijn broeder Comelis. als deze verlof naar patria krijgt. 3 Juli 1744 wendt bij zich tot H.H. Bewindhebbers met verzoek om benoemd te worden tot magazijnmeester op Curagao, hebbende de Comp. 10 jaar als cadet en 11 jaar als assistent gediend en hebbende een vrouw en 3 kinderen. 1 Mei 1752 krijgt hij zijn ontslag uit ’s Compagnies dienst. Hij vestigde zich daarna te Utrecht, waar zijn 3 jongste kinderen geboren werden, maar keerde weder naar Cura?ao terug. Bij terug¬ komst werd hij weer magazijn- en waagmeester; in deze functie wendt hij zich 5 Nov. 1760 opnieuw tot de Bewindhebbers en verzoekt inplaats van de overleden Weijer Cuylenburgh Beeldsnijder benoemd te worden tot commissaris over de slavenhandel, de recognitiën en vendumeester2). Na zijn dood werd Cornelis Stugling commissaris over de slavenhandel. Eerst op 27 Juli 1767 overleed hij er. Hij was op Cura?ao 6 April 1738 gehuwd met Petronella Druschke. geb. aldaar 12 Mei 1717, dochter van Sigismundus Dmschke (Druschky) opper-chirurgijn der W.I. Comp. op Cura?ao, en van Cecilia de Mey, door welk huwelijk bij in de oude Curagaose families introuwde, zoals men bij de bespreking van zijn schoonvaders en schoonmoeders familie zal kunnen lezen. Met zijn echtgenote testeert hij 19 Juni 1738 voor de secre¬ taris van Cura^ao. Zijn vrouw overleed 29 Febr. 1796 op Curagao en komt nog in enige acten voor, o.a. in 1772 en 1787 inzake de erfenis van Son. welke bij het artikel Druschke vermeld zullen worden. Het laatste testeert zij op Curagao in 1787 (zie bij de familie Druschke). Uit hun huwelijk sproten: 1. Jan Nicolaas van Starckenborgh. volgt IV , blz. 4. 2. Susanna Jacoba van Starckenborgh. geboren Cura?ao omstreeks 1740, overleden aldaar 4 Jan. 1814. huwt Cura?ao 5 April 1762 Ludwig Johan Iden. geboren Temsburg (Hannover) 3), overleden tussen 1782 en 1786, hetgeen blijkt uit de acte no. 106 van laatstgenoemd jaar, in welke zij als weduwe en als voogdes van haar minderjarige kinderen Jacob Frederik en Bemardus van Starckenborgh Iden. volmacht geeft aan Jan Hendrik Jutting (haar zwager) te Amsterdam, inzake de erfenis van haar overleden mans broeder Jacob Justus Iden, candidaat in de theologie te Rupensdorf in het vorstendom Ratzeburg (Mecklemburg-Strelitz) en aldaar overleden. Zij had met haar man in 1762 hun testament gemaakt en blijkens acte no. 113 van 1782 had haar man haar tot zijn gevolmachtigde benoemd. Haar 2 hierboven genoemde zoons waren Luthers gedoopt, resp. 17 Mei 1778 en 3 Jan. 1782, de oudste Jacob Frederik huwde met Maria Helena Evertsz en is dus nog genoemd bij de genealogie van de zeer oude Curagaose familie Evertsz. Een dochter uit dit laatste huwelijk ontving bij haar doop de naam van Starckenborgh Iden. 3. Johanna Cornelia van Starckenborgh. geboren Curasao omstreeks 1745, overleden aldaar 30 November 1803, huwt Curagao 18 Sept. 1763 haar neef Claes Schotborgh. geboren Curagao, overleden tussen 1774 en 1778, zoon van Jan Schotborgh en van Sara Druschke. Hij en zijn kinderen worden uitvoerig vermeld in de genealogie Schotborgh. blz. 5. Zijn vrouw, die nog in tal van acten vermeld wordt, vertoefde in 1784 als zijn weduwe te Edam. 4. Petrus Bemardus van Starckenborgh. volgt IVbis, blz. 4. 5. Sara Maria van Starckenborgh. gedoopt Utrecht 27 Juni 1754, overleden Amersfoort 2 Dec. 1834. huwt Cura?ao 7 Mei 1775 4) Jan Hendrik Jutting. geboren Vollen in O.-Friesland, 31 Mei. 1743, over¬ leden te Amersfoort 2 Juli 1827, weduwnaar met 4 kinderen van Helena de Mey (zie aldaar) en een

*) *) •*)

Hamelberg I, pag. 153. Brieven en papieren van Curagao dl. 1744-1768. Archief W.I. Comp. No. 210, fol. 5 en 375. Onduidelijk geschreven. Temsburg bestaat niet: er kan ook Flensburg staan, maar dat ligt niet in Hannover. De huwelljksacte komt onder No. 61 voor in dl. VI v. h. secretarieel protocol van Curagao. 204

STARCKENBORGH

zoon van Ds. Theodoc Jutting. Luthers predikant te Leer (O.Fr.) en van Anna Sophia Telting. Uit zijn tweede huwelijk sproten nog 10 kinderen, wij verwijzen naar de genealogie Jutting en delen hier alleen mede, dat de naam van Stacckenbocgh Jutting aan sommige zijner afstammelingen bij hun doop gegeven werd; zo werd zijn 17 October 1779 gedoopte zoon ingeschreven als Bernardus van Starckenborgh Jutting. Uit deze stamt zowel een tak in West-lndië als een in Oost-Indië. Bij zijn 2e huwelijk maakte hij met zijn vrouw in 1775 (acte no. 345, protocol 1775, dl. III) een nieuw testament, dat hij in 1770 met zijn le vrouw gemaakt had. 6. Sigismund Adrianus van Starckenborgh. gedoopt Utrecht 3 April 1756, jong gestorven. Illbis. Cornelis van Starckenborgh. geboren te Rhenen, overleden op Curagao voor 1746; hij trad in dienst van de W.I. Comp. op Curagao als korporaal van de ruiterij. 21 April 1736 verzoekt hij aan de H.H. X de assistentsplaats opengekomen door zijn broeder Bernardus. die de vaandrig-vacature had aangevraagd, welk verzoek geen gevolg had, want 8 October 1737 wordt hij klerk ter secretarie. In Februari 1742 verzoekt hij als korporaal der cavalerie aan de Raad op Curagao verlof naar patria, om¬ dat hij bericht gekregen had van zijn broeder Jan van Starckenborgh. oppercommies en raad in dienst van de W.I. Comp. aan d'Elmina, dat deze naar Holland zal repatriëren, en hij dan met hem de zaken van zijn ouders, beiden op Curacjao overleden, zal kunnen regelen (acte no. 64 van 1742); de Raad verleent hem één jaar verlof, waarop hij vóór zijn vertrek door zijn broeder Bernardus nog tot diens gevolmachtigde wordt benoemd. Hij was toen reeds gehuwd, want 9 Oct. 1739 ondertrouwde hij en huwde 25 Oct. d.a.v. ten huize van Mons. Bernardus van Starckenborgh. met Johanna Christina Druschke. een zuster van de vrouw van zijn broeder, geboren op Cura^ao, overleden kort voor 1784, dochter van Sigismundus Druschke. opper-chirurgijn der W.I.C. en van Cecilia de Meij. Uit zijn huwelijk sproten 2 zoons, hij overleed in of kort voor 1746 en zijn weduwe hertrouwde Curagao 27 Aug. 1747 met Jetonimus Bulté. geboortig van Amsterdam, uit welk 2e huwelijk nog 4 kinderen sproten. Voor de hen betreffende acten zie verder het artikel over de familie Druschke. De kinderen van Cornelis van Starckenborgh waren: 1. Jan Nicolaas van Starckenborgh. volgt IVter, blz. 5. 2. Sigismundus Druschke van Starckenborgh. volgt IVquater, blz. 5. IV.

Jan Nicolaas van Starckenborgh Bzn.. geboren Curagao omstreeks 1740, werd door Bewindhebbers der W.I. Comp. 8 Sept. 1758 benoemd tot vaandrig der militie aldaar; 31 Oct. 1774 tot luitenant-militair; in 1780 was hij kapitein-militair en als zodanig lid van de Grote Raad; blijkens de placaten. commissiën enz. van de Raad van 1780 gaat hij in dat jaar met een regeringsopdracht naar Jamaica. In het oud-archief van Curasao (thans op het Alg. Rijksarchief te Den Haag) berust onder no. 231 een dossier, „Stukken be¬ treffende de zending van ]. N. van Starckenborgh naar Jamaica om satisfactie en schadeloosstelling te vorderen wegens het nemen van vaartuigen en schending van het territoir door Engelse kapers, 1780". In 1787 is hij nog kapitein-militair; uit een rekest van 1808 blijkt, dat de majoor Jan Nicolaas van Starcken¬ borgh een pensioen genoot van ƒ 1000.— 's jaars. Hij overleed Curagao 12 Mei 1815, als luitenant-kolonel en commandant van Bonaire en was 23 Maart 1760 op Curagao gehuwd met Johanna Pletsz. waarbij getuigen waren Bernardus van Starckenborgh en Petronella Druschke; deze echtgenote overleed op Cura?ao 21 October 1815. Dit huwelijk was kinderloos.

IVbis. Mr. Petrus Bernardus van Starckenborgh. gedoopt te Utrecht 24 Dec. 1752, overleden Curagao 12 Juli 1820, huwt aldaar 13 Dec. 1776 met Maria Catharina van Grootdavelaar, overleden Cura^ao 16 Juni 1823, dochter van Adriaan van Grootdavelaar en van Geertruida Aletta Plier. Hij werd 8 Jan. 1770 als student te Groningen ingeschreven en kwam na zijn promotie als advocaat in 1773 op Curajao; 15 Febr. 1781 aanvaardde hij er het ambt van fiscaal, doch vertrok zeer kort daarna overhaast naar patria (zie de Rekesten, d.d. 22 April 1781 en acte no. 712 van dl. IV van 1781, in welke laatste hij - op zijn vertrek staande - met zijn vrouw zijn testament maakt). Secretaris van de Grote Raad 205 STARCKENBORGH

van Curagao werd hij 13 Juni 1782, tevens notaris1) na zijn. terugkomst, wat hij bleef tot 1796, tevens auditeur-militair. In 1786 (acte no. 20, prot. 1786, dl. II) compareert hij met zijn vrouw en zijn zwager Comelis van Grootdavelaar en namens de uitlandige zwager N. A. Cambier, gehuwd met Elisabeth van Grootdavelaar. inzake de boedel van hun vader Adriaan. in leven oud-luitenant der burgerij. Van 1796 tot 1799 verbleef hij ambteloos in Nederland. Terug op Curatao in 1799 weder advocaat aldaar, doch door de Engelse admiraal lord Hugh Seymour in 1800 weder tot fiscaal benoemd; hij komt in 1805 onder de meest gegoede inwoners voor. In 1806 president van de Raad van criminele en civiele Justitie; in 1807 weer fiscaal en vice-president van politie en civiele Justitie, alles in Engelse dienst (hij woonde toenmaals op Carthagena, buiten Wil¬ lemstad); bij de overdracht van onze eilanden op 4 Maart 1816 door de Engelsen was hij nog steeds fiscaal; opnieuw wd. notaris is hij sedert 1816, en tevens raad van Politie tot zijn overlijden. Na het over¬ lijden in de nacht van 18 op 19 Dec. 1819, van de gouvemeur-generaal Albert Kikkert werd hij ad interim gouverneur en opperbevelhebber van zee- en landmacht; in hetzelfde jaar ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij overleed aan dysenterie 20 Juli 1820 en werd daags daarna op de plantage Valentijn begraven 2). Zijn vrouw overleefde hem nog bijna 3 jaren; hun huwelijk was kinderloos. IVter. Jan Nicolaas van Starckenborgh Czn.. geboren op Curatao omstreeks 1740, overleden na 1787, huwt in 1768 Adriana Zeegers, ged. St. Eustatius 28 April 1739, dr. van Jan Zeegers en Anna Maria Hasselt. Slechts enkele acten werden over hem gevonden: in 1769 (acte no. 106 van dl. II van dit jaar) geeft hij volmacht aan zijn vrouw Adriana Zeegers en in 1787 werd zijn gelijknamige neef, de capitein der militie J. N. van Starckenborgh. door de Raad aangesteld tot de verkoop van de goederen van de uit¬ landige Jan Nicolaas van Starckenborgh Corneliszn. (acte no. 10 van protocol 1787, dl. V). Denkelijk leefde hij toen op St. Thomas, waar een Van Starckenborgh geboren was, die later op Curatao trouwde met een niet op Curatao geboren van Sterkenburgh. In het testament van 1774 van Marten de Pool. de 2e man van Anna Druschke weduwe /. G. Rudeloff. welk testament in 1786 geopend werd en bij de familie Druschke besproken wordt, wordt hij nog genoemd onder de 15 neven en nichten, die erfgenamen van deze testateur. Zijn vrouw overleed op Curatao 3 Augustus 1786. Van de uit zijn huwelijk gesproten kinderen worden er na 1778 geen meer op Curatao gedoopt en waar hij in 1787 „Uitlandig" heet, zal hij dus na eerstgenoemd jaar zich met zijn kinderen op een der andere Antillen gevestigd hebben. Die kinderen waren voor zover bekend: 1. Comelis van Starckenborgh. gedoopt Curatao 19 September 1769. 2. Johanna Christina van Starckenborgh, gedoopt Curatao 21 Febr. 1770, er begraven 27 April 1770. 3. Anna Christina van Starckenborgh. geboren in 1771, begraven Curatao 20 April 1822. 4. Johannes van Starckenborgh. gedoopt Curagao 23 Juni 1773, getuigen Ludolf Johan Iden, Helena Eva Brugman, Sigismundus van Starckenborgh, Cecilia Dorothea Schotborgh, Jan Nicolaas van Starc¬ kenborgh en Anna Zeegers. 5. Sigismund Druschke van Starckenborgh, geboren Curatao 17 April 1775, er gedoopt 16 Mei 1775. 6. Johanna Christina Druschke van Starckenborgh. gedoopt Curagao 6 December 1778. 7. Matthias van Starckenborgh. geboren 15 October 1780, ongehuwd overleden Curatao 17 Juli 1838. 8. Sara Jacoba van Starckenborgh. geboren St. Thomas, huwt Curatao 22 April 1829 met Jacob ]an van Sterkenburg (of van Starckenborgh?), geboren 1 Sept. 1780, overleden Curagao 28 Aug. 1843. Uit een der bovengenoemde zoons zal gesproten zijn: Willem van Starckenborgh, geboren 14 Juli 1810 (doop op Curagao niet ingeschreven), die in 1833 ongehuwd op Curagao woonde. IVquater. Sigismundus Druschke van Starckenborgh, geboren Curatao 31 Dec. 1742, overleden aldaar 10 Aug. 1779, huwt Curagao 5 Febr. 1765 met zijn volle nicht Cecilia Dorothea Schotborgh. gedoopt Cura») Zijn protocol van notariële acten loopt van 1782 tot 1792, (24 delen) en berust in het oud-archief van Curatao te 's-Gravenhage. *) Zie ook de West-Indlsche Gids, 6e )g., p. 577, noot 1 en 9e Jg. p. 13, noot 1. Het gebeente van hem werd enige jaren geleden naar Nederland vervoerd door de C.P.I.M. 206

?ao 20 Febr. 1745, overleden aldaar 5 Febr. 1835, dochter van Jan Schotborgh en van Sara Druschke (zie artikel Schotborgh blz. 4). Na hun huwelijk testeren zij (protocol 1765, dl. II, acte no. 126), zij noemen daarbij de namen van hun moeders en hun respectieve stiefvaders Bulté en Pieter Rijke. Uit hun huwelijk sproten: 1. Sara Druschke van Starckenborgh. gedoopt (Luthers) Curagao 12 Febr. 1768, doopgetuigen Claes Schotborgh en Johanna Cornelia Schotborgh geb. van Starckenborgh. 2. Johanna Christina Druschke van Starckenborgh, geboren Curagao 31 Juli 1771, gedoopt 5 Aug. d.a.v. 3. Johanna Cornelia Druschke van Starckenborgh, geb. Voorburg (Z.H.) 5 Mei 1773, overleden te Utrecht 29 Mei 1839, huwt te Leiden 28 April 1799 Mr. Willem Schuyl van der Does, geb. ’s Hertogenbosch 9 Febr. 1767, advocaat en commissaris der verpondingen te Woerden, aldaar vermoord 24 Nov. 1813, zoon van Jhr. Mr. Johan Hendrik van der Does (verheven in de Ned. Adel in 1817) en van Margaretha Elisabeth Doom.

VAN STARCKENBORGH S

LAMPE Pieter Lampe was de eerste van de familie, die naar Cura;ao ging. Hij was Vlissinger van geboorte. De doopboeken van Vlissingen beginnen pas met 1709, zodat wij zijn geboortejaar niet hebben kunnen vinden, want ongeveer 1700 zal hij het levenslicht hebben aanschouwd. Hij was als zeevarende naar Curaqao gekomen vóór 1730 (in 1731 heet hij bootsman) en huwde er in 1730 met de dochter van Hendrik Boode. Deze laatste komt op de lijst van 1735 bij Hamelberg voor. In 1760 wordt het testament van Hendrik Boode. dat in 1740 op Curagao gepasseerd was, geopend en daarin wordt als een van zijn 3 kinderen genoemd Hendrina Boode gehuwd met Pieter Lampe. Pieter is vóór 1786 gestorven, want dan wordt Hendrina weduwe genoemd. De familie heeft een wapen: een brandende lamp, die door een hand vastgehouden wordt. Hendrik Lampe is waarschijnlijk ongeveer 1769 naar Aruba gegaan. De stamreeks is als volgt: 1.

Pieter Lampe. geb. ongeveer 1700 te Vlissingen, gest. na Jan. 1780 en vóór Aug. 1786, huwt Cura?ao 19 Febr. 1730 met Hendrina Boode. overl. aldaar 9 Aug. 1786, dochter van Hendrik Boode en Helena Hobrecht. Uit dit huwelijk: 1. Hendrik, volgt II. 2. Catharina Helena. ged. Cur. 14 Jan. 1734, gest. 4 Sept. 1775, huwt 12 April 1750 Claas Hoevers. geb. Cura;ao en overl. na 1787. Zij hadden zeven kinderen blijkens zijn testament van 1787. 3. Jacoba. geb. ongeveer 1736, gest. 4 Febr. 1772, huwt Mei 1759 Pieter Huysman. geb. Vlissingen, Compagnies kuiperbaas, overleden 6 October 1778.

ARUBAANSE FAMILIE II.

Hendrik Lampe, ged. Cura^ao 18 Dec. 1730, gest. 12 Oct. 1781, huwt 1°. Cur. 30 Jan. 1752 Anna Ca¬ tharina Dijke. geb. Cur., huwt 2°. 10 Sept. 1769 Maria Hendrina Albertsz. waarschijnlijk dochter van Jacobus Albertsz. geb. Aruba. Zij was R.K. Uit het eerste huwelijk: 1. Pieter. volgt III. 2. Maria Anthonetta. geb. ongeveer 1755, huwt Cur. Jan. 1780 (ondertr. Cur. 7 Jan.) Andries Bergh. geb. Amsterdam. Uit het tweede huwelijk: 3. Jacoba. ged. Cur. 29 Mei 1774, maar geboren op Aruba.

III.

Pieter Lampe. geb. Curagao ongeveer 1753, huwt Anna Christina Muller, geb. op Eustatius. Hij was zeer rijk, woonde op Fontein, had een plantage en werd, terwijl hij in een hangmat slapende was, door een slaaf vermoord, niet uit wraak. Een boze drift had hem daartoe aangespoord. De slaaf werd op Cura?ao opgehangen, volgens de verhalen is hij de laatste geweest, die zo werd gestraft. Uit dit huwelijk: 1. Pieter. volgt IV. 2. Hendrik, volgt IVbis. 3. Jurrian. volgt IVter. 209 LAMPE 1

IV.

Pieter Lampe, geb. Aruba 30 October 1792, huwt Curagao 19 Maart 1820 Maria Croes, geb. Aruba. Uit dit huwelijk: 1. Johanna Catharina Elisabeth Exsteen Lampe, geb. Aruba 1 Febr. 1821, ged. Cura^ao 27 April 18232. Pieter Lampe, geb. Aruba 27 Juli 1823. 3. Jan Hendrik Jeremias Lampe. geb. Aruba 25 Juli 1825, was gehuwd en heeft, nazaten. 4. John Gerrit Lampe. geb. Aruba 16 Sept. 1827. 5. Johanna Catharina Exsteen Lampe, geb. Aruba 3 Dec. 1829.

rVbis. Hendrik Lampe, geb. Aruba 6 Mei 1795, huwt Margaritha Craneveldt Meinhardt. dochter van Johan Casper Meinhardt en Jannetje Frederika Maack. Uit dit huwelijk: 1. Pieter Johan Casper, volgt V. 2. Jan Gerrit, volgt Vbis. 3. Reinira Wilhelmina Lampe, geb. ongeveer 1835, huwde 1862 Cosme Damian Yrausquin, geb. 27 Sept. 1836. Van Paraguana komen de Yrausquins naar Aruba. Oorspronkelijk een Baskische familie. Cosme Damian vestigt zich op Aruba 23 Jan. 1862. Uit dit huwelijk: a. Clothilde Luduina Enriqueta Palmira Yrausquin, geb. 30 Dec. 1863. b. Horacio de Lelis Yrausquin, geb. 7 Mei 1866. c. Sofia Gumercinda Yrausquin. d. Efrain Onofre Yrausquin. e. Juan de la Rosa Yrausquin. 4. Jannetje Frederika Lampe, geb. ongeveer 1837, huwt 1862 met de broer van Cosme, n.1. Juan de la Rosa Yrausquin. die zich op Aruba vestigde 13 Januari 1861. Hij is de zoon van José de la Rosa Yraus¬ quin en Maria Felipa Yrausquin. de kleinzoon van Manuel José Yrausquin en Juana Maria Quevedo: de achterkleinzoon van Francisco Xavier Yrausquin en Rosalia Aldama. Uit dit huwelijk: a. Erfilia Epifania Yrausquin. b. Auristela de la Rosa Yrausquin. c. Enrique de la Rosa Yrausquin. 5. Hendrik Meinhardt, volgt Vter. V.

Pieter Johan Casper Lampe, geb. Aruba 26 Nov. 15 April 1827, dochter van Johannes Craneveldt Uit dit huwelijk: 1. John Hendrik Lampe, geb. 16 Jan. 1858. 2. Anna Margaritha Lampe, geb. Aruba 4 April Jan Pieter en Sarah Zacharia Castro, uit welk

1832, gest. 1918, huwt Anna Catharina Maack. geb. Maack, geb. 4 April 1796 en Anna Clasina Hoyer.

1860, huwt Constant Croes, geb. Aruba 1859, zoon van huwelijk 5 kinderen.

Vbis. Jan Gerrit Lampe. geb. ongeveer 1833, huwt Maria Annette Babijn. Uit dit huwelijk: 1. Alina Eliza Lampe, geb. 2 Sept. 1860. 2. Jozel Elvandus Lampe. geb. 8 Juni 1862. 3. Lina Amalia Lampe, geb. 3 Sept. 1864. 4. Margaritha Estevania Lampe, geb. 10 Febr. 1867. 5. Lillem Hendrik Lampe, geb. 18 Aug. 1869. 6. Anna Christina Federika Lampe, geb. 13 Sept. 1871. 7. Catharina Lampe. geb. 25 Maart 1875. 8. Gerrit Eduard Lampe. geb. 20 Nov. 1877. 9. Vergirlia Alcida Lampe. geb. 24 April 1880, huwt Juan de la Rosa Yrausquin. zoon van Cosme Da¬ mian Yrausquin en Reinira Wilhelmina Lampe. Uit dit huwelijk: a. Alba Rosa Yrausquin. geb. 21 Sept. 1900. b. Arminda Maria Yrausquin. geb. 5 Nov. 1902. c. Cosme Damian Yrausquin, geb. 26 Dec. 1906, hoofd van de Julianaschool te Oranjestad. 210 LAMPE

d. Romulo Eliazar Yrausquin, geb. 21 Oct. 1908. e. Arturo Jan Gerrit Yrausquin, geb. 11 Jan. 1915. Vter. Hendrik Meinhardt Lampe. geb. 1852, gest. 8 Dec. 1902, huwt Sofia Romelia Zeppenfeldt, dochter van Evert Lodewijk Zeppenfeldt en Maria Constancia Schotborgh. Uit dit huwelijk: 1. Julius Arminius, volgt VI. 2. Henri Everard, volgt VIbis. 3. Lodewijk Olivier, volgt VIter. 4. Syla Octavia Lampe. geb. 26 Nov. ongeveer 1887, huwde Jan Hendrik Albert Eman, zoon van Cornelis Hendrik Eman en Petronella Martina Felipa Capriles. Uit dit huwelijk: a. Hendrika Sofia Eman, geb. 31 Mei 1914. b. Cornelis Albert Eman, geb. 17 Mei 1916. c. Frederik Jan Eman. geb. 8 April 1918. d. Julius Sigfried Eman, geb. 8 Juli 1925. 5. Nelson Zeppenfeldt Lampe. geb. 1889, jong gestorven. 6. Johan Karei Zeppenfeldt Lampe. volgt IVquater. 7. Margaretha Craneveldt Lampe, geb. 15 Sept. 1893, huwt Cecil Arthur Beau jon. geb. 28 Maart 1890, zoon van Jan Jacob Beaujon en Josefina Quant. Uit dit huwelijk: a. Josephina Beaujon. 8. Willem Frederik Meinhardt. volgt Vlquinquies. VI.

Julius Arminius Lampe. geb. 29 Juli 1882, huwt Henriette Brouwer. Uit dit huwelijk: 1. Egbert Zeppenfeldt Lampe, geb. Saba 18 Sept. 1910, verbonden bij de „Eagle" onderafd. van de Cur. Petr. Ind. Mij. 2. Yolanda Lampe. 3. Sigfried Lampe. 4. Vera Lampe.

VIbis. Henri Everard Lampe. geb. 7 Mei 1884, oud-Gouv. ambtenaar, dichter en musicus, huwt Ida Croes. geb. 17 Sept. 1885, dochter van Juan Chabaya Croes en Jeanette Zeppenfeldt, dochter van Evert Lode¬ wijk Zeppenfeldt. Uit dit huwelijk: 1. Edwin Oscar Lampe. geb. 12 Mei 1915, huwt Alida Regina Sofia Lampe. 2. Juan Chabaya Lampe. geb. 26 April 1920, huwt Daisy Croes. dochter van Addison Winfried Croes en Johanna Graciela Henriquez. Uit dit huwelijk: a. Vivian Lampe. geb. 8 Febr. 1947. 3. Edmund Zeppenfeldt Lampe, geb. 24 Sept. 1924, huwt Laura Croes, dochter van Leopold Zeppen¬ feldt Croes en Laura Moran. VIter. Lodewijk Olivier Lampe. geb. 5 October 1885, advocaat op Aruba en Cura?ao, huwt Marie Eoline van Romondt, geb. St. Maarten 23 Januari 1881, dochter van Diederik Johannes van Romondt en Juliette Isabel Antoinette van Romondt. Uit dit huwelijk: 1. Dora Cynthia Lampe. geb. 3 April 1915. 2. Julius Johannes Meinhardt Evert Ludwig Lampe, geb. 2 Aug. 1918. 3. Edgar Lampe, geb. 28 Dec. 1920. Vlquater. Johan Karei Zeppenfeldt Lampe, geb. 19 Dec. 1891, oud-hoofd van de Julianaschool te Oranjestad, huwde 2 Mei 1917 Susanna Celestina Eman, geb. 18 Mei 1893, gest. 7 Febr. 1946, dochter van Harmen van der Biest Eman en Maria Geerman. Uit dit huwelijk: 211

1. Alida Regina Sofia Lampa. geb. 22 Juni 1919. huwt Edwin Oscar Lampe. zoon van Henri Everarcz Lampe en Ida Croes. 2. Margaretha Hildegonda Lampe, geb. 25 Maart 1923, huwt 7 Dec. 1944 Karei Jozef van Meetereri= zoon van Johan van Meeteren en Sylvia Neuman. Uit dit huwelijk: a. Sylvia Susanna Catharina van Meeteren. b. Karei Johan van Meeteren. 3. Wichard Hendrik Marnix Lampe, geb. 25 Oct. 1925, studeert in de U.S.A. Vlquinquies. Willem Frederik Meinhardt Lampe, geb. 5 Dec. 1896, oud-gezaghebber van St. Maarten, notaris op Aruba, huwt Lena Vanterpool. geb. Saba 12 Maart 1893, gest. 10 Oct. 1940, dochter van Thomas Charles Vanterpool en Joanna Leverock. Uit dit huwelijk: 1. Sheila Otavia Lampe, geb. 7 Mei 1929, onderwijzeres op Aruba.

IVter. Jurrian Lampe, geb. ongeveer 1810, huwt Anna Catharina Meinhardt, zuster van Margaretha Cra nevelt Meinhardt. dochter van Johan Casper Meinhardt, geneesheer, en Jannetje Frederika Maack. Uit dit huwelijk: 1. Pieter Philip Lampe. geb. ongeveer 1849, huwt Regina Quant Ernan, geb. 1859, dochter van Jan Hendrik Godfried Eman en Anna Catharina van der Biest. Uit dit huwelijk: a. Anna Catharina Lampe, huwt Thomas Croes. Kinderen: aa. Sar ah Domasa Croes en bb. Mercedes Elisabeth Croes. 2. Jan Gerrit Lodewijk Lampe. gehuwd geweest. Kinderen: a. Bermilia Lampe; b. Catharina Lampe. 3. Pieter Johan Casper Lampe, huwt Johanna Paesch. Kinderen: a. Robustina Lampe; b. Willem Lampe. 4. Margaretha Craneveldt Lampe. geb. 7 Juli 1858. huwt 17 Nov. 1886 Benoit Solagnier Eman. geb. 7 April 1863, zoon van Jan Hendrik Godfried Eman en Anna Catharina van der Biest. Uit dit huwelijk: a. Willem Pieter Harmen Eman. geb. 1892. b. Ann Solagnier Craneveldt Eman, geb. 30 Sept. 1893. c. John Gerand Eman. geb. 12 Nov. 1898, huwt Frederika van der Biest Eman. Uit dit huwelijk: zeven kinderen. 5. Anna Christina Lampe. huwt Jan Agido Gomez. zoon van Simon Gomez en Catharia Elisabeth Quant. 6. Jacoba Lampe. 7. Jannetje Frederika Lampe, huwt Bruin Govertsz Gomez, zoon van Simon Gomez en Catharina Elisa¬ beth Quant. 8. Ernestina Hendrietta Lampe, huwt Juan Benigno Olivet. Uit dit huwelijk: a. 'Alicia Leopoldina Olivet. geb. 13 Oct. 1894. 9. Jan Meinhardt Lampe, huwt 1°. Anna Elisabeth Croes, huwt 2°. Regina Quant Eman. weduwe van zijn oudere broeder. Uit het eerste huwelijk: a. Sarah Geraldina Lampe, huwt 1°. Jan Hendrik Cornelis Wever, zoon van Antonio Florencio We¬ ver en Saartje Eman; huwt 2°. Anthon Lourens Schotten. Uit dit tweede huwelijk: aa. Sarah Francisquita Schollen. b. Alicia Alejandrina Lampe. huwt Guillermo Pieter Ramon Ruiz.

212

WEEBER I.

Dit geslacht is afkomstig van Dantrig. De eerste vertegenwoordiger, Nathanaël Frederik Weeber. kwam ongeveer 1730 op Curasao. In 1735 was hij assistent in Compagnies dienst en komt dan voor op de lijst van Hamelberg. Hij was ondertrouwd op 11 Juli 1732 met Sara de Mey. geboren omstreeks 1710, gestorven in of voor 1755, dochter van Pieter de Mey. scheepskapitein, en van Anna van Ruyven. dochter van Laurens van Ruyven. commissaris van Cura?ao en nicht van Comelis van Ruy¬ ven. secretaris van Peter Stuyvesant. Door dit huwelijk was Weeber dadelijk verwant met een groot aantal Curaqaose families. In 1742 is Sara Weeber geb. de Mey hertrouwd met Frederik Wil¬ lem Schotten, chirurgijn van de W.I.C. Uit haar eerste huwelijk: 1. Sigismundus Weeber, volgt II. 2. Pieter Frederik Weeber. geboren ongeveer 1735, overl. vóór 1768, in 1755 gehuwd met Adriana Evertsz. overl. 1 April 1802, dochter van Evert Evertsz en Margaretha Dorcas. Zij hertrouwt Gerrit Gruys. Uit het eerste huwelijk: Sara Weeber, ged. 23 Mei 1756. 3. Anna Maria Weeber.

II.

Sigismundus Weeber. ged. 4 Aug. 1733, ondertrouwd 24 Juli 1761 met Catharina Snijder Hansz. doch¬ ter van Paulus Snijder Hansz., geboren in Saksen, en van Catharina Siro. Kinderen: 1. Nathaniël Frederik Weeber. volgt III 2. Johanna Catharina Weeber, ged. 9 Nov. 1767, overl. 2 Mei 1808, huwde Cura?ao 8 April 1787 Anthony Beaujon, geb. St. Maarten 1763, gouverneur van Demerary en Essequebo, overl. aldaar Oct. 1805, zoon van Anthony Beaujon en Elisabeth Heyliger. 3. Johannes Weeber. ged. 17 Oct. 1769.

III.

Nathaniël Frederik Weeber. geb. 1765. Als hij ondertrouwt 9 Dec. 1785 is hij 20 jaar oud. Hij overl. 15 Dec. 1806 en huwt 26 Dec. 1785 met Emerentia Dorcas, geb. 1758, overl. 23 Febr. 1811, een dochter uit de alleroudste Curaqaose familie: haar ouders waren Comelis Dorcas en Elisabeth Aletta Sterling. Uit dit huwelijk: 1. Catharina Frederica Weeber, geb. 17 Oct. 1786, ged. 3 Dec. 1786, gest. 21 Juni 1874, huwt 1°. Simon Prince; 2°. 8 Oct. 1815 Comelis Spencer, geb. Curaqao 16 Sept. 1785, gest. 14 Dec. 1848, zoon van Mr. Comelis Spencer en Maria Raven. (Zie het artikel Spencer).

213

DE LANNOY De eerste de Lannoy. die naar Curagao kwam is Samuel de Lannoy omstreeks 1737 als luitenant-ter-zee bij de Admiraliteit van Amsterdam daar gearriveerd. Hij behoorde tot een geslacht, dat met Robbert Jansz de Lannoy (later burgemeester en schepen van Middelburg, 1575-1580) door de geloofsvervolgingen omstreeks 1568 uit Noord-Frankrijk naar Middelburg was gekomen en daar geruime tijd gevestigd is geweest. Een genea¬ logie van dit geslacht werd in jg. 1906 van het Maandblad ,,De Nederlandsche Leeuw” door W. Wijnaendts van Resandt gepubliceerd,1) doch daarin komen de Curagaose leden niet voor, waarom navolgende mede¬ delingen gewenst leken. Uit vorenbedoelde publicatie blijkt, dat van uit Middelburg een der leden. Samuel geheten, een kleinzoon van een Samuel, geb. 1580, die weer een zoon was van hoger genoemde Robbert, vóór 1658 officier in dienst van onze Republiek werd, waardoor het geslacht in allerlei plaatsen van ons land zich vestigde, ook een tak eerst op Ceylon en later op Java. De eerste de Lannoy op Curagao was een zoon van Jan Hendrik de Lannoy. ged. te Willemstad (N.Br.) 19 Mei 1673, als zoon van laatstgenoemde Samuel en diens vrouw Cornelia Glass. Jan Hendrik de Lannoy huwde in Engeland 1711 en trouwde over h.t.1. 11 Febr. 1727 met C/ara de la Grange. Hij was kapitein, later kolonel in dienst van de Verenigde Nederlanden, zoals later op Curagao Samuel ook in zijn testament zelf verklaart. Deze Samuel de Lannoy. geboren te Zutphen en gedoopt te Den Bosch 2 April 1713, huwde al spoedig na zijn aankomst 20 October 17372) met Anna Elisabeth Martin, dochter van Jan Martin. o.a. lid van de Grote Raad op Curagao, en van Jannetje Ellis. welke laatstgenoemde 87 jaar oud pas 20 Dec. 1775 aldaar overleed. Het huwelijk de Lannoy-Martin duurde niet lang, begin 1741 overleed hij reeds, een zoon Jan Hendrik nalatende. Zijn weduwe hertrouwde met Josias Thedering Ribbius, ingenieur op Curagao, uit Deventer, zoon van Frederik Ribbius. waarna zij zelf in 1757 overleed, nog 2 kinderen uit haar 2e huwelijk nalatende. Met deze 2e man had zij 20 Jan. 1745 een besloten testament gemaakt - geopend in 1747 - waarbij zij haar man en haar voorzoon tot haar erfgenamen had benoemd. Jan Hendrik de Lannoy voomoemd, geboren Curagao in 1739, planter aldaar, overleden Curagao 13 Maart 1798. Deze maakte zijn testament aldaar op 2 October 1769 en benoemde hij tot zijn erfgenamen zijn 3 ooms in Nederland Jan Hendrik de Lannoy. luitenant-kolonel bij de garde-dragonders, Carel de Lannoy. kapitein en Jan Oswald Joost de Lannoy. luitenant, alle in dienst van de Verenigde Nederlanden; hij geeft tevens een legaat aan Lofji Jeremiasdr. Leaycraft. Blijkens een acte van 4 dagen later zal hij naar Jamaica gaan en benoemt hij zijn grootmoeder tot zijn gemachtigde, tevens maakt hij dan op 6 October 1769 een nieuw testament en benoemt dan tot zijn erfgenamen zijn grootmoeder Jannetje Ellis weduwe John Martin en na haar voor-overlijden zijn halfbroeder en -zuster Samuel Ribbius en Florentina Ribbius. toen huisvrouw van Mr. Hubertus Coerman. alle op Curagao. 31 Juli 1775 maakt hij echter nog een ander testament, waarbij hij bepaalt, dat zijn grootmoeder van hem erven zal het hem nog competerende goed afkomstig van zijn grootvader van moederszijde, maar na haar overlijden zullen zijn ooms Jan Hendrik de Lannoy. Carel de Lannoy en Jan Oswald Joost de Lannoy. daarvan de erfgenamen zijn. Niet lang daarna kreeg hij een rechtzaak met een Curagaos meisje, aan wie hij blijkbaar trouwbeloften had gedaan, die hij niet vervullen wilde. Bij vonnis van de Raad van Curagao van 9 Oct. 1778 werd hij veroordeeld om een huwelijk aan te gaan met Anna Barbara Alpeter. toen 18 jaar oud. a) Dit geslacht de Lannoy is een ander dan dat van het tot de Nederlandse Adel behorende geslacht der Jonkheren de Lannoy, waarvoor men zie Nederlands Adelsboek, jg. 1948. 2) Huwelljksgetulge was Anna Elisabeth Stonehouse, weduwe Juan Schuurman. 214 DE LANNOY

dochter van wijlen Michiel Alpeter en Marg aret ha Kemmel, welke laatste dan weduwe is van Johan Godfried Scholtsz, welke weduwe het proces tegen hem had begonnen. Hij ging in appèl bij de Staten-Generaal in Nederland, en al duurde hun uitspraak lang. het vonnis werd door hen op 19 Dec. 1785 bevestigd. Nu moest de ondertrouw op Curagao wel volgen, deze had op 8 September 1786 plaats, het huwelijk werd 24 Sept. d.a.v. voltrokken, hij was toen 47 jaar en zij 26 jaar oud. i) Bij de trouw verklaarde hij uitdrukkelijk, dat er geen gemeenschap van lijf en goed zou zijn. Maar reeds in 1787 werden zij gescheiden van tafel en bed. Kinderen hebben zij dus niet gehad. Hamelberg verklaart in zijn aan¬ tekeningen, dat hem nergens is kunnen blijken, van wie de later op Curagao voorkomende de Lannoy's afstam¬ men. De latere de Lannoy's stammen echter buiten huwelijk van hem af, zij waren circa 1788 geboren en droegen o.a. de voornamen Samuel en Andcies (voornaam van een Ribbius). In een acte van 1788 stelt Jan Hendrik de Lannoy, die dan dus niet meer gehuwd is met Barbara Alpeter, Jean Jacqu.es Chatelain aan tot voogd voor zijn eventueel na te laten minderjarige kinderen, inplaats van de overleden Ds. Sporon. Zijn nieuw testament van 23 Sept. 1786 blijft van kracht; hij overleed op Curagao 13 Maart 1798. Anna Barbara Alpeter overleed als weduwe van 1. B. Wiesche, 17 Januari 1822. Tot die latere de Lannoy's behoorde Andries Louis de Lannoy gehuwd met Antonetta Arietta Ribbius, over wier boedel het z.g. Rooi-Canariegeding in 1829 ontstond. In een desbetreffende advertentie in De Curagaosche Courant van 24 December 1829 worden hun plantages St. Jago en Muizenberg genoemd, thans verenigd als Sabana Hoenkoe. Tevens wordt daarin verwezen naar hun testament en codicillaire beschik¬ king van 27 April 1827 en 16 October 1828. Een der erfgenamen van dit echtpaar was Jeanette Eulalia de Lannoy, die 25 Juli 1842 huwde met Bartholomeus Senior, aanspreker van de R.K. kerk. 2) De naam van Samuel de Lannoy leefde nog tot in de 19e eeuw op Curagao voort, want Herman Tiberius Beeldsnijder, makelaar op Curagao, gaf aan een van zijn zoons, geboren aldaar in 1779, de voornamen Samuel de Lannoy. Een der doopgetuigen daarbij was n.1. hogergenoemde Jan Hendrik baron 3) de Lannoy, die blijk¬ baar niet wilde, dat de dopeling naar hem genoemd werd, waarom men toen maar de naam van diens reeds 36 jaar geleden gestorven vader genomen heeft. De familie De Lannoy leeft op Curagao nog voort.

l) Zie „Geschiedkundige Sprokkelingen" in Koloniaal Weekblad van 8 Nov. 1928, waar hun namen met een letter zijn vermeld. J) Vriendelijke mededeling van Mr. B. de Gaay Fortman. *) In de 18e eeuw komen de leden van dit geslacht de Lannoy dikwijls voor als baron, op welke titel zij echter geen recht

215 DE LANNOY 2

VAN DER MEULEN I.

II.

III.

Hendrik van der Meulen, zoon van Cornelis van der Meuten, geb. te Antwerpen 1630, wijnkoper te Amsterdam, trouwt Amsterdam Maria Selijns, geb. Amsterdam 1634, dochter van Hendrik Selijns, geb. 8 April 1597 trouwt 11 Juli 1621 Aafje Roch. Uit dit huwelijk sproot: Hendrik van der Meulen, geb. te Amsterdam 16 Aug. 1656, trouwt Amsterdam 6 Febr. 1685 Maria Steurkamp, geb. 1659, dochter van Karet Steurkamp en Maria Quehere. Uit dit huwelijk sproot: Karet van der Meulen. geb. te Amsterdam 24 October 1690, overleden 18 Februari 1740, woonde bij zijn huwelijk in de Spinhuissteeg, trouwt Amsterdam 13 Februari 1715 Alida Bruynvis, geb. te Amsterdam in 1692, dochter van Pieter Bruynvis. (geb. Amsterdam 1661, gest. 21 Aug. 1743, goudsmid en koopman aldaar, die trouwt 1°. Sara de Boest. geb. Amsterdam 1664 en 2°. Susanna Voltelen. Uit dit huwelijk sproten: 1. Maria, gehuwd met Van Yperen. 2. Pieter. ged. Amsterdam 27 Maart 1719, overl. aldaar 26 Juli 1800, huwt Amsterdam 6 Juli 1742 Anna Elisabeth Indischeraven, ged. aldaar 24 Dec. 1706, er overl. 18 Febr. 1788, wed. van Jonas Gregory. 3. Sara. ongehuwd. 4. Michiel, was volgens Hamelberg: De Nederlanders op de W.I. eil. II, blz. 156, 187, 190, koopman op Curagao, want men sprak van „de werf van Michiel van der Meulen”, tegenwoordig de werf van de K.N.S.M.: hij weigerde het ambt van weesmeester te accepteren, omdat hij daarin een dwang voelde van het bestuur, volgt IV. 5. Alida. ongehuwd. 6. Justus. ongehuwd.

IV.

Michiel van der Meulen. geb. 13 Juni 1725 te Amsterdam, overleden 9 Juli 1785 op Cura?ao; hij kwam Juli 1747 op Curacao. hij huwde Cura?ao 17 Juni 1751 Elizabeth van Taerling. dochter van Jan van Taerling en van Anna de Peyster. die hertr. was met Hero Ellis. Jan was zoon van Floris van Taerling. die door Hamelberg wordt genoemd in het vijlde Jaarl. Verslag van het Gesch.-, taal- en volk. Gen. op Curagao blz. 45 en getrouwd was met Elisabeth Juyst. De familie Van Taerling is afkomstig van den Briel en Lei¬ den en woonde toen te New York. (Zie Hamelberg blz. 69). Elizabeth. Michiels echtgenote stierf op 3 Juni 1806 op Cura;ao. Uit dit huwelijk sproten: 1. Anna Maria. geb. 26 Febr. 1753, gest. 5 Sept. 1825: geh. met Adolf Baart, assuradeur en raad van Amsterdam. 2. Alida Maria, ged. 2 Maart 1755, ongehuwd. 3. Jan Hero. volgt V. 4. Carel. geb. 4 October 1760, administrateur van de 1 % Kaapvaartkas. gest. 23 Maart 1809, geh. 5 Aug. 1792 met Jannetje Martha van Uytrecht. ged. 11 April 1769, dr. van Gaspar Lodewijk en Poulina Ellis. uit welk huwelijk 2 dochters, w.o. Elisabeth, begr. 14 December 1811. 216

5. Alida. ged. 5 Juli 1763, ongehuwd. 6. Justus Jacobus. geb. 23 Juli 1768, gest. 26 Jan. 1828 te Amsterdam: was geh. te Amsterdam met Anna Elisabeth Gregory. geb. te Amsterdam 29 Juni 1758, overl. te Amsterdam 20 April 1834. Zij hadden twee kinderen: Anna Elizabeth, ongeh. overl., laat voor de neven en nichten na ƒ 300.000.— en Justus Jacobus. 7. Geerbrand, ongehuwd. V.

Jan Hero van der Meuten, geb. 7 Maart en ged. 1 April 1759: commissaris van de Mindere Questiën, eigenaar van de plantage Welgelegen, gest. 26 Aug. 1820, gehuwd 10 Maart 1793 met Jannetta Catharina Winkler. geb. 7 Nov. 1770, gest. 3 Maart 1863, dr. van Herman en Jannetta Reynink. Uit dit huwelijk sproten: 1. Elizabeth, geb. 6 Dec. 1797; gest. 24 Juli 1841; gehuwd 3 Aug. 1817 met Reinier Frederik Baron van Raders. geb. Doesburg 22 Oct. 1794, eerst in 1810 luitenant op St. Maarten, in 1816 kapitein der jagers, later gezaghebber der Benedenwindse Eilanden, 1836-'42 , gouverneur van Suriname, 1845-52, overl. 's-Gravenhage 14 November 1868. 2. Herman, volgt VI. 3. Jannetje, geboren 24 Oct. 1809, gest. 28 Juni 1878 op Curagao, geh. aldaar 18 Dec. 1834 met Adriaan Frans van Daalen, geb. 2 Aug. 1810, overl. 11 Maart 1877.

VI.

Herman van der Meuten, geb. 27 Dec. 1799: gest. te Arnhem 5 Jan. 1871; getr. 1°. Zutphen 3 Juli 1822 met Jonkvrouwe Cornelia Louise Marie van Raders, geb. 2 Sept. 1798 te Den Haag, gest. 12 Febr. 1856 te Arnhem. Herman van der Meuten trouwde 2°. te Zwolle 5 Juli 1860 met Cornelia Baronesse van Hemert tot DingshoJ. geb. Zwolle 14 Nov. 1803, overl. Arnhem 20 Maart 1884, weduwe van Jacob Pieter Baron van Heerdt. Uit het eerste huwelijk sproten: 1. Jeannette Catharina, geb. Cura?ao 2 Juni 1823, gest. 7 Juli 1876 te Arnhem, getr. Cura?ao 29 Dec. 1847 met W. Christoffel Klis. Zij hadden 6 kinderen. 2. Johan Ernst, volgt VII. 3. Maria Johanna Emilie, geb. 27 Aug. 1825, ongeh., gest. 25 Apr. 1901 te Arnhem. Ze liet ƒ 150.000 na. 4. Jan Hero, geb. 21 Maart 1829, gest. 30 Juni 1844 te Zwolle. 5. Frederik Eduard. geb. 15 Maart 1831, gest. 20 Maart 1853 te Amsterdam als adelborst le klasse. 6. Eduard Adolph, geb. 15 April 1832, geh. te Arnhem 28 Nov. 1861 met Wilhelmina Petronella Witter, geb. 1 Sept. 1842 te Batavia, gest. 2 Febr. 1906. 7. Ernestine Sophia Bernadine, geb. 16 Sept .1834, gest. 12 Sept. 1867 te Den Haag. huwde Arnhem 26 Juli 1866 Frederik Robbert Toewater, geb. Zutphen 2 Nov. 1817, kapitein-ter-zee, ridder M.W.O.. overl. Arnhem 4 Sept. 1876. Dit huwelijk was kinderloos. 8. Engelhart George, geb. 6 April 1837, gest. 22 Oct. 1848 te Zutphen. 9. Anna Elizabeth Justina Frederika, geb. 11 Juni 1839, gest. 11 Juni 1929, getr. 7 Nov. 1861 met J. W. F. de Frucht; geen nakomelingen. 10. Maria Louisa Cornelia, geb. 23 Nov. 1941 te Zutphen, gest. Juli 1842 te Zutphen.

VII. Johan Ernst van der Meulen. geb. 9 Juni 1824, overl. 29 Juli 1883: gehuwd 15 Aug. 1849 met Johanna de Rochemont Jutting, geb. 30 Nov. 1824 op Curagao, gest. 24 Jan. 1917. Uit dit huwelijk sproten: 1. Cornelia Maria Louisa, geb. 23 Aug, 1850, gest. 29 Juli 1908. 2. Jan Willem, volgt VIII. 3. Jan Ernst. geb. 26 Oct. 1853, gest. 29 Aug. 1901, geh. 1°. 17 Juli 1901 met Emilia Evelina Schotborgh, geb. 21 Febr. 1866, dochter van Jan Hendrik en Lucretia Constancia Forbes; zij huwt 2°. Sept. 1907 Dr. Henry Ferguson. 4. Helena Emilia, geb. 27 Juli 1856, gest. 14 Juni 1923. 217 MEULEN

5. 6. 7. 8.

Herman, geb. 5 Maart 1860, gest. 11 Mei 1904. Eduard. geb. 27 April 1862, gest. 28 April 1898. Henrietta Catharina. geb. 4 Sept. 1864, gest. 25 Nov. 1918. Johanna. geb. 18 Aug. 1869.

VIII. Jan Willem van der Meulen. geb. 13 Dec. 1851, gest. 28 Mei 1907, geh. Cura?ao 11 Dec. 1878 met Nicolina Jeanne Wilhelmina van Dijk, geb. 6 Sept. 1857, gest. 17 Maart 1908, dochter van Johannes Wilhelm Otto van Dijk. luitenant-kolonel der Artillerie te Paramaribo en Iessy Judith Isabella Attwell. Uit dit huwelijk sproten: 1. Johanna Isabella Constancia. geb. 25 Dec. 1879, na enige uren overleden. 2. Johan Ernst, volgt IX. 3. Willem Herman, geb. 20 Maart 1884, gest. 15 Sept. 1932, heeft 4 erkende kinderen achtergelaten. 4. Henri. geb. 19 Sept. 1886 en gest. 6 Oct. 1886. IX.

Johan Ernst van der Meulen. geb. 15 Mei 1882, gest. 8 Sept. 1939, gehuwd Curagao 16 Mei 1906 met Hendrina Benjamina Emelie Cadières. geb. 20 Dec. 1885, dochter van Jean Louis Jacquin Célestin en Marie Daal. Uit dit huwelijk sproten: 1. Johan Ernst, volgt X. 2. Hendrik Benjamin, geb. 14 Juni 1911. 3. Hugo Reinholt. geb. 12 Nov. 1913.

X.

Johan Ernst van der Meulen. geboren Cura^ao 6 Juli 1909, geh. 4 Maart 1936 met Antonie Johanne Tersteege. geb. te Medan, Sumatra, 29 Maart 1913, dochter van Franciscus Tersteege, gep. kapitein, en Maria Hendrika Rutgers. Uit dit huwelijk sproten: 1. Maria Hendrika. geb. 27 Nov. 1936, gest. 29 Nov. 1936. 2. Maria Hendrika. geb. 26 Juli 1938. 3. Mag. geb. 7 Mei 1940. 4. Anneke, geb. 15 April 1944.

218 meulen

SPENCER Van deze familie is ons bekend, dat ze uit New York afkomstig is. Zeer waarschijnlijk een Engelse fami¬ lie. die uitgeweken was uit Engeland vanwege het geloof, ongeveer 1680. I.

James Spencer, geb. ongeveer 1700 te New York, was gehuwd met Maria van Brunt. zij komt daar nog als weduwe voor in 1766. Zij hadden een zoon James of Jacobus (zo werd hij ter plaatse genoemd), gest. 6 Mei 1780.

II.

Jacobus Spencer, geb. ongeveer 1720 te New York, scheepskapitein, komt ongeveer 1750 op Curagao. huwt 1°. Curagao 18 November 1753 Johanna Raven, weduwe met een dochter van Jacob Altrogh (in de kerkboeken aangegeven als Oltero). Zij zal een dochter geweest zijn van Co melis Raven, genoemd door Hamelberg in de bekende lijst van het hoofd- en familiegeld van 1735. De familie Raven is een zeer uitgebreide familie, die nog nazaten op Curagao heeft. In 1765 huwt hij 2°. Johanna Margaretha Hout¬ kamp. Hij testeert met zijn vrouw 1766, die 2 Juli 1786 komt te overlijden. Uit het eerste huwelijk: 1. Jacobus, geb. ongeveer 1754, wordt genoemd in 1766 en overleed 6 Mei 1780. 2. Cornelis. volgt III.

III.

Mr. Cornelis Spencer, geb. in 1757, gest. 8 Juni 1810 te St. Pierre op Martinique, huwt in 1783 Maria Raven. Hij was in 1799 fiscaal-provisioneel. later voor goed. en beëdigde translateur. 1) Hij moest stuk¬ ken van Gouverneur Lauffer overzetten in het Engels. Maria Raven overleed 14 April 1822 en was de dochter van Cornelis Raven en Maria Croese; zij was de weduwe met twee dochters van Gerard Reynink. geb. 26 Oct. 1743, deze Gerard was de zoon van Nicolaas Reynink gehuwd met Jannetje Catharina Daal. Uit dit huwelijk: 1. James. geb. 2 Jan 1784, gest. 10 Juli 1844, ongehuwd. 2. Cornelis. volgt IV. 3. Johanna, geb. Curagao 4 Nov. 1787, gest. 26 Juli 1819. 4. Jannetje Catharina, geb. Curagao 4 Nov. 1789. 5. Jacomina. geb. Curagao 21 Aug. 1792. gest. Curagao 24 Sept. 1800. 6. Cornelia, geb. 24 Jan. 1798, gehuwd 12 Nov. 1820 met Cornelis Raven. over]. 17 April 1825.

IV.

Cornelis Spencer, geb. Curagao 16 Sept. 1785, gest. 14 Dec. 1848, was gehuwd 8 Oct. 1815 met Catha¬ rina Frederik Weeber, wed. Simon Prince. geb. 17 Oct. 1786 en gest. 21 Juni 1874, dochter van Nathaniël Frederik Weeber en Emerentia Dorcas. Uit dit huwelijk sproten: 1. Maria Spencer, geb. 12 Juli 1816. gest. 13 Juni 1889. huwt 8 Aug. 1832 Johannes August Ferdinand Hellmund. geb. 28 Febr. 1801, gest. 1844. Uit dit huwelijk 4 kinderen, zie familie Hellmund. 2. Nathaniël Frederik Spencer, geb. 13 Aug. 1818, was kapitein bij het leger, gest. 5 Maart 1893, ongehuwd. 3. Jannetje Emerentia Spencer, geb. 30 Juni 1821, gest. 13 Maart 1882. huwt 7 Juni 1848 Pieter Theodorus Krafft, geb. Deventer 16 Maart 1821, gest. 24 Mei 1886, zoon van Arnoldus Johannes en Alida Kok. Dit geslacht Spencer is op Cura;ao uitgestorven. 1) Zie: Noodlotsdagen. Grepen uit de Geschiedenis van Cura;ao 1799-1800 door N. van Meeteren, 1944, p. 115. 219

BEELDSNIJDER Over het geslacht Beeldsnijder, waarvan een tak - thans uitgestorven - in de Nederlandse adel werd ver¬ heven, is in verschillende uitgaven een en ander gepubliceerd. Wij noemen in de eerste plaats Nederland's Adelboek, in het bijzonder jg. 1940, waar de stamreeks van het geslacht en de geadelde tak is opgenomen. Waar het geslacht tot het patriciaat van Amsterdam heeft behoord - leden ervan vestigden zich van uit hun stamoord Epe aldaar - daar vindt men in Elias' standaardwerk „De Vroedschap van Amsterdam" uitvoerige mededelingen over vele generaties van dit geslacht (dl. II, 581-582). Ook in De Navorscher, jg. 1905. en in De Nederlandse Leeuw, jg. 1887, 1888, 1919, 1920, 1922, 1926, 1938, 1941, is veel over zijn genealogie en zijn herkomst medegedeeld, maar een genealogie, waarin het gehele geslacht behandeld wordt, is nimmer versche¬ nen en over de tak, die vanaf 1751 op Cura;ao zich gevestigd had, is in het geheel niets gepubliceerd, zodat het wenselijk leek. al stierf deze tak in 1885 op Cura?ao uit, toch hier de geschiedenis ervan bekend te stellen: immers ook in de Curagaose families Raven en Hoyer leeft dit geslacht voort en was het ook verwant aan de families Evertsz en Wierman aldaar. Wij beginnen nu onze mededelingen met de ouders van de 2 gebroeders Beeldsnijder, die na elkaar op Cura;ao kwamen, n.1.: I.

Weyer Wolfert Beeldsnijder, geboren te Amsterdam 27 Oct. 1695 als zoon van Wolfert Beeldsnijder en van Jacoba Matroos, student te Leiden 29 Nov. 1721, drossaard en burgemeester van stad en graafschap Culemborg, overleden aldaar 28 Febr. 1763. Hij huwde 20 Febr. 1722 met Maria Alida Meyn. die ged. was te Amsterdam 10 Jan. 1700 als dochter van Jacob Meyn en Neeltje Brugman, die na 1772 overleed en wier zuster Alida Margaretha Meyn 12 Juni 1718 de eerste vrouw was geworden van haar mans oudere broeder Mr. Tiberius Beeldsnijder Matroos, eerst koopman en bankier te Amsterdam en te Utrecht i). later secretaris van het gericht van Utrecht (1735). kanunnik van St. Jan aldaar, enz. 1 2) Van de kinderen van Weyer Wolfert voornoemd komen hier in bespreking: 1. Mr. Weyer Cuylenborch Beeldsnijder, geboren te Culemborg 1725, promoveerde in de beide rechten te Utrecht 1 Aug. 1750 en kwam 10 Dec. 1751 in dienst van de W.I. Comp. op Cura?ao: in 1752 heet hij er raad-fiscaal. Tot 21 Maart 1757 vervulde hij deze functie, in welke hij door Mr. Hendrik Crooswijk werd opgevolgd, waarna hij naar Nederland terugkeerde en in of kort voor 1760 te Amsterdam overleed. Op Curagao was hij 13 Mei 1753 gehuwd met Maria van der Burgh. die geboren was te Amsterdam en die 1 Jan. 1770 op Curafao begraven werd. Zij was 3 maal gehuwd geweest: lu. Cura?ao 23 Maart 1738 met Bernard Schagen. geboren te Utrecht, weduwnaar met vijf kinderen van Christina Elisabeth van der Straten: 2°. op Curagao 9 Sept. 1749 met Carel Gustaaf Schrijver, ge¬ boren te Tellingen in Hessen-Cassel, vaandrig-ingenieur ten dienste der W.I. Comp. Als diens weduwe huwde zij ten derde male met Mr. Beeldsnijder. Kort daarna op 19 Nov. 1753, maken zij hun testa¬ ment, hij noemt daarin zijn ouders, die dan te Culemborg wonen. Kinderen lieten zij niet na. 2. Herman Tiberius Beeldsnijder, volgt II.

II-

Herman Tiberius Beeldsnijder, geboren te Culemborg. overleden Curagao en aldaar begraven 27 Nov. 1824. Hij huwde omstreeks 1764 Maria Vermeulen, geboren Cura?ao, overleden aldaar 17 Aug. 1809, dochter van Jan Willem Vermeulen en van diens 2e vrouw Dorothea Willemina Horst, door welk huwe1) *)

Tevens agent aldaar van het bankiershuis van Willem Gldeon Oeutz, dat veel zaken deed voor personen in West-Indlë Uit hem stamde o.a. Wolfert Jacob Beeldsnijder Matroos, die in 1784 gouverneur ad interim van Suriname was. 220

lijk hij met allerlei oude Cura;aose families verwant werd, want zijn schoonmoeder was in 1752 hertrouwd met Johannes Stuyling. terwijl haar eerste man eerst gehuwd was geweest met Maria Martha Martin, dus 4 oude Curagaose families bij elkaar. Op Curagao was hij beëdigd makelaar en komt zijn naam nog al eens voor in de acten van de secretariële en notariële protocollen; blijkens een acte van 1785 (dl. 1784/85, acte no. 192) stelt Herman Tibetius Beeldsnijder, de gouverneur ad interim van Suriname Mr. Wolfert Jacob Beeldsnijder Matroos aan tot voogd over zijn zoon Weyer Wolfert Beeldsnijder, circa 20 jaar oud, die naar patria was vertrokken, doch Suriname aandoende, daar een betrekking heeft gevonden. Zelf gaat hij in 1788 naar patria - naar Amsterdam - blijkens acte no. 168 van dat jaar, waarbij hij vóór zijn vertrek zijn vrouw tot zijn gevol¬ machtigde benoemt. Bij deze echtgenote won hij tussen 1770 en 1786 nog 11 kinderen. Einde 1806 kreeg hij ernstig ongenoegen met de gouverneur van Curagao Changuion. zoals men lezen kan in De West-Indische Gids van 1941, blz. 255, er zou n.1. door hem een z.g. „pasquil", een plaatje, waaruit minachting voor het gezag zou blijken, verspreid zijn, waarover hij op 2 Nov. 1806 door de fiscaal op last van Changuion werd aangesproken en met zijn zoon Samuel de Lannoy Beeldsnijder gearresteerd werd- Herman Tiberius verklaarde het aan¬ gevochten pasquil bij een van zijn kleinkinderen te hebben gevonden, maar bij de gerechtelijke uitspraak in deze zaak op 27 Nov. d.a.v. kreeg hij een reprimande en opdracht zijn leedwezen aan de Overheid te betuigen, terwijl zijn zoon Samuel. behalve een reprimande, 14 dagen te water en te brood werd gezet. De maker van het prentje C. J. Erkelens werd het verblijf op de eilanden ontzegd. Uit zijn huwelijk sproten: 1. Weyer Wolfert Beeldsnijder, volgt III. 2. Jan Willem Beeldsnijder, volgt Illbis. 3. Dorothea Willemina Beeldsnijder, geboren Curaqao 19 Dec. 1770, aldaar gedoopt 5 Febr- 1771, ge¬ tuigen Doctor Wolfert en Jacob Johan Beeldsnijder, (beide absent), Dirk van der Meer Eylbracht en Dorothea Willemina Horst (beiden present). 1) Zij overleed op Curagao 12 Jan. 1846 en huwde aldaar 27 Febr. 1791 met Jan Hendrik Raven, over¬ leden tussen 1799 en 1805, zoon van Richard Raven en van Hendrikje Croese. Uit dit huwelijk spro¬ ten 2 kinderen: a. Weyer Wolfert Beeldsnijder Raven, gedoopt Curagao 26 Nov. 1793 en b. Hendrikje Croese Raven, gedoopt (Luth.) aldaar 18 Juli 1799, die hieronder nog genoemd zal worden. 4. Jacob Beeldsnijder, geb. Cura;ao in Oct. 1771, achterin het doopboek zonder datum ingeschreven met als doopgetuigen Jacob Beeldsnijder. Pieter Frangois Diedenhoven. Maria Alida Meyn 2) en Dorothea Willemina Martin: begraven aldaar 2 Dec. 1771 5. Wolfert Johannes Beeldsnijder, volgt Illter. 6. Jacob Johan Frangois Beeldsnijder, gedoopt Curaqao 28 Juli 1773, jong overleden. 7. Hendrik David Horst Beeldsnijder, gedoopt Curagao 1 Maart 1775, jong overleden. 8. Maria Alida Beeldsnijder, gedoopt Curaqao 23 April 1777, begraven aldaar 9 Juni 1794. 9. Samuel de Lannoy Beeldsnijder, volgt Illquater. 10. Willem Martin Beeldsnijder, gedoopt Curaqao 2 October 1781, overleden en begraven aldaar 8 Sep¬ tember 1784. 11- Jannetje Elisabeth Beeldsnijder, gedoopt Cura?ao 21 Sept. 1783, doopgetuigen Geratd Beeldsnijder. lid der Admiraliteit van Amsterdam, en Jacoba Johanna Beeldsnijder, huisvrouw van Iman Pauw. griffier van de Hoge Raad; overleden aldaar 19 Juni 1786. 12. Florentia Hendrietta Beeldsnijder, geboren Curagao 8 Mei 1786. aldaar ongehuwd overleden als laat¬ ste van dit geslacht op Curaqao (na 1863). Bij de opheffing van de slavernij werd haar door het Gouvernement in 1863 een schadevergoeding van ƒ 1600.— uitbetaald. *) De 2 getuigen, die present waren, waren de 2e man van de tante van de dopelinge, n.1. Ebbetje Evertsz, die in eerste huwelijk getrouwd was geweest met Matthias Vermeulen, broeder van de moeder van de dopelinge, en de andere getuige was de grootmoeder van de dopelinge. a) ZIJ was de grootmoeder van vaderszijde van de dopeling. 221 beeldsnijder 2

III.

Weyer Wolfert Beeldsnijder, geboren Curagao in 1764, sedert 1785 in civiele dienst van de Sociëteit van Suriname te Paramaribo, over), tussen 1794 en 1812. huwt te Paramaribo (ondertr. 13 Sept. 1786) met Johanna Frederica Elizabeth Muntz. geb. te Leeuwarden in 1762. die als zijn wed. in Suriname 22 Oct. 1812 testeert1). Zij benoemt daarbij haar 4 hieronder te noemen kinderen tot haar universele erfgenamen en tot executeurs-testamentair haar schoonbroeder Jan Willem Beeldsnijder en haar schoonzoon Unico Hen¬ drik Wilkens. Uit het proces-verbaal van ontzegeling van het testament d.d. 3 Nov. 1812 blijkt dat testa¬ trice op 2 Nov- „gisteravond" is overleden. Zij was een dochter van Mr. Werner Johan Philip Muntz. die o.a. in 1786 ook in Suriname woonde. Uit hun huwelijk sproten: 1. Hermanna Tiberia Maria Beeldsnijder, geb. Paramaribo 13 Dec. 1786, aldaar overleden 9 Nov. 1813: huwde met Unico Hendrik Wilkens. geb. Paramaribo 21 Febr. 1766. aldaar overleden 3 Juni 1818. zoon van Unico Wilkens en Gabriella Susanna van Leeuwaarden en weduwnaar van Agatha Margaretha Berkhoff. 2. Johanna Sara Maria Louisa Elisabeth Beeldsnijder, ged. Paramaribo 17 April 1788, huwde met Jacob Brink3. Wolfert Jacob Beeldsnijder, ged. Paramaribo 23 September 1790. 4. Werner Johan Philip Muntz Beeldsnijder, ged. aldaar 24 Juni 1792, jong gestorven. 5. Jacoba Catharina Anna Elisabeth Beeldsnijder, ged. aldaar 6 Maart 1794. jong gestorven. 6. Jan Willem Beeldsnijder.

Illbis. Jan Willem Beeldsnijder, geboren Curagao in 1768; hij ging eveneens naar Suriname waar hij op 23 Oct. 1794 zijn testament2 3 4) maakt en daarbij tot zijn universele erfgenamen benoemt zijn ouders, de Heer Hermanus Tiberius Beeldsnijder en vrouwe Maria Vermeulen, echtelieden, wonende „op het eiland Curagao en tot executeur-testamentair zijn broeder Weyer Wolfert Beeldsnijder- Hij huwde daarna Paramaribo (ondertr. 8 Febr. 1799) met Jacoba Catharina Anna Elizabeth Muntz geb. Haarlem in 1768, met wie hij in Suriname 22 Juli 1799 een testament2) maakt. Zij benoemen de langstlevende wederkerig tot erfge¬ naam onder voorwaarde, dat deze eventuele kinderen behoorlijk zal opvoeden en hun de legitieme portie zal uitkeren, terwijl testateur voor het geval hij kinderloos sterft, zijn ouders, wonende op Curagao de legitieme portie verzekert. Illter.

Wolfert Johannes Beeldsnijder, geboren Curagao in Juli 1772; in het doopboek achterin zonder datum van doop ingeschreven, waarbij getuigen .Wolfert Johannes Beeldsnijder 4), Cornelis Anthony van Alderwereld en Alida Margaretha Beeldsnijder. Hij huwde met Eva Wierman, begraven Curagao 31 Oct. 1819. Uit dit huwelijk sproot: Herman Tiberius Beeldsnijder, gedoopt Curagao 10 Juli 1800.

Illquater. Samuel de Lannoy Beeldsnijder, gedoopt Curagao 18 April 1779, waarbij doopgetuigen waren Jan Hendrik Baron de Lannoy en Alida Margaretha Beeldsnijder, huisvrouw van Cornelis Anthony van Alderwereld. capitein ter zee. Hij ontving de namen Samuel de Lannoy naar de vader van de eerste ge¬ tuige, die als luitenant ter zee voor de Admiraliteit van Amsterdam op Curagao was gekomen en daar in 1738 was gehuwd met Anna Martha Elisabeth Martin, wier broeder Willem en wier zuster Maria Martha Martin ieder met een Vermeulen gehuwd waren en aldus tot de familieleden van de vrouw van Herman Tiberius Beeldsnijder behoorden. De laatste gaf dus aan zijn zoon de namen Samuel de Lannoy naar een aangehuwd familielid, dat reeds vóór 1745 was overledenz) Testamentboek no. 96, testament no. 37. 3) Notar. arch. Suriname no. 71, fel. 104. *) Idem, no. 76, 2e gedeelte, testament no. 4. 4) Mr. Wolfert Johannes Beeldsnijder gehuwd met Wilhelmina Frangoise van Hoorn te Amsterdam was een broeder van de vader van de dopeling. 222 BEELDSNIJDER 3

Samuel de Lannoy Beeldsnijder - hiervoor bij zijn vader in 1806 reeds genoemd - huwde in 1799 met Elisabeth Evertsz. dochter van Johannes Evertsz en van diens 2e vrouw Jannetje Vermeulen. Zij overleed op Curagao en werd er 6 April 1812 begraven. Uit dit huwelijk sproten: 1. Herman Tiberius Beeldsnijder, gedoopt Curafao 17 Augustus 1800. 2. Maria Jacoba Vermeulen Beeldsnijder, gedoopt Cura;ao 17 Augustus 1803, jong gestorven. 3. Maria Jacoba Beeldsnijder, gedoopt Cura?ao 25 Maart 1805, getuigen Jan Willem Beeldsnijder en zijn vrouw Jacoba Maria Muntz en Dorothea Willemina Beeldsnijder weduwe Jan Hendrik Raven: zij overleed 14 Febr. 1885 en huwde Curagao 14 Febr. 1838 met Godhelp Israël Hoyer 1). geb. CuraSao 29 Juli 1802, overl. na 1863, zoon van Christoffel Godlieb Friedrich Hoyer en Wilhelmina Raven. Bij zijn huwelijk in 1838 werd hij geassisteerd door zijn vader voorn, en zij door haar bovengenoemde tante, die ook haar doopgetuige was geweest. Hij was weduwnaar met 7 kinderen van Hendrikje Croese Raven, de overleden dochter van die tante die dus de grootmoeder van die kinderen was. Het 6e kind uit zijn eerste huwelijk was Weyer Wolphert Beeldsnijder Hoyer. geboren Cura?ao 5 April 1830. 4. Dorothea Willemina Beeldsnijder, gedoopt Cura;ao 3 Februari 1808, ongehuwd overleden aldaar na 1832. 5. Jacobus Lesire Beeldsnijder, gedoopt Cura In de 17e eeuw woonde de koopmansfamilie Gaerste. die een wapen heeft, in Saksen in de handelsstad Leipzig. De eerste Gaerste, die ons bekend is, is David, die ± 1690 in bovengenoemde stad woonde. Zes ge¬ slachten noemden de oudste zoon David. Van de tweede David zijn ons de jaartallen bekend en zijn ambt. Hij was koopman in pelterijen. Hij werd geb. 9 April 1708 te Leipzig en is gest. 7 Juli 1759. Hij was gehuwd met Johanna Klink. geb. 21 Oct. 1717 te Amsterdam en gest. 8 Jan. 1803, dochter van Cornelis Klink, koopman in katoen en lijnwaad te Amsterdam. Van de derde David zijn ons de jaartallen eveneens bekend. Hij werd geboren 4 Sept. 1744 en is gestorven 27 Jan. 1769. Hij was gehuwd met Margaretha Brakenziek. geb. 24 Febr. 1744 en gestorven 12 Febr. 1798. Zij was de dochter van Barend Brakenziek, korenkoper en geb. te Bielefeld in Pruisen. De vierde David is naar Curapao gegaan. Hij werd te Amsterdam geboren 10 Jan. 1769 en toen hij 17 dagen oud was. stierf zijn vader. Hij was adelborst en toen hij vier en twintig jaren oud was, kwam hij met 's landsfregat Medea, gecommandeerd door de bekende Schout bij nacht F. J. Wierts als Luitenant ter Zee op 25 Oct. 1793 te Willemstad aan. Reeds aan boord voelde hij voor administratief werk, zodat, toen hij op Cura?ao een betrekking kon krijgen als secretaris, hij die aannam, vooral ook, omdat hij met een Curagaos meisje, Elisabeth Niepage. huwde op 6 Dec. 1795. die geboren was op 2 Sept. 1770 en stierf 16 Febr. 1800, dochter van Godfried Niepage en van Helena de Mey. Later werd David ontvanger van de 50ste penning, vervolgens beëdigd vertaler, landdrost, procureur en auditeur militair. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij op 5 Juli 1801 met Johanna Cornelia Hueck. geb. 20 Sept. 1782 en gestorven 8 Sept. 1854. Toen hij 4 Sept. 1816 overleed werd hij met militaire honneurs begraven. Uit zijn eerste huwelijk sproten twee kinderen en uit zijn tweede huwelijk veertien: 1. David. geb. 31 Jan. 1797, gestorven 3 Juni 1858 op Aruba. 2. Gotfried. geb. 17 Maart 1799, gestorven 14 Nov. 1811. Hij is 12J^ jaar oud verdronken, doordat het schip, waarop hij voer, op de kusten van Barbarije is vergaan. 3. Johan Casper. volgt V. 4. Carel Maurits. volgt Vbis. 5. Dorothea Elizabeth. geb. 26 Juli 1805 en gest. 12 Aug. 1825, huwde Nicolaas Anslijn. gestorven 1871. 6. Jean Guillaume F reder ic. geb. 14 April 1807 en gest. 10 Aug. 1881 op Aruba. 7. Margaretha Sophia. geb. 2 Aug. 1808, gest. 7 Nov. 1881. 8. Catharina Wilhelmina. geb. 15 Oct. 1809, gest. 12 Juni 1871. 9. Amalia Louisa. geb. 5 Maart 1811, gehuwd 19 Maart 1828 met Nicolaas Anslijn. voornoemd. 10. Nicolaas Wilhelm, geb. 3 Juni 1812 en gest. 2 Nov. 1813. 11. William Charles, volgt Vter. 12. Bernardus Antong. geb. 7 Mei 1814, gest. 7 Mei 1814. 13. Maria Cornelia. geb. 3 Sept. 1815, gest. 24 Juni 1818. 14. Johanna Christina. geb. 17 Maart 1817, overl. 19 Dec. 1819. 15. Johanna Cornelia, geb. 11 Jan. 1820, gest. 26 Aug. 1875, geh. 16 Juli 1851 met Hermanus Brusse. geb. 1829, gest. 1862. 16. Alexander Gijsbert Cornelis. geb. 7 Juni 1823, gestorven 21 April 1825. V.

Johan Casper Gaerste. geb. 14 Juni 1802, gest. 6 April 1865, gehuwd 4 Jan. 1826 met Suzanna Jacoba *)

Dit artikel verscheen reeds in de Beurs- en Nieuwsberichten in 1947. 290

GAERSTE 1

Neuman, geb. 1808, gestorven 1856. Uit dit huwelijk sproten: 1. Johanna Cornelia. geb. 20 Mei 1826. 2. johanna Catharina, geb. 11 April 1828. gest. 27 April 1881, huwde 2 April 1851 Pieter Lourens Evertsz. geb. 12 Juni 1827 en gestorven 1907, zoon van Johannes Philippus en Anna Elisabeth de Haseth. Uit dit huwelijk sproten 6 kinderen, zie genealogie Evertsz. blz. 13, VIsepties. 3. David, geb. 17 April 1830, huwde Hendrina de Haseth. dochter van Pieter Lourens de Haseth en C/asina Jacoba Gorsira. geb. 26 April 1831. Ze hadden een dochter, Clasina Jacoba, geb. 31 Mei 1853, die met Hendrik Gaerste huwde (zie VIbis). 4. Johan August Wilhelm, geb. 11 Aug. 1832; overl. 28 Juni 1833. Deze tak is uitgestorven. Vbis. Care/ Maurits Gaerste. geb. 5 Juli 1804, overl. 4 Nov. 1871; gehuwd op 30 Juni 1830 met Benjamina Carolina de Haseth. geb. 21 April 1805, gest. 1884, dochter van Carel Zacharias de Haseth en Dorothea Dammers. Uit dit huwelijk sproten: 1. Dorothea. geb. 16 April 1831, gest. 20 Oct. 1836. 2. Johanna Cornelia. geb. 18 Mei 1836, gest. 1891, gehuwd 19 Dec. 1860 met Johannes Marius Henricus Bervoets. gest. 1885. 3. Jannetje Dorothea. geb. 29 Juli 1838. gest. 1914; gehuwd 13 Juni 1855 met Arnoldus Marinus Petrus van den Wall Arnemann. geb. 26 Oct. 1836, gest. 6 Febr. 1870. RudolJ van den Wall Arnemann was hun zoon, geb. 15 Oct. 1856. 4. Catharina Elisabeth. geb. 23 Oct. 1839. gest. 1919. huwde 21 Jan. 1863 Wilhelmus Antonius Bernardus Strengnaerts, geb. 1837, gest. 22 Mei 1871. 5. Amalia Carolina. geb. 21 Mei 1842, overl. 13 Nov. 1862. 6. Louisa Sophia. geb. 13 Juni 1846, gest. 1912, huwde 15 Febr. 1865 Jacobus Bartholomeus Coomans de Ruiter, geb. 1836, gest. 1922. Deze tak is eveneens uitgestorven. Vter. William Charles Gaerste. geb. 23 Juni 1913, gest. 3 Juni 1893. huwde 22 Jan. 1840 Johanna Cor¬ nelia Evertsz. geb. 10 Jan. 1816. dochter van Johannes Philippus Evertsz en Anna Elisabeth de Haseth. zie genealogie Evertsz. Uit dit huwelijk sproten: 1. Anna Elisabeth de Haseth. geb. 21 April 1840, overl. 7 Juni 1841. 2. David. geb. 24 Nov. 1841 en gest. 30 Maart 1898. 3. Johannes Philippus Evertsz. volgt VI. 4. Carel Maurits. geb. 8 Mei 1844, overl. 11 Juni 1844. 5. Johanna Cornelia. geb. 31 Aug. 1845. gest. 26 Aug. 1875. 6. Dorothea Elizabeth. geb. 12 Oct. 1847. overl. 15 Maart 1936. 7. Hendrik, volgt VIbis. VI.

Johannes Philippus Evertsz Gaerste. geb. 3 Juni 1843. gest. 1 Maart 1906, huwde 15 Januari 1868 met Maria Magdalena Green. geb. 6 Juni 1846 te Velasco in Texas. gest. 20 Jan. 1936. dochter van Thomas Jefferson Green en Lucy Smith. Uit dit huwelijk sproten: 1. William Charles, volgt VII. 2. Thomas Jefferson Green, volgt Vllbis.

VIbis. Hendrik Gaerste. geb. 6 April 1851, gest. 23 Mei 1916; 18 Dec. 1872 huwde hij Clasina Jacoba Gaerste. 291 GAERSTE 2

geb. 31 Mei 1853. dochter van David Gaerste en Hendrina de Haseth. Uit dit huwelijk sproten: 1. William Charles, geb. 11 Mei 1873. gest. 12 Maart 1886. 2. Hendrina. geb. 18 Mei 1875, overl. 25 Febr. 1943, huwt in 1897 Cornelis Gorsira. geb. 7 Aug. 1862. notaris, eigenaar van de Curagaosche Courant, overl. 27 Sept. 1919, zoon van Pieter Carel en Anna Doretha de Haseth. (zie Gorsira, blz. 2. V). 3. David. volgt Vllter. 4. Johanna Cornelia. geb. 7 Nov. 1880. overl. 21 Juli 1882. 5. Dorothea Elisabeth. geb. 7 April 1882, huwde Willem Johan Hendrik Bennebroek Gravenhorst. geb. 1873, gestorven in 1916. 6. Cornelia Clasina. geb. 17 Mei 1890, huwde Willem Adrianus de Jong. VII. WÜliam Charles Gaerste, geb. 14 April 1869, gest. 9 Oct. 1902. huwde Cornelia Texana Koerber. geb. 1871 in Texas. Uit dit huwelijk sproten: 1. Maria Antoinette, geb. 10 Juli 1900. 2. Eveline Beatrice. geb. 8 Nov. 1901. Vllbis. Dr. Thomas Jefferson Green Gaerste. geb. 31 Januari 1873, huwde 9 September 1896 Sadie Josephine Leonatd. geb. 13 Dec. 1876 te Elisabeth in New Jersey, gest. 11 Mei 1924. Deze bekwame dokter van Otrabanda is dagelijks nog aan de arbeid. Hij vierde reeds zijn gouden jubileum als geneesheer. Uit dit huwelijk sproten: 1. John Leonard. geb. 24 Juli 1897. 2. George William. volgt VIII. Vllter. David Gaerste. wonende op het landhuis Rozendaal, geb. 27 Sept. 1878, huwde 22 Nov. 1900 . Maria del Carmen de Haseth. geb. 4 Jan. 1880. Uit dit huwelijk sproten: 1. Hendrik, geb. 26 April 1902. overleden. 2. Johannes Andreas. geb. 15 April 1904; overleden. 3. Anna Elisabeth. geb. 22 Jan. 1906 en overleden 11 Augustus 1919. VIII. George William Gaerste. wonende op Curagao, geb. 15 Sept. 1907. huwde 28 Sept. 1928 te Maracaibo Anna Emilia Atencio. geb. 26 Juli 1905 te Maracaibo. Uit dit huwelijk sproten: 1. George Thomas, geb. 12 Sept. 1929 te Maracaibo. 2. Lorenia Ascencion. geb. 17 October 1931 te Maracaibo.

292 GAERSTE

HELLMUND De familie Hellmund is afkomstig uit Duitsland, van Aschersleben in Hannover. en is terug te voeren tot 1580. Wij beginnen evenwel met: I.

Johann David Hellmund. geb. 1700, gestorven 4 Juli 1758. Kinderen: 1. Johann Gottlieb. 2. Dorothea Magdalena. 3. Johann Andries, volgt II. 4. Johann David. 5. Johann Gottfried. 6. Christiane.

II.

Johann Andries Hellmund geb. 18 Mei 1732, gest. 9 Dec. 1775 te Aschersleben, gehuwd in 1755 met Maria Louise Bodenburg. geb. 19 Juli 1734, gest. 10 April 1801 te Aschersleben. Uit dit huwelijk: 1. Christiane Augusta Louise. 2. Charlotte Wilhelmina. 3. Henriëtte Amalia. 4. Sophie. 5. Johann Gottlob. 6. August Wilhelm, volgt III.

III.

August Wilhelm Hellmund. geb. te Aschersleben 2 Aug. 1772, gest. 28 Juli 1848, gekomen op Cura?ao 3 Juli 1793 in de hoedanigheid van militair chirurgijn bij het garnizoen, gehuwd 31 Maart 1799 met Elisabeth Swart, weduwe van Andries Winklaar. geb. 6 Jan. 1768 op Cura^ao, gest. 16 Mei 1838. Uit dit huwelijk: 1. Louise Catharina. 2. Johannes August Ferdinand, volgt IV. 3. Gottlob Wilhelm, volgt IVbis.

IV.

Johannes August Ferdinand Hellmund, geb. 28 Febr. 1801, was koopman, gest. 28 April 1844, gehuwd 1°. Cura^ao 11 Mei 1823 met Eva Nicolina Rojer. geb. 18 Juli 1804, overl. 26 Nov. 1830. Uit dit huwelijk: 1. August Wilhelm, geb. 20 Jan. 1824. 2. Eva Nicola. geb. 18 Dec. 1826. 3. Catharina Elisabeth, geb. 14 Nov. 1828. 4. Hermanus, geb. 25 Nov. 1830. Huwt 2°. Curagao 8 Aug. 1832 Maria Spencer, geb. 12 Juli 1816, dochter van Co melis en Catharina Frederica Weeber.

OUDSTE TAK

293 HELLMUND

Uit dit huwelijk: 5. Nicolaas Frederik. geb. 20 Maart 1834. 6. Gustaaf. geb. 20 Aug. 1836. 7. Cornelius. volgt V. 8. Gustaaf Wilhelm Ferdinand, volgt Vbis. V.

Cornelius Hellmund. geb. 19 Mei 1838, huwt Angela Cuello, geb. in Venezuela. Uit dit huwelijk: 1. Carlos. 2. Frederico. 3. Angelina. gehuwd met Lodewijk Kuipers. 4. Carlota. 5. Mary. 6. Cornelio.

Vbis. Gustaaf Wilhelm Ferdinand Hellmund, geb. 20 Sept.1840, gouvemementssecretaris, gest. 9 Dec. 1899. huwt 6 Juni 1870 Cornelia Gijsbertha Debrot. geb. op Bonaire 24 Nov. 1850, gest. 20 Juni 1908. dochter van Charles Baggs Debrot en Jeanette Catharina Raven. Uit dit huwelijk: 1. Charles August Ferdinand, volgt VI. 2. Johan Charles Wilhelm, geb. 20 Nov. 1872. gest. 21 Nov. 1872. 3. Charles Frederik Wilhelm, geb. 16 Oct. 1873, naar Venezuela gegaan, ongehuwd. 4. Theodoor Frederik. geb. 23 Oct. 1875, gest. 23 Oct. 1875. 5. Maria Magdalena. geb. 3 Sept. 1876, huwt Gerard Raven Zeppenfeldt. geb. 23 Nov. 1863, gezag¬ hebber van Aruba, zoon van Anton Willem Zeppenfeldt en Johanna Gijsbertha Elisabeth Raven. Uit dit huwelijk 4 kinderen, zie Zeppenfeldt. sub VIII. 6. Cornelius, geb. 8 Oct. 1879, gest. 9 Oct. 1879. 7. feannette Catharina, geb. 5 Aug. 1880, gest. 1881. 8. Gustaaf Wilhelm Ferdinand, geb. 18 Sept. 1880, is naar Rio de Janeiro gegaan en aldaar gehuwd. 9. Florence, geb. 29 Dec. 1884. 10. Cornelius. geb. 6 Oct. 1888, is naar Tampico gegaan en met een Mexicaanse gehuwd. 11. Nicolaas Frederik Spencer, geb. 22 Jan. 1890, overleden in Mexico-City. VI.

Charles August Ferdinand Hellmund. geb. 23 Febr. 1871, oud-griffier van het Hof van Justitie, huwt in 1912 Dorothea Gorsira. geb. 4 Dec. 1881, gest. 7 Juni 1948, dochter van Johannes Philippus Evertsz Gorsira en Henriette Elisabeth de Haseth. Uit dit huwelijk: 1. Wilhelm Philippus, volgt VII.

VIL

Wilhelm Philippus Hellmund. geb. 18 Sept. 1915, verbonden aan de Cur. Petr. Ind. Mij., huwt 1939 met Johanna Pieternella Blom, geb. 30 April 1917, dochter van Pieter Johannnes en Johanna Glasbeek. Uit dit huwelijk: 1. Wilhelm Pieter. geb. 16 Jan. 1940.

JONGERE TAK IVbis. Gottlob Wilhelm Hellmund. geb. Cura?ao 14 Nov. 1802, overl. 9 Juli 1863, huwt Henriette Catharina Raven. geb. 10 Mei 1816, gest. 14 April 1903. Uit dit huwelijk: 1. Augusta Wilhelmina. geb. 25 Maart 1832, gest. 11 Dec. 1905. 294 HELLMUND 2

2. 3. 4. 5. 6.

Gottlob Wilhelm Friederich. volgt V. Ernst Barend Ferdinand. volgt Vbis. Louisa. geb. ongeveer 1838. Betsy, geb. ongeveer 1840. Gustaaf August Bodenburg. geb. 31 Oct. 1842, huwt Wilhelmina Agatha Oliphant. Zij woonden in Amsterdam. Hun enig kind Gustaaf August Bodenburg Hellmund. geb. 1 Dec. 1874, is gestorven 1 Maart 1875. 7. Johan August, geb. 5 Dec. 1847, gest. 19 Nov. 1848. 8. Henriette Catharina, geb. 15 Nov. 1849, gest. 21 Dec. 1896. 9. Ernestina Sophia. geb. 31 Juli 1853, gest. 14 Mei 1855.

V.

Gottlob Wilhelm Friederich Hellmund. geb. 10 Maart 1834, gest. 10 Juli 1910, huwt Curagao 14 Juli 1858 Carlota Victoria Clemence van Lansberge. geb. te Santa Fé de Bogota 15 Juni 1834, gest. 28 Aug. 1864, dochter van Reinhart Frans Cornelis. gouverneur eerst van Curagao, daarna van Suriname, en van Vic¬ toria Maria Rodriguez y Escobar. Uit dit huwelijk: 1. Reinhardt Wilhelm Hendrik Victor, volgt VI. 2. Henriette, huwt Frans Johannes Olivier.

VI.

Reinhard Wilhelm Hendrik Victor Hellmund. geb. 5 Mei 1859, zoutwinner, overl. 23 April 1930, huwt 25 Febr. 1880 Jkvr. Henriette Virginia Rammelman Elsevier. geb. 19 Juni 1861, overl. 17 Maart 1937, dochter van Jhr. Mr. Ditmar Melchior en Elize Anna Sara Rojer. Uit dit huwelijk: 1. Henriette Victoria Sophia Hellmund, geb. 6 Maart 1882, gehuwd 9 Aug. 1905 met Theodoor Frederik van der Linde Schotborgh. geb. 15 Dec. 1874. oud-ambtenaar bij het Gouvernement. Uit dit huwelijk 2 kinderen, zie familie Schotborgh. blz. 11, sub VlIIbis.

Vbis. Ernst Barend Ferdinand Hellmund, geb. Curagao 22 Febr. 1836, gest. 24 Aug. 1888, huwt Juliana Martina de Jongh, gest. 11 Dec. 1905. Uit dit huwelijk: 1. Jules, volgt VI. 2. Gottlob Wilhelm, volgt VIbis. 3. Henriette. geb. ongeveer 1868. 4. Augusta Wilhelmina, geb. 18 Sept. 1871. De beide zusters hebben samen een bekend pension op Bonaire. VI.

Jules Hellmund. geb. 15 Sept. 1863 gest. 10 Aug. 1928, huwt Maria Spencer Dcbrot. geb. 30 April 1865, dochter van Charles Baggs Debrot en Jeanette Catharina Raven. Uit dit huwelijk: 1. Julie. geb. 13 Oct. 1896. 2. Henriette, geb. 16 April 1900. 3. Charles Barend Ernst, volgt VII.

VII. Charles Barend Ernst Hellmund, geb. 19 Febr. 1895, lid van de Raad van Politie van Bonaire, koopman, huwt Carmen Boom. geb. 26 April 1895, dochter van Adrianus Boom en Jane Torbet. Uit dit huwelijk: 1. Charles Jozef. geb. 15 Sept. 1931. 2. Mary Jane. geb. 11 Juli 1933. VIbis. Gottlob Wilhelm Hellmund, geb. 12 Febr. 1865. huwt Maria Enriqueta de Jongh. geb. 16 Aug. 1872. Uit dit huwelijk: 295 HELLMUND 3

1. Guillermo Ernesto Hellmund, geb. 30 Mei 1895, huwt Anna Theresa Mosquera. Uit dit huwelijk: a. Maria Guillermina. geb. 28 Febr. 1942. b. Carmin Theresa, geb. 4 Juni 1943. c. Carlota Augusta, geb. 18 Febr. 1944, na ongeveer acht maanden gestorven.. 2. Enriqueta Guillermina Hellmund, geb. 22 Sept. 1896, huwt Dec. 1928 Leo C. A. Lepelaars. Uit dit huwelijk: a. Inga Lepelaars, geb. 1 Febr. 1932, gest. 18 Nov. 1940 door het vergaan van de „Simon Bolivar". b. Leo Lepelaars, ook omgekomen. c. Leo Lepelaars, geb. 21 Maart 1941. 3. Juanita Nicolasa Hellmund. geb. Bonaire 5 Mei 1898, huwt 15 Sept. 1921 de districtmeester Herman Bemard Cornelis Schothorgh, geb. 7 Jan. 1898, zoon van Cornelis Wilhelm Gijsbert en Dorothea Elisabeth Rojer. Uit dit huwelijk 4 kinderen, zie familie Schotborgh, blz. 12, sub IXbis. 4. Julieta Mathilde Hellmund. geb. 15 Nov. 1896, huwt Cornelis Arie Biesheuvel, employé bij de Cur. Petroleum Industrie Mij. 5. Ernesta Guillermina Hellmund. geb. 27 Mei 1905, huwt Jan Kerrebijn. employé bij de Cur. Petro¬ leum Industrie Mij., zoon van Adriaan Frederik en Martha Schotte, Uit dit huwelijk: a. Jan Kerrebijn. geb. 27 Aug. 1930. b. Hetty Kerrebijn. geb. 22 Sept. 1942. 6. Jan Nicolaas Erasmus Hellmund. geb. Bonaire 17 Nov. 1906, verbonden aan de K.L.M., huwt Omgra Juliana Pardo. Uit dit huwelijk: a. Johng Hellmund. geb. 13 Febr. 1946. b. Liane Hellmund. geb. 17 Febr. 1949.

296 HELLMUND 4

MULLER Het geslacht Muller, dat in 1798 op Curagao kwam, staat in geen enkel verband met de familie Statius Muller en wordt hier in het kort vermeld om verwarring tussen de gelijknamige personen te voorkomen. Het was ook Luthers en kwam ook in de persoon van een predikant op het eiland, n.1. met Ds. Jacob Muller. Deze was een kleinzoon van Johannes Herman Muller, geboren te Ringenberg bij Wesel, die te Duis¬ burg 25 Nov. 1736 huwde met Anna Catharina Stevens. Uit dit huwelijk sproot o.a. Jan Anthonie Muller, geb. 21 Sept. en ged. Duisburg 27 Sept. 1737, koopman te Arnhem, overleden te Zevenaar 8 Jan. 1822, gehuwd te Zevenaar 20 Maart 1766 met Maria Elisabeth Vos, geboren Vlissingen 16 October 1746, overleden te Zeve¬ naar 6 Febr. 1829. Van hun 13 kinderen was Ds. Jacob Muller het 3e kind, geboren 2 Dec., gedoopt te Arnhem 5 Dec. 1771. Hij werd 19 Jan. 1798 beroepen als Luthers predikant op Curaijao en werd na 43 jaar dienst in Maart 1841 emeritus aldaar, nadat hij in 1825 de vereniging van de Lutherse met de Hervormde gemeente had mee¬ gemaakt en leraar van de verenigde gemeente was geworden. Hij was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en overleed op Cura£ao 27 April 1842. Hij huwde 1°. in Nederland in 1797 met Maria Siekers, die spoedig met achterlating van een dochtertje overleed, en huwde 2°. op Curagao 13 Juli 1800 met Johanna Lesire de Rochemont, geb. aldaar 18 Maart 1783. die in 1865 nog op ruim 80-jarige leeftijd op Curagao leefde en daar op 23 Nov. 1866 stierf; zij was een dochter van Arend Hendrik de Rochemont en Anna Catharina Ellis. Uit dit 2e huwelijk sproten 15 kinderen. Uit het eerste huwelijk: 1. Maria Elisabeth Muller, geb. Cura?ao 17 Juni 1798, overleden 1 Dec. 1882. Uit het tweede huwelijk: 2. Henriette Catharina Muller, geb. Cura;ao 9 Febr. 1802, overleden Amsterdam 28 Mei 1880, huwt Curagao 11 Mei 1823 Jhr. Isaac Johannes Rammelman Elsevier. geb. Barneveld 13 Febr. 1802, secre¬ taris, later gouverneur van Cura;ao van 1849-1854, overleden te Amsterdam 24 Juli 1877, zoon van Jhr. Mr. Isaac Johan Rammelman Elsevier. o.a. fd. gouverneur van Cura^ao, en van Johanna Petronella Martinus. Deze vader nam in 1811 na uitsterven van het geslacht Rammelman de naam Rammelman bij zijn naam aan; hij was bij K.B. van 25 Mei 1829 verheven in de Nederlandse Adel. Zijn voomoemde zoon werd ingevolge K.B. van 23 Oct. 1820 het voeren van de naam Rammelman Elsevier vergund. Voor hem en zijn geslacht zie Nederland's Adelsboek 1941 en de familie Elsevier hierna. 3. Sara Margareth Muller, geb. Cura;ao 28 Juni 1803, overleden te Arnhem Juni 1887, huwt 1°. 8 Aug. 1832 P. B. van Duin; huwt 2°. Cura;ao in 1834 Willem Hendrik van Voss. geb. Oud-Gastel (N.Br.) 11 Jan. 1788, overleden Suriname 30 Sept. 1835, zoon van Joan Christoffel van Voss en Johanna Vogel. 4. Helena Cornelia Muller, geb. Curagao 28 Juli 1804, er overleden 23 Juli 1893, huwt Curagao 15 Juli 1821 Johannes Wilhelmus Gerardus Jutting'1). geb. Amsterdam 19 April 1790, aldaar gedoopt 25 April 1790, lid van de Raad van Commercie en Zeezaken op Curagao, overl. aldaar 31 Juli 1827, zoon van Jan Hendrik Jutting en van Sara Maria van Starckenborgh. weduwnaar van Theodota Petronella Johanna Margaretha Elsevier. die een zuster was van de bovengenoemde gouverneur Rammel¬ man Elsevier.. M Zie de genealogie Jutting in Ned. Patriciaat, jg. 1946. 297

5. Anna Catharina Muller, geb. Curagao 7 Oct. 1805. overleden 30 Dec. 1892. 6. Louisa Geertruida Muller, geb. Curagao 14 November 1806, huwt Godefridus Antonius Prince, marine-officier. 7. Dr. Johan Antony Muller, geb. Curagao 17 Jan. 1808, geneesheer te Paramaribo, overl. aldaar 13 Sept. 1861; hij was gehuwd met zijn huishoudster bij wie 5 kinderen. 8. Johanna Lesire Muller, geb. Curagao 23 Maart 1809, overleden te Delft Juli 1878, huwt Adriaan Cosijn, officier van de administratie der Marine. 9. Elisabeth Mauritia Muller, geb. Curagao 9 April 1810, overl. aldaar 30 Aug. 1887. 10. Arend Hendrik de Rochemont Muller, geb. Curagao 16 Oct. 1811, overl. in Indonesië. 11. Jacob Vos Muller, geb. Curagao 6 Nov. 1812, er overleden 7 Januari 1875. 12. Louis Philippus Muller, geb. Curagao 29 Maart 1814, overleden Cincinnatie (U.S.) 8 Jan. 1885. was gehuwd met Eliza Wilhelmina Catherine Remme, geb. in Duitsland 1 Aug. 1816, overl. 20 Jan. 1892. uit welk huwelijk elf kinderen. 13. Peter Jacob Muller, geb. Curagao 23 Juli 1815, overleden 7 Nov. 1818. 14. Sophia Pieternella Muller, geb. Curagao 3 Juli 1817. gestorven 7 Januari 1838. 15. Jan Lesire Muller, geb. Curagao 27 Aug. 1818. overleden in Indonesië. 16. Peter Lodewijk Muller, geb. Curagao 8 Febr. 1820. overleden aldaar 13 Mei 1821.

FORBES De familie Forbes is oorspronkelijk afkomstig van Schotland. Enkele familieleden waren uitgeweken naar de U.S.A. De eerste Forbes. die naar Cura?ao kwam. was van New York; hij was van gegoede familie, huwde een voorname Cura^aose. I.

Waters Forbes. geb. New York 1767, geneesheer op Cura^ao. gest. 2 Juni 1812, huwt 12 Mei \799Sarah Elisabeth Berch. geb. 10 Maart 1779, gest. 27 Dec. 1857 op de plantage Ronde Klip. dochter van Jacob Bennebroek Berch en diens 2e vrouw Anna Sophia Urdaal. Uit dit huwelijk; 1. Jacob Bennebroek Forbes. volgt II. 2. William Waters Melanchton Forbes. geb. 1802.

II.

Jacob Bennebroek Forbes. geb. 12 April 1800, gest. 9 Oct. 1861 te Paramaribo, huwt 26 Aug. 1840 Hermina Adriana Price, geb. 8 Aug. 1816, gest. 22 Oct. 1881. dochter van Henry Stephen Thomas Price en Lucretia Constancia Romer. Uit dit huwelijk'. 1. William Forbes. geb. 1841. 2. Lucretia Constancia Forbes. geb. 8 Juni 1843, overl. 12 Dec. 1907, huwt 12 Oct. 1859 Jan Hendrik Schotborgh. geb. 18 Oct. 1825. gest. 1897, zoon van Martinus Bernardus en Wilhelmina Gijsberta Brands. Uit dit huwelijk zeven kinderen; zie Schotborgh, blz. 12, Vllbis. 3. William Waters Melanchton Forbes. geb. 9 Juli 1844. gest. 13 Febr. 1887 te Panama. 4. Sarah Elisabeth Magthilda Bennebroek Forbes, geb. 10 Mei 1847, overl. 's-Gravenhage 7 Oct. 1933. huwt 20 Juli 1870 Dr. Theodorus de Veer. geb. 7 Dec. 1823. stadsgeneesheer op Cura^ao, gest. 27 Juli 1882, weduwnr. van Lucretia Cornelia Bennebroek Gravenhorst en zoon van Abraham de Veer en Wilhelmina Sophia Jutting. Uit dit huwelijk: a. Wilhelmina Hermina de Veer. geb. 1871. b. Elizabeth de Veer. geb. 16 Dec. 1872, huwt E. Vonck. c. Helena Adriana Henriette de Veer. geb. 21 Nov. 1875. d. Anna Jacqueline de Veer. geb. 27 Oct. 1878. huwt Gerard Ferguson. e. Abraham Theodore de Veer. geb. 9 Oct. 1879. 5. Anna Sophia Henriette Bennebroek Forbes. geb. 3 Juni 1848. overl. 10 Jan. 1907, huwt 18 Maart 1868 Jacob Bennebroek van der Linde Schotborgh. geb. 14 Maart 1835, gest. 8 Maart 1903, zoon van Jan Schotborgh en Cornelia Wilhelmina van der Linde. Uit dit huwelijk acht kinderen (zie Schotborgh. blz. 12, VII). 6. Edward Henry Stephen Bennebroek Forbes, geb. 23 Dec. 1849, gest. 24 Jan. 1888 te New York, huwt 18 Juli 1877 M. E. A. S. Gravenhorst. 7. Albert John Bennebroek Forbes. geb. 10 Mei 1853, gest. 5 Oct. 1901, huwt 16 Juli 1880 Mary Helen Conn. geb. 27 Febr. 1854, dochter van Robert Conn en Henriette Catharina Price. 8. Julia Cornelia Catharina Forbes. geb. 16 Aug. 1855, gest. 27 Aug. 1941. 9. Jacob Constantijn Bennebroek Forbes. volgt III.

III.

Jacob Constantijn Bennebroek Forbes. geb. 22 Oct. 1858, gest. Den Haag 21 Juli 1921, huwt Cura$ao 20 Jan. 1887 Sally Virginie Jannetje Nicolina Schotborgh. geb. 8 Mei 1865, gest. 8 Sept. 1945, dochter 299

van Henry Schotborgh en Constantia Francinette Rojer. Uit dit huwelijk: 1. Jacob Bennebroek Forbes, geb. 3 Jan. 1888, gest. 5 Oct. 1927, huwt met Johanna Cornelia Boyé. geb. Cura?ao 24 Jan. 1888, dochter van Wilhelm Ernst Boyé. geb. te Bonaire 31 Juli 1836 en Eva Nicolina Rojer. geb. 8 Mei 1854. Uit dit huwelijk: a. Johanna Evelina Forbes. geb. 10 Nov. 1926. 2. Henry Johan Herman Forbes. volgt IV. 3. Jeanne Sophie Hermine Forbes. geb. 8 Dec. 1891, huwt 5 Maart 1927 met Matthias Fiihring. gest. 7 Juli 1943, zoon van Willem Frederik Karei Fiihring en Nicolina Elisabeth Daal. Uit dit huwelijk: a. Willem Constant Fiihring. geb. 11 Nov. 1928. b. Sally Elizabeth Fiihring. geb. 28 Jan. 1930. 4. Constant Francis Schotborgh Forbes. volgt IVbis. 5. Lucy Constance Sally Meriam Forbes, geb. 30 Juli 1897, gest. 10 Juni 1898. 6. Herminie Adrienne Forbes, geb. 4 Mei 1901, huwt August Leberegt Statius Muller, geb. 6 Dec. 1901. zoon van Herman Statius Muller en Louize Caroline van Eps. Uit dit huwelijk vijf dochters, zie Sta¬ tius Muller, p. 7. sub VIII. IV.

Henry Johan Herman Forbes, geb. 24 Sept. 1890, gest. in het interneringskamp op Java te Tjimahi in 1945, huwt Ida Elizabeth van Rietschoten. Uit dit huwelijk: 1. Henri Johan Herman Forbes. geb. 30 Dec. 1924.

IVbis. Constant Francis Schotborgh Forbes, geb. 20 Dec. 1894, huwt 1 Aug. 1923 Jeanette Wilhelmina Debrot. geb. 14 Dec. 1896. dochter van Jean Jacques Debrot en Marie Antoinette Clemence Nouel. Uit dit huwelijk: 1. Jacques Constant Bennebroek Forbes. geb. 1 Juni 1924, studeert in de U.S.A. 2. Marie Clemence Forbes. geb. 18 Maart 1926. huwt Philip Pietersz. zoon van Petrus Coenraad Pietersz en Henriette Dorothea van Uytrecht. Uit dit huwelijk: a. Randolph Constant Pietersz. geb. 7 Aug. 1944. b. Ray Philip Pietersz, geb. 25 Jan. 1946. c. Jeanette Dorothea Pietersz. geb. 13 Febr. 1947. d. Stanley Francis Pietersz. geb. 12 Maart 1948.

300

PERRET GENTIL Het geslacht Perret Gentil is van 1421 reeds bekend: het heeft voornamelijk in Le Locle gewoond bij Neuchatel. John Perret Gentil heeft op zijn onderzoekingstochten in 1931 in de archieven van Le Locle tal van gegevens gevonden over zijn familie. Wapen: in rood een balk van goud, beladen met 3 blauwe rozen. Wapenspreuk: „Guete et prends loisir". De eerste Perret Gentil. die naar West-lndië ging was Abraham. Hij was de zoon van: I.

Moise Perret Gentil. geb. Le Locle 18 Febr. 1725, en Suzanne Marguêrite de Perrot.

II.

Abraham Perret Gentil werd 1747 geboren te Le Locle, was gereformeerd en trad in Nederlandse krijgs¬ dienst; 1 Febr. 1774 werd hij kapitein in het regiment mariniers Bentinck te den Bosch en kwam daarmee kort daarna naar Suriname, ondertr. aldaar 5 Juni 1776 Elisabeth Jacoba Lijnslager, geb. 1754 te Leiden, weduwe van Franfois Louis Chaillet, raad van Suriname, zij was gereformeerd. Later is Abraham naar Frankrijk teruggekeerd en nam dienst in het Franse leger, waar bij brigade-generaal werd, 19 Juni 1824 stierf hij te Lyon. Uit zijn huwelijk: 1. Claude Franfois Frederic, volgt III. 2. Henri Louis. geb. 1779, hij was van 1819-1824 kolonel-commandant van de Schutterij te Paramaribo, huwde in Suriname, had geen kinderen en stierf te Den Haag 3 Nov. 1824. 3. Maria Elisabeth Charlotte. geb. 1781, overl. Curagao 4 Nov. 1814, huwde Philip Jacob Roederer. Zij hadden drie kinderen. 4. Julie Emelie. geb. te Deventer 4 Dec. 1783, huwde Curagao 9 Nov. 1806 Hendrik Lodewijk Ritter. geb. Amsterdam, luitenant van de Jagers. Zij hadden 2 kinderen.

III.

Claude Franfois Frederik Perret Gentil. geb. 21 Mei 1777 te Paramaribo, gest. 22 Jan. 1818 te Batavia. Hij huwde Cura?ao 5 Juni 1796 Johanna Catharina Hansz.. overl. Cura;ao 24 Febr. 1823, dochter van Jan Hendrik Hansz en Anna Maria Vos. twee bekende families. Reeds in 1796 wordt hij vermeld als officier op Curagao. Als de Engelsen Curagao in 1800 bezetten, gaat hij in Engelse dienst over. Hem werd ontslag verleend en zo was hij van zijn eed aan de Bataafse Republiek ontslagen. In 1805 moest hij terecht¬ staan voor de Hoge Militaire Vierschaar in Nederland en de advocaat-fiscaal eiste cassatie, inhabielverklaring en eeuwigdurende verbanning uit de Republiek en haar buitenlandse bezittingen. De eis werd echter ontzegd, omdat gebleken was, dat hij vroeger ontslag had gekregen uit de Hollandse dienst. Hij trad in 1815 weder als officier in dienst en overleed als kapitein bij het 22e bataljon infanterie op Java. Uit zijn huwelijk sproten: 1. Anna Maria. geb. Cur. 8 April 1797, huwde Cur. 1822 Casper Voogd. Zij hadden een dochter Adriana Catharina Elisabeth Virginie Voogd, die later huwde met Hendrik August Statius Muller; zie bij deze familie, blz. 5, sub VI. 2. Abraham Hendrik, geb. Cur. 6 Nov. 1798. gest. 8 Nov. 1815. 3. Jan Hendrik, volgt IV.

IV.

Jan Hendrik Perret Gentil. geb. Cura?ao 19 Oct. 1800, ged. 21 Dec. d.a.v. Hij huwde 29 Dec. 1824 301 PERRET GENTIL 1

Cornelia Maria Hendriks, geb. 5 Dec. 1805. dochter van Cornelis Marinus Hendriks en Cornelia Helena Bor. Uit dit huwelijk: 1. Casper Claude Franaois Frederik, volgt Va. 2. Cornelia Helena Henriette Louise Perret Gentil, geb. Curagao 25 Nov. 1830. huwt 24 October 1849 Johan Frederik Carel van Eps. geb. 18 Sept. 1829. weduwn. van Urania Louisa Sticht, uit zijn 2e huwelijk sproten geen kinderen. Zie familie Van Eps. blz. 4. 3. Cornelis Marinus Hendriks Perret Gentil. geb. 7 Juni 1837. gest. 1862. 4. Johanna Catharina Wilhelmina Perret Gentil, geb. 17 Jan. 1839, huwde August Neuman. Zij hadden een dochter Cornelia Maria Hendrika Neuman, die met Ernst Frederik van Eps. geb. 3 Febr. 1852. huwde. 5. Abraham Charles Henri Louis, volgt Vb. 6. August Carel Casper Pieter. volgt Vc. 7. Anna Maria Geertruida Christiana Perret Gentil. geb. 21 Juli 1846, huwde 22Nov. 1872 Mattheus Cornelis van Vooren. Zij hadden geen kinderen. Va.

Casper Claude Franpois Frederik Perret Gentil, geb. 10 Aug. 1828, huwt Anna Maria Cornelia Statius Muller, geb. 27 Juni 1831, dochter van August Leberegt Statius Muller en Geertruida Maria Rojer. Uit dit huwelijk: 1. August Leberegt Statius Perret Gentil. gest. 1909. 2. Geertruida Maria Perret Gentil. ongehuwd gest. 1945. 3. Jan Hendrik Perret Gentil. geb. 27 Maart 1880, huwt 29 Juli 1896 Cornelia Maria Perret Gentil. geb. 2 Maart 1880, dochter van August Carel Casper Pieter Perret Gentil en Antonia Elodie Avendano. Uit dit huwelijk: Atala Perret Gentil. geb. 4 Juni 1914.

Vb.

Abraham Charles Henry Louis Perret Gentil. geb. 9 Dec. 1841, huwt Anna Christina Johanna van Eps, geb. 10 Febr. 1859, gest. 22 Juli 1916, dochter van Johan Frederik Karei van Eps en Urania Louisa Sticht. Uit dit huwelijk: 1. Jan Hendrik, volgt Vla. 2. Urania Helena Perret Gentil, geb. 29 Aug. 1890, huwt 15 Jan. 1919 David van der Ree. Uit dit huwelijk: a. Irma van der Ree. geb. 13 Juli 1920, huwt Wilfred de Haseth en heeft vele kinderen . b. David van der Ree, geb. 13 Jan. 1930. 3. Johan Frederik Carel Perret Gentil. geb. 8 Oct. 1891, ongehuwd. 4. Frangois Hendriks Casper, volgt VIb. 5. Cornelis Marinus Perret Gentil, geb. 16 Mei 1894, gest. 21 Febr. 1945 ongehuwd. 6. August Hendriks Perret Gentil. geb. 11 Aug. 1895, gest. 6 Juli 1896. 7. Henry Louis, volgt VIc. 8. Cornelia Maria Perret Gentil. geb. 19 Nov. 1898, ongehuwd. 9. Herman Helenus Perret Gentil. geb. 26 Nov. 1900, huwt 29 Oct. 1924 Nora Ines Meinhardt. Hij woont te Caracas en heeft drie dochters.

Vla. Jan Hendrik Perret Gentil, geb. 5 Aug. 1889, huwt 1°. 1 Oct. 1919 Marceline Helena Perret Gentil, dochter van August Carel Casper Pieter en Antonia Elodie Avendano; huwt 2°. 22 Aug. 1938 Charlotte Marie Brusse. overl. 31 Maart 1946, dochter van Coenraad Jacob en Enriqueta Salas; huwt 3°. 11 Jan. 1947 Leonore Josephine Brusse. zuster van zijn 2e echtgenote. Uit het tweede huwelijk: 1. John Coenraad Louis Perret Gentil. geb. 15 Nov. 1941. 302 PERRET GENTIL

2. Dudley Grandville Perret Gentil, geb. 11 Sept. 1942. Uit het derde huwelijk: 3. Helena Maria Josephine Percet Gentil, geb. 4 Sept. 1948. VIb. Frangois Hendriks Casper Perret Gentil, geb. 1 Febr. 1893. woont te La Guaira (Venezuela), huwt Maria Pura Dobbs, waaruit 3 kinderen, waaronder: 1. Max Alex, volgt Vila. Vila. Max Alex Perret Gentil. huwt met Atala Perret Gentil, geb. 4 Juni 1914, dochter van Jan Hendrik Per¬ ret Gentil en van Cornelia Maria Perret Gentil, zie V. 3. Uit dit huwelijk: 1. Astrid Perret Gentil. geb. 5 Mei 1938, overl. 27 Mei 1949. 2. Tania Perret Gentil. geb. 8 Dec. 1942. 3. Henny Percet Gentil, geb. 30 Maart 1945. VIc. Henry Louis Perret Gentil. geb. 1 Mei 1897, huwt 16 Juli 1924 Beatrice Irene Brusse. dochter van Coenraad Jacob Brusse bovengenoemd. Uit dit huwelijk: 1. Norma Madeline Perret Gentil. geb. 26 Sept. 1925. huwt Gerard Raven. 2. Anna Christina Percet Gentil, geb. 7 Nov. 1930, huwt Koetsier. 3. Olga Helena Perret Gentil. geb. 5 Febr. 1932. 4. Harold Roland Perret Gentil. geb. 18 Nov. 1934. Vc.

August Care/ Gaspar Pieter Perret Gentil. geb. 26 Juli 1843, huwt La Guaira 26 Juli 1877 Antonia Elodie Avendano, dochter van José Maria Avendano. tweede zoon van Generaal Avendano. die onder Simon Bolivar gediend heeft. Uit dit huwelijk: 1. John Henry. volgt VId. 2. Cornelia Maria Perret Gentil. geb. 2 Maart 1880, overl. Aug. 1935, huwt 20 Juli 1896 Jan Hendrik Perret Gentil. geb. 27 Maart 1880, gest. 13 Nov. 1930, zoon van Caspar Claude Frangois Frederik Perret Gentil en Anna Maria Cornelia Statius Muller. 3. Federico Antonio Perret Gentil, volgt Vle. 4. Frangois Hendriks Louis Perret Gentil. volgt Vlf. 5. Oscar Eduardo Perret Gentil. geb. 21 Juli 1884, overl. 5 April 1946, huwt 11 Juni 1913 Anna Maria Magdelena Rojer. geb. 11 Oct. 1882, dochter van Herman Rojer en Marie Magdalena Boyé. Geen kinderen. 6. Casper Arturo Perret Gentil. volgt VIg. 7. Helena Marcelina Perret Gentil. geb. 8 April 1891. overl. 1 Juli 1937, huwt Jan Hendrik Perret Gentil. zoon van Abraham Charles Henry Louis Perret Gentil en Anna Christina Johanna van Eps. Geen kinderen. 8. Marcelina Evelina Perret Gentil. geb. 29 Dec. 1893. huwt 30 Jan. 1924 Cecilio Sarmiento. Uit dit huwelijk: a. Margerite Elodie Sarmiento. geb. 29 Dec. 1924, huwt Alvaro Solillo Jimenez. Uit dit huwelijk: Vanesse Jimenez. geb. 9 Juni 1948. b. Casper Cecilio Sarmiento. geb. 27 Oct. 1926. c. Eduardo Arturo Sarmiento, geb. 18 Aug. 1930.

VId. John Henry Perret Gentil. geb. 9 Juni 1878, overl. 12 Maart 1934, huwt Marie Luisa Arestiguieta. Uit dit huwelijk: 1. Dr. Agustin Perret Gentil, volgt VIIb. 303

2. Ir. Irwin Perref Gentil. geb. 9 Aug. 1920. 3. Mr. Otho Perret Gentil. ' volgt VIIc. 4. Frank Perret Gentil. geb. 5 Aug. 1931. VNb. Dr. Agustin Perret Gentil, geb. 31 Dec. 1917, oogarts, huwt Elodie Isabella Perret Gentil. dochter van Casper Arturo Perret Gentil en Virginia Daal, (zie Vlg, 5). Uit dit huwelijk: 1. Ingrid Perret Gentil. 2. Arline Virginie Perret Gentil. 3. John Arthur Perret Gentil. Vlle. Mr. Otho Perret Gentil. geb. 4 Jan. 1922, huwt Ofelie Hernandez. Uit dit huwelijk: 1. Tong Perret Gentil. geb. 13 Juni 1946, overl 1 Juli 1947. 2. Maria del Carmen Perret Gentil, geb. 15 Mei 1948. Vle. Federico Antonio Perret Gentil. geb. 21 Juli 1881, huwt Hendrina Gorsira, dochter van Co melis Gorsira en Elisabeth Daal. Uit dit huwelijk: 1. Elodie Elisabeth Perret Gentil. geb. 18 Juli 1907, huwt Marie Célestin Cadières. zoon van Jean Louis Jacquin Célestin Cadières en Maria Daal. Uit dit huwelijk twee dochters (zie Cadières). 2. Vitalia Perret Gentil. geb. 18 Juli 1908, huwt Cornelio Emiliano Cadières, geb. 10 Jan. 1896, zoon van Jean Louis Jacquin Célestin Cadières en Marie Daal. Uit dit huwelijk 4 kinderen (zie Cadières). 3. Casper Cornelis Perret Gentil, volgt Vlld. 4. Edgar Perret Gentil. volgt Vlle. 5. Federico Enrique Perret Gentil. volgt Vllf. 6. Milton Perret Gentil, volgt Vllg. Vlld. Casper Cornelis Perret Gentil, geb. 1910. huwt een Amerikaanse. Uit dit huwelijk: 1. Judith Perret Gentil. geb. 19 Oct. 1931. 2. Claire Perret Gentil. geb. 11 Mei 1935. 3. Frederic Antony Perret Gentil, geb. 25 Dec. 1936. Vlle. Edgar Perret Gentil. geb. 17 Maart 1913, huwt 19 Juli 1935 Suzanna Boom, dochter van ]. D. Boom en Anna C/ara Nouel. Uit dit huwelijk: 1. Mercedes Perret Gentil. 2. Milutxa Perret Gentil. 3. Anna Clara Perret Gentil. 4. Edgar Perret Gentil. Vllf. Federico Enrique Perret Gentil, geb. 19 October 1918, gouv. ambtenaar, huwt 21 October 1939 Myrtha Pijpers van Meeteren, geb. 17 Oct. 1916, dochter van Antoine Jean Pijpers van Meeteren en Jeanette Henriette Neuman. Uit dit huwelijk: 1. Karin Perret Gentil. geb. 10 Mei 1940. 2. Federico Perret Gentil. geb. 27 Nov. 1943. 3. Michael Perret Gentil. geb. 15 Oct. 1944. Vllg. Milton Perret Gentil. geb. 7 Februari 1926, huwt Bertha Guerrero, geb. 17 Mei. 1922. Uit dit huwelijk: 1. Milton Anthony Gregory Perret Gentil, geb. 15 Jan. 1948. Vlf. Franpois Hendriks Louis Perret Gentil. geb. 22 October 1822, overl. 1 Aug. 1929, huwt 29 Sept. 1919 304 PERRET GENTIL 4

Silvie Marie Betsy van der Veen Zeppenfeldt. geb. 16 Nov. 1899. dochter van Care/ Pieter van der Veen Zeppen[eldt en Marie Christina Thielen. Uit dit huwelijk: 1. Sylvia Elodie Perret Gentil. geb. 19 Oct. 1920. huwt een Zwitser, arts. 2. Henry Care/ Casper Perret Gentil. geb. 7 Nov. 1821, huwt met een Zwitserse. 3. Albert Rudolf Perret Gentil. geb. 12 Aug. 1923. 4. Maria Christina Perret Gentil. geb. 11 Aug. 1925. 5. Yolanda Perret Gentil. geb. 17 Maart 1927. 6. Mario Carel Casper Perret Gentil. geb. 22 Sept. 1928, overl. 5 April 1940. Vlg. Casper Arturo Perret Gentil. geb. 22 November 1887. huwt 28 Dec. 1912 Marie Virginia Clemencio Daal. geb. 2 April 1889, dochter van Henry Melchior Daal en Isabella Rosette de Veer. Uit dit huwelijk: 1. Casper Arturo Perret Gentil, volgt Vllh. 2. Henry Melchior Perret Gentil, volgt VNi. 3. Hubert Balthazar Perret Gentil, geb. 3 Mei 1918, huwt 4 Juli 1945 Mae Schotborgh. geb. Tampico 19 Mei 1925. dochter van Johannes Brands Schotborgh en Emma Wilhelmina van der Linde Schotborgh. 4. Raul Perret Gentil, volgt Vlij. 5. Elodie Isabella Perret Gentil, geb. 4 Dec. 1922, huwt Dr. Agustin Perret Gentil. zoon van John Henry Perret Gentil en Marie Luise Arestiguieta (zie Vllb). 6. Ricardo Roberto Perret Gentil, volgt VNk. 7. Oscar Perret Gentil. geb. 22 Juli 1926. 8. Thelma Virginie Perret Gentil. geb. 30 Sept. 1930. Vllh. Casper Arturo Perret Gentil. geb. 26 Sept. 1913, huwt Sylvia de Haseth. geb. 15 Dec. 1912, dochter van Philip Frederik de Haseth en Guillermina Jamesina Victoria Penso. Uit dit huwelijk: 1. Casper Roberto Arturo Perret Gentil, geb. 15 Maart 1934. 2. Irwin Reginald Perret Gentil. geb. 30 Aug. 1935. 3. Errol Renaud Perret Gentil. geb. 2 Mei. 1937. 4. Herbert Perret Gentil, geb. 7 Nov. 1938. 5. Germaine Haydée Perret Gentil, geb. 28 Febr. 1940. 6. Marlitzka Perret Gentil, geb. 11 Nov. 1943. Vlli. Henry Melchior Perret Gentil. geb. 1 Oct. 1916. huwt 17 Febr. 1943 Ira de Haseth, geb. 19 Dec. 1920, dochter van August Wilhelm de Haseth en Mathilde Penso. Uit dit huwelijk: 1. Henry Arthur Perret Gentil, geb. ongeveer 1944. 2. Inomme Henry Perret Gentil. geb. 31 Mei 1947. Vlij. Raul Perret Gentil. geb. Havana 14 October 1920. huwt 30 Juli 1947 Marie Cadières. geb. 31 Juli 1928, dochter van Cornelio Emiliano Cadières en Vitalia Perret Gentil. Uit dit huwelijk: 1. Raul Andrê Perret Gentil, geb. 3 Oct. 1948. Vllk. Ricardo Roberto Perret Gentil, geb. 30 October 1924, huwt 26 Nov. 1947 Dorothy Schotborgh. geb. Tampico 18 Jan. 1927, dochter van Johannes Brands Schotborgh en Emma Wilhelmina van der Linde Schotborgh. Uit dit huwelijk: 1. Richard William Anthony Perret Gentil. geb. 22 Nov. 1948.

305 PERRET GENTIL 5

HAAYEN De eerste Haayen. die zich ongeveer 1800 hier kwam vestigen, was Jacobus Haayen. Oorspronkelijk zou deze familie Haye geheten zijn. I.

Jacobus Haayen. geb. ong. 1780, afkomstig uit Amsterdam, gest. voor 1829. Hij was in Gouvernements¬ dienst. Hij huwt 15 Dec. 1805 met C/ara Thompson Graval. wed. van Jan Spitzenbrink. De familie Graval was vanaf 1730 bekend op Curagao, hierdoor werd Jacobus makkelijk opgenomen in de Cura?aose kringen. Uit dit huwelijk: 1. Jacobus Gerardus. geb. 13 Sept. 1803. 2. Thomas Cornelis. geb. 2 Mei 1807. 3. Jan Frederik, volgt II. 4. Willem, overl. 4 Jan. 1829 als „zoon van Clara Graval, wed. Jacobus Hayen."

II.

Jan Frederik Haayen, geb. 10 Sept. 1809, huwt 5 Aug. 1835 Johanna Maria Schoonewolf. Uit dit huwelijk: 1. Jacobus Frederik. volgt III. 2. Johanna Catharina. geb. 3 Nov. 1849, overl. 17 Febr. 1919, huwt 9 April 1873 Johannes Philippus Evertsz. geb. 13 Juli 1851, overl. 11 Mei 1932, zoon van Pieter Lourens en Johanna Catharina Gaerste. Zij hadden twee kinderen: zie genealogie Evertsz.

III.

Jacobus Frederik Haayen. geb. 7 Aug. 1839, huwt Johanna Maria Gerlein. dochter van Johannes Frederick Gerlein. geb. 1 Juli 1797 te Hannover, op Cura^ao gekomen 27 Jan. 1816, gewoond hebbende te Bergen op Zoom en Catharina Henriette Smulders. Uit dit huwelijk: 1. Jan Frederik, volgt IV. 2. Johanna Henrietta Catharina. geb. 10 Oct. 1860: gest. 3 April 1922. 3. Louisa Margaretha. geb. 14 Nov. 1862, jong gestorven.

IV.

Jan Frederik Haayen. geb. 6 Juli 1859, oud-gouvernementssecretaris, gest. 13 Maart 1922, huwt Anna Maria Hendrika Elizabeth Nuboer. geb. 10 Juli 1865, dochter van Cornelis Marius Nuboer en Maria Jacoba Quast. Uit dit huwelijk: 1. Jacobus Frederik. volgt V. 2. Maria Jacoba Haayen, geb. St. Maarten 27 Dec. 1888, huwt 9 April 1908 met Adriaan Frans van Daalen. geb. 27 Nov. 1882, zoon van Jan Hero Adriaan en diens 2e vrouw Geertruida Maria Eliza¬ beth Statius Muller. Uit dit huwelijk: a. Rudolf van Daalen. geb. 1 Juni 1909, is gehuwd en heeft een dochter. b. Geertruida van Daalen. geb. 24 Juni 1910, is gehuwd en heeft twee zoons. c. Jan van Daalen. geb. 15 Dec. 1915. Deze gehele familie woont sinds lang in de U.S.A. 3. Henriette Catharina Frederica Wilhelmina Haayen. geb. 2 Mei 1890, huwt 8 Juli 1909 met Cornelis Gerardus Tichelaar, geb. 30 Mei 1876, marine-dokter, later geneesheer in Pijnacker, gest. Den Haag 29 Sept. 1942. Uit dit huwelijk:

HAAYEN 1

306

a. Jan Frederik Tichelaar, geb. 22 Sept. 1912, huwt 1°. Jenny Brinkhorst, van haar gescheiden; 2°. Ena Khiel. 4. Cornelis Marius Nuboer. volgt Vbis. 5. Jan. volgt Vter. 6. Magteld Haayen. geb. 17 Aug. 1906, huwt 27 Mei 1950 met Hendricus Jacobus Scheidelaar. V.

Jacobus Fcederik Haayen. geb. St. Eustatius 20 Oct. 1887, oud-inspecteur van de belastingen op Cura?ao, gest. 6 Sept. 1941, huwt 1°. Elisabeth Simonsz, geb. St. Maarten, waaruit: 1. Anna Maria Hendrika Elisabeth Haayen. geb. 16 April 1912. Dit huwelijk werd door echtscheiding ontbonden; huwt 2°. Johanna Sara Geracda Spit. dochter van Pe¬ trus Johannes Spit en Anna Sara Bijdendijk. Uit dit huwelijk: 2. Jan Frederik Haayen. geb. 3 April 1919, gesneuveld in de Zeeslag van de Java-zee 1942 als luitenant ter zee 2e kl. 3. Anna Sara Haayen. geb. 15 Maart 1920. 4. Petrus Johannes Haayen. geb. 23 Maurt 1925, med. student. 5. Jacqueline Marie Haayen. geb. 25 Febr. 1927.

Vbis. Cornelis Marius Nuboer Haayen. geb. St. Maarten 10 Dec. 1892, verbonden aan een Amer. Petr. Mij., woont in de U.S.A., huwt 1921 Cornelia Florence Cadièces Muskus, geb. 12 Juni 1898, dochter van Ridchard Frederik Muskus en Jeannette Catharina Debrot. Uit dit huwelijk: 1. Cornelis Marius Nuboer Haayen. geb. 13 Mei 1922, gehuwd en heeft een zoon: a. Cornelis Marius Nuboer Haayen. geb. in 1949. 2. Richard Jan Haayen. geb. 30 Juni 1924, gehuwd en heeft een zoon: a. Richard Jan Haayen. geb. in Oct. 1948. Vter. Jan Haayen, geb. St. Maarten 7 Dec. 1897, oud-afdelingschef bij de Cur. Petr. Ind. Mij., huwt Curacao 25 Juli 1923 Jannetje Emerentia Spencer Krafjt, geb. 25 Dec. 1900, dochter van Theodoor Ferdinand Wilhelm Krafjt en Rudolphine Henriette Wilheimine Josina van de Laar. Uit dit huwelijk: 1. Rudolphine Hendrika Haayen geb. 16 Sept. 1924, huwt 29 Nov. 1947 Cornelis J. de Gidts. officier van de Administratie der Kon. Marine. Uit dit huwelijk: a. Emérence Hélène de Gidts. geb. Voorschoten 24 Oct. 1948. b. Antoine de Gidts. geb. Cur. 19 Mei 1950. 2. Jan Frederik Arnold Haayen, geb. 22 Maart 1926, student te Delft. 3. Theo Haayen. geb. 13 Dec. 1932, student te Delft. 4. Freddy Cornelis Haayen, geb. 11 Febr. 1941.

307 HAAYEN 2

VAN ROMONDT De genealogie van het geslacht Van Romondt begint met Herman van Romunde. geb. ongeveer 1520. die in Angerlo een leengoed bezat en een huis in Deventer. (Zie Ned. Patriciaat jg. 1921/1922 en jg. 1927). Een tak van dit geslacht, welke in 1899 uitstierf, werd in 1838 verheven in de Ned. Adel (zie Ned. Adelsboek, jg. 1916), waar ook het wapen voorkomt en jg. 1950. t) De West-Indische tak begint ongeveer 1804. Eerst vestigde deze zich op St. Maarten, later gaan leden ervan naar Cura?ao. Tot op dit ogenblik zijn er nog vertegenwoordigers van dit geslacht op St. Maarten. Op Cura;ao werken o.a. Ir. August Joseph Romondt. mede-Directeur van de Combinatie Pletterij Nederhorst, en de arts Everhardus Jacobus van Romondt; van hen geef ik de afstamming van af de komst in West-Indië. IX. Diederik Johannes van Romondt. ged. Amsterdam 16 Febr. 1781. gezaghebber van St. Maarten 1820-1840. gouverneur ad-interim van St. Eustatius, gest. St. Maarten 19 April 1849, trouwt St. Maarten 19 Mei 1804 Ann Hasselt, geb. St. Maarten 4 Juli 1784, gest. St. Maarten 15 Juni 1845, dochter van John en Susann Westerband. Uit dit huwelijk: acht kinderen, voor ons van belang: 1. Johannes Willem, volgt X, oudste tak. 2. August Alexander. volgt Xbis, jongste tak .

OUDSTE TAK X.

Johannes Willem van Romondt, geb. St. Maarten 7 Aug. 1805. gezaghebber van St. Maarten 18401849, gest. St. Maarten 12 Juni 1849. huwt St. Maarten 7 Oct. 1826 Judith Rink Tielenius Kruythoff. geb. St. Maarten 11 Juni 1808. overl. aldaar 16 Maart 1878, dochter van Adolph Tielenius Kruythoff en Sarah Gumbes. Nazaten van deze familie Kruythoff wonen ook op Cura?ao. Uit dit huwelijk: elf kinderen, voor ons van belang: 1. Everhardus Alexander, volgt XI.

XI.

Everhardus Alexander van Romondt. geb. St. Maarten 24 Nov. 1841. kapt. commandant der troepen en van het garnizoen van Cura;ao, gest. Cur. 10 Nov. 1896, huwt Paramaribo 12 Aug. 1874 Emma Amalia Knoch. geb. Coronie (Sur.) 29 Jan. 1850, overl. Cura;ao 26 Oct. 1925, dochter van Gustav August Hermann en Anna Clasina Lemmers. Uit dit huwelijk: vier kinderen, voor ons van belang: 1. Max Philogène. volgt XII.

XII. Max Philogène van Romondt. geb. Paramaribo 14 Nov. 1879, gouvernementsambtenaar, huwt 1°. Cur. 2 Nov. 1907 Helena Catharina Conraats van den Berge, geb. Curagao 4 Jan. 1881, gest. aldaar 30 Sept. 1912, dochter van Jacobus Johannes en Louisa Carolina Statius Muller; huwt 2°. Cur. 14 Mei 1924 Anna Helena van den Berge. geb. Curagao 22 Dec. 1874, zuster van zijn eerste vrouw. Uit het eerste huwelijk: 1. Everhardus Jacobus. volgt XIII. z) Wapen: In rood een zilveren dwarsbalk, vergezeld van drie goudgeknopte en gepunte zilveren rozen. Helm teken: een roos van het schild tussen een rood-zilveren vlucht Dekkleden: zilver en rood. 308

XIII. Everhardus Jacobus van Romondt. geb. Cura?ao 11 Sept. 1908, arts. huwt 's-Gravenhage 16 Febr. 1940 Olga van Romondt. geb. Cura;ao 1 Juni 1917, dochter van Eduacd F reder ik Ferdinand. werkzaam ge¬ weest bij de Cur. Petr. Ind. Mij., en Maria Jeanette de Veer. Uit dit huwelijk: 1. Marion van Romondt. geb. 9 Sept. 1941. 2. Diederik Johannes van Romondt. geb. 31 Jan.1947.

JONGSTE TAK Xbis, August Alexander van Romondt. geb. St. Maarten 30 Sept. 1823, grondbezitter en koopman, gest. St. Maarten 15 Sept. 1900, huwt 1°. St. Maarten 4 April 1844 Charlotte Romney barones von Bretton. geb. St. Maarten 17 Dec. 1826, gest. aldaar 3 Jan. 1874, dochter van Baron Dr. Lucas en Ann Mardenbrough; huwt 2°. St. Maarten 22 April 1875 Robertine Maria Eliza Petersen, geb. St. Maarten 13 Juli 1847, overl. Paramaribo 11 Oct. 1925, dochter van Robert en Adriana Paulina Linclaen du Cloux. Uit het eerste huwe¬ lijk elf kinderen: uit het tweede zeven kinderen. Voor ons van belang: 1. Wilfred Elbert. volgt XI. XI.

Wilfred Elbert van Romondt. geb. St. Maarten 28 Oct. 1876, koopman te Paramaribo, huwt Cura;ao 9 Maart 1904 Maria Eliza Möller. geb. Cura?ao 10 Mei 1878, dochter van Joseph en Johanna Henriette de Haseth. Uit dit huwelijk: 1. Henriette Robertine van Romondt. geb. St. Maarten 14 Dec. 1904, huwt 's Gravenhage 4 Sept. 1925 Leonard Care/ Reedijk, geb. Bengkajang (Sum.) 6 Sept. 1893, zoon van Cornelis en Bertha Carolina Prager. 2. August Joseph. volgt XII. 3. Winifred Pauline van Romondt. geb. Paramaribo 9 Januari 1910. 4. May Elise van Romondt. geb. Paramaribo 9 Mei 1918. 5. Frederik Elbert van Romondt. geb. Paramaribo 19 Maart 1920, werkzaam bij de K.N.S.M.

XII.

Ir. August Joseph van Romondt. geb. St. Maarten 19 Jan. 1907, ingenieur, mede-directeur van de Com¬ binatie Pletterij Nederhorst op Cura?ao, huwt 23 Aug. 1933 Ira Alcina Evertsz. geb. 8 Oct. 1913. doch¬ ter van Jan Frederik en Jeannette Clarissa Möller. Uit dit huwelijk: 1. Maria Clarissa van Romondt. geb. 26 Febr. 1934. 2. Winnifred van Romondt. geb. 4 Oct. 19373. Inken van Romondt. geb. 9 Oct. 1938. 4. Wilfred Elbert van Romondt. geb. 10 Aug. 1941. 5. John Henry van Romondt, geb. 27 Sept. 1942. 6. Robert August van Romondt. geb. 3 Jan. 1944.

309 VAN ROMONDT :

ESKILDSEN, MOLLER

en

DE HASETH MÖLLER

ESKILDSEN I.

II.

De Deense familie Eskildsen heeft een wapen (zie Rietstap: Armorial Général). Peter Eskildsen had eerst gewoond op St. Thomas, vandaar kwam hij als scheepskapitein naar Cura?ao in November 1807. Hij was in Kopenhagen geboren 19 Maart 1771. Hier op Cura?ao huwde hij 27 Dec 1807 met Jeanette Maria Smit, ged. aldaar 26 Januari 1792. Uit dit huwelijk sproten: 1. Anna Maria Eskildsen. geb. 19 Maart 1809. 2. Christiaan Eskildsen. geb. 26 Dec. 1810. 3. Peter Scheelund Eskildsen. geb. 20 Oct. 1812. 4. Jeanette Clarissa Eskildsen. geb. 1 Dec. 1814, overl. 13 Mei 1873, huwt 1 Juli 1840 Johan Frederik Möller. geb. 10 Juli 1817. zoon van Joseph Möller en Cornelia Petronella Engelbron. Uit dit huwelijk zeven kinderen (zie Möller). 5. Jens. volgt II. 6. Joseph Eskildsen. geb. 2 Juli 1818. 7. Frederik Eskildsen. geb. 2 Mei 1820. 8. Hendrik Eskildsen. geb. 15 Sept. 1822. 9. Wilhelm Eskildsen. geb. 12 Aug. 1824. Jens Eskildsen. geb. 2 Nov. 1816, huwt 3 Aug. 1838 Gijsbertha Elisabeth Apitz Muskus, geb. 5 Aug. 1814, dochter van Gabriel Jansz Muskus en Johanna Raven. Uit dit huwelijk: 1. Johan Peter Eskildsen. geb. 8 Oct. 1838. 2. Jens Muskus Eskildsen. geb. 5 Juli 1841. 3. Johanna Catharina Eskildsen. geb. 24 Febr. 1845. huwt 12 Maart 1873 Isaac Lagaay. Uit dit huwelijk: a. Louis Christiaan Lagaay. geb. 11 Dec. 1873. Er wonen nog nazaten van deze familie op Cura;ao.

MÖLLER I.

en

DE HASETH MÖLLER

De Deense familie Möller heeft een wapen (zie Rietstap: Armorial Général). Joseph Möller. geb. Kopenhagen 5 Nov. 1772, gest. Curagao 22 Juni 1847, scheepskapitein, gekomen op Curagao 4 Maart 1815, huwt 2 April 1815 Cornelia Petronella Engelbron. geb. Cura?ao 11 Juni 1795, gest. Cura;ao 20 Dec. 1881, dochter van Joannes Adreanus Engelbron en Maria Wilhelmina van KampUit dit huwelijk: 1. Maria Augusta Möller. geb. 27 Nov. 1815, huwt Frederik Anton Scholz. 2. Johan Frederik, volgt II. 3. Sophia Elizabeth Möller. geb. 9 April 1820.

ESKILDSEN, MÖLLER EN DE HASETH MÖLLER 1

310

4. Willem Andreas Möller, geb. 2 Jan. 1822, gest. 16 Mei 1822. 5. Andreas Christiaan Möller. geb. 3 Oct. 1823, gest. 6 Jan. 1824. 6. Louisa Margarita Möller. geb. 25 Oct. 1824. II.

Johan Frederik Möller. geb, 10 Juli 1817, gest. 4 Aug. 1871, griffier van het Hof van Justitie, huwt 1 Juli 1840 Jeanette Clarissa Eskildsen, geb. 1 Dec. 1814, overl. 13 Mei 1873, dochter van Peter Eskildsen en Jeanette Maria Smit. Uit dit huwelijk: 1. Jeanette Maria Möller. geb. 13 Juni 1842, huwt Gustave Jacques Gerard Verdoom, zeeofficier. Uit dit huwelijk: a. Johan Frederik Gerard Verdoom, is naar Columbia gegaan en heeft nakomelingen. b. Mathilde Josephina Isabella Verdoom, geb. 18 Sept. 1861, huwt 19 Dec. 1883 August Leberegt Statius Muller, geb. 19 Febr. 1859, majoor K.N.I. Leger. 2. Cornelia Petronella Möller, geb. 1 Dec. 1844, huwt Gabriel Jansz Muskus, ambtenaar op Bonaire, zoon van Ridchard Raven Muskus en Anna Catharina Raven (zie Muskus, blz. 3, VI). 3. Johanna Elizabeth Möller. geb. 5 Febr. 1847, ongehuwd overleden. 4. Joseph, volgt III. 5. Peter Christen Willem Möller. geb. 5 Dec. 1851, huwt Manzanilla (Cuba) 26 Sept. 1873 kerkelijk Josepha Antonia Sebastiana Mascarot. dochter van Ramon Mascarot en Maria Isabel Nunjez. Uit dit huwelijk kinderen. 6. Johan Willem Anton Möller. geb. 15 Maart 1854, is naar Engeland gegaan en heeft nakomelingen. 7. Marie Augusta Möller. geb. 6 Maart 1857, gest. November 1940.

III.

Joseph Möller. geb. 25 Juni 1849, gezaghebber van St. Maarten, gest. 27 Juli 1909, huwt 6 Juni 1877 Johanna Henriette de Haseth, geb. 2 Febr. 1856, overl. 17 Sept. 1926, dochter van Philip Frederik de Haseth en Maria Eliza Belt. Uit dit huwelijk: 1. Maria Eliza Möller. geb. 10 Mei 1878, huwt 9 Maart 1904 Wilfred Elbert van Romondt. geb. St. Maarten 28 Oct. 1876, koopman te Paramaribo, zoon van August Alexander en Charlotte Romney von Bretton. Uit dit huwelijk vijf kinderen: 2. Johan Frederik Möller. geb. 4 Nov. 1879, jong gestorven. 3. Jeanette Clarissa Möller, geb. 12 Febr. 1881, huwt Ir. Jan Frederik Evertsz, geb. 31 Mrt. 1875, zoon van Johannes Philippus Evertsz en Johanna Catharina Haayen. Uit dit huwelijk vijf kinderen. (Zie Evertsz, p. 15, sub VlIIbis). 4. Philip Frederik de Haseth Möller, volgt IV. 5. Josephine Henriette Möller. geb. 3 Nov. 1883, huwt Curagao 1 Dec. 1905 George Johan Comelis Zimmerman. Lt. Kolonel Inf. b.d. Uit dit huwelijk een zoon en een dochter. 6. Constancia Charlotte Elizabeth Möller. geb. Cur. 16 Sept. 1894, huwt den Haag 3 Juni 1915 Ir. Georg August Laan Statius Muller, geb. 12 Febr. 1891, gest. Interneringskamp Tjimahi 26 April 1945, zoon van Casper Statius Muller en Maria Helena Elizabeth Ferguson. Uit dit huwelijk vier kinderen (zie Statius Muller, p. 6, sub VIII).

IV.

Philip Frederik de Haseth Möller. geb. 29 Juni 1882, arts, huwt 1°. Den Haag 27 Nov. 1909 Hendrikje Pieternella Visscher. dit huwelijk werd door echtscheiding ontbonden, huwt 2°. 3 Juni 1915 Adriana Janssen, geb. Goes 15 Aug. 1889, dochter van Anthonie Eliza Janssen en Boukje Ruitenberg. Uit dit huwelijk: 1. Mr. Anthonie Joseph Philip de Haseth Möller. geb. Curagao 25 Nov. 1916, werkzaam bij het Hof van Justitie, huwt 1°. Londen 19 Mei 1947 Mary Elisabeth Lovegrove; dit huwelijk werd door echtschei¬ ding ontbonden: huwt 2°. Cura?ao 18 Juni 1949 Anna Gijsbertha Muskus, geb. Cura;ao 6 April 1922, dochter van Hendrik George Jansz Muskus en Anna Catharina Gijsbertha Jansz Muskus. 2. Hedda Ingrid de Haseth Möller. geb. Curagao 21 Febr. 1919, huwt Den Haag 19 Dec. 1941 Johan Hendrik Dirk van der Kwast. geb. Grisee, Java 13 Juli 1912. Uit dit huwelijk vier kinderen. 311 HASETH MÖLLER

ii I

51 1 !i!

H

i

li! in in

i i

PRICE I.

De familie Price is afkomstig uit Wales en is daarna naar Engeland gegaan, naar Bath en heeft zich van daaruit in 1814 gevestigd op Cura^ao. Henry Thomas Price. geb. ongeveer 1770, was gehuwd met Sally Mariam Perry. Zij hadden drie zoons: 1. Henry; 2. Edward Perry en 3. Richard. De oudste is naar Curagao gegaan als chief of the checque and ordinance storekeeper.

II.

Henry Stephen Thomas Price. geb. Bath 27 Sept. 1795. gest. 1845, huwt Cura^ao 21 Oct. 1814 Lucretia Constancia Romer, dochter van Michael Romer en Hermina Adriana Rojer. Bij de doop van Lucretia waren aanwezig: Johannes Stortensius Romer. Constantinus Pieter Romer en Frans Rojer. Uit dit huwelijk: 1. Sally Miriam Price. geb. 27 Juli 1815. gest. 18 Maart 1893, huwt 29 Mei 1839 Jan Schotborgh. geb. 7 Febr. 1800, overl. 10 Dec. 1876, zoon van Claes en Johanna Oesterreich. Uit dit huwelijk waren acht kinderen (zie: Schotborgh. p. 13, VIbis). 2. Hermina Adriana Price. geb. 8 Aug. 1816, gest. 22 Oct. 1881, huwt 26 Aug. 1840 Jacob Bennebroek Forbes. geb. 12 April 1800, gest. Paramaribo 9 Oct. 1861. zoon van Waters en Sara Elisabeth Berch. Uit dit huwelijk: negen kinderen (zie: Forbes, sub II). 3. Henriette Catharina Price, geb. 8 Aug. 1817, huwt 1848 Robert Conn, geb. Cura^ao ongeveer 1810, zoon van Robert Conn. geb. Dublin ongeveer 1770 en van Maria Helena Stuylingh, die gehuwd waren 25 Nov. 1792. Uit dit huwelijk: a. Catharina Constance Conn. geb. 17 Aug. 1849. b. Lucretia Cornelia Conn. geb. 10 Febr. 1851. c. Mary Helen Conn, geb. 27 Febr. 1854, huwt Albert John Bennebroek Forbes. geb. 10 Mei 1853. overl. 5 Oct. 1901. zoon van Jacob Bennebroek Forbes en Hermina Adriana Price. d. Robert Conn. geb. 15 Juli 1855. e. Henri Stephen Conn. geb. 19 Maart 1857. f. John Edward Conn. geb. 26 Febr. 1860. g. Sophie Elizabeth Conn. geb. 2 Nov. 1861. 4. Henry Thomas Price. geb. 22 Jan. 1819. 5. Michael Romer Price. volgt III. 6. John Edward Price. volgt Illbis. 7. Constancia Elizabeth Price. geb. ongeveer 1823, huwt 13 Mei 1846 Jan Schotborgh de Quartel. geb. 25 Sept. 1820, zoon van Hendrik Willem de Quartel en Sara Briard Schotborgh. 8. Mary Price, geb. ongeveer 1825.

III.

Michael Romer Price, geb. 29 Sept. 1820, huwt Henriette Wilhelmina Romer. geb. 30 April 1837, doch¬ ter van Michael Romer. geb. 31 Maart 1798 en Dorothea Wijs. weduwe C. Otto Rojer. Hij was in 1853 2e luitenant bij het bataljon jagers nr. Tl in Suriname. Uit zijn huwelijk: 1. Lucretia Constancia Price. geb. 16 Dec. 1858. 2. Richard Theodore Price. geb. 1 Mei 1862. 3. Henry Stephen Thomas Price, geb. 24 Sept. 1867. 4. Cornelia Geraldina Price, geb. Tl Dec. 1869. 5. Sally Wilhelmina Price, geb. 26 April 1872. 313 PRICE 1

6. Eva Jeannette Price, geb. 30 Nov. 1874. 7. Reinier Frederik Price, geb. 27 April 1877. Illbis. John Edward Price, geb. 5 April 1822, huwt Anna Christina Romer, geb. 2 Jan. 1829. dochter van Michael Romer en Dorothea Wijs. Uit dit huwelijk: 1. Henry Stephen Price. geb. 1 Febr. 1856. 2. Michael Romer Price. volgt IV. 3. Robert Edward Price. geb. 25 Maart 1859. 4. Constancia Lucretia Price, geb. 18 Aug. 1863. IV.

Michael Romer Price, geb. 2 Sept. 1857, gest. 10 Oct. 1893 te Puerto Cabello in Venezuela, huwt 's-Gravenhage 3 Mei 1890 Elisa Anna Constantia Schotborgh, geb. 16 Sept. 1866, dochter van Henry Schotborgh en Constancia Francinette Rojer. Zij hertrouwt met Gobius G. Heyting. Uit het eerste huwelijk: 1. John Edward Henry Romer Price. geb. 14 Febr. 1891, gest. 19 Jan. 1893. 2. Henry Romer Price. volgt V.

V.

Henry Romer Price, geb. 5 Sept. 1892, koopman te Barranquilla, huwt 24 April 1917 Antonia Wilhelmina Zeppenfeldt, geb. 10 Sept. 1897, gest. 22 Mei 1942, dochter van Gerard Raven Zeppenfeldt. gezagheb¬ ber van Aruba en Maria Magdalena Hellmund. Uit dit huwelijk: 1. Maria Magdalena Price. geb. 27 Febr. 1918, huwt 16 Dec. 1937 Juan Martin Echeverria. Uit dit huwelijk: a. Juan Martin Echeverria, geb. 5 Oct. 1938. 2. Miriam Constance Price. geb. 18 Febr. 1925, huwt Manuel Octavio Marcano. Uit dit huwelijk: a. Vivian Patricia Marcano. geb. 26 Nov. 1948.

314 price ;

VAN EPS

VAN EPS1» Het oudste ons bekende lid van de Zeeuwse familie Van Eps is Jacobus. die ongeveer 1730 te Middelburg werd geboren. 2) Wegens het afbranden van het vermaarde Middeleeuwse stadhuis van de provincie Zeeland is het moeilijk om dit geslacht verder op te bouwen. Jacobus trad in dienst van de OostIndische Compagnie als Onderkoopman. Van Java werd hij in 1779 naar Japan gezonden om de belangen van de O.I. Compagnie te behartigen. Later keerde hij naar Java terug, waar hij te Batavia is gestorven op 5 Jan. 1784. Hij huwde met Maria Jacoba Mens. geb. 1 Maart 1735, gest. 22 Oct. 1810, dochter van haak Mens. Heer van de Oude en Nieuwe Struyte en Anna Jacoba Wood, geb. ongeveer 1707, afstammelinge van een oud Schots adellijk geslacht. Sir Richard Wood. grootvader van Anna had zich ongeveer 1650 gevestigd als koop¬ man in wol in de stad Veere. Uit hun huwelijk sproten: 1. Isaak. volgt II. 2. Cornelis. geb. 14 Dec. 1759, gest. 15 Nov. 1805. Deze was scheepskapitein: hij draagt op zijn geschil¬ derd portret een gouden compagniesketen. 3. Richardina Jacoba. geb. 12 Juli 1761 en gest. 15 Nov. 1805. 4. Anna Maria. geb. 24 Juli 1763. Deze trouwde met N. Haaberly en woonde op het Kampereiland. 5. Anna Cornelia. geb. 22 Nov. 1764. Deze was getrouwd met Laurens Straub. 6. Anthony. geb. 20 Juni 1769, gest. 22 Jan. 1803. Deze stierf te Batavia. II.

haak van Eps. geb. te Vlissingen 18 Dec. 1758, gest. in 1811. Hij was notaris te Middelburg en huwde 19 April 1786 Josina van der Horst. Uit hun huwelijk sproten: 1. Jacoba Maria. geb. 1 Juli 1788, gest. in 1794. 2. Johannes Marinus. volgt III. 3. Isaac Mens. geb. 11 Juli 1794, is over Canada naar Hongkong gegaan. 4. Jacoba Maria. geb. 24 Dec. 1795.

III.

Johannes Marinus van Eps. geb. te Middelburg op 17 Jan. 1792, gest. 18 Dec. 1843. Op zijn 21e jaar was hij Garde d’Honneur bij het le Regiment. Hij was dus in dienst van de Grote Napoleon en vocht in Duitsland en Frankrijk. Op 26 October 1814 werd hij benoemd tot 2e Luitenant bij het Bataljon Jagers No. 11 bestemd voor de West-Indische Koloniën. Voor hij naar Curagao vertrok, moest hij Juni 1815 de veldtocht meemaken tegen Napoleon in de slag bij Waterloo onder de Prins van Oranje. In de „Curagao Gazette” van 2 Febr. 1816 lezen wij het volgende: „De lang verwachte aankomst van troepen op 27 Jan. 1816, vertrokken 24 Nov. 1815 uit Vlissingen om bezit te nemen van deze kolonie, had op jongstleden Zaterdag plaats. Omstreeks 6 uur in de avond van die dag kwam alhier aan het Hollands schip „Prins van Oranje", onder Kommandant Schout bij nacht J. E. Lewe van Aduard en later in de avond van dezelfde dag de gewapende schoener De Haay. onder kapi¬ tein Willem Hendrik de Quartel. Wegens de late avond hadden er gene saluten plaats. Op de volgende

') Dit artikel verscheen reeds in de Beurs- en Nieuwsberichten van 12 Dec. 1947: het is hier op een enkele plaats aangevuld. 3) Wellicht was hij een zoon van Isaac van Eps, die 21 Jan. 1745 als 2e opperkoopman van het kasteel Batavia aldaar zijn testament maakt en dit bezegelt met zijn wapen, vertonende: de fortuin. Een Simon van Eps, koopman in dienst van de O.I. Comp. te Soeratte. zegelt echter in 1744 met een wapen zijnde 3 jachthoorns, geplaatst 2 en 1.

VAN EPS 1

316

morgen om 9 uur werd van de Prins van Oranje (een linieschip van 84 stukken geschut), een Koninklijk saluut gedaan en van Waterfort beantwoord. Zijne Excellentie, de Vice-Admiraal Albert Kikkert, ver¬ gezeld van de voornaamste officieren van zijn gevolg, verliet om 10 uur de Prins van Oranje, onder het lossen van saluutschoten van de forten en genoemd schip en werd aan de landingsplaats ontvangen door Zijne Excellentie de Generaal-Majoor John Le Couteur, Luitenant-Gouvemeur, opperbevelhebber der land en zeemacht, vergezeld van de achtbare Heren leden van Zr. Ms Raad en verder gevolg. Het 7e W.I. regiment stond op de Breedestraat aan de beide zijden der straat in parade geschaard. Er werd door het muziekcorps van het garnizoen het Britse Nationale lied „God save the King" gespeeld en de geweren gepresenteerd, terwijl de Gouverneur Le Couteur, de Admiraal Kikkert en hun gevolg er door gingen, om zich naar de Gouvernements Penn te begeven, alwaar zij luisterrijk door de Gouverneur Le Couteur onthaald werden." Aan boord van de Prins van Oranje waren behalve de Vice-Admiraal en Gouverneur-Generaal van Curapao Albert Kikkert, haak Kikkert, adjudant van de Gouverneur, Mr. Lamaison. President van de Raad van Civiele en Criminele Justitie. Mr. /. J. Elsevier, gegradueerd lid van de Raad van Justitie, H. J. Nuboer, Raad Controleur Generaal, J. Scharbouw, Boekhouder bij de Raad Controleur, L. Boyé, Komman¬ deur van Aruba, H. Kikkert en ƒ. Paddenburgh. Landschool-onderwijzer, de Luit.-Kolonel F. Knotzer, enige kapiteins o.a. R. F. van Raders en vele luitenants o.a. ƒ. M. van Eps. Johannes Marinus van Eps werd 1 Maart 1822 le luit.-Adjudant op Curapao en op 29 Nov. 1832 kapitein-kwartiermeester. Hij huwde 5 Juli 1818 met Johanna Sophia Muller, ged. 21 Oct. 1798, overl. 15 Juli 1830, dochter van de bekende magazijnmeester George Christiaan Muller en van Elisabeth Christina Muller. Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren. Na het overlijden van zijn echtgenote hertrouwde •hij 30 April 1834 met de zuster van zijn vrouw Christina Philippina Muller, ged. Curapao 22 Jan. 1818. Het tweede huwelijk was kinderloos. De zeven kinderen waren: 1. haak Christiaan Statius, volgt IV; oudste tak. 2. Marinus Hermanus. geb. 29 Sept. 1820, gest. 10 Nov. 1822. 3. Cornelis Lodewijk, volgt IVbis; middelste tak. 4. Elisabeth Josina, geb. 22 Juli 1823. 5. Maria Catharina, geb. 18 Jan. 1825, gehuwd met W'alter Bernhardus Zeppenfeldt, geb. 11 Febr. 1822. geneesheer, zoon van Carl Anton en Johanna Catharina Wilhelmina de Jongh. 6. Augusta Rechardina, geb. 15 April 1828. 7. Johan Frederik Karei, volgt IVter; jongste tak.

OUDSTE TAK IV.

haak Christiaan Statius van Eps. geb. op Curapao 1 Juni 1819, gest. in 1894, huwde in 1843 Jacomina Sophia Muller, geb. 20 Jan. 1825, dochter van August Leberegt Statius Muller en Geertruida Maria Rojer. Hij werd 25 Sept. 1842 benoemd tot 2e Luitenant voor het Garnizoen in Suriname, was in 1868 kommandant der troepen en van het garnizoen van Curapao en was later Majoor Kommandant der troe¬ pen in Suriname van 1870 tot 1874. Hij keerde met pensioen terug naar Curapao en werd in hetzelfde jaar aangesteld als District Commissaris van het 5e District op Pannekoek en werd daarna overgeplaatst naar de plantage Daniël, waar hij drie jaar bleef. Vervolgens kocht hij de plantage Cas Tjikitoe, alwaar hij in 1894 is overleden. Uit hun huwelijk sproten: 1. Johanna Geertruida Sophia. geb. 4 Aug. 1844 te Paramaribo, gest. 5 Maart 1915. 2. Augusta Geertruida Maria Louisa. geb. 2 Jan. 1846, huwde Ds. Johan Paul Englerts. Zij hadden een dochter: Jacomina Englerts. gehuwd met Albert Johannes de Veer. vice-consul te La Guaira, Venezuela. 3. Johan Mar in Statius, volgt V. 4. Ana Maria. geb. ongeveer 1853. 5. Lodewijk Wilhelm, volgt Vbis. 6. Jan Hendrik, geb. 15 Jan. 1861, gest. 1904. 317

7. Camelia Helena 8. Louise Carolina. 1867, inspecteur Cornelia Voogd. V.

Wilhelmina. geb. 21 Sept. 1867, gepensionneerd onderwijzeres. geb. 10 Oct. 1870, gehuwd 22 Juni 1895 met Herman Statius Muller, geb. 25 Dec. der belastingen, zoon van Hendrik August Statius Muller en Johanna Catharina Zij hadden vier kinderen.

Johan Marin Statius van Eps. geb. 28 Dec. 1850, gest. in 1892, huwde Sarah Margaretha Palm. Uit hun huwelijk sproten: 1. August Statius. gest. te New York in 1939. Hij was Secretaris bij het Ned. Consulaat te New York. Zijn zoon is Worster van Eps, die onder de naam van Williard Parker in de filmwereld bekend is. 2. Christiaan Marin Statius. was koopman, is overleden. 3. Marie, thans te ’s-Gravenhage, was getrouwd met Kpt. Johansson, een Noor van geboorte. Zij hadden twee dochters: Johanna en Vera. 4. Wilhelmina Irma Constancia. thans te 's-Gravenhage. was eerst gehuwd met Hendrik Paulus Pieper. daarna te 's-Gravenhage 18 Oct. 1929 met Jhr. Bertho Constant Charles Margaretho Marie van Suchtelen. oud-Gouvemeur van Sumatra's Oostkust, wiens 2e vrouw zij is.

Vbis. Lodewijk Wilhelm van Eps. geb. 2 Juni 1855, gest. 7 Febr. 1924, gehuwd met Georgette Frederika Zeppenfeldt. geb. 18 Febr. 1872, overl. 29 Oct. 1948. dochter van Carl Anton Zeppenfeldt en van Anna Elisabeth Menge. Hij was een zeer gezien onderwijzer aan de Hendrikschool. Uit hun huwelijk sproten: 1. Jacomina Antonia. verbonden aan de radio-telegrafie op Cura?ao. 2. Louis Willem Christiaan. geb. 1 Dec. 1891, gehuwd op 9 Sept. 1920 met Maria Craane. geboren 31 Dec. 1901 op Bonaire, dochter van Cornelis Craane en Johanna Sophia Elizabeth Jarman; bezit vele agentschappen van verschillende firma’s. Zij hebben een dochter: Maritza van Eps. geb. 16 Oct. 1935. 3. Johan Marin Statius. volgt VI. VI.

Johan Martin Statius van Eps. geb. 18 Jan. 1894, oud-gezaghebber van Bonaire, thans districtmeester van het 3e District op Cura?ao, gehuwd 24 Juli 1925 op Aruba met Etna Arends. geb. 2 Nov. 1906 op Aruba. Uit dit huwelijk sproten: 1. Lodewijk Wilhelm Statius. geb. 13 Nov. 1926, med. stud. te Amsterdam. 2. Randolph Statius. geb. 6 Oct. 1928, stud. te Delft. 3. Jacques Marin Statius. geb. 8 Aug. 1932. 4. Georgette Elizabeth Statius. geb. 28 Mei 1938.

MIDDELSTE TAK IVbis. Cornelis Lodewijk van Eps, geb. 19 Oct. 1821, gest. 2 Sept. 1858, huwde 28 October 1846 met Maria Elizabeth van Kleunen, dochter van Jacob van Kleunen en Anna Maria Rees. Uit hun huwelijk sproten: 1. Johan Marin Frederik Statius. volgt V. 2. Karei Wilhelm, geb. 27 Dec. 1854: gehuwd 1°. met Jeanette Elizabeth Tramm. waarbij twee zoons en 2°. met Cornelia Constancia van Koetsveld, waarbij 5 kinderen. 3. Johanna Sophia. gehuwd met Hendrik Tweeboom. waarbij elf kinderen. V.

Johan Marin Frederik Statius van Eps, geb. 7 Sept. 1849, ambtenaar, trouwde 26 Dec. 1866 met Helena Jeanette Elizabeth Vaissier. dochter van Jean Baptiste Vaissier en Anna Catharina Jackler. Uit dit huwelijk sproten: 1. Cornelis Lodewijk Vaissier Statius. geb. 7 Jan. 1867. 2. Redelphina Catharina Elizabeth Urani. geb. 20 September 1869. gehuwd 14 Februari 1900 met Albert 318

Oscar Guertler. opticien. Geen kinderen. 3. Lucie Elizabeth Johanna. geb. 8 Dec. 1872, gehuwd met Johannis Mathias van der Dijs, zoon van Simon Petrus van der Dijs en Christina Wilhelmina Dorothea Maack. Uit dit huwelijk zes zoons en vier dochters. 4. Marina Augusta Arnoldina. geb. 9 Jan. 1878. 5. Urania Louisa. geb. 14 Dec. 1880, gehuwd 14 Dec. 1906 met Gustav Emanuel Godlieb de Saint Malo. geb. Curagao 30 Mei 1878, koopman, zoon van José Natividad de Saint Malo en Wilhelmina Catharina Weers Bierman. Uit dit huwelijk: José en Aurora. 6. Jane Mary Bresson. geb. 15 Nov. 1885, gehuwd 15 Dec. 1906 met Johannes Sigismundus van der Hans. apotheker, zoon van Willem van der Hans. Uit dit huwelijk: Frederika en Recao van der Hans. De kinderen wonen te Panama. 7. Pieter Hendrik Maal. volgt VI. VI.

Pieter Hendrik Maal van Eps. geb. 19 Sept. 1888, opticien, huwt 21 December 1910 met Cornelia Luisa Catharina Neuman, overl. in 1950, dochter van Carl August Wilhelm Neuman en Carolina van der Hans. Uit dit huwelijk sproten: 1. John Oscar Statius. volgt VII. 2. Aurora Carolina. geb. 26 Oct. 1913, zij is gehuwd. 3. William Alfred. volgt Vllbis. 4. Edna Redelphina. geb. 15 Oct. 1918, huwt 25 April 1945 met Horace Carleton Neville. Ie Luitenant van het Amerikaanse leger, zoon van Clyde Neville en Ethel Whiting. Kinderen: Clyde Russell en Edward Carlton Neville. 5. Ligia Elena. geb. 23 April 1920, huwt 7 Maart 1940 met Hubert Muskus, geboren 14 Sept. 1914, koopman, zoon van Hendrik George Jansz Muskus en Anna Catharina Gijsberta Jansz Muskus. Kin¬ deren uit dit huwelijk, zie Muskus, blz. 4, IXter. 6. Henry Arnold. geb. 19 Nov. 1921, werkzaam in Caracas. 7. Anna Cecilia. geb. 30 Oct. 1923, werkzaam bij de Inspectie der Belastingen.

VII. John Oscar Statius van Eps. geb. 16 Nov. 1911, huwt 8 Sept. 1937 Lilia Esther de Diego. dochter van Adolfo de Diego en van Etelvina leaza. Zoon: 1. John Oscar Statius van Eps, geb. Panama 18 Febr. 1946. Vllbis. William Alfred van Eps, geb. 31 Oct. 1916, huwt met Johanna Cornelia Betnarda van Hellemondt. dochter van Franciscus Anthonius van Hellemondt en van Maria Wilhelmina Klarenbeek. Uit dit hu¬ welijk: 1. Frank Peter Statius van Eps. geb. 27 Juni 1943. 2. Randolph William van Eps. geb. op Cura?ao 18 Juli 1944.

JONGSTE TAK IVter. Johan Frederik Karei van Eps. geb. 18 Sept. 1829. ambtenaar, majoor-commandant der Cur. Schutterij, overl. in 1900, huwt 24 Oct. 1849 met 1°. Urania Louisa Sticht en 2°. met Cornelia Helena Henriette Louise Perret Gentil. geb. 25 Nov. 1830, dochter van Jan Hendrik en Cornelia Maria Hendriks. Uit het tweede huwelijk geen kinderen. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Marin Louis, volgt V. 2. Ernst Frederik. geb. 3 Febr. 1852, huwt met Cornelia Maria Hendrika Neuman. dochter van August en Johanna Catharina Wilhelmina Perret Gentil. 3. George Justus Hermanus. overleden te New York. 4. W. P. Marinus, was Ned. Consul op St. Thomas. 319

5. Anna Christina Johanna, geb. 10 Febr. 1859. gest. 22 Juli 1916, huwt met Abraham Charles Henry Louis Perret Gentil. geb. 9 Dec. 1841. zoon van Jan Hendrik en Cornelia Maria Hendriks. Hieruit 9 kinderen, zie Perret Gentil, blz. 2. 6. Casperine Louisa. geb. 19 Juli 1861, gest. 15 Juni 1901. V.

Marin Louis van Eps, geb. 1850. gezaghebber van Saba. Hij huwt met Henriette Menge. Kinderen: 1. Urania Georgina Johanna. geb. 27 Juni 1876. gest. in 1946. 2. Ernestina. religieuse op Habaai. Soeur: Yvonne. 3. George Statius. volgt VI.

VI.

George Statius van Eps. geb. ongeveer 1890, huwt met Maria Macgregor. Hij woont in Venezuela. Zijn kinderen zijn: 1. Bertha Alicia. 2. Maria Auxiliódora. 3. Albertina. 4. Roberto. 5. George.

320 VAN

VI. LEDEN DER OUDE FAMILIES ZIJ. DIE VAN ONS HEENGINGEN

1. Mr. P. B. van Starckcnborgh (1752*1820). Gouverneur a.i. van Curacao 1819*1820.

7. Cornclis Gorsira. (184S*1924). Ontdekker van het phosphaat van Santa Barbara

10. H. Ferguson (1862*1945) Bekend oogarts.

2. Th. Jutting (1772-1S58). Lid van de Raad van Politic, koopman.

8. Th. F. W. Krafft (1856*1903) koopman. Diaken der Ver. Protestantse Gemeente.

11. C. H. Eman (1S65-1914) Voorvechter voor de vooruitgang van Aruba.

Landstorm.

9. C. Statius Muller (1S62*1936) Administrateur van Financiën. Gouverneur a.i. 1904.

12. B. P. P. Schrils (1S90-I945) Directeur der Posterijen. Secretaris v. d. Cur. Bank.

13. John Gcrard Eman (1S9S-19H) Stichter van de Aruba Bank.

DOCHTERS DER OUDE FAMILIES

ZONEN DER OUDE FAMILIES

N. M. Chumacciro.

^1. Alex Curiel.

38. J. Corsen.

39. W. F. Craanc.

42. IA. B. Bartcls Daal.

43. Mr. J. J. A. Ellis.

40. Addison W. Crocs.

i. C. H. G. Eman.

;



103. J. C. Vink.

ELSEVIER-RAMMELMAN ELSEVIER Over het geslacht Elsevier - thans Rammelman Elsevier geheten - bestaat een uitgebreide literatuur: be¬ halve in talloze binnen- en buitenlandse tijdschriften zijn er tussen 1806 en 1880 een tiental boeken over deze familie verschenen, waarvan zes in België. De oorzaak van deze belangstelling is dat haar leden eertijds be¬ hoorden tot de vermaarde boekdrukkersfirma „de Elsevierdrukkerij", waardoor de naam bleef voortleven in maand- en weekblad „Elsevier”. Het geslacht stamt uit Leuven en ontleende zijn naam — die eerst Helschevier luidde — aan het uithangbord van hun huis. waarop het helse vuur afgebeeld stond. De stamreeks vangt aan met Louis Elsevier. geb. Leuven in 1540, die bij het begin van de godsdiensttroebelen naar Antwerpen vertrok, doch in Sept. 1580 zich met zijn gezin te Leiden vestigde, waar hij van 1586 tot 1617 als boekhan¬ delaar en pedel van de Hogeschool voorkomt. Zijn kleinzoon Isaac Elsevier (1596-1651) is de stichter van de Elsevierdrukkerij te Leiden, doch vestigde zich later te Rotterdam, waar hij sinds 1629 kapitein der Admira¬ liteit op de Maas was. Vier volgende generaties bleven te Rotterdam, totdat Louis Elsevier. de Vlle generatie van het geslacht en vader van de eerste Curagaoënaar, zich in dienst van de Admiraliteit van Amsterdam in deze stad vestigde. Zijn zoon Isaac Johannes. geb. Amsterdam 14 Dec. 1770, nam in 1811 de naam Rammelman vóór zijn familienaam aan, wegens het uitsterven in dit jaar van deze adellijke Overijselse familie, uit welke zijn vader van grootmoederlijke zijde afstamde. Wij vangen de Curagaose familie aan met voornoemde Isaac Johannes, die de Vllle generatie van zijn geslacht was en die bij K.B. van 25 Mei 1829 verheven werd in de Nederlandse Adel. *■) VIII. Jhr. Mr. Isaac Johannes Rammelman Elsevier (zoon van Louis Elsevier en van diens tweede vrouw Johanna de Gorter) geb. Amsterdam 14 Dec. 1770, secretaris, daarna schepen en raad van Harderwijk 1795-1802, schout, secretaris en ontvanger van Bameveld en Voorthuizen 1802-1811, vrederechter en notaris aldaar 1811-1815. In 1816 vertrok hij aan boord van „de Prins van Oranje" samen met de ViceAdmiraal en Gouverneur-Generaal van Curagao Albert Kikkert naar Curagao, waar hij op 27 Januari 1816 aankwam. Hij trad als gegradueerd lid van de Raad van Civiele en Criminele Justitie op. In 1817 werd hij tot voorzitter van dit college benoemd, omdat Mr. Lamaison wegens verstandsverbijstering terug moest gaan naar Nederland. In 1820 was hij een korte tijd wnd. Gouverneur tot de komst van Gouver¬ neur Cantz'laar. Van 1828 tot 1836 was hij Gezaghebber of Directeur van Curagao en de andere eilanden. (Cantz'laar was Gouverneur-Generaal van West-Indië. wonende te Paramaribo). In 1836 ging hij met verlof naar Holland, vroeg ontslag en vestigde zich te Ede, waar hij 6 Mei 1841 overleed. Hij was te Harderwijk 4 Jan. 1790 gehuwd met Johanna Petronella Martinius. geb. aldaar 1 Oct. 1774, overl. Ede 2 Aug. 1839, dochter van Dithmar Martinius en Petronella Elisabeh Johanna Wijn¬ stok. Uit hun huwelijk sproten: 1. Louis Dithmar Rammelman Elsevier. geb. Harderwijk 2 Mei 1794, ingenieur, overl. 's-Hertogenbosch 15 Juli 1822. 2. Jkvr. Hendrika Johanna Rammelman Elsevier, geb. Harderwijk 24 Jan. 1796, overl. Ede 31 Juli 1855. 3. Theodora Petronella Johanna Margaretha Elsevier, geb. Harderwijk 1 Febr. 1799, overl. Voorthuizen 1 Mei 1800. 4. Theodora Petronella Johanna Margaretha (Rammelman) Elsevier. geb. Bameveld 10 Jan. 1801, overl. Amersfoort 14 Juni 1819, huwt Curagao 17 Nov. 1816 Johannes Wilhelmus Gerardus Jutting, geboren 1) Voor de stamreeks van dit geslacht zie Nederlands Adelsboek, )aarg. 1941. 321

Curagao 19 April 1790, koopman, overl. aldaar 31 Juli 1827, zoon van Jan Hendrik Jutting en Sara Ma¬ ria van Starckenborgh, hij hertr. Helena Cornelia Muller. Isaac Johannes. volgt IX. Dithmar Bernard Elsevier. geb. Bameveld 10 April 1803, overl. aldaar 14 Juli 1803. Johanna Petronella Elsevier, geb. Bameveld 27 Aug. 1805, overl. aldaar 9 Nov. 1805. Dithmar Bernard Louis Bonaventura (Rammelman) Elsevier. geb. Bameveld 19 Nov. overl. aldaar 25 Dec. 1814. 9. Jhr. Willem Iman Comelis Rammelman Elsevier. geb. Bameveld 24 Nov. 1810, kapt. der inf. 18311846, archivaris van Leiden 1855-1885, lid van de Raad van Adel 1856-1866, overl. Leiden 28 Maart 1885, huwt Utrecht 21 Mei 1840 Jeanette Augustine barones van Heeckeren van Brandsenburg. geb. Utrecht 29 Aug. 1807, overl. Leiden 3 Juni 1879. Uit dit huwelijk sproten 4 dochters en 3 zoons, die niet in Curagao gevestigd zijn geweest en voor welke verwezen wordt naar Ned. Adelsboek jaar¬ gang 1941. 10. Jkvr. Johanna Petronella Rammelman Elsevier, geb. Voorthuizen 27 Maart 1813. overl. Ijlst 6 Jan. 1878, trouwt Curagao 18 Febr. 1836 Eppo Ippius Fockens. geb. Grijpskerk 18 Febr. 1799, kapt. t. zee, ridder M.W.O.. overl. Utrecht 7 Dec. 1850, zoon van Ds. Lucas Fockens en Wilhelmina Havinga. 5. 6. 7. 8.

IX.

Jhr. Isaac Johannes Rammelman Elsevier. geb. Bameveld 13 Febr. 1802, lid van de Raad van Justitie, adjunct gouv. secretaris in Suriname, koloniaal-secretaris van Curagao en commandant der schutterij van Curagao, was in 1836 wnd. gouverneur tijdens het verlof van zijn vader; gouverneur van Curagao 18491854, overl. Amsterdam 24 Juli 1877, trouwt Curagao 11 Mei 1823 Henriette Catherina Muller, geboren Curagao 9 Febr. 1802, overl. Amsterdam 28 Mei 1880, dochter van Ds. Jacob Muller en Jeanne Lesire de Rochemont. Uit dit huwelijk: 1. Jkvr. Louise Dithmarina Johanna Petronella Rammelman Elsevier. geb. Curagao 25 Maart 1824, overl. Utrecht 12 Juni 1868. 2. Dithmar Melchior, volgt X. 3. Jhr. Jacob Bonaventura Rammelman Elsevier. geb. Curagao 29 Juni 1830, overl. aldaar 2 Jan. 1831. 4. Jkvr. Julia Wilhelmina Antoinette Rammelman Elsevier. geb. Curagao 9 Nov. 1831, overl. Amsterdam 20 Sept. 1899. 5. Jkvr. Maria Elisabeth Rammelman Elsevier, geb. Curagao 15 Jan. 1836. overl. aldaar 2 Jan. 1837. 6. Jkvr. Helena Elisabeth Rammelman Elsevier. geb. Curagao 8 Jan. 1838, overl. aldaar 6 Aug. 1838. 7. Jkvr. Sophia Mathilda Rammelman Elsevier. geb. Curagao 6 Mei 1841,overl. Amsterdam 4 Mei 1881, huwt aldaar 23 Nov. 1876 Arend Muller, behorende tot dezelfde familie als de moeder zijner vrouw, geb. Amsterdam 14 Juli 1835, overl. New York 1904. zoon van Pieter Jacob Muller en van Elisabeth Delerts en weduwnaar van Louise Charlotta Amalia Fritzlin.

X.

Jhr. Mr. Dithmar Melchior Rammelman Elsevier. geb. Curagao 2 Juli 1826,1) advocaat, president van het Hof van Justitie op Curagao. overl. Amsterdam 31 Jan. 1881, huwt Curagao 17 Aug. 1853 Elize Anna Sara Rojer. geb. Paramaribo 5 April 1837, overl. Curagao 25 Sept. 1909, dochter van Dr. Nicolaas Rojer en Henriette Virginia de Quartel. Uit dit huwelijk: 1. Jhr. Isaac Johannes Rammelman Elsevier. geb. Curagao 1 Sept. 1854, overl. Amsterdam 18 Aug. 1900, huwt aldaar 2 Dec. 1880 Hendrika Wilhelmina Ritscher, geb. Amsterdam 4 Oct. 1856, aldaar overl. 25 Oct. 1932. Uit dit huwelijk sproten behalve 3 jong gestorven kinderen. 2 dochters en 3 zoons, welke laatsten alle ongehuwd bleven; deze tak is steeds te Amsterdam gebleven. 2. Jhr. Henri Nicolaas Rammelman Elsevier, geb. Curagao 15 Oct. 1856. overl. aldaar 4 Juli 1911. *) In Ned. Adelsboek. Jg. 1941, blz. 328 staat onjuist: geb. 9 Nov. 1831. 322

ELSEVIER-RAMMELMAN ELSEVIER

3. Jhr. Willem Frederik Rammelman Elsevier. geb. Curagao 4 Mei 1859, overl. Amsterdam 8 Maart 1877. 4. Jkvr. Henriette Virginia Rammelman Elsevier. geb. Curasao 19 Juni 1861, overl. aldaar 17 Maart 1937. huwt Cura^ao 25 Febr. 1880 Reinhard Wilhelm Hendrik Victor Hellmund, geb. Curafao 5 Mei 1859, zoutwinner, overl. aldaar 23 April 1930, zoon van Wilhelm Gottlob Friedrich Hellmund en Charlotte Victoire Clémence van Lansberge. Uit dit huwelijk één dochter (zie familie Hellmund). 5. Henry Frans Eduard, volgt XI. 6. Jhr. Jan Martinus Rammelman Elsevier. geb. Cura?ao 16 Juni 1866. plantage-eigenaar. bezitter van schoeners, huwt Cura?ao 10 Aug. 1904 Marie Hermine Elisabeth Boomgaert. geb. Cura;ao 19 April 1877, beiden nog in leven, dochter van Andries Boomgaert en Maria Elisabeth Agostini. XI.

Jhr. Henry Frans Eduard Rammelman Elsevier. geb. Cura;ao 22 Oct. 1863, overl. aldaar 25 Juni 1920. trouwt Cura;ao 3 Febr. 1892 Maria Jeannette Menge. geb. Bonaire 7 Febr. 1863, overl. Cura?ao 29 Juni 1929. dochter van George Frederik Menge en Maria Margaretha Catharina Suares. Uit dit huwelijk: 1. Jkvr. Sara Margaretha Eva Rammelman Elsevier, geb. Cura^ao 27 Dec. 1893, overl. San Domingo City 4 Aug. 1928, huwt Cura?ao 24 Dec. 1925 John Menge. geb. La Guaira 16 Juli 1897, directeur van de Curagaose Trading Co. te New York, zoon van Johan George Menge en Ana Maria Elena Schröder; hij hertr. Amsterdam 29 Juli 1931 Agnes Maat. welk huwelijk ontbonden is. evenals zijn daarna gesloten 3e en 4e huwelijk. Uit zijn eerste huwelijk sproten: a. Marie Franyoise Thérèse Rammelman Elsevier Menge. geb. Cura?ao 21 Nov. 1926. med. studente te Leiden. b. John Rammelman Elsevier Menge. geb. Curagao 23 Maart 1928. jur. stud. te Leiden. Uit zijn tweede huwelijk: c. Anne Marie Claire Maat Menge. geb. Cura?ao 17 Mei 1932. 2. Jkvr. Henriette Virginie Rammelman Elsevier. geb. Curagao 18 Mei 1896. werkzaam Bur. Burg. Stand te Willemstad.

323 ELSEVIER-RAMMELMAN ELSEVIER

ZEPPENFELDT De familie Zeppenfeldt is afkomstig uit Duitsland, uit het gebied van het Sauerland en de stad Olpe en woonde later te Hildesheim. Wij beperken ons tot de hoofdpersonen. I.

Theodor of Dietrig Zeppenfeldt. geboren ongeveer 1600, burgemeester van Olpe, huwt Margaretha Kip. gest. ongeveer 1650. Uit dit huwelijk: Johann Peter, volgt II.

II.

Johann Peter Zeppenfeldt, geb. Olpe 1637. ambtenaar te Steinbrück (een dorp bij Hildesheim), huwt Anna Maria Carstens. Uit dit huwelijk: Geotg Friedrich, volgt III.

III.

Georg Friedrich Zeppenfeldt, geb. Steinbrück 21 April 1678, thesaurier te Hildesheim, huwt Anna Elisabeth Lüdgers. Uit dit huwelijk: Caspar Joachim, volgt IV.

IV.

Caspar Joachim Zeppenfeldt. geb. Hildesheim 27 Oct. 1721, hofraad en vice-Kanselier, huwt Maria Franzisca Gronefeld. Uit dit huwelijk: Walter Franziscus Josef. volgt V.

V.

Walter Franziscus Josef Zeppenfeldt. geb. Hildesheim 7 April 1757, canonicus, huwt N.N. in Charlottenburg. Uit dit huwelijk: drie zoons, van wie slechts Carl Wilhelm en Carl Anton bekend zijn. Deze twee kwamen zich in 1816 op Curaijao vestigen; de eerste volgt VI en de tweede VIbis.

VI.

Carl Wilhelm Zeppenfeldt. geb. Hildesheim 21 Jan. 1786, chirurgijn, huwt 1°. Catharina Schutte; 2°. Maria Elizabeth Margaritha de Jongh. Uit het eerste huwelijk: 1. Carolina Augusta Jacobina. geb. 26 Juni 1806 te Wolfenbüttel en huwt haar oom Carl Anton. zie VIbis. Carl Wilhelm vertrekt naar Portorico en had daar nakomelingen.

VIbis. Carl Anton Zeppenfeldt. geb. Hildesheim 28 Juli 1792, militair apotheker, huwt 1°. Johanna Catharina Wilhelmina de Jongh; 2°. Carolina Augusta Jacobina Zeppenfeldt. dochter van zijn broer Carl Wilhelm en Catharina Schutte. Uit het eerste huwelijk: 1. Walter Bernardus. volgt VII. 2. Gozennia Alida Rudolpha Cornelia Zeppenfeldt, geb. 30 Oct. 1823, huwt Everwijn. kapt.-luit. bij de Marine. 3. Evert Lodewijk. volgt Vllbis. 4. Jan August Zeppenfeldt. geb. 28 Sept. 1827, ongehuwd. 5. Anton Willem, volgt Vllter. 6. Julia Zeppenfeldt. huwt Olivier. Marine-officier. VIL Walter Bernhardus Zeppenfeldt. gebr. 11 Febr. 1822, geneesheer, huwt Maria Catharina van Eps, geb. 18 Jan. 1825, dochter van Johannes Marinus van Eps en Johanna Sophia Muller. Uit dit huwelijk: 1. Carl Anton. volgt VIII. VIII. Carl Anton Zeppenfeldt. geb. ongeveer 1845, hoofdonderwijzer, huwt Anna Elizabeth Menge. geb. 30 324

Dec. 1850. dochter van George Frederik Menge. geb. Breda 25 Jan. 1826 en Maria Catharina Mazgaretha Suares. Uit dit huwelijk: 1. Maria Bernhardina Marina Zeppenfeldt. geb. 12 Dec. 1869. 2. Georgette Frederika Zeppenfeldt. geb. 18 Febr. 1872, gest. 29 Oct. 1948, huwt Lodewijk Wilhelm van Eps, geb. 2 Juni 1855. gest. 7 Febr. 1924, zoon van Isaak Christiaan Statius van Eps en Jacomina Sophia Muller. Uit dit huwelijk drie kinderen (zie Van Eps. oudste tak. Vbis). 3. Walter George Bernhardus. volgt IX. 4. Eleonoor Catharina Zeppenfeldt. huwt Generaal Juan Casanas van Venezuela. 5. George Frederik, volgt IXbis. IX.

Walter George Bernhardus Zeppenfeldt. geb. 13 April 1875. vertrekt naar Suriname, huwt daar Carolina Kappe. Uit dit huwelijk: 1. Elizabeth Zeppenfeldt. gehuwd met Haaswijk. employé bij de Cur. Trad. Cy. 2. Carolina Zeppenfeldt. gehuwd met Leo Verwoerd te Amsterdam. 3. Alice Zeppenfeldt. gehuwd met Van Noord te Paramaribo. 4. Henry Zeppenfeldt. jong gestorven.

IXbis. George Frederik Zeppenfeldt. geb. ongeveer 1880, huwt Caracas Petra Hernandez. Uit dit huwelijk: 1. Jorge Ramon Zeppenfeldt. jong gestorven. 2. Carlos Antonio Zeppenfeldt. huwt Yolanda van Eps. 3. Louis Alfredo Zeppenfeldt. huwt Elizabeth Penso. Uit dit huwelijk: Louis Alfredo en Elizabeth Zep¬ penfeldt. Vllbis. Evert Lodewijk Zeppenfeldt. geb. 12 Sept. 1825. huwt Maria Constancia Schotborgh. Uit dit huwelijk: 1. Lodewick. volgt VIII. 2. Gerard Evert Zeppenfeldt. geb. ongeveer 1850, huwt Magdalena Guissepina Frigerio. dochter van Pedro Joseph Frigerio en Regina Jacomina Croes. Uit dit huwelijk verscheidene kinderen. Zij hertr. met Juan Natalio Capriles. 3. Sofia Romelia Zeppenfeldt. geb. ongeveer 1852. huwt Hendrik Meinhardt Lampe. geb. 1852. overl. 8 Dec. 1902, zoon van Hendrik en Margaritha Craneveldt Meinhardt. Uit dit huwelijk acht kinderen (zie Lampe. Vter). 4. Jantje Zeppenfeldt, geb. ongeveer 1853, omgekomen tijdens de grote orkaan. 5. Jeanette Zeppenfeldt. geb. Aruba 26 Jan. 1856, huwt 16 Juni 1878 Juan Chabaya Croes. geb. 27 Dec. 1851, overl. 1919. zie Croes sub Illbis, p. 7. 6. Adelaida Zeppenfeldt. geb. ongeveer 1856. ongehuwd. 7. Anton Zeppenfeldt. geb. ongeveer 1857. VIII. Lodewick Zeppenfeldt. geb. Curagao 27 Aug. 1846. huwt Emilia Ernestine Quant, dochter van Bernard van der Veen Quant en Maria Delfina Sylvester. Uit dit huwelijk: 1. Lodewick van der Veen. volgt IX. 2. Bernardus Evert van der Veen. volgt IXbis. 3. Carel Pieter van der Veen, volgt IXter. IX.

Lodewick van der Veen Zeppenfeldt, geb. Aruba 31 Mei 1869, huwt Constancia Maria Thielen. geb. 24 Juni 1863, dochter van Jacob Thielen en Anna Elizabeth van der Biest. Uit dit huwelijk: 1. Emilia Maria van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba 24 Mei 1890, huwt Dr. Henry L. F. ]. Deelen. psycholoog, zoon van Jozef Deelen en Maria Clarenbeek. Uit dit huwelijk: a. Maria; b. Jozef; c. Ernestina; d. Henriette; e. Constantia Deelen. 2. Mgr. Jacob Lewis Thielen van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba 11 Oct. 1891, titulair Bisschop van 325

Acholla, Apostolisch Vicaris der Ned. Antillen. Kloosternaam: Antoninus. 3. Emest Quant van der Veen Zeppenfeldt, geb. Aruba 7 Aug. 1893, studeerde voor medicus, gest. 1922. huwt Maria Christina Badaracco. dochter van Alberto Badaracco en Abigael Meyerston. Uit dit huwelijk: Emest Ludwig van der Veen Zeppenfeldt. 4. Mr. Sylvius Gerard Constant van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba 14 Nov. 1895, jurist, lid van de Raad van Advies, huwt Anna Ernestina Catharina van der Veen Zeppenfeldt, dochter van Bernardus Evert van der Veen Zeppenfeldt en Suze Parmenia Thielen. Uit dit huwelijk: a. Irmeline Marie van der Veen Zeppenfeldt, geb. 25 Maart 1931. b. Louise Marie van der Veen Zeppenfeldt, geb. 13 Juni 1932. 5. Marius Delphinus van der Veen Zeppenfeldt, geb. Cura;ao 18 Sept. 1897, werkte bij de Cur. Trading Cy, gevestigd te Barranquilla, huwt Carmen Garcia Herrera. Uit dit huwelijk: a. Mario van der Veen Zeppenfeldt. geb. 5 Mei 1925. b. Olga van der Veen Zeppenfeldt. geb. 27 Aug. 1926, huwt Pedro Obregón. IXbis. Bernardus Evert van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba 27 Aug. 1870, eerst onderwijzer, later hypo¬ theekbewaarder. lid van de Koloniale Raad, gest. 1939, huwt Suze Parmenia Thielen: geb. 2 Febr. 1869, dochter van Jacob Thielen en Anna Elizabeth van der Biest. Uit dit huwelijk: 1. Jean Nicolaas van der Veen Zeppenfeldt, geb. 3 Oct. 1891, oud-postdirecteur, huwt Constance Elizabeth van der Biest Thielen. dochter van Jacob Achilles Petrus Thielen en Jannetje Aletta Helena Beaujon. 2. Edgar van der Veen Zeppenfeldt. jong gestorven. 3. Jacob Evert Lodewijk van der Veen Zeppenfeldt, geb. 18 Aug. 1894, overl. in 1918. 4. Adelaide van der Veen Zeppenfeldt. jong gestorven. 5. Anna Ernestina Catharina van der Veen Zeppenfeldt. geb. 3 Jan. 1898. huwt Sylvius Gerard Constant van der Veen Zeppenfeldt. zoon van Lodewick van der Veen Zeppenfeldt en Constancia Maria Thielen. 6. Ludovicus Gregorius van der Veen Zeppenfeldt. jong gestorven. IXter. Carel Pieter van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba ongeveer 1871, huwt Maria Christina Geralda Thielen. geb. 20 Maart 1877, dochter van Jacob Thielen en Anna Elizabeth van der Biest. Uit dit huwelijk: 1. Bernard Quant van der Veen Zeppenfeldt, geb. Aruba 4 Febr. 1895: verbonden aan de Asiatic Pe¬ troleum Corporation in de U.S.A., huwt Eliza Henriette Thielen. geb. 4 Sept. 1899, dochter van Frits Koenraad Thielen en Susanna Regina Elizabeth Beaujon. Geen kinderen. 2. Sylvia Maria Betsy van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba 16 Nov. 1899. huwt 29 Sept. 1919 Frangois Hendriks Louis Perret Gentil. geb. 22 Oct. 1882, gest. 1 Aug. 1929, zoon van August Carel Casper Pieter Perret Gentil en Antonia Elodie Avendano. Zij hebben zes kinderen (zie Perret Gen¬ til, Vlf) en wonen in Zwitserland. 3. Ludwina Maria van der Veen Zeppenfeldt, geb. Aruba 11 Dec. 1901, huwt Ramiro Domingo de Silas Arends. zoon van Maximiliaan Francisco Arends en Clara Ruiz. Uit dit huwelijk: a. Ilse Marie: b. Edithe: c. Marline Arends. 4. Maria Carolina Pieternella van der Veen Zeppenfeldt. geb. Aruba 5 Dec. 1903, huwt 30 Juni 1928 Marius Constantinus Wilhelm Schotborgh. geb. Cura^ao 18 Juni 1900, zoon van Cornelis Wilhelm Gijsbert Schotborgh en Dorothea Elisabeth Rojer. Uit dit huwelijk 3 kinderen, zie Schotborgh. blz. 12, IXter. Vllter. Anton Willem Zeppenfeldt. geb. 17 Maart 1831, huwt Johanna Gijsbertha Elizabeth Raven, geb. 26 Sept. 1829. Uit dit huwelijk: 1. Carel Anton Zeppenfeldt. geb. 1 Sept. 1853, arts, stichter van de N.V. sanatorium „Het Groene Kruis”, huwt Gorgane Florence Ely. geb. in de U.S.A. Uit dit huwelijk één zoon, die jong gestorven is. 326

2. Maria Constantia Zeppenfeldt. geb. 19 Maart 1855. 3. Gerard Raven, volgt VIII. VIII. Gerard Raven Zeppenfeldt, geb. 23 Nov. 1863. gezaghebber van Aruba, huwt Maria Magdalena Hellmund, geb. 3 Sept. 1876, dochter van Gustaaf Wilhelm Ferdinand Hellmund en Cornelia Gijsbertha Debrot. Uit dit huwelijk: 1. Johanna Cornelia Zeppenfeldt, geb. 6 Juli 1895, huwt 1°. Dr. Pieter Hendrik Maal, zoon van Jojo en Celly Maal. Uit dit huwelijk: Thelma Maal. geb. 4 Nov. 1923, huwt 10 Oct. 1945 Michel Christiaan Winkel, geb. 28 Febr. 1923, med. stud., zoon van Willem Hendrik Winkel en Maria Elisabeth Brown Gorsira. Uit dit huwelijk:Michae/ Hendrik Winkel, geb. 26 Febr. 1947. Huwt 2°. 5 Aug. 1940 George Richards Hopkins, arts, zoon van George Francis Hopkins en Mary Elizabeth Garrety. 2. Antonia Wilhelmina Zeppenfeldt, geb. 10 Sept. 1897, gest. 22 Mei 1942, huwt 24 April 1917 Henry Romer Price, zoon van Michel Romer Price en Constance Anne Schotborgh. Hun 2 kinderen zie bij Ptice sub V. 3. Jeannette Catharina Zeppenfeldt, geb. 7 Aug. 1899, huwt 10 Mei 1926 Pierre Marie Leon Petit. Uit dit huwelijk: a. Maurice Leon Petit, geb. 4 Juni 1927. b. Jeannine Guillermine Petit, geb. 16 Juli 1929. c. Maria Magdalena Petit, geb. 3 Nov. 1936. 4. Gustaaf Wilhelm Ferdinand Zeppenfeldt. geb. 19 Aug. 1902, dirigerend officier van Gezondheid le klasse in Indonesië, huwt 6 Nov. 1928 Jacoba de Baat Doelman, dochter van Herman de Baat Doel¬ man en Frouke Stam. Uit dit huwelijk geen kinderen.

327 ZEPPENFELDT -

HELDEWIER EN HELDEWIER VIGNON Reeds in 1713 was er een vertegenwoordiger van dit geslacht op Cura^ao. In Hamelberg wordt Willem Heldewier, geb. te Amsterdam in 1677 genoemd op de bekende lijst van taxatie in verband met de overval van de Franse Admiraal Cassard. Hij moest vanwege zijn hoge positie (hij was notaris en secretaris) 300 pesos betalen; hij was notaris en secretaris te Willemstad. Hij was de zoon van Abraham Heldewier. geboren Frankfort a.M. 21 Mei 1630, koopman te Amster¬ dam, gest. te Utrecht 8 Sept. 1717, trouwt 1°. 27 Nov. 1662 Anna Bosman, gest. 6 Maart 1670, dochter van Jacob en Josyna de Penijn, trouwt 2°. Amsterdam 28 Febr. 1673 Agneta de Hulter. geb. Rotterdam in 1646. gestorven te Utrecht 19 Febr. 1723, dochter van Gautier en Helena Warmondt. Hij had uit het eerste huwelijk twee en uit het tweede huwelijk zes kinderen, waaronder Willem. Deze was 3 Jan. 1713 als secretaris op Cura;ao aangenomen en overleed er in 1726: hij moet ongetrouwd gebleven zijn, want nazaten van hem zijn niet bekend. De familie Heldewier is een oude familie uit Bergen in Henegouwen. De Nederlandse tak voert het vol¬ gende wapen: Doorsneden: I. in rood een gouden leeuw; II. in groen een gemetselde fontein met zeshoekig bekken in goud, uit de top waarvan twee waterstralen van natuurlijke kleur springen, die rechts en links in het bekken vallen. Helmteken: een uitkomende leeuw. Schildhouders: twee omziende gouden leeuwen. Wapenspreuk: Pietas ante omnia. Volgens de onderzoekingen van H. H. van Dam1) begint de genealogie van de Heldewiers met Jean. terwijl volgens de gegevens van Pieter Lourens Evertsz. afkomstig van de grootvader van de kant van zijn vrouw, met I. Louis; II. Louis; III. Philippe. Pas met het vierde geslacht stemmen de twee bronnen met elkaar overeen. Wij volgen liever Van Dam, omdat uit zijn publicatie duidelijk blijkt, dat hij een bronnen¬ studie van deze familie heeft gemaakt. I.

Jean Heldewier is geboren voor 1500 en gestorven tussen 1537 en 1554, trouwt met Germaine de Behault. gestorven na 1554. Uit dit huwelijk vier kinderen, w.o.:

II.

Jean Heldewier, heer van Pierrefontaine, koopman te Bergen in Henegouwen, geb. ongeveer 1520. gest. voor 1554, trouwt 1°. Marguerite du Roelx. gest. voor 1539; trouwt 2°. Philipote Lebrun, overl. na 1575, dochter van Jaspar Lebrun. Uit het eerste huwelijk twee kinderen, voor ons is van belang Frangois.

III.

Frangois Heldewier. heer van Pierrefontaine, in 1550 koopman in Bergen (Henegouwen), burger van Keulen 1587, later te Antwerpen 1589, week uit naar Sedan, begraven te Frankfort a. d. Main 3 Febr. 1615. trouwt met Anne Malapert. geb. Valenciennes, dochter van Philippe. heer van le Bois en van Bussières en Frangoise Joly. Uit dit huwelijk drie kinderen, w.o.:

IV.

Michiel Heldewier. heer van Pierrefontaine. Volgens familie-aantekeningen zou Michiel. die in Bergen is geboren in 1563, overgegaan zijn tot de Protestantse godsdienst. Hij was zijdelakenkoopman, woonde eerst te Aken, werd leerling bij zijn latere schoonvader, de aan¬ zienlijke Keulse koopman Anton de Mauregnault. bezocht voor deze de Frankforter Mis en werd te Frankfort d. d. Main 12 September 1620 begraven. Hij was gehuwd met Philippine de Mauregnault,

J) Gepubliceerd In Maandblad „De Nedcrl. Leeuw", Jg. 1924 en 1925. De stamreeks komt ook voor in Ned. Adelsboek, Jg. 1942 en in Ned. Patriciaat, Jg. 5 en II. Ook gepubliceerd In Beurs- en Nieuwsberichten van 10 October 1947. 328

geb. te Bergen in 1567. begr. te Frankfort a. d. Main 21 Juni 1622, dochter van Anton en Johanne Des Enjants. Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren, waarvan Abraham voor ons van betekenis is (als voorvader van de tak op Cura?ao) en Isaac, die voorvader is van de tak, die in 1835 in de Nederl. Adel werd verheven en welke tak in 1907 uitstierf. V.

Abraham Heldewier. geb. 9 Febr. 1593, zijdelakenkoopman te Frankfort a. d. Main, gestorven 31 Oct. 1657, trouwt 1°. Frankfort a. d. Main 19 Febr. 1616 Maria du Fay, geb. 6 Jan. 1599, begr. Frankfort 7 Mei 1645, dochter van Jacob en Suzanne Mahieu. trouwt 2°. 1647 Anna Maria Polzinger. wed. van Mr. Johann Weisel. begr. Frankfort 27 Maart. 1660. Uit het eerste huwelijk acht kinderen, w.o.:

VI.

Jacob Heldewier. heer van Ophoven, ged. Frankfort 2 Sept. 1617, schepen en raad te Maastricht o.a. 1659, regent Weeshuis 1671, gestorven 9 Dec. 1692, trouwt eind Augustus 1664 Sara de Buirette. geb. te Weiden in de Rijnprovincie 29 April 1628, dochter van Jacob en Anna Seulin. Uit dit huwelijk:

VII. Abraham Heldewier. ged. te Frankfort 21 Jan. 1647. bankier en raad te Maastricht, trouwt te Maastricht 4 Febr. 1680 Johanna Arnolda Leeuwens. ged. te Nijmegen 9 Jan. 1659, dochter van Jacob en Geratda van Walbeeck. Uit dit huwelijk tien kinderen, w.o.: VIII. Johan Adolph Heldewier. ged. te Maastricht 14 October 1695, Iuitenant-kolonel, overleden te Brussel 7 Sept. 1754, trouwt Maastricht 15 Febr. 1737 Judith Halkett. geb. te Bergen in 1712, gest. in 1804, dochter van Charles en Johanna Margaretha Corbeth. Uit dit huwelijk vijf kinderen, w.o.: IX.

Mr. Jan Willem Heldewier. geb. 9 April te Maastricht, 11 April 1741 schepen van Valkenburg, later schepen van Maastricht, drossaard van Valkenburg, vice-schout van Heerlen, gestorven te Heerlen 23 Oct. 1819, trouwt te Maastricht 2 April 1769 Jeanne Sebilla Vignon, geb. 25 Sept. 1750, dochter van Adriaan Johan Jacob en Maria Magdalena Guitton. Uit dit huwelijk zestien kinderen, o.a.:

X.

Gijsbert Adriaan Charles Heldewier Vignon. Vanaf Gijsbert wordt de naam Vignon aan de familienaam toegevoegd, alleen bij de Curagaose tak. de andere takken voeren alleen de naam Heldewier. Gijsbert was geb. te Maastricht in 1789, was commandant van Z.M. oorlogsbrik „de Valk", als hoedanig hij 5 Nov. 1831 te Paramaribo overleed: hij trouwt Cura?ao 30 Dec. 1829 Dorothea Elisabeth Jutting. geb. Cura?ao 1 Febr. 1804, gest. Curagao 13 Juli 1885, dochter van Theodorus en Geertruida de Veer. Uit dit huwelijk:

XI.

Mr. Johan Willem Heldewier Vignon. geb. te Amsterdam 25 Dec. 1830, lid van de Raad van Bestuur van Curagao, gest. Cura?ao 31 Juli 1893, trouwt Lemmer 4 Sept. 1855 Jonkvrouwe Henriette Conradine Waubert de Puisseau. geb. Lemmer 21 Sept 1835, gest. Curagao 25 Sept. 1915, dochter van Jhr. Jean Louis Theodore en Elisabeth Christine van Genderen. Uit dit huwelijk sproten: 1. Theodorus Heldewier Vignon. geb. te Cura^ao 16 Juni 1856. 2. Henriette Elisabeth Christina Heldewier Vignon. geb. Curagao 29 Sept. 1857, gest. 1933. 3. Gijsbert Adriaan Care/, volgt XII. 4. Jean Louis Theodore. volgt Xllbis.

CURAQAOSE TAK: HELDEWIER VIGNON

XII. Gijsbert Adriaan Carel Heldewier Vignon. geb. Curagao 3 Mei 1859, eigenaar van „Knip, Lagoen, Zeven¬ bergen. Marchena en St. Hyronimus", tróuwt Curagao 23 Dec. 1895 Anna Maria Daal. geb. Curagao 8 Aug. 1869, dochter van Matthias en Virginia Levy. 329 HELDEWIER VIGNON

Uit dit huwelijk sproten: 1. Jan Willem Heldewier Vignon, geb. Cura;ao 16 Nov. 1896, koopman, gehuwd met Elia Montiel, woont afwisselend in Caracas of te Maracaibo; heeft geen kinderen. 2. Theodoor Matthias. volgt XIU. 3. Jean Louis Heldewier Vignon, geb. Curagao 14 Febr. 1900, employé bij de C.P.I.M., gehuwd 18 Maart 1936 met Frieda Sophia Bennebroek van der Linde Schotborgh. geb, 23 Mei 1908. 4. Margaretha Elisabeth Christina Heldewier Vignon, geb. Curagao 20 Mei 1902, huwt 27 Juli 1936 Jacob Bennebroek van der Linde Schotborgh. geb. 28 Aug. 1906, verbonden aan het Postkantoor op Curafao, beide kinderen van Theodoor Frederik Schotborgh en Henriette Victoria Sophia Hellmund. 5. Marie Virginia Heldewier Vignon, geb. Curagao 3 Jan. 1904, gehuwd met Alberto Lieder, vertegen¬ woordiger van het Bata-concem. Hij heeft een zoon Carlos Lieder. 6. Henri Conrad Heldewier Vignon, geb. Curasao 4 Jan. 1907, klerk bij Louvre, gehuwd met Julieta Leon. XIII. Theodoor Matthias Heldewier Vignon, geb. Curagao 1 Jan. 1898, employé bij de C.P.I.M.. is gehuwd met Angelina Medina, geb. in Venezuela. Uit dit huwelijk: 1. Carlos Heldewier Vignon. 2. Eddy Heldewier Vignon. 3. Anne Marie Heldewier Vignon. Xllbis. Jean Louis Theodore Heldewier Vignon, geb. Curasao 18 Dec. 1864, koopman, eigenaar van planta¬ ges samen met zijn broer, trouwt Cura?ao 30 April 1888 Henriette Juanita Daal, geb. Cura?ao 24 Juni 1864, dochter van Matthias en Virginia Levy. Uit dit huwelijk sproten: 1. Henriette Wilhelmina Heldewier Vignon, geb. Cura?ao 15 Aug. 1894, gehuwd 25 Juni 1924 met Pieter Lourens Evertsz. Uit dit huwelijk sproten 5 kinderen, zie genealogie Evertsz. 2. Jan Willem Heldewier Vignon, geb. Curagao 29 April 1898, verbonden aan de Spaar- en Beleenbank. 3. Matthias Gerard Heldewier Vignon, geb. Curasao 4 Dec. 1906, verbonden aan Palais Royal.

330

VAN DAALEN Als officier van de Militaire Administratie kwam Adciaan Frans van Daalen naar Cura^ao, ongeveer 1830. Hij ging later in Gouvernementsdienst over als ambtenaar. Op dit ogenblik woont de hoofdtak in de U.S.A. I.

Adciaan Frans van Daalen. geb. 2 Aug. 1810, gest. 11 Maart 1877, huwt 18 Dec. 1834 Jannetje van der Meuten, geb. 24 October 1809, gestorven 28 Juni 1878, dochter van Jan Hero van der Meulen en Jannetta Catharina Winkler. Uit dit huwelijk: 1. Helena Jeanetta Catharina van Daalen. geb. 19 Maart 1836, huwt 30 Aug. 1865 Hendrik Johannes Boer, geneesheer. 2. Jan Hero Adciaan. volgt II.

II.

Jan Hero Adciaan van Daalen. geb. 26 Jan. 1842, advocaat-generaal, gezaghebber van St. Maarten in 1889, huwt 1°. Carolina Louisa Muller, geb. 9 Jan. 1841, overl. 10 Mei 1878, dochter van August Leberegt Statius Muller en Geertruida Maria Rojer.; huwt 2°. 17 Maart 1880 Geectruida Maria Elizabeth Statius Muller, geb. 23 Aug. 1855, gest. 1942 in de U.S.A., dochter van Hendrik August Statius Muller en Johanna Catharina Cornelia Voogd. Het eerste huwelijk was kinderloos: uit het tweede huwelijk: 1. Johanna Catharina van Daalen. geb. 17 Jan. 1881, huwt E. Schots. 2. Adciaan Frans, volgt III. 3. Hendrik August Statius van Daalen. geb. 25 Jan. 1885, huwt Catharina Osborne.

AMERIKAANSE TAK III. Adciaan Frans van Daalen. geb. 27 Nov. 1882, huwt 9 April 1908 Maria Jacoba Haayen, geb. 27 Nov. 1882, dochter van Jan Frederik Haayen en Anna Maria Hendrika Elizabeth Nuboer. Uit dit • huwelijk: 1. RudolJ van Daalen. geb. 1 Juni 1909. is gehuwd met een Amerikaanse en heeft een dochter. 2. Geertruida van Daalen. geb. 24 Juni 1910, is gehuwd met een Amerikaan en heeft twee zoons. 3. Jan van Daalen. geb. 15 Dec. 1915.

.331

NUBOER I.

Van de Amsterdamse familie Nuboer noemen wij Hendrik Jacob Nuboer. geb. omstreeks 1790. die ge¬ huwd was met Johanna Menzo Backer. Hij hertrouwt op Curagao 16 Maart 1817 met Lucia Elisabeth Schotborgh. geb. 8 Oct. 1801. overl. als weduwe na 1863. (Zie de genealogie Schotborgh. blr. 11). Hendrik Jacob Nuboer behoorde tot de staf, die de vice-admiraal en Gouverneur-Generaal van Curagao Albert Kikkert meenam naar Curagao. Hij bevond zich aan boord van de „Prins van Oranje", die op 27 Jan. 1816 aldaar aankwam. Hij had toen de hoge functie van Raad Controleur Generaal. Uit het eerste huwelijk sproot:

II.

Comelis Marius Nuboer. geb. Amsterdam 21 Febr. 1815. Hij was in militaire dienst, is tijdens de opstand in België in 1833 te Fort Bath en in 1834 in Staats-Vlaanderen. 25 Dec. 1836 scheept hij zich in voor Curagao en komt 19 Febr. 1837 als korporaal aan. wordt 7 Febr. 1838 fourier, wordt overgeplaatst naar St. Eustatius en is later ambtenaar op Curagao. Hij huwt Maria Jacoba Quast. geb. 29 Nov. 1826. doch¬ ter van Johan Anton Quast en Frederica Wilhelmina Neuman. Uit dit huwelijk: 1. Hendrik Jacob. geb. 26 April 1848. huwt 1°. Anna Holst; huwt 2°. 13 Dec. 1873 Jeanette Catharina Bergen, geb. 23 Dec. 1850. 2. Frederica Maria Wilhelmina, geb. 22 Jan 1851. huwt Anton Bergen, hij hertrouwt zijn schoonzuster nr. 6 hieronder. 3. Jan Anton, geb. 14 Oct. 1852, ongehuwd. 4. Johanna Lucia Maria Elisabeth Menzo, geb. 19 Dec. 1857, ongehuwd. 5. Maria Jacoba. geb. 28 April 1859, huwt John Isaac Boom, zoon van Carlos Simon Boom en Susanna Maria Barbelina Debrot. Uit dit huwelijk o.a.: Comelis Marius Boom. geb. 22 Aug. 1891, gehuwd met Maria Virginia Führing. geb. 3 Maart 1890. 6. Cornelia Marina. geb. 3 Juni 1861, huwt Anton Bergen, nadat haar zuster Frederica Maria Wilhel¬ mina overleden was. 7. Anna Maria Hendrika Elizabeth. geb. 10 Juli 1865, huwt Jan Frederik Haayen. geb. 6 Juli 1859. zoon van Jacobus Frederik Haayen en Johanna Maria Schoonewolf. Uit dit huwelijk zes kinderen. (Zie familie Haayen).

332 nuboer x

KRAFFT

KRAFFT De familie Krafft is een oud geslacht. Reeds in de twaalfde eeuw leefde er een aanzienlijk regenten¬ geslacht Krafft in Zuid-Duitsland. In de prachtige Munsterkerk van Ulm hangen een aantal rouwborden met de wapens van de familie Krafft er op geschilderd. 1 2 3) In Midden-Duitsland is er een adellijk geslacht aanwezig, de Baronnen Krafft. -) Het wapen met de Morenkop is reeds te vinden op een mooie zerk van Friedrich Krafft, vrouw en nazaten op het Johannes kerk¬ hof te Neurenberg met het jaartal 1707 3) en volgens bronnen uit het stadsarchief van Neurenberg werd het bovengenoemd wapen reeds gevoerd door Andreas Krafft in 1649. Het geslacht werd reeds beschreven in het Maandblad van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Genealogie en Heraldiek, jg. 1937 en in „Nederlandsche Familiewapens" van Dr H. Kits Nieuwenkamp, Deel II. Toen schrijver dezes het wapen had gezien, dat zijn familie op Cura?ao voerde, kwam bij hem de lust op om te gaan onderzoeken, waar zijn geslacht vandaan kwam. De Heer W. Wijnaendts van Resandt was zo vriéndelijk na moeilijk onderzoek hem mee te delen, dat de eerste Krafft, die naar Holland was gekomen, Georg Christian Krafft was. gedoopt te Hohenaltheim, in Zwaben, op 11 April 1721. De tocht werd ondernomen naar Zuid-Duitsland en daar werden de gegevens gevonden tot ongeveer 1640. Als men de archieven van Balgheim en Nördlingen zou naspeuren en die van de Katholieke kerken zou men ongetwijfeld verder komen, doch daar¬ voor is tijd nodig. Gouverneur Reinier Frederik Baron van Raders (1836-1845) verzocht de Regering in Nederland om enkele flinke jonge mannen van het Leger uit te zenden naar Cura?ao om de landbouw te bevorderen. Cura?ao maakte moeilijke tijden door en als men grote aanplantingen zou aanleggen met de nopal-cactus, waarop de cochenille schildluis leeft, dan zou men de dure rode verfstof met winst kunnen verkopen. Acht jonge man¬ nen scheepten zich in op 2 Dec. 1843, om op 2 April 1844 op Cura^ao aan te komen. Het waren: 1. L. T. ]. A. Baron van Boecop, geb. te Yperen (België) in 1821, deze keert Sept. 1844 terug naar Nederland. Willem Muller, keert ook terug. August Theodor Alings, als boven. Gijsbert Cazijn Baron van TUI, overlijdt reeds 21 Mei 1844. Herman Frangois Gerardus Wagner. wordt later Gouverneur van Cura;ao. Willem Barend Meilink, wordt later ambtenaar op Cura;ao. Johan George Krafft. keert ook terug, wordt later kapitein der infanterie in Nederland. Pieter Theodorus Krafft. geb. te Deventer 16 Maart 1821, werd op 16 jarige leeftijd volontair mili¬ tair: 1838 benoemd tot sergeant-titulair, vrijwilliger dingende naar de rang van officier. 25 Juni 1845 verliet hij de militaire dienst om als vast ambtenaar te worden aangesteld bij de nieuw ingevoerde cultures. Aangezien de aanplantingen op niets zijn uitgelopen, werd hij te werk gesteld bij de griffie, later bij de Wees- en Boedelkamer en daarna als administrateur van de Cura^aose Hypotheekbank: hij had ook de functie van rooimeester. Door zijn huwelijk met een Cura;aose. werd hij opgenomen in de Curai;aose families als de Van Ruy2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

*) R. Pfleidener. Münsterbuch, 1923, p. 157. 2) Allgemeines Wappenbuch von Siebmacher. 3) J. M. Trechsel. Verneuertes Gedachtnis des Nümbergischen Johannis Kirchhofs, 1735, p. 384. 334

ven, De Mey, Weeber, Raven, Hansz, Dorcas, Hellmund e.a. Deze families zijn alle zeer bekend, zodoende kon gemakkelijk een kwartierstaat worden opgesteld, die wij tevens publiceren. Wapen: in goud een Morenkop met zilveren haarband en gouden oorring. Helmteken: twee trompen of buffelhorens, gedeeld van boven goud en onder zwart. Dekkleden: goud en zwart. Wapenspreuk: Ne crede labori. i) I.

Georg Krafft. geb. omstreeks 1610, woont te Nördlingen in Beieren (ten zuidwesten van Neurenberg), trouwt Magdalena N„ van Trochtelfingen in Württemberg.

II.

Johannes Krafft. ged. Luth. te Nördlingen 12 Juni 1640, linnenwever, f 5 Sept. 1719, tr. Hohen Altheim (ten zuiden van Nördlingen) 16 Febr. 1664 Elisabeth Schneider, t Nieder Altheim 19 Sept. 1716. Uit dit huwelijk: 1. Anna Margarethe Krafft. ged. Niederaltheim 14 Nov. 1664. 2. Anna Sabina Krafft. ged. Niederaltheim 12 Mei 1666, -f aldaar 26 Febr. 1667. 3. Anna Sabina Krafft, ged. Niederaltheim 2 Oct. 1667. 4. Anna Margarete Krafft. ged. Niederaltheim 10 Nov. 1669. 5. Dorothea Krafft. ged. Niederaltheim 10 Juli 1671. 6. Matthias. volgt III. 7. Johan Georgius Krafft. ged. Niederaltheim 12 Juli 1680, f aldaar 7 Nov. 1703. 8. Anna Magdalena Krafft. ged. Niederaltheim 21 Aug. 1683. 9. Anna Barbara Krafft. ged. Niederaltheim 23 April 1692.

III.

Matthias Krafft. ged. Niederaltheim 13 Oct. 1674, linnenwever, f 19 April 1722, trouwt 1°. Hohenaltheim 26 Jan. 1697 Appolonia Hafner. f Niederaltheim 9 Juni 1716, dr. van Melchior Hafner; trouwt 2°. Hohenaltheim 17 Nov. 1716 Anna Barbara Weinberger. f7 Sept. 1717, dochter van de onderwijzer Jorg Weinberger van Aufhausen am Kessel; trouwt 3°. Hohenaltheim 23 Juni 1719 Eva Castner. dr. van J. C. Castner van Balgheim. Uit het eerste huwelijk: 1. Anna Magdalene Krafft, ged. Hohenaltheim 12 Mei 1698, f 22 Mei 1698. 2. Anna Magdalene Krafft. ged. Hohenaltheim 5 Mei 1703, f 14 Mei 1703. 3. Anna Elisabeth Krafft. ged. Hohenaltheim 5 Aug. 1705. 4. Johan Christian Krafft. ged. Hohenaltheim 24Sept. 1708, t 4 Oct. 1708. Uit het tweede huwelijk: 5. Anna Barbara Krafft. ged. Hohenaltheim 7 Oct. 1717. Uit het derde huwelijk: 6. Georg Christian, volgt IV.

IV.

Georg Christian Krafft. ged. Hohenaltheim 11 April 1721, treedt in 1741 in militaire dienst als onderoffi¬ cier, komt in Dec. 1753 met zijn le vrouw in Nederland, adjudant 1758, sous-luitenant 1769, luitenant 1771, kapitein 1778, alles in het regiment inf. van de Graaf d'Envie. f Coevorden in Dec. 1781, tr. 1°. omstreeks 1753 Eva Maria Heusser. geb. Pfifslingen bij Nördlingen, begr. Maastricht 5 Juli 1762: tr. 2°. Maastricht 7 Nov. 1762 Isabella Charlotta Frankenhoff. ged. Maastricht 7 Sept. 1736, begr. Hulst 26 Oct. 1763, dr. van Ds. Gerard en Sara Schellinger; tr. 3°. Hulst 8 Febr. 1764 Susanna Elisabeth Joly, ged. al¬ daar 16 Jan. 1743e dr. van Abraham en Anna Maria de Swarte. ondertr. 4°. Hulst 24 Dec. 1768 Adriana Jacoba Braam. geb. Leiden 18 Febr. 1730, f na 1781, dr. van Ds. Everhardus en Maria Elisabeth van Nooy.

!) Het oude familie cachet werd door George Christian Krafft mee naar Nederland gebracht: afdrukken ervan zijn in 't bezit van verschillende zijner nakomelingen. Zie ook Rietstap. Armorial général, dl. I, p. 1128 en Siebmacher. dl. II, p. 18 en Tafel 30. 335 KRAFFT 2

Uit het eerste huwelijk: 1. Gotfried Christiaan Krafft. ged. Venlo 16 Mei 1754. f jong. voor 1764. 2. Johan Christiaan Krafft. ged. Venlo 22 Febr. 1756, f jong, voor 1764. 3. Johan George. volgt V. 4. Johan Gotfried Krafft, ged. Maastricht 5 Jan. 1759, begr. aldaar 12 Jan. 1761. 5. Johanna Maria Krafft. ged. Maastricht 5 Febr. 1760, begr. aldaar 9 Jan. 1761. Uit het vierde huwelijk: 6. Everharda Maria Krafft, ged. (Luth.) Zutphen 8 Oct. 1769, f na 1788. 7. Carolina Krafft. ged. Hulst 13 Febr. 1771, f Nijmegen in 1773. V.

Johan George Krafft, ged. Venlo 19 Juni 1757, vaandrig 8 Jan. 1776, luitenant 23 Sept. 1780, beiden in het regiment inf. van de Graaf d'Envie, tot 1787, werd 1790 luit.-kolonel en commandant van het Bataillon Jagers te voet van het Légion Fran?aise Etrangère, ook genaamd het Légion Batave: ging 8 Juli 1795 als zodanig over in het leger van de Bataafse Republiek: begr. in de Barbarakerk te Culemborg 4 Aug. 1797. tr. (ondertr. Kampen 17 Sept. 1784) Jacoba Josina Buschman. geb. Kampen 9, ged. aldaar 14 Jan. 1767, f Nijmegen 12 Juni 1821, dr. van Mr. Meinard Joachim en Johanna Christina Seis. *) Uit dit huwelijk: 1. 2. 3. 4.

Arnoldus Johannes. volgt VI. Joachim Christiaan Krafft. ged. Kampen, Broederkerk 30 Dec. 1787. Jacobus Herman Joost Krafft. ged. Elburg 8 Sept. 1791. Wobbina Henriette Gerharda Anna Krafft, tr. Apeldoorn 1814 Dr. Johan Frederik Reiche. geb. Zut¬ phen 1 April 1786, med. doctor van ’s Konings hofhouding op het Loo en chirurgijn-majoor bij de 13e afd. inf., f Zutphen 12 Maart 1877, zn. van Ds. George Hendrik. Luthers predikant te Zutphen. en Margaretha Johanna Feidler. 5. Catharina Hendrina Maria Krafft. geb. Zwolle 12 Juli 1796, ged. aldaar 22 Aug. 1796, woonde in 1827 te Doesburg, tr. 1820 Dirk van den Oosterkamp. kapitein bij de 14e afd. inf. 6. Johan George Krafft. geb. Doornspijk 8 Nov. 1797. ged. aldaar 17 Dec. 1797, 2e luit. der inf. 1824, naar Oost-Indië 22 Jan. 1825, le luit. 1826. kapitein 8e batj. inf. 1831, ridder Mil. Will. Orde 1828, f Koempoelang in het Padangse in de expeditie tegen Bontjol 21 Oct. 1835. VI.

Arnoldus Johannes Krafft, geb. Kampen 4 Nov. 1786, ged. aldaar in de Broederkerk 5 Nov. d.a.v., 2e luit. inf. 1804, le luit. 1809, kapitein 1813, majoor 1829, gepens. als luit.-kolonel 1839, f 's-Hertogenbosch 18 Aug. 1863, tr. 's-Gravenhage 12 Aug. 1818 Alida Kok. geb. aldaar 24 Aug. 1791, f Nijmegen 1 Febr. 1875, dr. van Pieter en Dorothea Kropff. Uit dit huwelijk: 1. Johan George, volgt VII. 2. Pieter Theodorus, volgt Vllbis. 3—7. Twee zoons en drie dochters, alle ongehuwd gestorven.

VII. Johan George Krafft, geb. Kampen 20 Aug. 1819, eerst op Cura?ao geweest in 1844, doch teruggekeerd, kapitein der infanterie, f Vlissingen 18 Maart 1899, tr. Middelburg 18 Jan. 1865 Elena Dockheer, geb. Aardenburg 30 Juni 1839, t Vlissingen 26 Febr. 1900, dr. van Dirk en Johanna Katharina Segppel. Uit dit huwelijk: 1. Alida Johanna Krafft. geb. Maastricht 16 October 1866, oud-lerares aan de R.H.B.S. te Vlissingen, gestorven te Arnhem 1937. *) Zie: W. Wijnaendts van Resandt: Geschiedenis en Genealogie van het geslacht van Löben Sels-Sels, 1923. 336

CURAgAOSE TAK Vllbis. Pieter Theodorus Krafft. geb. Deventer 16 Maart 1821, militair, uitgezonden in verband met de cochenille-teelt naar Curagao, waar hij 2 April 1844 aankwam, administrateur van de Curagaose Hypotheekbank, rooimeester, Curagao 24 Mei 1886, tr. Curagao 7 Juni 1848 Jannetje Emerentia Spencer, geb. aldaar 30 Juni 1821, f Curagao 13 Maart 1882, dr. van Cornelis Spencer en Catharina Frederika Weeber. Uit dit huwelijk: 1. Arnoldus Johannes Cornelius. volgt VIII. 2. Frederik George August Krafft. geb. Curagao 10 Aug. 1851. koopman in Venezuela, f aldaar 16 Oct. 1883. 3. Theodoor Ferdinand Wilhelm, volgt VlIIbis. VIII. Arnoldus Johannes Cornelius Krafft. geb. Curagao 18 Juni 1849, ontvanger aan de Secretarie van Cura■gao, secretaris van de Curagaose Bank, kapt. der schutterij, ridder in de Oranje Nassau Orde, •}■ Curagao 18 Nov. 1927, tr. aldaar 22 Jan. 1876 Anna Elisabeth Evertsz. geb. 13 Aug. 1853, f Curagao 24 Febr. 1931, dr. van Hendrik en Rudolphina Lorencia de Haseth. Uit dit huwelijk: Pieter Theodorus Krafft. geb. Curagao 26 Maart 1877, gouv.s ambtenaar, ongehuwd, aldaar overleden 11 Febr. 1937. VlIIbis. Theodoor Ferdinand Wilhelm Krafft. geb. Curagao 22 Oct. 1856, koopman, eerst te Panama, daarna te Curagao, f aldaar 5 Maart 1903, tr. Curagao 15 Dec. 1886 Rudolphine Henriëtte Wilhelmine Josina van de Laar. 1) geboren te Den Helder 1 Jan. 1859, overl. Curagao 12 Jan. 1901, dr. van Andries Martinus en Claire Jeannette Rudolphina Stüten. Uit dit huwelijk: 1. Pieter Theodorus Spencer, volgt IX. 2. Ds. Andries Martinus van de Laar Krafft. geb. Curagao 2 Juni 1891, emer. predikant van Heenvliet, tevens jeugd-predikant te Rotterdam, tr. 1°. Bussum 5 Juli 1924 Wilhelmina Constantia Nepveu. geb. Delft 12 Mei 1897, dr. van Paulus Theodorus en Eelbartha Johanna Jacoba Augusta Meyer; dit huwe¬ lijk werd door echtscheiding ontbonden; tr. 2°. de Steeg 7 Nov. 1928 Louisa Maria Anna Wijnaendts van Resandt. geb. Batavia 16 April 1904, dr. van Willem en Wilhelmina Jacobina Theodora Baud. 3. Arnoldus Johannes Cornelius. volgt IXbis. 4. André Martin Paul Chrétien van de Laar Krafft. geb. Curagao 29 Oct. 1893, verbonden geweest bij het Chr. M.U.L.-onderwijs in Nederland en te Bandoeng, in het bezit Frans M.O. Ongehuwd. 5. Frederik George August Krafft. volgt IXter. 6 Adolf Johan van de Laar Krafft, geb. Curagao 11 Dec. 1897. afd. chef bij de Bat. Petr. Mij. te Tampico, overl. te 's-Gravenhage 17 Sept. 1934, tr. Henriette Elisabeth Gorsira, geb. Curagao 18 April 1897, overl. te Newstone 8 Sept. 1931, dochter van Johannes Philippus Evertsz Gorsira en van Clasina Jacoba Gorsira. 7. Jannetje Emerentia Spencer Krafft, geb. Curagao 25 Dec. 1900, tr. Curagao 25 Juli 1923 Jan Haayen. geb. St. Maarten (Ned. gedeelte) 7 Dec. 1897, oud-afd. chef bij de Cur. Petr. Ind. Mij. op Curagao, zoon van Jan Frederik en Anna Maria Hendrika Elisabeth Nuboer. Uit dit huwelijk: a. Rudolphina Hendrika Haayen. geb. 16 Sept. 1924 huwt 29 Nov. 1947 Cornelis ]. de Gidts. officier van de Administratie der Kon. Marine. Uit dit huwelijk: Emérence Hélène de Gidts. geb. Voorschoten 24 October 1948 en Antoine de Gidts. geb. Curagao 19 Mei 1950. b. Jan Frederik Arnold Haayen. geb. 22 Maart 1926, student te Delft. ’) Zie dit geslacht In Maandblad De Nederlandsche Leeuw. jg. 1911 en in de 6e ]g. van het Ned. Patriciaat. 337

c. Theo Haayen. geb. 13 Dec. 1932, student. d. Freddy Comelis Haayen. geb, 11 Febr. 1941. IX.

Pieter Theodocus Spencer Krafft. geb. Curacao 29 Sept. 1887, oud-directeur der Posterijen aldaar, secre¬ taris van de Curagaose Bank, ridder in de Orde van Oranje Nassau, tr. Cura^ao 27 Juli 1917 Maria Eliza de Haseth. geb. aldaar 7 Maart 1889, dr. van Pieter Lourens en Jannetje Magdalena Neuman. Uit dit huwelijk: 1. Erna Madelinc Krafft. geb. Curagao 10 Mei 1918, huwt 12 Augustus 1938 Pieter Frans de Vries. geb. 6 Nov. 1911, secretaris van het Alg. College van Bestuur, zoon van Pieter de Vries en Catharina Maria Geertruida Steen. Kinderen: a. Tesse Lola Madeline de Vries, geb. 4 Juni 1940. b. Marcus Theodore Reynout de Vries. geb. 4 Juni 1948. 2. Viola Krafft, geb. Curagao 21 Febr. 1929, huwt 26 Oct. 1949 Hubert de Haseth. geb. 25 Apr. 1924. gouv. ambtenaar, zoon van August Wilhelm en Mathilda Constancia Penso.

IXbis. Dr. Ds. Arnoldus Johannes Cornelius Krafft. geb. Cura?ao 22 Sept. 1892, oud-zendeling-leraar bij het Ned. Zendingsgenootschap op Celebes, directeur ener Zendingsschool op Java, daarna leraar aan het Chr. en Gouv. Lyceum. Kweekschool en hoofdactecursus te Bandoeng en d.d. Directeur aan de Oplei¬ dingsschool voor Inlandse Ambtenaren te Bandoeng, in oorlogstijd wnd. predikant van Nd. Bandoeng. na de 2e wereldoorlog werkzaam op Curagao en Aruba in velerlei functies; tr. 1°. Hilversum 5 Juni 1929 Albertha Marianna Beekhuizen, geb. Bloemendaal 17 Maart 1904, overl. te Hilversum 14 Juli 1933, dr. van Leendert en Suzanna Maria van Keulen. Uit dit huwelijk: 1. Théodoor André Arnoldus Carel Krafft. geb. Bandoeng 15 April 1930. 2. Suzanna Maria Rudolphine Krafft, geb. Bandoeng 3 Juni 1932. Huwt 2°. Tjiandjoer 3 Mei 1940 Nora van Mastenbroek, geb. Rotterdam 23 Jan. 1902, doctoranda in de biologie, weduwe met 2 kinderen van Mr. Dr. Jan Gerrit Willem Lekkerkerker, dochter van de beken¬ de kunstschilder Johan Hendrik van Mastenbroek1) en Margaretha Pauline Thomasine Wellsted. Kinderen: a. Hendrik Jan Lekkerkerker. geb. Probolinggo 4 October 1929. b. Annemarie Margreet Lekkerkerker. geb. Batavia 19 Januari 1935.

MEXICAANSE TAK IXter. Frederik George August Krafft. geb. Curagao 27 April 1896, oud afd.chef bij de Bat. Petr. Mij. te Tampico, thans koopman te Mexico-City, tr. Tampico 22 Nov. 1922 Nora Vorhauer Villabolos. geb. Ciudad Victoria (Mexico) 14 Juni 1906, dr. van Philip Vorhauer en Anthonia Villabolos. Dit huwelijk werd door echtscheiding ontbonden. Uit dit huwelijk: 1. Ir. Frederik George Arnold Krafft. geb. Tampico 24 Sept. 1923, huwt 11 Nov. 1950 Christina Vera. 2. Nora Edna Krafft, geb. Tampico 14 Maart 1925. 3. Adolf Roland Krafft. geb. Mexico-City 16 November 1931, student.

‘) J. H. van Mastenbroek vertelt zijn herinneringen. Ad. Donker te Rotterdam en Antwerpen, 1946. 338

TOELICHTING OP DE KWARTIERSTAAT VAN DE FAMILIE „KRAFFT” Bij het opstellen van de kwartieren van een familie staat men telkens verbaasd en komt men tot zeer ver¬ rassende resultaten. Vele Cura^aoenaars en Arubanen zullen wegens aanhuwelijking hun geslachten enige eeuwen terug kunnen voeren. Door de uitgave van dit boek zal dit makkelijker kunnen geschieden. Zo kwamen wij tot de conclusie, dat de familie Krafft bloed in zich draagt van de alleroudste families, die zich kwamen vestigen op Curagao. De Krafften zijn familie van de Van Ruyvens. die reeds in 1643 op Curafao waren. Cornelis van Ruyven was secretaris van de vermaarde Peter Stuyvesant, die gouverneur van Curagao was van 1643-1664. Zijn broer Johannes van Ruyven was boekhouder op Curagao van de West-Indische Compagnie en zijn andere broer Laurens was Commissaris en auditeur ook in dienst van de Compagnie. Van de laatste is bekend, dat hij gehuwd was met Magdalena Beunder. Uit dit huwelijk werd geboren Anna van Ruyven. ge¬ doopt op 3 Dec. 1662 in het Fort. die later huwde met Pieter de Mey. De laatste was in 1674 reeds op Curatao. (Zie 3: De scheepskapiteinsfamilie De Mey). Hun dochter Sara. geb. ongeveer 1710, huwt in 1732 Nathaniël Frederik Weeber. assistent in Compagniesdienst. Door diens zoon. Sigismundus. zijn de Krafften verwant aan de familie Hansz en door diens klein¬ zoon, Nathaniël Frederik Weeber, verwant aan de alleroudste familie van Curagao, n.1. de familie Dorcas. die reeds in 1662 op Curagao aanwezig was. (Zie: De familie Dorcas). Pieter Theodorus Krafft. geb. 16 Maart 1821, huwt 7 Juni 1848 Jannetje Emerentia Spencer. Door dit huwelijk zijn de kinderen verwant aan de zeer bekende familie Spencer, van welke nazaten veel bekend is. ') De Spencers waren gehuwd met afstammelingen van de oude familie Raven, ook één van de alleroudste fami¬ lies van Curagao. Door het huwelijk van Pieter Theodorus Spencer Krafft. geb. Curagao 29 Sept. 1887, met Maria Elisabeth de Haseth, geb. Curagao 7 Maart 1889, zijn diens kinderen weer verwant met talrijke andere Curagaose families. Doordat de Curagaose families zoveel met elkaar huwen, vormen ze een eenheid onderling, wat vooral naar voren komt bij bruiloften en begrafenissen.

l) We noemen alleen enkele Amerikaanse bronnen te vinden in de bibliotheek van „The Long Island Hlstory Society" van New York, in verband met de afkomst van James Spencer, de eerste Spencer, die op Curagao kwam in ongeveer 1750 en van wie wij weten, dat hij in New York werd geboren. 1. Spencer family history and genealogy by R. C. Spencer. Milwaukee 1889. 2. Notes of the desccndants of James Spencer of Spencer Hall by Th. F. Jewel. Newport. R.I. 1892. 3. The Thomas Spencer famlly of Hartford, Conn. 1744-1818 by Fr. Farnsworth Starr. Hartford, Conn. 1896. 4. The Maine Spencers 1596-1898 by W. D. Spencer. Concord. N. H. 1898. 5. Geneal. sketch of the descendants of Samuel Spencer by H. M. Jenkins, Philad. 1904. 6. Spencer famlly record of the Springficld, etc. by W. H. Spencer. NY. 1907. 339

X

I

Maria C

Cornelis

X Johanna

! I 1

Mr. Comclis Spencer geb. Curagao 1757 t St. Pierrc 8 Juni 1810 (Martinique) X Curagao1) 1783

Nathanicl Frederik Wecbcr geb. Curagao*) 1765 t Curagao 15 Dec. 1806 X aldaar 26 Dec. 1785 Emercntia Dorcas

Maria Raven geb. Curagao2) ± 1765 t Curagao 14 April 1822

geb. Curagao2) 1758 t Curagao 23 Febr. 1811

Cornelis Spencer geb. Curagao 16 Sept. 1785 t aldaar 14 Dcc. 1848 X aldaar 8 Oct. 1815 Catharina Fredcrika Wecbcr geb. Curagao 17 Oct. 1786 t aldaar 21 Juni 1874

geb. Kampen 4 Nov. 1786 f 's-Hertogenbosch 18 Aug. 1863 X 's-Gravenhage 12 Aug. 1818 Alida Kok geb. 's-Gravenhage 2-1 Aug. 1791 f Nijmegen 1 Febr. 1875

Picter Thcodorus Kr af ft geb. Deventer 16 Maart 1821 t Curagao 24 Mei 1886 X aldaar 7 Juni 1848 Jannetje Emcrentia Spencer geb. Curagao 30 Juni 1821 t Curagao 13 Maart 1882

1) Het register van dit jaar ontbreekt. 2) Jaar en datum van deze doop is bij de inschrijving in het register niet ingevuld.

KRAFFT

340

Tbcodoor I geb. C tal, X al Rudolphinc Hcnrietti geb. D t Cu

*

i

ph Gabriël Wilhelm de Sturler X iniëlu Elisabcth in Oosterhoudt

I

1 \ 5 x 1 9 |

X isabeth Post

1 2 a * I i |xï| |-,

osterhoudt Dzn.

j *li -3ï - 1 1 „ i i ! x|1 s xf 1 -Ü n ca i i 1 i

1

D>

4 Ds- Piclcr Marinus van dc Laar «eb. Breda II Febr. 1770 t Leiden II Dcc. 1838 < 1*. Katwijk a/zee 24 Aug. 1797 Anna Varkevisser ged. Katwijk a/zee 29 Dcc. 1776 t Leiden 10 Dcc. 1802 «gr. Katwijk a/zee M Dec. 1802

Johan Andrics Kohier geb. Wiesbaden 2 Jan. 1776 t 's-Gravenhage 30 Sept. 1832 X Schevenlngcn 6 Mei 1798 Johanna Maria Nicollicr ged. 's-Hertogenbosch 2 Apr. 1773 t 's-Gravenhage 13 Jan. 1831

Jacob Zacharias Stütcn ged. Deventer 30 Juli 1767 t Hellevoetsluls 3 Oct. 1829 X Driel (O.B.) 19 Sept. 1796 Johanna Elisabcth Gaymans geb. Arnhem 2 Mei 1766 t Nijmegen 25 Mei 1844

Jacob van Oosterhoudt ged. Tiel 14 Oct. 1790 t Rijswijk 26 Juni 1853 X 's-Gravenhage 4 Oct. 1815 Clara Hcrmina Henrietta dc Sturler geb. St. Oraer 28 April 1792 t 's-Gravenhage 18 Jan. 1858

An dries Martinus van de Laar geb. Voorhout 16 Juli 1798 t Gendringen 29 Mei 1864 X V. 's-Gravenhage 25 Juli 1832 Hcndrika Wiihelmina Josina Kohier

Paul Chrcüen Stüten geb. Leiden 17 Aug. 1805 t Nijmegen 8 Maart 1853 X 's-Gravenhage 26 Mei 1837 Rudolphine Hcnricttc van Oosterhoudt

geb. 's-Gravenhage 25 Oct. 1804 t aldaar 14 April 1843

geb. Meenen 1818 t 1879

Andrics Martinus van dc Laar geb. 's-Gravenhage 18 Aug. 1834 t aldaar 23 Nov. 1870 X aldaar 7 April 1858 Clairc Jeanctte Rudolphine Stüten geb. 's-Gravenhage 7 April 1838 i aldaar 15 Mei 1917

übclm Kr af ft et 1856 : 1903 - 1886 t Josinc van dc Laar lan. 1859 l 1901 talogie Krafft

341

VAN MEETEREN Wapen: gevierendeeld: I. in sabel, een klimmende leeuw in goud, getongd en geklauwd van keel; II. in zilver, drie geplante bomen naast elkaar in natuurlijke kleur, de middelste iets zwaarder en de stam iets hellend; III. in zilver, drie lelies 1 :2 van sabel, zonder voet, waarboven een horizontale balk (geen bastaardbalk) van sabel: IV. in keel, zes liggende blokjes van goud 2:2:2. Helmteken: een uitkomende gouden leeuw, al dan niet gekroond, getongd en geklauwd van keel. Dekkleden: zilver en sabel. Het geslacht Van Meeteren wordt in Nederland's Patriciaat jrg. 2, 21 en 25 beschreven. Het is een oud geslacht uit Geldermalsen. Wij beperken ons om te komen tot de Curagaose tak. I.

Gijsbert van Meeteren, van wie alleen bekend is, dat hij drie zoons had, die sinds 1664 voorkomen, w.o.:

II.

Dirk van Meeteren, geb. ongeveer 1650, beleend met Westerhout onder Geldermalsen 1684. gest. vóór 2 Aug. 1698, gehuwd met Wilhelmina van Oort. Kinderen: 1. Gijsbert van Meeteren, volgt III. 2. Hendrik van Meeteren, wijnkoper te Dordrecht, was de stamvader van een tak, die in 1820 uitstierf.

III.

Gijsbert van Meeteren. geb. ongeveer 1685, volgde zijn vader op in de helft van het leengoed Wester¬ hout, huwt 12 Juni 1707 met Dirkje van Buren, dochter van Jan en Adriana van Bemmel. die na 1760 is gestorven. Uit dit huwelijk: 1. Adriana van Meeteren, huwt 8 Juni 1732 met Arnoldus van Gameren. 2. Dirk van Meeteren, volgt IV. 3. Mattheus van Meeteren werd de stamvader van de tak Westerouen van Meeteren. 4. Judith Agnes van Meeteren. ged. Geldermalsen 15 Dec. 1720, gest. Erichem 31 Jan. 1800, huwt Hendrikus van Steenis. 5. Johanna van Meeteren. ged. Geldermalsen 27 Jan. 1722. 6. Jan Hendrik van Meeteren. ged. Geldermalsen 20 Febr. 1724. 7. Jan Hendrik van Meeteren. ged. Geldermalsen 18 Nov. 1725. 8. Hendrik van Meeteren. ged. Geldermalsen 2 Jan. 1729. 9. Johan van Meeteren. geb. 2 en ged. 5 Aug. 1731 te Geldermalsen. schout van Zoelen en Avezaath. waar hij 15 Juli 1806 stierf op het huis Ten Ham, huwt Avezaath 4 Jan. 1756 Helena Adriana van Merckesteyn. ged. Avezaath 26 Maart 1731, overl. aldaar 30 Dec. 1799, dochter van Dirk van Merckesteyn en Elisabeth van Buren. Dit huwelijk was kinderloos.

IV.

Dirck Gijsbertsz. van Meeteren. geb. Geldermalsen 20 April 1734, nabuur en kerkmeester aldaar. 10 Oct. 1769 kwam hij, door opdracht van zijn vader in het bezit van de deze tot op dat ogenblik aankomende helft van het leengoed „Groot Westerhout". Reeds van te voren had hij zich van de andere helft ver¬ zekerd, die voordien zijn oom Hendrik Dirckszoon van Meeteren uit Dordrecht toebehoorde. Hij overleed 342

Geldermalsen vóór 1792, huwde 6 April 1743 Geldermalsen Maria van Steenis. geb. aldaar op Klein Westerhout 1717, dochter van Anthonis en Catharina van Empel. Uit dit huwelijk: 1. Antonis van Meeteren. geb. 9, ged. 16 Febr. 1744, jong gestorven. 2. Dirkje van Meeteren. ged. Geldermalsen 31 Jan. 1745, gest. Avezaath 26 Oct. en begr. 1 Nov. 1800. Zij trouwde 15 Sept. 1765 Avezaath met Antonie Heuff. ged. Zoelen 3 Juni 1741. steenbakker, gest. Avezaath 25 Sept. 1816. zoon van Cerrit en Willemina Agnieta van Geytenbeek. 3. Antonis van Meeteren. ged. Geldermalsen 6 Maart 1746. ongehuwd, gest. 21 Sept. 1822. 4. Catharina van Meeteren, ged. Geldermalsen 6 Aug. 1747, begr. Erichem 15 Maart 1808. Zij was getrouwd 14 Juni 1778 met Jan van Malsen, ged. Erichem 24 Febr. 1737, gest. Avezaath 27 April 1811 bij zijn dochter Maria Hendrika. geh. met Johan Adriaan Heuff. burgemeester van Zoelen en Avezaath. 5. Cijsbert van Meeteren, volgt V. 6. Maria Hendrika van Meeteren, ged. 11 Juli 1751, gest. vóór 1782. 7. Adriaena van Meeteren. ged. 11 Febr. 1753, gest. vóór 1782. • 8. Hendrika van Meeteren, ged. Geldermalsen 29 Juni 1755, geh. 9 Maart 1777 met Gijsbert van Kerk¬ wijk. ged. Geldermalsen 28 Juni 1739, zoon van Herman van Kerkwijk en Maria Rutgersdochter van Rijnberk. V.

Gijsbert van Meeteren. geb. Geldermalsen 28 Sept. 1749, gest. 10 Juli 1828. Hij was landeigenaar, huwt 22 Juni 1781 Teuntje Christina Johanna Bock. ged. Geldermalsen 26 October 1755. gest. na 10 Juli 1828, dochter van Jan Bock, schout van Geldermalsen en Christina Vervoren. Hij had vier kinderen: 1. Jan van Meeteren, geb. Geldermalsen omstreeks 1782 en gest. 16 Juni 1822. 2. Dirk, volgt VI. 3. Maria van Meeteren, geb. Geldermalsen 12 en ged. 18 Nov. 1787. 4. Christiaan van Meeteren, geb. Geldermalsen 20 en ged. 26 Febr. 1792.

VI.

Dirk van Meeteren, geb. Geldermalsen 6 en ged. 8 Aug. 1784, rijksontvanger der belastingen te Varik. Est en Opijnen. stierf Varik 10 Oct. 1851, huwde 5 Juni 1808 Geldermalsen met Soetje Christina Spille¬ naar, geb. Waardenburg 6 en ged. Neerijnen 12 Juli 1778, gest. Waardenburg 22 Febr. 1866, dochter van Nicolaas Spillenaar en Hendrika Hester Timmer. Zij was wed. Dirk van der Linden. Uit dit huwelijk: 1. Nicolaas. volgt VII. 2. Gijsbert Antonie van Meeteren, geb. omstreeks 1815, denkelijk te Zoelmond. Bij de Belgische opstand nam hij als vrijwilliger dienst bij het Jagerscorps van Van Dam van Isselt, gestorven Breda 20 Mei 1833, ongehuwd.

CURAQAOSE TAK VII. Nicolaas van Meeteren, geboren 11 Januari en gedoopt Zoelmond 26 Februari 1809, gestorven Wil¬ lemstad op Cura;ao 14 Februari 1874, adjudant-onderofficier. Hij trad als vrijwilliger in dienst en maakte de Tiendaagse Veldtocht mee. Daarna behoorde hij tot de bezetting van Antwerpen. Toen de bezetting zich overgaf, bevond hij zich onder de krijgsgevangenen, die naar Frankrijk werden gevoerd. Uit krijgsgevangenschap ontslagen, vertrok hij later in 1836 in militaire dienst naar Indonesië en bleef daar tot 1843. In Nederland teruggekeerd vertrok hij 11 Nov. 1845 naar Curagao via Suriname met Z.M. Transportschip „Merwede" en arriveerde 30 April 1846 op Curagao. Hij huwde Curagao 30 Mei 1849 Emelie Boulanger, geb. aldaar 18 Juli 1831, overl. 7 Januari 1887, dochter van Pieter Joseph Boulanget en Leonora Wilhelmina Boom. Uit dit huwelijk: 1. Dirkje Christina Eleonora. geb. 9 Juni, ged. 20 Sept. 1850 Willemstad, gest. aldaar 20 Febr. 1924, huwde 8 Mei 1867 met Johannes Martinus Bartels, zoon van Johan Heinrich en Henriette Catharina 343 VAN MEETEKEN 2

Mamgg. Dochter was Henriette Bartels gehuwd met Matthias Hermes Daal. 2. Nicolaas Dirk David. volgt VIII. VIII. Nicolaas Dirk David van Meeteren. geb. Willemstad 8 Sept. 1851, ged. 12 Dec. 1852, gest. op het land¬ huis „Salina Abau" 1 Juni 1918, huwt Willemstad 13 Maart 1878 met Carolina Antoinette Pijpers. geb. 24 Dec. 1852, gest. Willemstad 8 Sept. 1903, dochter van Antoine Jcan Pijpers en Johanna Gijsbetha Tweeboom. Uit dit huwelijk: 1. Nicolaas. volgt IX. 2. Antoine Jean Pijpers, volgt IXbis. 3. Johan. volgt IXter. IX.

Nicolaas van Meeteren. geb. Willemstad 20 Febr. 1861, ged. 25 Juli 1883. treedt in Gouvernementsdienst in 1898 en verlaat die met pensioen in 1919, na op Curagao, op Bonaire en weer op Cura?ao te hebben gewerkt. In laatstgenoemd jaar kocht hij de plantage „Cas Cora", die hij echter, door de val van de oranjeschilprijzen, genoodzaakt was van de hand te doen. Hij is historicus, schreef „Noodlotsdagen en „Volkskunde", huwt 21 Maart 1906 Helena Adelaida Pietersz, geb. Willemstad 8 Nov. 1883, dochter van Anton Theodoor Pietersz en Anna Catharina Evertsz. Uit dit huwelijk: 1. Carolina Antoinette van Meeteren. geb. Bonaire 13 Dec. 1906, ged. Willemstad 11 Maart 1909, huwt op Cas Cora 18 Juli 1923 Jan de Wijs. geb. Den Haag 25 April 1897, gest. 1949. zoon van Jean Isaie Christierne de Wijs en Maria Anna Mouton. Uit dit huwelijk: a. Jean Isaie Christierne de Wijs. geb. Blaricum 23 Nov. 1924. b. Aida Elaine de Wijs. geb. Arnhem 8 Aug. 1930. c. Mariane Elisabeth de Wijs. geb. Voorburg 13 Juni 1935. 2. Anthon Nicolaas Theodoor van Meeteren, geb. Bonaire 27 April 1908, ged. Curajao 11 Maart 1909, legt het examen af in werktuigkunde te Dordrecht, wordt verbonden aan de Meteorologische dienst, huwt 29 April 1938 Maria Louisa Cornelia Quast geb. Willemstad 27 Jan. 1915, dochter van Jan Frederik Quast. oud-gezaghebber van Aruba en-diens tweede vrouw Geertruida Maria Statius Muller. 3. Catharina Maria van Meeteren. geb. Willemstad 16 Jan. 1911, huwt aldaar 22 Nov. 1930 Lourens Hendrik Schotborgh. geb. 14 Febr. 1905, employé Cur. Petr. Ind. Mij., zoon van Jacob Matthias Schotborgh en Henriette Louisa Pietersz. Uit dit huwelijk: a. Yvonne Schotborgh. geb. Willemstad 13 Oct. 1931. b. Ronald Schotborgh. geb. 25 Oct. 1935. 4. Nicolaas van Meeteren, volgt X. 5. Aida Elaine van Meeteren. geb. 21 Aug. 1914, huwt 19 Sept. 1934 Eduard Jarman Quast, geb. 21 Dec. 1907, employé van de Ned. Ind. Gas Mij., zoon van Jan Frederik Quast en diens eerste vrouw Louise Jacqueline Jarman. Uit dit huwelijk: a. Frederik Nicolaas Quast. geb. 28 Oct. 1936. b. Jacqueline Elaine Quast. geb. 3 Aug. 1938. c. Erich Randolph Quast. geb. 17 April 1942. 6. Arnoldina Eleonora Emelie van Meeteren. geb. 10 October 1916, ged. 31 Januari 1924, huwt 15 Juli 1942 Johannes Leendert Vleming. geb. Almelo 19 Febr. 1913. zoon van Willem Vleming en Anetta Schotten. Uit dit huwelijk: a. Hedwig Melanie Vleming, geb. 22 April 1944, ged. 15 Juli 1944. b. Willem Nicolaas Vleming. geb. 31 Maart 1947, ged. 13 Juni 1948. 7. Wilhelm Siegfried van Meeteren. geb. Cura?ao huize Salina Abau 14 Oct. 1918 en ged. 30 Jan. 1924, behaalt het candidaatsdiploma economie aan de Handels Hogeschool Rotterdam. Na weigering om de loyaliteitsverklaring te tekenen wordt hij naar het kamp „Lerchenfeldt" bij Teltow vervoerd, is thans in Gouvernementsdienst, huwt 1°. 23 Jan. 1946 Maria Wilhelmina Aalbers. geb. Den Haag 18 Juli 1926, dochter van Henricus Adrianus Marie Aalbers. majoor der mil. administratie en Maria Gertrude Cornelia Langerak; dit huwelijk werd door echtscheiding ontbonden; huwt 2°. 30 Juni 1949 Ligia 344 MEETEREN

Catharina Henriquez, dochter van Charles Joseph en Anna Catharina Salomé de Windt. 8. Jeanne Emelie van Meeteren. geb. Curagao 1 Juni 1920, ged. 30 Jan. 1924, huwt 15 Oct. 1941 Miguel Angel Mensing. geb. Cura^ao 6 Mei 1919, zoon van Willem Frederik George Mensing. oud-lid van het College van Algemeen Bestuur en Maria Lindora de Hart. Uit dit huwelijk: a. Vigdis Mensing. geb. 6 Juni 1943, ged. 19 Juli 1943. b. Helga Mensing. geb. 6 Juni 1944, ged. 19 Juli 1944. c. Erlend Mensing. geb. 24 Jan. en ged. 1 Mei 1947. d. Sigurd Mensing. geb. 18 Mei en ged. 6 Juni 1948. X.

Nicolaas van Meeteren, geb. Willemstad 4 Oct. 1912, behaalt in Nederland einddiploma H.B.S. en diploma Accountancy A, was in Gouv. dienst, thans bij de accountantsfirma H. J. Vooren, Den Haag (afd. Curatao), huwt New York 11 Jan. 1942 Elsa Josephine Krijt. geb. New York 4 Dec. 1924, dochter van Frans Josef Krijt en Louisa Christina Eugenie Raven. Uit dit huwelijk: 1. Louise Josephine van Meeteren, geb. 26 Jan. 1943, ged. 20 Febr. 1943. 2. Gijsbert Nicolaas van Meeteren. geb. 24 Dec. 1944, ged. 24 Maart 1945. 3. Raymond Francis van Meeteren. geb. 14 Dec. 1947.

IXbis. Antoine Jean Pijpers van Meeteren, geb. Willemstad 17 Oct. 1884, huwt 30 Dec. 1911 Jeanette Henriette Neuman. geb. 19 Sept. 1887, dochter van Willem Hendrik Neuman en Anna Josefa Groos. Uit dit huwelijk: 1. Carolina Maria Theodora van Meeteren, geb. 14 April 1912, gest. 23 Juli 1912. 2. Nicolaas Hendrik van Meeteren. geb. Willemstad 25 Maart 1913, huwt 3 Sept. 1938 Carmen Helena Gonzalez, geb. te Caracas 22 Mei 1912, dochter van Roberto Gonzales en Lucretia Muller. Uit dit huwelijk: a. Erlene van Meeteren, geb. 8 Juni 1939. b. Henry van Meeteren, geb. 27 April 1942. c. George Anthony van Meeteren. geb. 7 Dec. 1944. 3. Frieda Arnoldina van Meeteren, geb. 14 Febr. 1915, jong gestorven. 4. Myrtha Pijpers van Meeteren. geb. 27 Oct. 1916, huwt 21 October 1939 Federico Enrique Perret Gentil, geb. 19 Oct. 1918, gouvernementsambtenaar, zoon van Federico Antonio Perret Gentil en Hendrina Gqrsira. 5. Pijpers van Meeteren. geb. 9 Oct. 1918, huwt 31 Oct. 1946 Anna Catharina Winkel, dochter van Evert Winkel en Alida Catharina van Kesteren. 6. Zita van Meeteren, geb. 24 Juli 1920, huwt Frederik Weeber. 7. Bertha Josephina van Meeteren, geb. 27 Mei 1928.

ARUBAANSE TAK IXter. Johan van Meeteren. geb. 6 April 1892, electr. techn. ambt. Aruba, gest. 20 Juli 1941, huwt 1°. Wil¬ lemstad 16 Jan. 1918 Carmen Sylvia Neuman, gest. Curagao 13 Juni 1929, dochter van Willem Hendrik Neuman en Anna Josefa Groos; huwt 2°. Oranjestad, Aruba 14 Maart 1931 Catharina Constancia Ponson, dochter van Karei Theodorus Ponson en Johanna Sophia Constantia Beaujon. Uit het eerste huwelijk: 1. Nidia van Meeteren, geb. 13 October 1918, huwt Aruba 14 Maart 1947 Arthur Emil Krottnauer. geb. Brooklin 6 October 1907. 2. Karei Jozef van Meeteren, volgt X. X.

Karei Jozef van Meeteren. geb. 7 October 1922, huwt Aruba 7 Dec. 1944 Margaretha Hildegonda Lampe. geb. 25 Maart 1923, dochter van Johan Karei Zeppenfeldt Lampe en Susanna Eman. Uit dit huwelijk: 1. Sylvia Susanna Catharina van Meeteren. geb. Aruba 1 Nov. 1946. 2. Karei Johan van Meeteren, geb. Aruba 16 Aug. 1948. 345

CADIÈRES De Cadières' kwamen oorspronkelijk van La Cadière, gelegen ten westen van Toulon. Frangois Cadières en Rosalie Chailan. geboren te Sanary in Provence, zijn uit Frankrijk uitgeweken, omdat zij Girondisten waren en de Gironde-partij het onderspit moest delven voor een nieuwe partij. Zij vestigden zich in Cadiz. Twee van hun kleinkinderen, Leandro en Carlos. kwamen met een oorlogsschip naar Cura^ao. Dit eiland beviel hun zó, dat zij daarna zich aldaar kwamen vestigen. Leandro bleef evenwel kort op Cura?ao en ging naar Venezuela, waar zijn nazaten wonen. Carlos huwde een Cura;aos meisje. I.

Frangois Cadières. geb. ongeveer 1750, en Rosalie Chailan hadden een zoon Jean Louis Jacquin. die volgt II.

II.

Jean Louis Jacquin Cadières. geb. 19 Aug. 1779, huwt Cadiz 20 Juli 1807 Angela Maria Manuela de Estrada. geb. 8 Oct. 1789, dochter van Juan Manuel de Estrada en Angela Boo. Uit dit huwelijk vijftien kinderen: 1. José Ja Rosalia Francisca Antonia Bonifacia, geb. Cadiz 14 Mei 1808. 2. Celestino Bartolomé Antonio Lopez. geb. Chiclana de la Banda 25 Sept. 1810. 3. Juan Luis Joaquin Eleuterio. geb. Cadiz 18 April 1813. 4. Joaquin Antonio Fela. geb. Cadiz 6 Aug. 1815. 5. Emanuel Maria Valentin Juan. geb. Cadiz 30 Maart 1817. 6. Leandro Justo Pastor, geb. Cadiz 6 Nov. 1818. Deze is op Curafao geweest. 7. Leandro Valentin Luis Indalecio. geb. Cadiz 30 April 1820. 8. Valentin Maria Lorenzo. geb. Cadiz 10 Aug. 1821. 9. Maria Teresa José fa Manuela. geb. Cadiz 26 Mei 1823. 10. Carlos Emanuel Maria de los Dolores Leandro. volgt III. 11. Roman Feliciano. geb. Cadiz 9 Juni 1826. 12. Rosalia Joaquin Antonio Felisa Celestina, geb. Cadiz 19 Maart 1828. 13. Joaquin Antonio Felix Celestino Leon, geb. Cadiz 28 Juni 1829. 14. Adelaida Maria de los Dolores Antonia Eusebia. geb. Cadiz 15 Dec. 1830. 15. Maria de los Dolores Florencia. geb. Cadiz in 1833.

III.

Carlos Emanuel Maria de los Dolores Leandro Cadières. geb. Cadiz 17 Maart 1825, gest. Omoa in Brits-Honduras 30 Sept. 1859. huwt Cura;ao 23 Mei 1849 Benjamina Carolina Gorsira. geb. 18 Aug. 1831, gest. 28 Aug. 1854, dochter van Cornelis Gorsira en Johanna Jacoba de Haseth. Uit dit huwelijk: 1. Jean Louis Jacquin Célestin. volgt IV. 2. Emelie Cadières, geb. 4 Dec. 1851, huwt 9 April 1873 Albert Meilink, geb. 29 Nov. 1847, gest. 16 Oct. 1878, zoon van Willem Barend Meilink. Uit dit huwelijk: a. Benjamina Sophia Meilink, geb. 12 Aug. 1876. 3. Florence Cadières. geb. 19 Febr. 1854, gest. 16 Juli 1884, huwt in 1871 Cornelis Raven Debrot. geb. 10 Oct. 1854, gest. 6 April 1921, zoon van Charles Baggs Debrot en Jeannette Catharina Raven. Kinderen zie familie Debrot. 346

IV.

Jean Louis Jacquin Célestin Cadières. geb. 23 Juni 1850. gest. 21 Juni 1920, huwt Maria Daal, geb. 18 Juli 1863, gest. 13 Nov. 1942, dochter van Gerard Schotborgh Daal en Hendrina de Haseth. Uit dit huwelijk: 1. Hendrina Benjamina Emelie Cadières, geb. 20 Dec. 1885, huwt 16 Mei 1906 Johan Ernst van der Meulen, geb. 15 Mei 1882, overl. 8 Sept. 1939, zoon van Jan Willem van der Meulen en Nicolina Jeanne Wilhelmina van Dijk. Uit dit huwelijk drie kinderen, zie Van der Meulen. p. 3. sub IX. 2. Florence Cadières. geb. 5 Nov. 1887, gest. 6 Aug. 1921. 3. Carlos Emanuel Maria Leandro Cadières. huwt Jannetje Gorsira, dochter van Cornelis Gorsira en Helena Elisabeth Daal. Kinderloos. 4. Benjamina Carolina Albertina Jeanne Cornelie Cadières. geb. 1 Febr. 1891, huwt 11 Aug. 1929 Isaac Debrot Boom. Uit dit huwelijk: a. Carlos Cadières Boom. 5. Gerardo Cornelio Juan Cadières. geb. 27 Nov. 1893, ongehuwd. 6. Cornelio Emiliano. volgt V. 7. Mario Célestin. volgt Vbis. 8. Anna Marie Emelie Cadières. geb. 11 Oct. 1903, huwt Jan Frederik Gorsira, geb. 21 Juni 1904, zoon van Cornelis Gorsira en Helena Elisabeth Daal.

V.

Cornelio Emiliano Cadières, geb. 10 Januari 1896, huwt Los Angeles Vitalia Perret Gentil. geb. 18 Juli 1908, dochter van Federico Antonio Perret Gentil en Hendrina Gorsira. Uit dit huwelijk: 1. Marie Cadières. geb. 31 Juli 1928, huwt Raoul Perret Gentil. zoon van Casper Arturo Perret Gentil en Virginia Daal. 2. Bertrand Cadières, geb. 31 Nov. 1931. 3. Elsa Cadières, geb. 21 Sept. 1936. 4. Connie Cadières, geb. 18 Sept. 1943.

Vbis. Mario Célestin Cadières, geb. 4 Maart 1900, havenmeester, huwt 21 Dec. 1925 Elodie Elisabeth Perret Gentil. geb. 18 Juli 1907, dochter van Federico Antonio Perret Gentil en Hendrina Gorsira. Uit dit huwelijk: 1. Marie Elodie Cadières, geb. 4 Juni 1927, huwt 3 Juli 1948 Lourenz Rosema. geb. 16 Dec. 1923. 2. Vilma Cadières. geb. 6 Januari 1929.

347

DOCUMENTEN LIJST DER SLAVENEIGENAARS IN 1863 Nota wegens te doene uitbetalingen voor tegemoetkoming van Slaven te C u r a s a o. ') 454. 220. 677. 62. 562. 450. 451. 446. 42. 305. 449. 73. 461. 659. 306. 173. 174. 354. 665. 14. 102. 430. 660. 373. 131. 657. 175. 221. 374. 19. 18. 693. 393. 94. 53.

Gerard Abbath.f 200-— Joseph Agostini. 1800-— Anna Maria Palentina Alex. gesepareerde huisvrouw van J. A. de Haseth. 800. Genereux Alphonsus.8(^. Benjamin Alvarez Correa.*1 ®00Manuel Mordechay Alvares Correa.200. Leah en Abigael van Manuel Mordechay Alvares Correa.400. Murray van Manuel Alvares Correa.800. De wed. Mordechay Alvares Correa. 1200. Hana van Mordy Alvares Correa, geh. m. Abraham Delvalle Henriquez. 800. Hanna en Ribca van Manuel Mordechay Alvares Correa. 800. Wijlen Margaretha Anthony. 2400. A. M. P. van den Wall Amemann.1000. C. F. R. van den Wall Amemann. 1600. R. W. van den Wall Amemann. 15000.— De wed. J. L. Axon. 5200.— De wed. J. L. Axon en F. W. Palm. 5000.— Jannetje, Catharina en Carolina Axon. 800. Louis Basen te Aruba (getekend door M. Jesurun). 200. Gabriel Pecalo en Martes Basilio. 200. Anthony Beaujon. 800. Gerarda Josefa Beaujon. 800. De wed. J. H. Beaujon. 1200. De boedel van wijlen Hendrina Catharina Beeck. 1400.— Florencia Henrietta Beeldsnijder. 1600. De wed. Bilgen. geb. Gravenhorst en gezusters. 800.— Maria Francoise Belt.400.— Rynardus Berch. 1400.— Henrietta Wilhelmina Elizabeth Bergen. 200.— Sally van Bergen van der Grijp. 200.— W. R. van Bergen van der Grijp.400.— Boedel van wijlen Frans Bergman. 200.— Wilhelmina Blanck. 600.— Jean Blasini voor zijn k. 600.— Martina Bonafastia. 1000.—

*) De nummers vóór de namen zi|n de nummers van het oorspronkelijke boek, wij brachten de namen onder het alphabet. 348

705. 431. 157. 685. 336. 609. 359. 604. 676. 606. 358. 640 381. 652. 256. 255. 675. 302. 29.

Theodorus Bonn, woonachtig in Nederland. De boedel van wijlen de Wed. H. Boom. Comelis Bor .. Boedel van Maria Theresia Fuibner. weduwe van Johannes Bor Adelien Born.. Kinderen van Hendrik Boudewijn. Esther Pereyra Brandao .. Esther van Joseph Pereyra Brandao. ]oseph Pereyra Brandao Junior. Wijlen Rachel Pereyra Brandao (Slaaf niet gev.) . . . . Rachel van Elias Pereyra Brandao. Rachel Pereyra Brandao, geh. met Jacob Suares. Maria Ancession Brion. De wed. Th. Brion (de boedel) . Helena Margaretha Brunow. Leonora Emilia Brunow .. Hendrietta Petronella Cancrijn, weduwe J. C. Jandroep . De wed. G. M. Calvo. Abraham Capriles.

728. 295. 229. 126. 642. 702. 349. 701. 325. 648. 599. 69. 441. 7. 643. 239. 641. 151. 465. 631. 632. 346. 623 303. 90.

David Capriles. Hetty Caprilles. Rachel E. Capriles. David Cardoze. Mozes Hiskiao Cardoze. Ribca, wed. Benjamin Samuel de Casseres. Samuel de Casseres. Sarah, wed. Benjamin Selomah de Casseres. S. S. D. Casseres. Wijlen Abigael van Jacob de Castro. Anna Catalina de Castro (voor haar kinderen) .... David Mozes de Castro. Gracia O. de Castro. Jacob de Castro. Jacob van Isaac de Castro. Wijlen Merian J. de Castro. Sarah en Jeudith, minderj. kinderen van Mozes de Castro Jan Fiepkes ten Cate. José Anselino Cates. Willem P. Chapman. J. P. Chapman. Willem Chapman Jr. Cathalina Clement. De boedel van A. D. C. van Coevenhoven. Clara Gijsbertha Cohen, weduwe Andries Kraanwinkel

457. 613. 704. 710. 260.

Daniël P. Cohen. M. Cohen. David Cohen Henriquez. Jeudith Jesurun Pinto, wed. van Edmond Cohen Henriquez Wijlen Samuel Cohen Henriquez. 349

ƒ

.. ,. .. .. „ .. .. ..

200.— 1000.— 1800.— 200.— 200.— 1000.— 1200.— 400.— 2400.— 1200.— 600.— 200.— 1200.— 1200.— 400.— 3600.— 1200.— 3000.— 200.— 400.— 200.— 200.— 200.— 800.— 600.— 400.— 1400.— , 200.— , 600.— , 600.— . 600.— . 200.— . 2600.— , 200.— 400.— 200.— 200.— .. 1400.— .. 200.— .. 200.— .. 200.— „ 4400.— 1800.— „ „

.. 1400.— 200.— .. 1200.— 400.— .. 1000.—

563. 447. 71. 88. 261. 182.

Benjamin A. Correa. Jeosuah Naar en Mordechay A. Correa.ƒ 200.— M. A. Correa Jr. . . 1400.— De wed. M. R. A. Correa. 2000.— Aaron da Costa Gomez. 1200. Abigael de Costa Gomez.200. Bregida da Costa Gomez.'400.

262. 573. 421. 682. 271. 215. 711. 213. 214. 681. 422. 117. 575. 589. 556. 590. 555. 4. 216. 646. 645. 138. 139. ■ 38. 91. 391. 101. 282. 284.

Daniël da Costa Gomez de Ia Penha.400. Dorothea Josefina da Costa. 200. Emalia Elizabeth da Costa dr. v. Pieter Bernardus da Costa.400. Gijsbertha da Costa Gomez. 200. Johannes Rupertus en N. M. da Costa Gomez. 200. Johannes Rupertus da Costa Gomez. 1200. Kinderen van M. F. da Costa Gomez gehuwd met Pieter Horst. 200. Marietje da Costa Gomez. 200. Nicolaas Martes da Costa Gomez. 400. Paulina da Costa Gomez. 200. Petrus Bernardus da Costa.600. Samuel da Costa Gomez Jr. 3000. Pieter Craneveldt. 1000.— Abigael Motta, wed. Isaac de Crasto. 1000. George Cratsz.*400. Jeanette Cratsz. 200'— Joseph Cratsz.2(^De wed. Edward Coffin. 1000. Maria Conception. 400. A. G. Conn. 600.— Robert Conn.1200. G. B. Conquet vr. v. zijn zoon Jan Marcus Conquet.600. Gerrit Burgh Conquet. 1800. Elen Croes. 600.— Arzéne Curiel. 200.— Ephraim Curiel. 400. Johanna Pietemella Curiel. 400. De wed. Josep Curiel en hare kinderen. 7000. De wed. Joseph Curiel (sl. n. gev.).

588. 586. 331. 565. 561. 585. 411. 65. 343. 353. 674. 661. 176. 180.

Mose Curiel. 800-— Mose Curiel (si. niet gev.). Nicolas Curiel.600.— Sarah van Elias Curiel geh. met Abraham Mordechay de Marchena. 1400.— S. E. Curiel. 200.— Mordechay Fidanque Curiel. 200.— Manuel Penso Curiel.. 400.— Gerard Marten Daal.. 1600.— Mathias Daal. 200.— J. H. A. van Daalen. 200.— Maria Peternella voor h. minderj. dr. J. L. Dagobert. 200.— Wijlen H. S. Dam en J. J. Dam, J. H. Dam en M. L. Dam. 200.— J. M. Dania v.z. minderj. d. Anna Francisca. 200.— Renela Daniël geh. met A. S. de Pool (Alex). 800.— 350

397. 124. 125. 123. 396. 725. 21. 286. 304. 279. 278. 666. 716. 723. 324. 323. 571. 730. 576. 680. 222. 673. 560. 122. 721. 134. 135. 46. 22. 162. 163. 489. 115. 194. ! , . . . . . . . . . .

Emelie Debrot, weduwe W. H. Gorsira.ƒ 2000. Isaac Debrot I.I.zn.400-— De wed. I. I. Debrot. 5200.— De wed J. J. Debrot en Isaac Debrot. 6000. Suzanna Gijsbertha Debrot.600. Maria Delfina.200. Maria Reinera Wilhelmina Hendrina, I. J. Dellinger en W. van Essen. 200. David Delvalle Henriquez. 10000. Abraham Delvalle Henriquez.600. De wed. B. Diedenhoven voor h. zn. Hendrik Diedenhoven. 200. De wed. B. Diedenhoven. Boedel van wijlen de wed. David Dovale. 8000. Josiao Dovale Jr.200. Gerardus Duyckinck (was get. Mich. Romer). 200. Esther S. Edwards. 200. Ephraim Edwards. 200.— Anna Jacoba Ellis. 200. Christina Ellis. 200.— De boedel van Anna Gijsbertha Ellis geh. geweest met Pieter Craneveldt. 200.— C. A. Eman. 200.— De boedel van G. P. Emmery. 1600.— J. F. K. van Eps v. rek. en ten beh. v. z. mind. kinderen verw. bij wijlen zijne echtgenoot Sticht .. 3600.— Johanna Sophia. Johan Marin Frederik Statius en Karei Wilhelm van Eps. 600.— Pieter Erkens. 3600.— De acht kinderen van Leonora Jeannet Ernonet. Pieter Eskildsen. 200Peter Eskildsen Hzn. minderj. zoon van H. Eskildsen en S. E. Möller. 200. De kinderen van J. Eskildsen en G. E. A. Muskus.1600. De wed. P. van Essen. 200.— C. de Haseth Evertsz. C. de Haseth Evertsz vr. zijn mind. dr. Rosa Francisca Evertsz . Eva Leonora Evertsz. H. Evertsz . _ _gg. 400.— Hendrik Comelis Evertsz J. Ph. Evertsz. 5200-— Maria Helena Evertsz. ^0. Pieter Laurens Evertsz.600. Anna Authonia Faber (slaaf niet gev.). Martis Felix. . 200.— Esther Henriquez Fereira. 400.— Sarah Henriquez Fereira.^00. G. A. L. Ferguson. 200. Joseph Fidanque.600.— Johanna Paulina Flak.800.— Jan Frederik Fork (echtgenoot Clodina).1200.— J. Bennebroek Forbes. 16600.—

. De wed. Willem Joseph Fornier. 260.— . De boedel van Joseph Foulke. 8200.— . De wed. Jacobus Francis.. 1000.— 351

644. 68. 145. 141. 15. 16. 713. 170. 277. 283. 280. 416. 415. 572. 276. 348. 622. 627. 398. 72. 444. 445. 443. 121. 467. 501. 726. 5. 249. 464. 463. 619. 263. 611. 476. 338. 462. 132. 466. 103. 127. 383. 382. 399. 197. 190. 189. 591. 350.

Boedel van Maria Elizabeth Franken. Amilla A. Fruusman. De wed. Johannes Jacobus Gaatman. C. M. Gaërste. William Charles Gaërste. Johanna Comelia Gaërste. Maria Petronella Genie (was get. door N. Royer) Pedro Louis Gensales en Philipe Foribeo Floris Anna Maria Charlotte Geribaldi. Georgema Geribaldi. Willem A. Geribaldi. Johannes Frederik Gerlein. Wilhelmina Constantia Gerlein. Elizabeth Girigorie. Johanna Nicolina Gomez. wed. Paulus Geribaldi Pedro Gomez. Geertruyda Goms, weduwe van Johan Daal .... Iore Maria Gonsales (slaaf niet gev.). Christoffel Steinmeier Gorsira. Comelis Gorsira. Michiel Brown Gorsira. M. B. Gorsira v. z. minderj. zn. Comelis. M. B. Gorsira v. z. minderj. dr. Maria Eliz. Brown Pieter Gorsira. P. C. Gorsira. Leonora C. Gouverneur, wed. J. H. Crisson. Johanna Eliz. Graval, wed. D. A. Colis. J. P. W. ’s Graeuwen. G. Sophia Groos geb. Bulté. De wed. C. W. L. Gruning. Wilhelmina H. Gruning (slaaf niet gev.). Jan Mathias Grunings. Johannes Frederik Grunings. J. B. A. Guilhoux. Jan Frederik Haayen. Thomas Comelis Haayen. Christiaan Gerard de Haseth. Comelis Martis de Haseth. De erfgen. van wijlen C. Z. de Haseth. Eliza Raphaelde de Haseth. Johannes Andreas de Haseth. Philip Frederik de Haseth en Carel Man. Gaërste . Philip Frederik de Haseth. Pieter Lourens de Haseth. Gottlob Wilhelm Hellmund. De wed. J. A. F. Hellmund. De 7 kinderen van J. A. F. Hellmund. Afwezige Abraham Hendrik Helm, get. M. J. Vos . Cathalina Isenia Helm echtgen. van Thomas Comelis Haayen 352

ƒ 1000.— ,. 200.— ., 5000.— 22400.— „ 1800.— 200.— . 200.— . 200.— .. 1000.— .. 1400.— .. 400.— 200.— 600.— .. 200.— „ 5800.— 200.— .. 1600.— 3000.— 2000.— 200.— 200.— 200.— 400.— 2000.— 200.— 200.— 400.— 800.— 1400.— 400.— 600.— 2400.— 7600.— 200.— 19400.— 200.— , 27400.— , 600.— , 600.— , 600.— , 22000.— , 5600.— . 6400.— , 1800.— , 400.— , 200.— , 200.—

490. Johanna Hendriella Both Hendriksen. 394. Abigael C. Henriquez geh. met Jesuah de Sola. 294. Abigael Henriquez geh. met Jacob Naar. 732. Benjamin van Mordechay Henriquez. 453. Daniël C. Henriquez. 733. Esther, Rachel en Abigael de B. Henriquez. 658. Esther. Rachel en Abigael van Benjamin Henriquez. 287. Esther wed. Abraham Isaac Henriquez. 54. G. R. M. Henriquez. 299. De boedel van H. C. Henriquez 312. Jacob Moreno Henriquez. 315. J. van J. en K. van J. Henriquez. 316. Jeosuah Henriquez. 247. Joseph van Jacob Henriquez.. 258. Joseph van Jacob Henriquez, Mord. Henriques Cadet, Jacob Henriques 317. Leah van Jacob Henriquez. 161. Lea de Mordechay Henriquez. • 570. Maria Magtel Henriquez. 160. Mordechay Henriquez. 100. Moseh de D. C. Henriquez. 106. Mozes Cohen Henriquez. 314. Rafael Henriquez 313 Rafael en Jeorerah Henriquez. 452. S. D. C. Henriquez (slaaf niet gev.) 301. W. Sol. C. Henriquez. 722. De fidei-comm. boedel van wijlen Abraham Henriquez Juliao . 195. Philis Martis Henriquez Juliao. 625. Rosa Hernandez. 559. C. van den Heuvel. 390. De wed. Wilhelmina Catharina Hoche. 37. Joh. L. Hoevertsz. 410. Johanna en Eleonora Hooft. 413. Jan Nicolaas en Carel van Houten. 412. W. van Houten. 23. Lewis Hovan voor W. van Essen Hovan. 20. Lewis Hovan. 3. Godhelp Israël Hoyer. 83. Johanna Elisabeth Hoyer en R. Raven Gerard Zn. 84. Johanna Elizabeth Hoyer. 719. Willem Hendrik Hueck. 460. B. H. J. Huyke. 242. Ursla Christina Igarro. 351. Maria Isidro. 87. Maria de la Paz Jansz. zich ook noemende M. de la Paz Luydens 593. Elizabeth Jeandorin. 77. Abraham van Jacob Jesurun. 55. Amelia Jesurun. 688. Angel J. Jesurun. 663. A, D. Jesurun. 353

.ƒ 200.— . 200.— . 200.— . 200.— . 4000.— . 200.— . 200.— . 2000.— . 600.— . 10000.— . 200.— . 2400.— . 400.— . 2800.— Jacob Naar Jr. . .. 2800.— . 600.— . 600.— . 800.— . 2400.— . 1600.— . 6400.— . 600.— . 1000.— !!!!... 200.— . 3200.— . 1600.— . 600.. 200.— . 200.— . 600.— . . . . . . . . . . . .

200.— 400.— 200.— 200.— 200.— 2200.— 800.— 3400.— 200.— 1200.— 3600.— 4200.—

. 1200.— . 800.— . 200.— . 600.— . 16400.— . 2000.—

339. 368. 341. 731. 318. 31. 30. 296. 664. 687. 89. 340. 31. 667. 371. 669. 668. 40. 41.

Benjamin Jesurun Jr. Abigael Pinedo geh. met David Mozes Jesurun. Daniël Jesurun Jr. Florentia Herbertina, Jul. Josepha en Pet. E. Jesurun. Hanah Jesurun minderjar. d. van Elias Jesurun. J. A. Jesurun. J. Jesurun Jr. v. z. dochter Rachel Jesurun. Juidith Jesurun wed Jeorirah Naar. Wijlen Mozes Jesurun. De wed. M. A. Jesurun. Leah van Abraham Jesurun gehuwd met M. M. Monsanto .... De boedel van Leah Jesurun. Rachel Penha Jerusun niet geverifieerd. Elias Jesurun Henriquez. Hanah Jesurun Henriquez geh. met I. R. Miranda Jr., J. J. Henriquez en erfgen. van de wed. E. Jesurun Henriquez. Wijlen Jeoruah Jesurun Henriquez. Rachel minderj. dochter van Elias Jesurun Henriquez. Comeille Hubert Jonckheer. Jacques Joseph Jonckheer .

2. 1. 403. 369. 192. 193. 156. 734. 207. 388. 39. 245. 146. 292. 289. 290. 291. 630. 179. 727. 456. 475. 144. 199. 200. 201. 202. 203. 204.

Anna Felipia Jones. William Comelis Jones.. Geertruida de Jongh. wed. Casper Henste. De wed. S. J. de Jongh. Helena Monsanto de Julian. Miquelo Pallo Julian (slaaf n. gev.). Anna Elisabeth July. De wed. Jan Nicolaas Christoffel Jutting. Charles Jutting. Pieter Kegel. De wed. Isaac Kikkert geb. Petronella Schotborgh. De wed. H. Kikkert geb. Schotborgh. Maria Antonia Kloek. Jan Willem Koentze. K. H. Koentze. Wijlen M. C. E. Koentze. De wed P. Koentze. Joseph Kogen. Pieter Theodorus Krafft. Jacobus Kristen. Johanna Catharina Lambertus. Jan Lamoth. A. F. de Lange. Andries Bonefas de Lannoy. Antonella Mercelina de Lannoy. Julia Avelina de Lannoy. Johanna Petronella de Lannoy, wed. Felix Alexander Pierre . Johanna de Lannoy . Wehelmina Ursla de Lannoy. 354

ƒ 1200.— 200.— .. 200.— 600.— .. 600.— ,. 70000.— .. „ .. .. „ . E. J. Henriquez . . . . . . . . . .

400.— 600.— 4000.— 1400.— 6000.— 1200.— 3800.— 1000.— 1000.— 400.— 2200.— 200.— 600.— 3600.— 400.— 1000.— 200.— 200.— 200.— 400.— 600.— 1400.— 3200.— 200.— 600.— 200.— 1200.— 1200.— 200.— 600.— 2600.— 1000.— 400.— 200.— 200.— 200.— 1600.— 400.— 200.—

De erfgen. van Andries Louis de Lannoy.ƒ ^gg_ De wed. S. A. de Lannoy. .ggg'_ Cornelia Margaretha de Lannoy.^gg' Cornelia Margaretha de Lannoy. '_ SLansberg. Johanna P. R. Latte.“oo’— Johanna Latte. Maria Elizabeth Latté.???'_ De wed. ]ohannes Rudolph Latté, geboren Mekelenburg.'_ Gebroeders Lauffer.. De wed. Joh. R. Lauffer. 2600 — Teunis van Leeuwen.ggg_ De wed. George Leseur. '_ D, wed. A. H. S. Leseur.^gg’_ Antje Leseur. 8000 — Salomon Eliao Levy Maduro... Samuel Levy Maduro ..ggg’_ Maria Manuela Leyba. '_ Philip Leyba.. Joseph Martinus Leyba.j^gg'_ E. A. de Lima.^gg‘. Elodie H. de Lima.' gggg'^ Genereux J. R. de Lima. " ^gg_ Johannes Willem Harm Lingstuyl.^gg'_ Maria Loenen.2gg_ De wed. H. W. Lohman geb. Basnes.^gg'_ Anna Dorothea Lopez. 2800_ Fidei comm. erfgenamen van Elias Lopez.^gg_ Elias Lopez. ggg'_ Maria Inees Lopez.ggg_ Sophia Lopez.. ' ..,nn Sophia Lopez, Angelina Lopez, in huwelijk hebbende B. da Costa en Dorothea Lopez .... De boedel van Jonas Lopez Henriquez.^gg_ Louis Luyando.2gg'_ Johannes Craneveldt Maack. 1400_ Amoldus Jacobus Maal.i4Qo'_ Maria B. Maal. 2600 — De wed. Anthony Maduro. 200o'_ , Maria Satornia Maduro en verder te verw. kinderen door de echtgenoot Chevalier Maduro . , . . 618. 120. 153. 209. 270. 690.

.. 1400.^

Lavener Maduro.100o'_ Mordechay de Marchena. ^gg_ Mozes de Marchena Jr.. ZUU.— De minderjarige kinderen van Th. Marconnier 600.— Andries de Lannoy Marten. 600.— Maria Jacoba Marten. 400.— De boedel van Mathias Marten .... 2800.— Gabriel Marten. 400.— Kinderen van Samuel Frangois Martijn . 355

596. 95. 44. 4. 14. 13. 601. 654. 602. 600. 352. 653. 167. 417. 288. 372. 225. 712. 11.

Johannes Martis en Joseph Pinedo.ƒ 400. De wed. A. Matthey. 5600. Jean Matthey.400.— W. B. Meilink. 200-— Aron Rois Mendes. Jacob Rois Mendes. 2200. C. M. L. van der Meulen. dr. v. J. E. van der Meulcn. 200.— Dorothea Elizabeth van der Meulen.29200. H. van der Meulen. 400. J. E. van der Meulen. 2200.— De wed. J. H. van der Meulen . .. 6400. De boedel van Paulina van der Meulen, wed. G. Robertson.29400. De wed. Johan Christiaan Meyer.*400. Maria Henriette Frederika Leonora en Jeanette Pieternella Meyer.*200. Eliza Mimro. 600-— J. R. Miranda Jr. 2400.— Rosalie Mitchel. 200-— Antoinetta Molina. 400. Johan Frederik Möller. 400.

191. 333. 407. 678. 310. 308. 469. 133. 738. 400. 267. 699. 427. 662.

De boedel van C. P. Monsanto. De boedel van wijlen D. M. Monsanto. Wijlen Isaac Monsanto.200L. G. Moors. 200-— Abigael J. Moreno. Benjamin J. Moreno. 400. De wed. George Mount. 1000. Ja. E. Muis. 1200.— Johannes Mulder.2®**A. L. S(tatius) Muller. 9600.— Andries Anton Munnigh. 1800. Lambertina Naald.2®**- : Eleonora Cornelia Naar. 1600. Jacob van J. Naar. 4000.—

264. 607. 365. 59. 259. 248. 319. 61. 60. 608. 321. 320. 47. 79. 80. 158.

Jeomah Naar voor zijne te verwekken kinderen (sl. n. gev.). Jeosuah Naar Jr. (sl. n. gev.). Jacob Naar v. z. verwekte en nog te verwekken kinderen. 800.— Leonora Naar.20° — Rachel Naar geh. met M. Henriquez Cadet. 2600.— Sarah Naar. geh. met Jacob Henriquez. 1800.— Abigael Lopez Namias, geh. met A. Mendes Chumaceiro A.zn. 400. Lermit Namias. 800.— Magriet Namias. 400.— Elias Namias de Crasto.200.— Isaac Namias de Crasto. 200.— Rachel Morino Namias de Crasto.200.— Henry Nathan.800.— A. W. Neuman Czn. 1000.— August Wilhelm en Johan Frederik Neuman Czn. 2600.— De wed. C. F. Neuman. 600.— 356

ƒ .. .. ,. ,. .. .. ,. .. „ ., .. .. .. ,. „ .. ,. ,. ,. ..

111. 252. 78. 107. 108. 198. 717. 109. 273. 436. 692. 498. 621. 493. 274. 275. 97. 98. 211. 251. 439. 332.

Frederik Wilhelm Neuman. ]ohan Hendrik Anton Neuman. Johan F. Neuman .. De kinderen van J. F. Neuman .. J. F. Neuman Wzn. Jurian Frederik Neuman. Sophia Neuman, geh. met P. J. Verhelst te Bonaire Willem Gerard Neuman. Wijlen Monseigneur Martinus Joannes Niewindt. Anna Ogenia Elisabeth Nieuwkerk. Boedel van Arnoldus Leendert Nieuwstraten. J. E. Ninaber geb. Willemsen. C. M. Nuboer. De wed. H. J. Nuboer, geb. L. E. Schotborgh. De kinderen van Isaac Marten Obediente. Josep George Obediente. Jael Jesurun de Oliveyra. Esther Jesurun de Oliveyra. Hendrik Ogenius. David Osorio. Judith van Mozes Osorio. De mind. kind. v. F. W. Palm. gen. Wilhelmina Constantia en Johan Herman W. George

129. 230. 164. 364. 285. 649. 70. 26. 169. 380. 404. 455. 605. 96.

Gerard Rudolff Palm. Wijlen José Maria Pando. Willem Frederik Panneflek. Clara J. Pardo. . . . David Pardo .. Kinderen van de wed. Corsland Louis Parhia. Johannes Nicolaas Pasveeris. Francisco de Paula Montez.. . Anna Cecilia Pedro. . De wed. Elizabeth B. Penny, echtgenote v. Abraham Jutting de Veer. . Eliao Penso. . Jacob H. Penso. . Jael de Isaac Penso. geh. met I. Naar. . Moize, Aron, Lea, Sally, Jacob. Manuel en Roselfin Penso.

686. 210. 432. 558. 375. 406. 405. 168. 361. 362.

Joseph Penso. Manuel Penso. David Pereira .. Wijlen Elisabeth Petronella Pereira. geh. geweest met Willem van 't Hoofd . Iwan Baptista Pereira. Jeudith van Samuel Pereira. Moise Pereira (zie Pereyra Brandao, onder Brandao). De boedel van Jan Hendrik Perret Gentil. William Fredrik en Johannes Emanuel Pierre. De wed. F. Pierre.

150. De wed. Jean Louis Pierre . 363. Petronella Margaretha Pierre 428. B. Pietersz. 357

200.— 200.— 1400.— 1000.— 800.— 200.— 1800.— 200.— 5200.— 600.— 400.— 200.— 200.— 200.— 200.— 200.— 200.— 200.— 400.— 200.— 200.— 200.—

,. .. ,. .. ,. ,. .. .. .. .. ., .. .. ,.

400.— 400.— 800.— 200.— 400.— 2600.— 1800.— 800.— 400.— 1200.— 2400.— 200.— 200.— 1200.—

. ., 1600.— . .. 8200.— . „ 200.— . ,. 1400.— . .. 200.— . .. 600.— . ., 1000.— . ., 2600.— . .. 5800.— . .. 200.— 400.— 1600.— 3200.—

24. 300. 615. 468. 366. 672. 367. 603. 419. 418. 420. 700. 183. 342. 557. 184. 471. 142. 143. 152. 159. 483.

M. M. en M. C. Pietersz.ƒ 600-— Delia C. H. Pinedo. 200.— Gabriel Pinedo. 200.— Isaac Pinedo Jr. 4600.— Jacob van Rapheael Pinedo.400. Johannes Martis Pinedo.. 3600.— Raphael Pinedo. 1000.— Boedel van wijlen Lea Pinhoiro.600-— Charlotte Pontilius. 200.— M. H. Pontilius geh. met L. Meyer (slaaf n. gev.). Paulina Pontilius.400.— Anna Sophia Pool.600.— Alex S. de Pool. 200. Jacobus Gabriel de Pool. 400. De Ned. Port. Isr. Gemeente. 1000. Johan Edward Price. 4000. Lodewijk Primed. 400. De wed. W. Prince Jr. 1200.— M. J. Elizabeth Prince. 1200. Charlotte Prince. 1800. B. A. Prince.600. Margaretha Craneveldt Prince. Geertruida Craneveldt Prince, Mr. Pieter Cockbum Prince en Simon Prince. 3000.

491. 492. 377. 706. 378. 355. 92.

ƒ. M. Koentze. geh. met Mr. H. W. de Quartel.600. Mr. H. W. de Quartel. 8000.— Mr. H. W. de Quartel voor r. v. z. dr. Sara Briard. 1400.— Wijlen Jan Schotborgh de Quartel. 200. M. H. Lobry de Quartel b.g. vang. getr. met G. J. de Jonkheere.1400. De wed C. R. Quast. 400.— J. F. Quast Pzn., A. S. Quast gehuwd met E. F. H. Quast, Johanna E. Quast, J. J. B. Quast en J. H. A. Quast. 200.— Johan Pieter Quast. 60®Johanna Elisabeth en Maria Catharina Quast. 200. J. E. R. van Raders. 600.— Jhr. Mr. D. Melchior Rammelman Elsevier. 1000.— Jhr. Isaac Johannes Rammelman Elsevier Jr. in Nederland.. 2200.—

93. 636. 729. 697. 696. 695. 91. 196. 85. 25. 82. 136. 137. 569. 48. 49. 257. -4158.

Louise Rammelman Elsevier in Nederland. Sophie Mathilde Rammelman Elsevier in Nederland (get. door D. M. Rammelman Elsevier) ,, Kinderen van wijlen Willem Raven. Walantina Elizabeth Raven. L. Raven Rzn. Richard Raven Gerard Zn. Laurens Laan Raven.. Richard Philip Raven. De wed. C. W. Ray en haar zn. C. W. Ray.:.. De onm. kinderen van wijlen H. M. van Rhijn. H. van Rhijn in Suriname.. Johannes Paulus Rib.. Pierre Antoine Rigeaud. 358

1000. 400.— 200.— 200.— 400.— 3400.— 400.— 400.— 400.— 800.— 200.— 1800.— 2200.—

426. 739. 472. 714. 186. 414. 574. 448. 281. 639. 36. 244. 243. 478. 479. 480. 481. 482. 671.

A. H. de Rochemont. Helena de Rochemont, wed. Maxwel. De boedel van L. P. de Rochemont (get. door A. H. de Rochemont) Reinita Rodriquez. Boedel van Abraham Otto Romer. De wed. J. H. Romer en C. E. Romer geh. met W. van Houten. De wed. J. H. Romer. Michiel Claude Romer. De R.K. kerk. Rosette Rosenburgh. Antonio Rouis. Mr. A. M. de Rouville.. De wed. J. Schotborgh Hz. geb. Kikkert, thans gehuwd met Mr. A. M. de Rouville . Nic. Rojer vr. v. z. minderj. kinderen C. F., H. V., H. W.. H. B. en E. N. Rojer . C. P. H. Rojer.. Nicolaas Rojer v.r.v.z. mind. zn. Herman Bemard Rojer. Nicolaas Rojer v.r.v.z. mind. zn. Nicolaas Rojer Jr. Nicolaas Rojer v.r.v.z. mind. dr. Johanna Comelia Rojer. Johannes Martinus Polders Rojer.

477. 253. 238. 580. 582. 583. 217. 272. 254. 409. 581. 579. 205.

Nicolaas Rojer. Anna Sophia Rudeloff, wed. J. J. Beaujon. De weduwe Jan Nicolaas Rusman. A. W. de Ruyter van Steveninck. H. J. de Ruyter van Steveninck geb. Schotborgh. Wijlen Johan Henry de Ruyter van Steveninck. Johannes Angela Rijke. Pierre, Philipie en Comelis Rijke. Isaac Salas. Elizabeth Sargeant. Julia Schalk. Ursula Schalk. Petronella Gertruida Schaup, wed. Samuel Augustin de Lannoy .

226. 742. 744. 12. 52. 628. 638. 379. 635. 578. 494. 568. 334. 577. 99. 584. 634.

Alexander Schaup. Casper Schoonewolff. Emelie Schoonewolff. De wed. Roeloff Dirksz Schoonewolff. De boedel van de wed. Willem G. Schoonewolff. J. Bennebroek van der Linde Schotborgh. Jan van der Linde Schotborgh . .. Anna C. Schotborgh. Anna Sarah Jeannette Schotborgh. Anton Schotborgh. De wed. Claas Schotborgh. Claas Schotborgh M.B.zn. Cornelia Schotborgh, wed. S. L. Plats. C. Schotborgh. Comelia Schotborgh. De wed. H. Schotborgh J.zn. Jan Schotborgh. 359

. ƒ 3800.— . „ 200.— . .. 200.— . .. 400.— . .. 1200.— . .. 3400.— . ., 24600.— . ,. 400.— . .. 400.— . ., 600.— „ 3200.— . .. 400.— . ., 10800.— . „ 1600.— . .. 600.— . .. 800.— . .. 200.— . ., 200.— . „ 6800.— . ., 19200.— . „ 1600.— . „ 400.— . ., 1800.— . ., 10000.— . ,. 200.— . ,. 400.— . .. 400.— . ,. 200.— . .. 600.— . .. 600.— . .. 200.— . ., 5400.— . ,. 200.— . .. 400.— . .. 200.— . .. 600.— . .. 600.— . .. 600.— . „ 400.— . „ 2600.— . . . . . . . . .

.. .. ., ,. .. .. .. .. „

2000.— 3000.— 1600.— 1400.— 600.— 4400.— 200.— 200.— 16200.—

298. 497. 495. 360. 637. 496. 718. 385. 56. 112.

Jan Schotborgh Claeszn. Mensia Aletta Schotborgh. Jannetje Sophia Schotborgh. Maria Sofia Schotborgh. Matthias Schotborgh. Sara Briard Schotborgh. Wilhelmina H. S. Schotborgh en Johanna Catharina Schotborgh Wijlen Jan Hendrik Brugman Schotborgh. De wed. Matthias de Mey Schotborgh geb. Jacoba Catharina Vos E. H. C. Schouten.

ƒ 4000.— „ 200.— .. 400.— .. 200.— 400.— .. 1000.— .. 200.— 600.— 1000.— 1000.—

113. 307. 614. 155. 329. 328. 392. 172. 171. 326. 327. 6. 27. 35. 32.

De wed. J. Schouten. De erfgenamen v. wijlen de wed. S. G. Schuller geb. Daal C. S. Schuier geb. Nesty. Joh. Hendrik George Seitz. Leah, Rachel. Precilla en Ricot Senior. Ricot Senior. De wed. Jan Hendrik Senior. Catharina Campo C. Senior. Bartholemeus Senior Jr. Agath Amethyst, Sylvia en Salomo Senior. Rachel Polly geb. Senior. Esther Mord. Haim Senior. Isaac Jacob Senior geh. met R. Da Costa. Hanah Senior b.g.v.g. geh. met D. R. Capriles. Leah Jb. Senior en Ester van Salomon Senior.

.. 600.— .. 1800.— ., 200.— .. 2200.—

33. 34. 28. 104. 105. 99. 402. 566. 165. 166. 177. 86. 218. 50. 51. 694. 459. 616. 617. 683. 684. 395. 484. 485.

Abigael van A. J. Senior. Esther Senior b.g.v.g. geh. m. Mordechay Capriles .... De wed. Jacob Senior. Jeudah Senior. A. J. Senior. David A. Senior. De kinderen van wijlen Richard Senior. L. Serni.. Ebbe Evertsz Severijn en Johannes Severijn. Ebbe Evertsz Severijn. Pietemella Shall. Louisa Sillé. Jane Simmons. Maria Angelique Simon. Daniël Simon. Boedel van wijlen Jan van der Singel. Bemardus Smit. Anna Sibilla Sophia George Smith. Kinderen van Anna Elisabeth Smith. Jeanetta Catharina Smith. Sarah Smith. Jacob de Sola. De fid. comm. erfgenamen van Daniël Specht. Constancia Specht. 360

400.— 400.— 200.— 3600.— 1200.— 200.— 2000.— 1400.— 200.— 600.— 200.— 200.— 1400.— 2800.— 2400.— 1000.— 1800.— 200.— 800.— 200.— 200.— 200.— 600.— 400.— 2800.— 800.— 200.— 200.— 400.— 200.— 200.— 200.— 1000.— 1000.—

486. 228. 43. 187. 188. 223. 63. 64. 224. 387. 620. 740. 250. 698. 269. 268. 735. 435. 116. 408. 309. 311. 57. 567. 656. 235. 236. 237. 564. 389. 670. 743. 384. 386. 626. 434. 720. 655. 651. 297. 650. 246. 206. 293. 470. 231. 232. 233. 234.

Maria Henrietta Specht geh. met Johan M. Hoyer .... Suzanna Margaretha Specht. Maria Spencer, Johanna Finencia en Jannetje Catharina Raven De boedel van Cornelis Spencer. De boedel van James Spencer. Cornelius Sprock J.zn. C. Sprock Jz. en C. Sprock Cz. C. Sprock Cz. H. A. Statius Muller. A. Statius Muller. Charles Steel. C. H. Steel. Aletta Geertruida van Steenis. De minderj. Nicolaas Steenis (slaaf niet gev.). De kinderen van de wed. Jan Sterling. A. D. Sterling. Maria Gregoria Sterling. De wed. J. Sterling en hare kinderen. De wed. Th. Stolk. Benjamin Suares (de wed.). Elias P. Suares. Ester Moreno Suares. Louisa Threfry geh. met C. F. Humcke. H. Tillerman. C. J. Timmer. Isabella Torres (get. door Antonio Torres). Thomas Terry Torres. Wijlen Josef Torres. Jan Troffel v. z. k. Carloen Preciosa. J. H.. C. E„ M. H. en A. H. Tromp. Boedel van Casper Lodewijk van Uytrecht. Willem van Uytrecht. Wijlen J. C. Vaërst en de mind. Maria Louisa Vaërst Wijlen Cornelis Raven Vaërst. Rebecca Valencia. David Valencia Jr. Rebecca S. Valencia. Abraham de Veer. Abraham de Veer en Theodorus Jutting. Abraham Jutting de Veer. Dorothea Elisabeth van Uytrecht de Veer, wed. Rietveld Abraham Henry Veeris en Geertruida Wilhelmina Veeris . Maria Magdalena van de Velde. Wijlen Hendrik H. van de Velde. De boedel van Jean Vence. Maria Vidal (Yradi). Felix Vidal. Anna Victoire Vidal. Antonetto Vidal. 361

ƒ .. ., ., .. .. .. .. .. .. ., .. ,.

200.— 200.— 200.— 800.— 400.— 2800.— 400.— 800.— 1000.— 6200.— 1800.— 200.— 200.—

.. 200.— .. 200.— ., 200.— .. 600.— .. 1000.— .. 6600.— .. 200.— .. 800.— ., 400.— ., 400.— .. 600.— .. 1000.— „ 200.— .. 200.— .. 200.— , .. 1400.— . 3600.— . 13800.— . .. 400.— . .. 200.— . ,. 400.— . .. 200.— . .. 400.— . ,. 21400.— . .. 1000.— . 1000.— . .. 1600.— . .. 600.— . .. 200.— . ., 200.— . .. 200.— . .. 200.— . .. 2600.— . „ 800.— . ., 400.—

266. 370. 212. 8. 9. 376. 178. 147. 148. 227. 594. 595. 110. 265. 149. 140. 241. 240. 185. 119. 118.

Leocadia Pantaleon Vis (slaaf niet gev.). Anna Suzanna Visser.ƒ 200.— PietexVos.400.— Johannes Weeber. 400.— J. B. A. Weeber geh. met Eliza Monsanto. 200.— De boedel van wijlen J. M. Weitz. 400.— Johannes Simon Wilhuis. 2600.— M. O. Wilhuis. 200.— Rimon Wilhuis en Wilhuizen. 400.— James F. Williams. 200.— Gijsbert Petrus de Windt. 200.— Sofia Wilhelmina Frederica Jusemea getr. met Johannes Karei de Windt. 200.— Elizabeth Mercelina de Windt. 1000.— Comelis Paulus de Windt. 1000.— Pedro Bernadino en Dirk Bemardus de Windt. 3600.— Maria Helena de Windt, weduwe J. M. Pierre. 1800.— De wed. Jacob Wuister. 200.— Wijlen W. H. Wuister. 400.— Dina Aletta Wijs. 2800.— Anton Willem Zeppenfeldt. 200.— C. A. Zeppenfeldt. 800.—

362

GEBOORTE

EN

STERFTE

REGISTER VAN DE JODEN OP CURAQAO

VAN HET JAAR 1722-1830 „Register der geboortenen en gestorvenen van de Ned. Port. Israëlitische Gemeente deses eilands Cura^ao. „De eerste Colonnes beteekenen de Datum der geboorte: die, van het midden, het jaar. De laatste, de datum van het overlijden." „Dit merk - dat de Persoon buiten het land is overleden en welke datum onbekend is.”

Tirsy

16

Tisry

16

Elul

4

Adar

12

Nissan

1

Tamuz

11

Hesvan Nissan

25 28

Kislev Iyar Tamuz

12 22 10

Sebat Adar Sivan

13 11 21

Iyar Elul

3 19

Anno 5483 (1722) Abm. Curiel.A° 5484 Joseph Capriles. 5485 Isaac Curiel. 5487 Manuel de Mos. Alvares Correa. 5489 Isaac Moreno Henriquez. 5492 David de Jacob Jesurun. 5493 Abraham Dias Coutinho. Jacob Haim Rodrigues Pereira. 5494 Mos. Marache. Abraham de Mordechay Senior. Samuel de Salomon Levy Maduro. 5495 Abraham Penso . Jacob de Jossias Jesurun Henriquez. Abraham de Mos. Alvares Correa. Jeosua de El0. Jesurun Henriquez. 5496 (1735) David Lopez Diaz. Jacob Lopez da Fonseca. 363

5568

12

5568

Tisry

5571

Ab

10

5569

Sivan

12

5567

Adar

21

5572

Sebat

5

. 5572

Tebet

10

5578 5580 5568

Hesvan Tebet Iyar

6 29 16

5578 5569 5571 5575

Tamuz Sivan Mena Sebat

29 28 30 19

5573 5575

Elul Adar

17 30

5 1 17 11 23 7 II 12 17 M 22 26 10 29 26 1 16 21 3 21 13 5 17 26 18 24 4 20 6 9 26 23 7 3 1 16 25 23 5 17

5497 Samuel Rodrigues Pereira. Mos. Vaz Nunes. Jacob de Solas. Jacob Nunes Redondo. Samuel de Isaac Levy Maduro. 5498 Isaac de Mos. Levi Maduro. Jacob de David Lopez Henriquez. Sal°. de Jacob de S°. Levi Maduro. Isaac de Abraham de Marchena. lmanuel Jesurun Pinto. 5499 David Baruch Lourada. 5500 Jacob de Abraham Belmonte. David Henriquez Juliao. Sal°. de Samuel Levi Maduro. 5501 David Lopez Raphaël. Sam. de Jacob Levi Maduro. 5502 Isaac da Costa Gomes. Mos. de David Cohen Henriquez .. Isaac Henriquez Melhado. David de Mordechay Abinum Delima . Eliao Penso. Mordechay de Jacob Henriquez . . . 5504 Mos. de Jacob Levi Maduro . . . Samuel Lopez Dias. Benjamin Aboab Cardoze. Jeosuah Belmonte. Joseph da Costa Gomes. 5505 (1744) Daniël Lopez Penha. Jacob Atias de Neyna. Eliao de Aron Lopez da Fonseca . . Isaac de David Suares. Jeos. de Jacob Naar. Irmiao de Jacob Levi Maduro . . Jacob de Samuel Levi Maduro . . 5506 Sal°. de Moises Levi Maduro . . . Sal°. de Abraham Levi Maduro . . Nissim Finsi. Isaac Vaz de Oliveira. Abraham Cardozo da Costa . . . Mos. Mendes de Sola. 364

5578 5568 5573 5577 5583

Tisri Sebat Tisri Tamuz Tisri

. 5579 5568 5581 5569

Elul Hesvan Nisan Tisry

5572

Sebat

. 5579 5572

Sivan Hesvan

5575 5583

Kislev Tebet

5571 5581 .

Tamuz Nissan

5580 5583 5568

Hesvan Ab Tamuz

5582 5581

Kislev Sebat

5575

Kislev

5586

Sebat

5573 5582 5582

Tisry Adar Ab

5574

Elul

5584 5578

Elul Ab

Tebet Sebat Adar Nissan Iyar Elul

7 18 23 1 8 19 20

Kislev

10 14

Tisry Hes van

2 1 4 18 29 15 18

Kislev Tebet Adar Tamuz

Tamuz

Kislev

5 8 10

Kislev Tebet Nissan lyar Sivan

11 12 23 3 27

Hesvan Kislev Tebet Nissan Ab Elul

26 22 14 28 9 13

Hesvan Tebet Sebat

17 9 6 25 13 13 19

Adar Seni Sivan Ab Tisry Kislev Nissan

30 6 21 4 23

5507 Isaac de Abraham Senior Samuel de Mos. Levi Maduro Jacob de Mos. de Chaves . Jacob de Benj. Marache de Leon . David de Jacob Senior .... David de Mordechay de Crasto . Jeudah de Jacob Cohen Henriquez 5508 Josiao de Casseres. Jacob Atias Robles. Eliao de Samuel Jeudah Leao .... Joseph Senior. Jacob de Mos. Levi Maduro .... Jacob Rodrigues de Cunha. Isaac de Abraham Henriquez Coutinho Sal°. Marache de Leon. Sal. de Abraham Curiel. 5510 Jacob de Jos. Abenatar. Mordechay de Mos. Levi Maduro . . Abraham de Jacob Lopez Penha . . . 5511 (1750) Samuel de Jacob de Leon. Abraham de Mordechay Levi Maduro . Jeos. de Samuel I. Leao. Jeos. Atias de Neira. Dol. de Abraham de Is. Senior . . . 5512 Mos. de Isaac Aboab. Is. Calvo de Andrade. Jacob Jeserun Sasporta. David Haïm Dovale. Raphael Penso. Jos. de Jos. Obediente. 5513 Mos. de Casseres. Joseph de Benj. Marache de Leon . . Jacob Jesurun Lindo. Samuel Mendes de Sola. Mos. Rodrigues da Costa. Joseph Atias de Neira. Jacob de Abraham Levi Maduro . . . 5514 Abraham de Leao Nunes. Jacob de Is. Suares. David de Is. Tores Pinto. Moses Mendes Monsanto. Jacob de Eliao Lopez da Fonseca . . . 365

5582

Tisry

27

5581 5572

Tamuz Kislev

24 27

5571 5584

Sivan Tamuz

17 13

5580 5581

Hesvan Elul

19 11

5589

Sebat

30

5583

Nissan

5576

Elul

20

5575 5584

Nissan Sebat

24 26

5569

Hesvan

12

5585 5583 5587 5582 5570

Sebat Tebet .. Nissan Tisry

27 25 10 9 2

5584

Adar

5578

Hesvan

5591

Tebet

5

5580

Tisry

3

5574

Tamuz

3

1

7 27 .

6 22 28 3 26 12 8 19 25 29 4 26 7 14 16 15 29 27 11 12 7 21 17 27 16 4 9 25 7 6 28 23 8 17 23 17 18 28 23 27 22 5 23 6

Aaron Sasso. Mordechay de Jacob Naar. Jacob de Mos. Marache. 5515 Abraham Belmonte. Jeos. Raphael Henriquez. Daniël Jesurun Loba. Aaron de Chaves. 5516 Jacob de Abraham Lopez Penha. Mos. de Sam. Aboab. Jacob de Manuel Abenatar. Isaac Hoheb. Eliao de Isaac Jeud. Leao . Mordechay Garcias de Paz . Mos. de Mos. Naar . . . Joseph Atias. Abraham de Samuel S. Leao. Benjamin S. de Valencia. Abraham Pinheiro de Nogeira. Js. de Abraham Levi Maduro. 5517 (1756) Abraham Haïm Fidanque. Jacob Haïm Curiel . Eliao Dovale. Jacob de Mordechay Henriquez. Mordechay Alvares Correa. Salomoh de Casseres. Gidon Solas.. 5518 Abraham de Abraham Levi Maduro. Jeos. de Is. Jeud. Leao. Isaac Garcias de Paz. Aaron Pardo. . Isaac Atias. Aron Lopez da Fonceca. Isaac 6 Mos. Henriquez Coutinho. Mos. S. de Valencia. Mordechay Rodrigues da Costa. Samuel de Is. Hoheb. Jacob de Daniël Aboab Cardozo. Samuel Many. David Haïm Cohen Henriquez. Joseph de Is. Mendes .. 5520 (1759) Manuel de Benjamin Marache D'Leon. Mordechay Fidanque. Abraham de Mos. Henriquez Juliao. Aron Pinedo. 366

5572 . 5572

Sebat

5575 5585 5590 .

Sebat

Kislev

Sivan

. 5585 5585

Tisry

5565 5579 5573 5589

Tamuz Elul Adar lyar

5573

Adar Se.

. 5582 5567 5581 .

Nissan Sebat Nissan

. 5576

lyar

. . . . 5584 . 5576 5587

. 5587 . 5584

Elul

Tisry Tisry

Tisry Kislev Sebat Adar Se. Nissan

Tisry

Kislev Tebet Adar Nissan Ab El'ul Kislev Nissan

Tisry Kislev Tebet Adar Nissan Iyar Ab

Tisry Hesvan

Kislev Tebet Adar Tamuz

Elui

28 14 6 26 25 30 11

5521 Is. de S. Calvo. Dav. de Mos. de Castro. Raphael Namias de Crasto. Josep Rodrigues da Costa. Dav. de Is. Henriquez. Abraham Jesurun Lobo. Manuel Belmonte.

25 4 12 11 30 26 2 11 19 27 13

5522 David de Abraham Jesurun. Rephael Quiros. Is. de Eliao Rodrigues Miranda . . . Eliao de Michael Jeudah Leao . . . Samuel de Ancona Hoheb. Mordechay Haïm Senior. Jacob Sasso . Eliao Rodrigues Miranda . . : . . Samuel Hisquiao de Casseres . . . . Benjamin Curiel. Manuel Pinedo.

26 11 21 18

Daniël de Daniël de Benjamin Abraham

3 13 7 25 9 21 28 23 17

5524 Abraham de Meza. Jos. de Abraham Rodrigues Pereira . . Sal. de Mordechay Levi Maduro . . Samuel Idarha de Casseres. Mordechay de Isaac Levi Maduro . . Abraham de Is. Torres Pinto . . . . Isaac de Josias Nunes Netto . . . . Selo. de Isaac Curiel. Jacob Haïm Calvo.

7 2 15 18 27 1 6 15 9 12 17 11

5525 (1764) Mos. Jesurun Pinto. Mos. de Mordechay Penso .... Is. Haïm Solas. David Hisq. Lopez Fonceca . . . Aron Jesurun de Oliveira .... Abraham Pinedo. Jacob Suares . Gabriel de David da Costa Gomes . Abraham Pimentel. Ephraim Curiel. Is. de Abraham Dias Lorenzo . . . Abraham de Isaac Sanchez ....

5523 Hakiba Nunez. Dav. Gomes Casseres . . . Jesurun. Senior.

367

5575

Tisry

10

5587

Hesvan

20

5589 5580

Adar Nissan

5 5

5581 5580 5580

Adar Se. Nissan Iyar

5 18 3

5583

Hesvan

16

5573 5582 5578 5582

Adar Tebet Adar Iyar

16 4 18 14

5590

Hesvan

13

5572

Sebat

13

5574 5574

Tebet Tamuz

26 9

Tebet Iyar Tamuz Ab

Kislev Tebet

Ab

Tisry Hesvan Kislev

Nissan Iyar Tamuz Ab

Tisry

Kislev Tebet Adar Seni Iyar" Sivan Elul Hesvan Kislev Tebet Nissan

11 18 26 27 16 21

5526 Haïm Abinun de Lima. Abraham de David Pimentel . . . . Abraham de Jacob Jesurun. Rephael Pinedo. Barug Gonzales. Benjamin de Abraham Naar . . . .

3 23 2 1 9

5527 Isaac Jesurun Pinto. Samuel de Josiao de Casseres . . . . Samuel Lopez Fonceca. Samuel de David Hoheb. Isaac de Jacob Jerusun.

20 1 22 19 24 27 29 2 26 13 23

5528 Jacob de Abraham Rodrigues Pereira . David de Mos. Cohen Henriquez . . Mos. da Costa Andrade. Abraham Haim Buenos Vivas . . . . Salomon Salom Delvaille. Moïse Cardose. David de Is. Suares. Jeos. de Abraham Naar. Abraham Roiz Mendes. Abraham de Sem. L. Maduro . . . . Mos. de Abraham L. Maduro . . . .

9 13 19 19 9 2 29 26 3 1

5529 (1768) Abraham Rodrigues Miranda . . . . Joseph de Aguilar. Mordechay de David Abr. de Lima . Sal. Cohen Henriquez. Rephael Mendes de Sola. Isaac Capriles. Abraham Salom Delvaille. Jacob Haïm Taboaela. Jeos. de Samuel Aboab. Sel. de Isaac Senior.

2 4 12 23 4 20 3 12 26 29

5530 Jeos. de David Naar. Mos. Silva Leyboa. Abraham de David Henriquez Juliao Abraham Lopez da Fonceca . . . . Mordechay de Isaac de Crasto . . . Abraham Morales. Abraham de Isaac de Marchena . . . Abraham Haïm Israël. Isaac de Jacob Monsanto .... Aron de Isaac Motta. 368

5577 5580 5572

Tebet Tisry Sebat

3 17 15

5586

Adar

13

5583

Sivan

8

5574

Adar

8

5574 5585

Sivan Iyar

12 25

5588

Sebat

16

5580 5578

Tisry Iyar

5

5581

Nissan

5572

Sivan

7

5568

Tebet

25

29

Tisry Hesvan Kislev Tebet

Ab Elul Hesvan Tebet Sebat

lyar

Ab

Elul Tebet Sebat Nissan Elul

Kislev Sebat Sivan Tamuz Ab

15 13 18 18 1 15 15 6 29 4 17 18 15 19 28 11 27 15 20 15 15 5 5 7 18 23 1 15 21 12 26 2 26 22 2 10 25 18 19 24 4 14 4 15 7 23 25

5531 Manuel Haïm Alvares Correa .... Haïm Gabr. da Costa Gomes .... Jacob Jesurun Pinto. Abraham de S. Curiel. Mos. Henriquez Juliao. David Namias de Crasto. Mordechay Ricardo. Simeon Alevi. Mos. Idanha de Casseres. Jacob de Is. Suares. Isaac de Sabatoy Nunez. Manuel de Jacob Aboab Cardozo . . Jacob de So. de Jacob L. Maduro . . 5532 (1771) Benjamin de Aron Ricardo. Abraham de Jacob Andrade .... Sel. de Sem. de Is. Maduro. Jacob de Joseph Curiel. Ephraim de Jacob Atias. Jacob Haïm de Is. L. Maduro .... Mos. Lopez Salzedo. Mos. de Reph. Penso. David de Is. de Crasto. Sel. de Abraham Senior. David de Mordechay Henriquez . . . Sal. de Is. Suares. Eliao de Jacob Sola. Mos. Aboab Ozorio. David de Jacob Lopez Henriquez . . Joseph Alevy. Is. de David Henriquez Juliao .... 5533 Abraham de Jacob Jesurun Henriquez . Is. Levi Maduro Peixotto . . ■ Is. de S°. de Jacob Levi Maduro . . . Mos. Hisq. Jesurun. Benjamin de Mordechay Henriquez . . Eliao Lopez. 5534 Jacob de Daniël Lopez Penha . . . . Mordechay de Is. Abinun de Lima . . Mos. de Jacob de Mos. L. Maduro . . David Rodrigues. Simhon Garcias. Mos. de Abraham Lopez Dias .... Jacob de David Henriquez. Abraham de Mos. Sasso. Is. de' David Abinun de Lima . . Mordechay de Abraham Penso . . . Is. de Jacob Belmonte. 369

5573

Nissan

26

5572

Kislev

27

5581 5574 5582 5582

Elul Adar Ab Nissan

4 11 16 3

5582

Elul

5576

Tebet

5589

Elul

10

5583

Elul

14

5577

Tamuz

20

5 2

Tisry

Kislev Adar Iyar Tamuz

Tisry Tebet Sebat Tamuz Elul Tisry Kislev Sebat Nissan Sivan Elul Tisry Kislev Sebat Adar Nissan

Ab’

Hesvan Kislev

14 22 27 28 29 5 1 8 29 29 16 13 28 6 18 21 16 5 11 5 24 4 18 17 18 10 13 26 3 18 27 24 5 10 4 17 17 20 30 3 15 21 15 15 17

'

5535 (1774) Mos. Lopez da Fonceca. Jeos. de Sola. Isaac Idanha de Casseres . . . . Isaac Senior. Abraham Haïm Jeudah Leao . . . . Is. de David Suares. David Curiel da Costa. Rephael Lopez Salzedo. David de Is. Levi Maduro. Aron de Is. de Sola. 5536 Benjamin Acohen. Joseph de Jacob Atias. Jeos. de Mordechay Henriquez . . Mos. de Eliao Penso. Jacob Frois de Mesa. Ephraim de Jacob Levi Maduro . . . Abraham Henriquez Pereira . . . . 5537 Abraham de Is. Henriquez. Is. de Abraham de Leao Nunez . . Sel. de Mos. Levy Maduro. Isaac de David Henriquez. Jos. Pereyra Brandao. Abraham de Mordechay Sasso . . . Abraham de Mordechay Henriquez . Mos. de Samuel Levy Maduro . . . . Jacob de Is. Pereira. 5538 Sel. de Jacob Levy Maduro . . . David Capriles. Mos. de Is. Abraham de Lima . . . . Mos. de Mordechay Levy Maduro . . Benjamin P. Brandao. Jacob de Samuel de Is. L. Maduro . . Samuel de Is. Hoheb. Mos. de Marchena. Is. de Mos. Monsanto. Is. de Mordechay Pardo. David de David Henriquez Juliao . . . David de Jacob S. de Valencia . . . Abraham de Rephael Acohen . . . . Isaac de Mos. de Casseres . . . . Joseph Guedelia. 5539 (1778) Samuel Haïm de S. Levi Maduro . . Mos. de Sel. de Castro. Mordechay de Abraham Garcias . . . Jeudah Aser Motta. 370

5588

Hesvan

5586

Kislev

13

8

5579 5584

Sebat Adar

16 25

5571

Kislev

16

5591

Tebet

13

Kislev Tebet Sebat

Ab Tisry Kislev Sebat Iyar Sivan

Kislev Tebet Sebat Nissan Iyar Sivan Ab Elul Tisry Kislev Tebet

Iyar

Hesvan Tebet Iyar

Elul Tisry Kislev

21 17 29 22 16 19 19 19 10 28 13 13 4 9 20 11 8 8 13 16 16 5 6 2 12 13 16 7 8 16 29 3 25 11 1 8 5 16 24 16 19 28 12 19

Jos. de Mordechay Henriquez .... David de Jacob Atias. Is. de Jacob Henriquez Pereira .... Is. de Daniël Mendes de Castro . . . Irmiao de Is. Levi Maduro. Is. de David Pardo. Jacob de Jeos Naar. Daniël Cohen Peixotto. 5540 David de Aaron Ricardo. Jacob Senior . Is. de Abraham Cardozo da Costa . Manuel de Jacob Abenatar. Josiao de Mordechay Pardo .... Mordechay de Mordechay Henriquez . Aron de Jacob Henriquez Pereira . . 5541 Mos. de Samuel de Is. Levi Maduro . . Isaac Lopez da Fonceca .. Abraham Mendes Monsanto .... Jacob de S°. de Abraham L. Maduro . . Abraham Jesurun Pinto. David de S°. de Castro. Abraham Lopez Rephael. Isaac de Josias Monsanto. Mos. de Guidon Sallas. Jacob de Mos. Monsanto. 5542 Jeudah de Sara Alevy. Eldad Mendes de Sola. Ephraim de Jos. Atias. Benjamin de Jacob Mendes Henriquez . Isaac de Eliao Penso. David da Souza Britto. Is. de Aron Ricardo. Jacob de Salomo de Castro. Rephael de David Rodrigues da Costa . 5543 (1782) Mos. Haïm Abraham de Lima .... Mordechay de Jeos. Henriquez .... Mos. de Jos. Atias. Jacob de Abraham Cardozo da Costa Jacob de Mos. Mendes Monsanto . . Salomo de Mos. de Casseres . . . . Daniël Benbenista. 5544 Gabriel de Jacob Pinedo. Manuel Penso. David de David Lopez Dias . . . . 371

5589

Ab

20

5587

Sebat

24

5590

Ab

18

5584

Elul

5580

Tamuz

11

Tebet Sebat

Ab Tisry Kislev Tebet Nissan Sivan Ab Elul Tisry Hesvan Kislev

Sebat Tamuz Ab Tisry Hesvan Kislev

Adar Nissan Sivan

Ab Elul Kislev Tebet Adar

11 28 21 10 15 4 18 17 10 4 4 8 21 23 11 21 13 28 26 28 7 17 17 29 17 16 25 11 15 25 8 19 27 2 30 1 1 20 8 8 6 30 3 15 8 23

Samuel Rodrigues Pereira. S. de Jacob de S°. L. Maduro . . . . David de Daniël Gomes Casseres . . . Is. de Mordechay Sasso. Mos. de Jacob Henriquez Fereira . . Is. de Rephael Jesurun Sasporta . . . Jos. de Mos. Mendes Monsanto . . . Daniël de Abraham Cardozo D’Costa . Mordechay de Rephael Alvares Correa . 5545 Mos. de Daniël Lopez Penha . . . . Mos. Sallas. Benjamin de Is. Henriquez. Mordechay de Jacob Henriquez . . . Ephraim de Jacob Atias. Aaron de Is. Moreno Henriquez . . . Abraham de Josia Monsanto . . . . Joseph de Abraham Jesurun Lobo . . . Sel. Cohen Peixotto. 5546 Sel. de Isaac Calvo. Mordechay de Benjamin Mota . . . Is. de Jacob Jesurun Sasporta . . . Josias de Mos. Monsanto. Abraham de Mordechay Levi Maduro . Is. de Eliao Jeudah Leao. Abraham de Abraham Levy Maduro Joseph de Jacob Henriquez Fereira . . Abraham de Jeos. Naar. 5547 (1786) Jacob de Abraham Fidanque . . . . Josiao Dovale. Is. de Benjamin de Solla. Michel de Is. Calvo. David de Abraham Levy Maduro . . Daniël Jesurun Sasporta. Mordechay de Eliao Jeudah Leao . . . Gabriel de Aaron Pinedo. Eliao Jesurun Henriquez. Is. de Jacob de Is. Abenatar . . . . Eliao Namias de Crasto. David de Abraham Cardozo da Costa . Benjamin de Samuel de Casseres . . . 5548 Is. de David Lopez Dias. Benjamin de Jacob Suares. Aaron de Mos. Mendes Monsanto . . Abraham de Eliao Sasso. Is. de Abraham Levy Maduro . . . . Is. de Jacob Henriquez Morao . . . 372

5581

Tebet

12

5571

Adar

22

5584

Adar

28

Kislev

2

5577 5591 5580

Tisry Nissan

21 4

5581

Tamuz

20

20 16 1 10 16 18 19 22 23 28 22 9 23 1 19 24 3 11 2 1 14 29 6 7 23 26 14 16 10 9 20 4 13 28 24 5 23 9 14 27 8 16 24 2

Mordechay de David Henriquez Juliao. Jacob Moreno Henriquez. Jeos. de Eliao Jeudah Leao. Jacob de Abraham Tobar. Sel. de Leao Nunez. 5549 David de Haïm Abinun de Lima. Mos. de Nisem Finsi. Jacob Mendes Monsanto. Jacob de Mos. Tobar. Jeudah de Mordechay Levy Maduro. Is. de Mos. S. de Valencia. 5550 Is. de Jacob de Castro. Daniël de Jos. Cohen Peixotto. Jacob de Eliao Jeudah Leao. Saul Haïm Pardo. Eliao de Lea Namias de Crasto. Mordechay de S°. de Mordechay L. Maduro. Mosseh Tobar. 5551 (1790) Samuel de Mordechay de Mos. L. Maduro. Samuel de Is. Jesurun Pinto. Jacob de Ribea Curiel. Eliao de Abraham Fidanque. David de Mos. Cardoze. 5552 Is. de Aaron Pinedo. David de Jos. Atias. Jacob de Abraham Penso. Is. de David Senior. Mos. de Ribea Levi Maduro. Is. de Jacob Pinedo. Jacob de David Aboab Ozorio. Jacob de Samuel Lopez da Fonceca. Ab. de Benjamin Jesurun. Josias de Haïm Ab. de Lima. David Dovale. Samuel de Jacob de M. Henriquez. 5553 Jeos. de Jacob Henriquez. David de Samuel Hoheb. Eliao de Jacob Henriquez Fereira. David de Abraham Tobar. Daniël de Abraham Gomes Casseres. Benjamin Alvares Correa. Moses de Jacob Rodrigues. Samuel Levi Maduro Peixotto. Manuel Lopez da Fonceca. David de Jacob Curiel. 373

.

.

5573

5586

. .

Tamuz

Elul

14

12

Elul

Tisry Kislev Adar Iyar Sivan Elul Tisry Kislev Sebat Adar

Elul Tisry

Hes van Sebat Adar

Tisry Kislev Tebet Adar

Ab Elul

4 5 19 20

Benjamin de Eliao Jeudah Leao. Abraham de Haïm Ab. de Lima. David de Is. Henriquez Fereira. Aaron de Sarah Morales.

. .

5554 9 Jeudah Cohen Henriquez. 10 Jeudah Haïm Dovale. 17 Mos. Haïm de Jacob de Crasto. 10 Josias de Eliao Dovale. 8 Aran de Abraham Gomes Casseres. 21 Mos. de Jacob Jesurun Lindo. 5 Is. de Jacob Haïm Curiel. 17 27 14 15 3 26 20 21 6 20

5555 (1794) Samuel de Abraham Levy Maduro. Samuel de Gabriel Da Costa Gomes. Camuel de S°. de SI. Levy Maduro. Mos. de Abraham Fernandes. Joseph de Jacob Henriquez. Samuel de Jacob Abenatar. Jacob de Aron Pinedo. Mordechay Cohen Henriquez. Mos. Haïm Cohen Henriquez. Jacob de B. P. Brandao.

5556 18 Abraham de Mordechay Senior. 18 Manuel de Mordechay Alvares Correa. 19 Gabriel de Gabriel Da Costa Gomes. 23 Sel. de Rephael Namias De Crasto. 5 Jos. de Jacob Haïm Curiel. 9 Benjamin de Salomo de Casseres. 14 Abraham de Eliao I. Leao. 7 Abraham de Jacob Henriquez. 8 Mordechay Frois Andrade . 23 Manuel de Mos. Alvares Correa. 10 Rephael de Is. Jesurun Pinto. 12 Abraham de Ruben Sasso. 5 Aron de Samuel Lopez Fonceca. 15 Eliao de S°. Levy Maduro. 23 David de Abraham Henriquez juliao. 2 25 10 1 8 10 14 29

5557 Jacob de Jos. Pereira Brandao. Is. de Abraham de Marchena. Gabriel de Rephael Pinedo. Abraham de B. P. Brandao. Abraham de Jacob Sasso. Haïm Josias Cohen Henriquez. Samuel de Jacob Jesurun Lindo. Joseph Capriles. 374

.

.

.

. 5590 5580

Tamuz Kislev

25 21

Nissan

24

. 5572 .

Tisry Tebet Sebat Adar

lyar Ab EIul

Kislev Sebat Adar. Ri. Adar, Se.

Nissan

Sivan Ab EIul

Tisry

5558 (1797) 19 Jeudah Haïm Abinun de Lima. 28 Benjamin de Jacob Henriquez. 25 Jeos de Abraham Levy Maduro. 1 Mos. Haïm de Eliao Sasso. 9 Is. de Mos. Cardoze. 23 Jeos. de I. Jesurun Pinto. 6 Is. de Benjamin Curiel. 12 Sem. de S°. de Mordechay Levi Maduro . 4 Mosseh de David de Castro. 8 Abraham de Jacob Haïm Curiel. 26 Abraham Haïm Senior. 9 23 17 1 16 18 26 24 25 4 7 27 18 19 28 15 30 7 25 26

lyar

18 17 10 13 21 21 29 7 29 25

Tisry Hesvan Tebet Sebat

18 2 26 14

Kislev Tebet

5559 Jacob de Salomo Salom Delvaille. Is. de Salomo de S88 Rentmude . 270, 271 Rephael ... 371 Retemeyer . 266 Reus de . «22 Reuvcnhagen . 79, 80 (Borel) Reyke . 74, 75, 78, 144 145, 146, 147, 149, 153, 171. 177, 182 Reynders . 98 Reynen . 37, 43 Reynlng ... 16 Reynink . 161, 217 Rhljn van . 358 Rib ... 358 Rlbblus .. 193, 194, 214, 215 Ribera . 105 Ricardo . 369. 371, 378, 379 Ricart ... 96 Ridder de . 122 Rietschoten van . 300 Rietstap . 100, 310, 335 Rietveld . 361 Rigeaud . 10. 358 Rinck .......CWX.... 260 Ringeling ...iisi. '252 Ritscher . 322 Ritter . 301 Robertson . 356 Robles . 37, 365, 379 Robijn . 106 Roch .216 Rochcfort de . 34 Rochemont de . 10, 57 91. 129, 163, 168, 183, 284, 297, 359 (de Rochemont) Jutting . 134, 267 (de Rochemont) Muller . 298 (Lcslre) de Rochemont ... 267, 283, 284 Rodenburgh . 383 Rodier. 25, 81. 158, 163, 165 Rodier de la Brugière . 158, 384 Rodney . 18, 55. 58. 167 Rodrigues . 48, 100, 102 107, 369, 373. 375, 378, 379, 380, 381 Rodrigues d'Aquilaar . 48 Rodrigues da Costa . 371 Rodrigues de Cunha . 365 Rodrigues Pereira ... 109, 111, 364, 372 381 Rodrlguez y Escobar Rodriqucz Roe . Roelans Roelx du Roever de Roguen .. Roiz ...fof!

Rojer . 95. 133, 135, 173, 183, 192, 195, 197, 245, 246, 276, 282. 293, 295. 296, 302, 303, 313, 314, 317, 322, 326, Romer . 131, 135, 258, 313, 314, 351,

Rooye van . 276 Roscnburgh . 359 Rosé velt . 167 Rouis . 359 Rouville de . 20. 21, 136, 359, 385 Royer . 352 RüdeloK . 147, 148 149, 179, 180, 181. 206. 233, 275. 359 Ruel . 246 Ruitenberg .. 311 Ruiz . 69. 212, 254, 326 Runneken . 78, 80 .. 218 .. 359 . 136 . 73, 74, 75, 76. 77 78, 125, 145, 146, 179, 213, 229, 237 244, 246, 256, 257, 258, 334, 339, 345 Rijck ...:. 144 Rijnberk van ... 343 Rijke(n) ... 9, 57. 58, 79, 123, 125. 126 127, 143, 144, 177, 181, 182. 207, 359 (Brugman de) Rijke . 284 Meyling Rijke .147 (Schotborgh) de Rijke.. 284 (v. Uytrecht) de Rijke . 284 (De Veer) de Rijke . 284 Ryninck .;. 75. 131, 192 Rynink . 79, 80. 81, 138, 201, 219 Rljssen van' ‘ 280 Sage . 135 Saint Cyre de . 124 Saint Malo de . 319 Salas . 54. 302. 359, 378. 380 Sallas . 371, 372 Salom . 48, 50 Salomonsz ... 57, 143, 144. 145, 146, 158 (Borel) Salomonsz . 145 Salscdo ... 383 Salzedo . 369, 370 Sanchez .37, 367 Santvoort v Sarate . Sarde .

441

132 199 300 359 299 359

Sardo . 106 Sargeant . 359 Sarmlento . 303 Sasporta . 365. 372. 380 Sasportas . 48. 50, 52 Sassa . 50. 111. 118. 366, 367. 369 370. 372. 374. 375. 376. 377. 378. 381 Scadden Wilson . 136 Schabalie . 48 Schagen . 152. 180. 220. 384 Schagen v. 79. 120. 141 150. 170. 197, 243 Schaghen . 141 Schalk .359 Schall . 360 Scharbouw . 317 Schaup . 238. 359 Scheidelaar . 307 Schcllinger . 335 Schergens . 270. 271 Schlll . 234 Schinck . 37 Schippers . 271 Schlcum . 148 Schmidt . 265 Schneider . 335 Schnitgcr . 191 Scholtc . 74 Scholten 69. 75. 78. 79. 189. 213, 344 (Schollen) de Mey . 78 Scholts . 74. 75, 145. 146 Scholtsz . 215, 248 Scholz . 310 Schoonenboom . 156, 157. 161 Schoonewolf(f) . 97. 258. 306, 332. 359 Schoop . 66. 139 Schotborgh . 9. 57. 58. 60. 68, 71 73. 77. 79. 81. 88. 91. 122. 137, 138 139. 142, 145. 147. 152, 153, 177. 180 181. 185. 200. 201, 204, 206. 207, 211 217, 247. 251, 252, 256, 266. 267. 287 296, 299, 300, 305, 313. 314. 325. 326 327, 332. 344, 354. 357. 359. 360. 385 (Bennebroek van der Linde) Schotborgh . 60, 132. 265, 286. 299 (Brands) Schotborgh ... 133, 134, 305 (Briard) Schotborgh . 131. 284, 313 (Brugman) Schotborgh . 137 (Schotborgh) Daal . 226. 278. 347 (Schotborgh) Forbes ... 134. 287, 300 (Schotborgh) Houtvat . 177 (le Jeune) Schotborgh . 137 (Leseur) Schotborgh . 137 (van der Linde) Schotborgh . 132 134. 295. 305. 330 Schotburgh . 122 Schotte . 296 Schouten . 89, 360 Schouwink . 191 Schreuder 70, 238

Schröder . 323 Schrijver .H‘.-. 220 Schuier . 360 Schuller .1. 81. 360 Schultz . 68 Schuman . 200 Schut . 75. 79. 86. 161 Schutt . 120. 127. 152 Schütte . 324 Schuurman . 154, 155, 156, 214 Schuyl van der Does . 207 Sccp . 296 Scfir 3*! . 187 Seiffcrts ...1. 270 Seitz . 360 Seis . 336. 340 Selijns . 216 SemcrcI . 166. 167. 233. 274. 283 Senenbcrgh .!.. 66. 137. 184, 193 Senior 45. 46, 48, 50. 113. 155, 192, 215 360, 363. 365. 367. 369. 370. 371 373 374. 375, 376, 378, 379. 380, 381, 382 Serni . 360 Seulin . 329 Severijn 9. 57. 88. 92. 93. 156. 157. 161 165. 183, 195, .196. 197, 198, 199. 360 (Severijn) de Veer . 91 Seymoor . 282 Seymour . 384 Seyppel . 336 Scys . 34 Siebels . 165 Siebert .l.V.-.i. 187 Siekers gPÜS&W. 297 Sillé .;. 360 Silva . 50 Simmons . 69, 360 Simon . 218, 360 Simons . 35 Simonsz . 307 Singel van der . 360 Siro . 213 Sirtema van Grovestins . 251 Sladus .. 183 Slengarde . 267 Slingeland .....*ï.'i..r.v;.... 252 Slobbe v. . 385 Slot . 116 Smit . 21, 185, 190. 310. 311. 312. 360 Smlth . 66. 360 Snel .. 35 Snouck .. 17 Snijder . 62. 85. 89. 166. 193. 213. 349 Snijder Hans . 213 Snijder Hansz . 62. 85. 89, 340 (de) Sola . 51. 52. 360. 365, 368 369, 370, 371, 375. 376. 377, 379, 381 Solagnier ..*. 235 (de) Solas . 363. 366. 367, 378. 379 Solicoffer . 93, 129, 185, 186

(Sollcoffcr) Veeris .... 93. 130, 186 (de) Solla .. 372 Mendes de Solla .. 54 (de) Sollas .. 375 . 181. 202. 204 . 35 Specht . . 34, 67. 68 70. 159. 163, 234. 235. 257. 360. 361 (Specht) Croes —. 68 (Vos) Specht . . 68 Spencer . .. 10. 57. 95, 213 219, 286, 293. 294. 337, 339, 340. 361 (Spencer) Krafft .. 84, 307. 339 Spengler . . 266 Spillcnaar . . 343 Spit . . 307 Spltzenbrink . .•. 306 . 35. 215 Sprock . . 285. 361 Staats . . 184 Stam .. 327 Starckenborgh v. 57. 58. 80, 81. 92. 125. 126. 127 129, 180, 181. 182. 195, 197, 202, 203 204. 205. 206, 257, 266. 297, 322. 384 (van Starckenborgh) Iden . (Statius) Muller 10. 27, 35, 57, 135. 241 242, 243, 244. 245, 246, 247, 248. 249 275, 297. 300. 301, 302. 303, 306, 308 311, 317, 318. 331, 344, 356, 361, 385 Steeling . 93, 94, 95, 133, 2 Steelingh . 91. 92. 93. 94. (de Vries) Steelingh . Steenis van . 342. ■ Steenstra . Steinmeicr . 1 Stekelenburg v. Sterckenborch . 2 Sterckcnburgh . 202, 2 Sterling . Sterllngh . Sterreveld van . Steurkarap . Steve

Stoppel . Stork . Stoyt Dijck . Straten van der. Strengnaerts . Striddcls . 88, 136. 137. 166, 192. 193. 252, 283 Strietman .. 237

i

tem**

Vorsterman van Oyen . 147 Vos .65, 68 74, 75. 78. 79. 83. 88, 120, 127, 128 129, 152, 161, 170, 172, 173, 178, 192 250, 267, 283, 297. 301, 352, 360, 362 Vos (Muller) . 298 Vos Specht . 68 Vos de ......;. 143 Voss van . 297 Voute . 266 Vries de . 91. 338 (de Vries) Steelingh . 137 Vriesenburg . 120 Vrint . 248 Vuylsteke .37. 39 Waalboomers . 288 Wagenaar . 130, 131 Wagner .. 334, 385 Wahl . 163 Walbeeck v. 16. 25. 36. 44, 55. 329, 383 Wall van de . 31. 195, 203 (van den Wall) Arnemann . 291 (van de Wall) Perné . 197 Warmond! . 328 Warnsinck . 44 Washington 17 Wassenaar .. 93, 94, 187 Water van de . 341 Waters .. 313 Waters Forbes . 193 Waters Gravenhorst . 68 Waubert de Puisseau . 329 Bors van Waveren . 77 Waymouth . 34 Webb . 140, 168, 177, 189 Webb Koek ;. 169, 170 Wedda . 119 Weeber. 9, 57. 62, 75. 86. 213, 219 233, 293, 335, 337, 339, 340, 345, 362 Weerenberg . 184 Weever. 180, 181, 212 Weinberger . 335 Weisel . 329 Wells . 362 Weli . 61 Wellsted .:..... 338 Welshuysen . 119, 120, 177 Wendel . 170, 171, 173, 238, 251 (Wendel) Neuman . 238, 239 (Wendel!) Quast . 274

Wendorp Wenigh .... Werker .. Wesley . Westerband Wcstman Schade van Westr . 195 Wever . Wever de . Weychel . Weydcn van der (Weyer Cuylenborch) Becldsnijde (Weyer) Wolfert (Weyer Wolfert) Beeldsnijder 221 Weijgel . Weyns .79, 123 Weijts .. Whiting . Wickevoort Crommelin Wieling . Wlenant . Wlerman . 87, 203, 220 . 147 Wierts Wierts van Cochoorn Wiesche . Wilberforce . Wildrik . Withuis . Wilhuizen .. Wilkens . WiU ... (Prins) Willem V . Williams .... .. 76, 77 Willingh . Scadden Wils< .. 75, 94, 145, 159 Windt de . 181. 225, 240, 245, 246, 275. 345 (Reyning) de Windt . Winkel . 10, 30, 280, 327 Winklaar ... Wlnkler . 119, 120, 192, 217 (Verkuyl) Winkler . Wit de ... 61. 64, 88, 92, 120, 148 (de Wit) Evertsz . Witsenberg . Witt de . Wittepaert . 150, 154

Woestyne vaj Wood . Woodward Wouters . Wuister . Wijhe van .... Wljkersloot v Wijmcrs . Wyminga .... Wynaendts v; Wijngcrs .... Wijnstok .... Wijs . Wijs de . Wytbaha ....

.. 274, 313, 314, 362

Yarzagaray ..

. 10, 67, 235, 260

Zandvoort van . Zardc . Zeefrien . Zcegers . Zeeman . Zeewoldt . Zeppenfeldt . 10, 31, 43. 57, 68. 70, 72. 211, 236, 263, 314, 317, 318, 324, 325, 326, 327, (Crocs) Zeppenfeldt . (Lampe) Zeppenfeldt . 71, (Quant van der Veen) Zeppen¬ feldt . (Raven) Zeppenfeldt . 294. (Thlelen) van der Veen Zeppenfeldt 37, 43. (van der Veen) Zeppenfeldt . 305, 325, Zeyl . 225, 226, 276, Zeyl van . Zeyll . 94. 198, (den Uyl) Zeyll . Zillissen . (Zlmbrecht) Hasse . Zimmerman . 281, Zugeret .

Voor „Personalia" zie men de Inhoud van het boek met nummering.

444

124 105 199 206 76 145 37 294 362 71 211 326 314 325 134 326 285 169 276 276 271 154 311 125

INHOUD Opdracht aan H.M. de Koningin Kwartierstaat van H.M. de Koningin Voorwoord van Dr. W. C. de la Try Ellis Voorbericht van de Schrijver ....

DE NEDERLANDSE ANTILLEN HISTORIE De eilanden. Bevolking. Geschiedenis. Jaartallen van de geschiedenis der Ned. Antillen. Drie gemeenschappen.

11-12 12-14 15-24 25- 26 26- 56

De Protestanten van Cura;ao en hun predikanten. De Protestanten van Aruba en hun predikanten. De Protestanten van Bonaire. De Protestanten van de Bovenwinden. De Methodisten. Predikantenlljst. Literatuur over de Protestanten. De Katho 1Ieken en hun b i sschoppen. Lijst der Katholieke kerken en jaartallen in verband met en literatuur over de Missie De Joden én hun rabbijnen. Jaartallen in verband met de Joden op Curagao. Literatuur over de Joden.

26-29 30-32 32 32-34 34-35 36 36-43 43- 44 44- 55 55 56

OUDE FAMILIES

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.

16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.

Overzicht der oude families.57 Inleiding.58-60 Dorcas.61-62 Croes.63-72 De Mey.73-82 Evertsz.83-98 Maduro.99-118 Van Kinswilder.119-120 Schotborgh.121-137 Brugman.138-140 Lamont.141-142 Salomonsz en Simonsz Donker.143 Rijke - Reyken.144-149 Heyer - Den Oude - Everit.150-151 Verplaats.152-153 Ellis.154-176 Houtvat.177-178 445

Druschky - Druschke.179-182 Veeris.183-187 Muskus.188-191 Berch.192-193 Martin.194 Severijn.195-199 Colomba. 200-201 Van Starckenborgh. 202-207 Lampe. 208-212 Weeber.213 De Lannoy.214-215 Van der Meulen.216-218 Spencer.219 Beeldsnijder. 220-223 De Hascth. 224-231 Beaujon. 232-237 Neuman. 238-241

33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46.

47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.

Statius Muller.242-249 De Veer. 250-255 Hoyer. 256-258 Eman. 259-264 Jutting. 265-268 Quast. 269-275 Gorsira en Brown Gorsira. 276-281 Lauffer.282 De Rochemont. 283-284 Debrot. 285-289 Gaerste. 290-292 HcIImund. 293-296 Muller. 297-298 Forbes. 299-300

Perret Genöl. 301-305 Haayen. 306-307 Van Romondt. 308-309 Eskildsen - Maller - De Hascth Muller . . 310-312 Price.313-314 Van Eps.315-320 Elsevier - Rammelman Elsevier .... 321-323 Zeppenfeldt. 324-327 Hcldewler - Heldewier Vignon. 328-330 Van Daalen.331 Nuboer.332 Krafft. 333-341 Van Meeteren. 342-345 Cadièrcs. 346-347

DOCUMENTEN Lijst der slaveneigenaars in 1863 . Geboorte- en sterfteregister van de Joden op Curagao van het Jaar 1722-1830. Oudste grafschriften op de Joodse begraafplaats.

GOUVERNEURS Lijst der Gouverneurs.

PERSONALIA 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91.

Agosdni.386 Anthony.386 Alvares Correa .... 386 Axson.386 Bakhuis.386 Bennebroek.386 Béthencourt.386 Boom.386 Boomgaart.387 Boskaljon.387 Boyé.387 Brandao.387 Brion.387 Brosse.387 Cambiaso.388 Cancrijn.388 Capriles .388 De Casseres en Casseres . . 388 De Castro.388 Chapman.388 Chumaceiro.388 Cohen Henriquez 388 Conn.388 Conquet .389 Corsen.389 Da Costa Gomez, Gomez en Gomez Casseres .... 389 Craane.389 Craneveld(t) .... 389 Curiel.389 Daal.389 Danla.389

92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123.

Van Dinter.389 Van der DiJs .... 390 Faarop.390 Ferguson.390 Führing .390 Galmeyer.390 Graval.390 Gravenhorst .... 390 Van Grieken .... 391 Hart.391 Henriquez.391 Heyliger.391 Hollander.391 Hueck.391 Jarman.391 Jesurun.392 Jonckheer.392 Jones.392 De Jongh.392 Joubert.392 Van Kleunen . . . .392 Koentze .392 Lackrum.393 Van Leeuwen .... 393 De León en León . . .393 Leseur.393 Lesire.393 Leyba.393 Lieder.393 Van der Linde .... 394 Lingstuyl.394 Luydens.394 446

124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155.

Maack.394 Maal.394 Marchena en de Marchena . 395 MartiJn .395 Marugg .... Menge .... Mensing Moron .... Mussenden Naar .... Nieuwstraten Nouel .... Obediente . . . Ossenkopp . Palm .... Panneflek . . . Pardo .... Piar .... Pietersz en Pieters . Ponne .... De Pool .... Prince .... Pijpers .... De Quartel . Raven .... Van der Ree Rigaud .... Rigot .... Ringeling Rojer .... Romer .... Rüdeloff . . .

156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174.

Van Rijssen .... 402 Salas.402 Schcidelaar.403 Schooncwolff .... 403 Schrils.403 Scmcrel .404 Senior.404 Sprock.404 Stuyllngh.404 Timmer .404 Twceboom.405 Van Uytrccht .... 405 Van der Veen .... 406 Vinck.406 Voges.406 Vos .406 Van den Wall Arncmann . 407 Willemsen.407 De Windt.407

175. Winkel 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. 188. 189. 190. 191.

.

.

.

. 407-^09

ARUBAANSE FAMILIES Arentsz en Arendsz . 409 Arends.409 Van der Biest .... 410 Bisllck.410 Boekhoudt.410 Christiaans.410 Crocze.410 De Cuba.410 Ecury.410 Franken .411 Frlgerlo .411 Geerman.411 Henriquez.411 Kelly.411 Koek.411' Koolman.411

192. Kuiperi .411 193. Kwartsz .411 194. Laclé.411 195. Oduber .412 196. Paesch.412 197. Ponson.412 198. Poppe.412 199. Quant.412 200. Rasmijn .413 201. Solagnier.413 202. Specht.413 203. Thiel.413 204. Thlelen.413 205. Tromp.413 206. Vrolijk.414 207. Weever .414 208. Werleman.414 209. Yarzagaray.415 210. Yrausquin.415

KAARTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

414 415 416 417 418 419 420 421 422 423

De landen en eilanden rondom Curagao Curagao's wegennet. Willemstad (Punda). Willemstad (Otrabanda). Schottegat en omgeving met nieuwe haven Curagaose plantages. Aruba en de nieuwe haven .... Bonaire. Sint Maarten. Sint Eustatius, Saba.

LITERATUUR Algemene historische literatuur. Handschriftelijke bronnen te ’s-Gravenhage en te Amsterdam. Handschriftelijke bronnen te Willemstad, Oranjestad, Londen en Albany (N.Y. state) De verzameling Hamelberg.

INHOUD FOTO’S 428-430

Inhoud foto's

ERRATA 430

REGISTER 431-444

Register

INHOUD 445-447

Inhoud

COLOPHON 448

Colophon 447

COLOPHON Dit boek werd vervaardigd door de Boek- en Handelsdrukkerij Planeta te Haarlem en uitgegeven door N.V. Martinus Nijhoff's Boekhandel en Uitgeversmaatschappij te Den Haag. De Hollandse Mediaeval letter voor de tekst werd gezet op de Intertype. De diché’s werden speciaal voor dit boek vervaardigd naar opnamen van de Heren Fischer. kunstfotograaf, Van Essen, Hoogeboom, Vinck, Linker. Singer en Bameveld, behoudens enige clichés van Dr. Ds. A. J. C. Krafft en een aantal van de N.V. Drukkerij en Uitgeverij J. H. de Bussy te Amsterdam. De foto's van de Leden van het Koninklijk Huis vervaardigd door de N.V. Fotografisch Atelier Frans Ziegler te 's-Gravenhage, werden verkregen door bemiddeling van de Regeringsvoorlichtingsdienst. Het kunstdrukpapier werd geleverd door M. Ubbens te Zutphen, het papier voor de tekst door Van Gelder 6 Zonen N.V. Amsterdam. Band- en bindwerk werden verricht door de boekbinderij A. G. Geerts te Haarlem. De stofomslag werd ontworpen door Karei Suyling. De landkaarten werden vervaardigd door Dr. Ds. A. ƒ. C. Krafft en de Heer Menno Smidt op Curagao; de wapens door de Heer Marten N. Damstra, ge¬ slacht- en wapenkundige en de Heer Menno Smidt op Curagao. Dr. Ds. A. J. C. Krafft heeft voor de verzameling gezorgd, deze gerangschikt en van toelichtingen

448

iKMP